ID.nl logo
Zo gemaakt: je eigen @mailadres
Huis

Zo gemaakt: je eigen @mailadres

Stel: je hebt een e-mailadres van je internetprovider, bijvoorbeeld een @kpnmail.nl- of @ziggo.nl-adres. Handig, maar wel vervelend als je naar een andere provider wilt overstappen: dat e-mailadres raak je namelijk kwijt. Waarom niet je eigen e-maildomein overwegen, want dit kun je bij een overstap behouden. In dit artikel bekijken we enkele typische migratiescenario’s.

Of je nou een particulier of zzp'er bent, een eigen e-maildomein is altijd handig. In dit artikel laten we zien hoe je gemakkelijk een eigen e-maildomein aanmaakt. We behandelen de volgende punten:

  • Domeinregistratie
  • Combinatie domein en e-mail
  • Configuratie e-mailclient
  • Doorstuuradresen en meldingen
  • DNS en MX-records

Wil je meer tips om het maximale uit je e-mail te halen, lees dan dit artikel: Haal meer uit Outlook met deze handige add-ins

Je ziet het zo vaak gebeuren: iemand begint als zzp’er een bescheiden bedrijfje en gebruikt een e-mailadres als mijnbedrijf@gmail.com. Het bedrijf groeit en de ambities ook, maar geef toe: een Gmail-adres oogt niet erg professioneel, dus komt het besef dat een adres als mijnnaam@mijnbedrijf.nl of info@mijnbedrijf.nl misschien beter is.

Er kleven trouwens nog andere voordelen aan zo’n persoonlijk e-maildomein. Je kunt de naam beknopt houden, want zeg nou zelf: iets als tvd_2143@gmail.com tikt niet lekker weg en verhoogt de kans op tikfouten. Ook is het net iets beter voor je privacy, want het is een publiek geheim dat Google en andere gratis mailproviders gretig graaien in je mailbox om je nog meer gepersonaliseerde advertenties te kunnen tonen. Bij heel wat providers kun je bovendien een zogeheten catch-all-functie instellen, zodat zelfs een bericht naar iets als mijnnam@mijnbedrijf.nl (let op de tikfout!) alsnog in je mailbox belandt. Verder kan een persoonlijk e-maildomein je veiligheid ten goede komen, want hackers en phishers hebben het maar al te graag gemunt op gratis providers. Een laatste belangrijk voordeel hebben we al even vermeld: bij een overstap naar een andere provider kun je je persoonlijke e-maildomein behouden. 

Domeinregistratie

Je wilt dus een eigen domeinnaam, wellicht met een zogeheten Top Level Domein (TLD) als .nl, .be, .com, .net, .info enzovoort. Via www.kwikr.nl/tld vind je een courante TLD-lijst. Natuurlijk zul je zo’n domeinnaam officieel moet laten registreren. Dit kun je doen bij een hostingprovider of domeinregistratiebedrijf (kortweg registrar) die het gewenste TLD aanbiedt.

De meeste registraties zijn best betaalbaar en schommelen rond de 10 euro per jaar, maar vaak is dit ook goedkoper of duurder. Zoek vooraf via internet ook naar de kwaliteit van de klantenservice van de beoogde registrar, hoewel je die, wanneer alles normaal verloopt, zelden nodig zult hebben.

Het wettelijke minimum voor een domeinregistratie is één jaar, maar wellicht zit er een kleine korting aan vast als je je domeinnaam meteen voor twee of meer jaren registreert. Het werkt het makkelijkst als deze verlenging automatisch te regelen is. Ga ook na of de registrar een respijtperiode (‘grace period’) heeft, dat je niet meteen je domeinnaam kwijt bent als er iets mis zou gaan met het verlengen.

Controleer tevens of de registrar kosten in rekening brengt wanneer je ooit naar een ander registratiebedrijf overstapt. Zo’n registrar laat je dan beter links liggen. Je gaat ook het best vooraf na hoe een eventuele overstap technisch wordt geregeld en of je dat eventueel zelf kunt doen via een webapplicatie. Tot slot, besef dat contactinformatie bij een registratie deels publiek beschikbaar kan komen via een zogeheten whois-verzoek. Sommige registrars bieden hiervoor bescherming door die informatie deels te blokkeren.

Via www.kwikr.nl/accreg vind je een lijst van (door het ICANN) erkende registrars, doorzoekbaar op naam en land, maar ook even zoeken naar bijvoorbeeld domein registratie Nederland levert heel wat resultaten op.

Je kunt uiteraard geen domeinnaam registreren die al bezet is. Een van de voorgestelde alternatieven misschien?

WHOIS Heb je eenmaal een domeinnaam geregistreerd, dan kan in principe iedereen nagaan wie achter deze registratie zit. Dit kan ook vanaf de Opdrachtprompt, maar dan moet je het bijbehorende commando dan wel eerst even installeren.

Ga via www.kwikr.nl/mswhois naar de website van Microsoft en klik op Download Whois. Pak het gedownloade zip-bestand uit, open de Opdrachtprompt via het Windows-startmenu, navigeer naar je downloadmap en tik whois.exe -v <domeinnaam> in, bijvoorbeeld whois.exe -v mijnnaam.nl. Je ziet hier wie de registrar is, wat de nameservers van het domein zijn en wellicht ook bepaalde contactinformatie, zoals een telefoonnummer of e-mailadres. Je kunt zo’n whois-verzoek ook vanuit je browser uitvoeren, bijvoorbeeld via www.kwikr.nl/eurodns of www.whois.com/whois. Ook hier hoef je alleen maar de domeinnaam in te tikken.

Met een ‘whois-query’ zoek je snel uit wie de registrar is en krijg je mogelijk ook wat contactinformatie.

Combinatie domein en e-mail

Je kunt je domein afzonderlijk bij zo’n registrar vastleggen, maar is het je bedoeling de domeinnaam vooral in e-mailadressen te gebruiken, dan gaat dat het eenvoudigst via een provider bij wie je zowel de domeinregistratie als een e-mailaccount kunt aanvragen en activeren.

Bekende providers in Nederland zijn onder meer mijndomein.nl, combell.nl en strato.nl, maar er zijn er natuurlijk nog veel meer.

We tonen je hier hoe je met Strato aan de slag gaat. Ga naar www.strato.nl/mail en kies een geschikt pakket, zoals Basic (25 postvakken van 2 GB elk) of Mail Plus (25 postvakken van 5 GB elk). Het eerste pakket kost 12 euro voor het eerste jaar plus eenmalig 5 euro instelkosten, daarna betaal je 2 euro per maand. De provider biedt zowel IMAP- als POP3-toegang aan, inclusief een gratis domein met TLD .nl of .com.

Allereerst controleer je hier of de gewenste domeinnaam nog beschikbaar is. Is dit het geval, dan kun je verder. Webruimte of mailarchivering (met het oog op fiscale bewaarplicht) aanschaffen niet verplicht.

Kort na je aanschaf worden je e-mailaccount en domeinnaam geactiveerd. De activatie van de domeinnaam kan in principe 24 uur of meer duren, maar in de praktijk gebeurt dit vaak sneller.

Vervolgens kun je je met je account-ID bij Strato aanmelden en de gewenste e-mailadressen oftewel postvakken aanmaken. Hoe je dit precies doet, wordt uitgelegd via www.kwikr.nl/stratadres. Het is mogelijk een catch-all-postvak te maken, evenals e-mailforwards, black- en whitelists.

Registreer je domeinnaam en activeer je e-mailaccount in één handeling (hier: via Strato Mail Basic).

Configuratie e-mailclient

Nagenoeg alle e-mailproviders, waaronder Strato, bieden een webapplicatie aan om je mails te raadplegen, maar wellicht gebruik je graag ook een e-mailclient op je desktop of mobiele telefoon.

Daar heb je doorgaans wat mailserverinformatie voor nodig en die vind je ongetwijfeld op de website van je provider. Bij Strato bijvoorbeeld vind je deze in de klantenlog-in bij E-mail / Instellingen. Desnoods zoek je op internet naar iets als mailservers <providernaam>.

Hoe je deze configuratie precies uitvoert, hangt af van de gebruikte mailclient, maar elke degelijke mailprovider biedt stap-voor-stap instructies aan voor de meest gebruikte e-mailprogramma’s. Bij Strato vind je die via www.kwikr.nl/stratmail.

We tonen hoe je dit in Microsoft Outlook instelt voor een IMAP-account. Ga naar Bestand en kies +Account toevoegen. Vul je nieuw e-mailadres in en klik op Verbinding maken. In het volgende venster selecteer je IMAP; dit is doorgaans beter dan POP3, omdat je mail dan op de server van de provider blijft staan, zodat je die van overal kunt bereiken. In tegenstelling tot POP3 waar je de berichten daadwerkelijk naar je toestel downloadt. Vervolgens vul je de nodige IMAP- en SMTP-serverinstellingen in, die je via je provider hebt gevonden. Na je bevestiging zou je nieuwe postvak bereikbaar moeten zijn vanuit Outlook. Test grondig of het ontvangen en versturen van mail via je nieuwe postvak(ken) probleemloos werkt.

Om je e-mailaccount te configureren, heb je enige informatie over de mailservers nodig.

NSLOOKUP Als je net een domeinnaam in combinatie met een e-mailaccount hebt aangevraagd of wanneer je de MX-records in de DNS-instellingen bij je provider hebt aangepast, dan kun je zelf nagaan of de nodige aanpassingen al zijn doorgevoerd. Dat kan vanaf de Opdrachtprompt. Tik op de Opdrachtprompt het commando nslookup in en bevestig met Enter. Je ziet iets verschijnen als:

Default Server: <hostnaam server> Address: <ip-adres>

Tik achter de >-prompt het commando set type=mx in en bevestig opnieuw met Enter. Op de volgende regel tik je je domeinnaam in, bijvoorbeeld mijnnaam.nl. Na een druk op Enter verschijnt de hostnaam van de mailserver (mail exchanger). Als het goed is, is dit de mailserver van je (nieuwe) provider. Desnoods zoek je op internet nog even naar mailservers <providernaam> om de juiste hostnaam te achterhalen.

Via een ‘nameserver-lookup’ achterhaal je ook de mail exchanger van je domeinnaam.

Melding

We gaan ervan uit dat je nieuwe e-mailadres met je eigen domein inmiddels helemaal functioneel is en dat wil je natuurlijk aan alle vrienden en kennissen laten weten. Je kunt eventueel meteen ook suggereren om je oude e-mailadres uit de autocomplete-lijst van hun e-mailprogramma weg te halen. In Outlook bijvoorbeeld kan dit door bij het opstellen van een bericht de eerste letters van een e-mailadres in te tikken en zodra het (oude) adres opduikt, op het kruisje te klikken.

Je laat je inactieve adres(sen) het best uit de mailclient verwijderen.

Doorstuuradres

Het is geen goed idee om meteen je oude gratis mailaccount te deactiveren. Je doet er beter aan de mail een tijdlang te laten doorsturen. Dus alle e-mail die voortaan op je oude adres(sen) worden afgeleverd, verschijnen daarmee automatisch op je nieuwe adres. Zo hoef je niet telkens ook je oude account te raadplegen. Je vindt hiervoor vast de nodige instructies bij je oude mailprovider. We tonen hier hoe je dit in Gmail regelt.

Meld je aan bij Gmail en kies Instellingen / Alle instellingen bekijken. Ga naar het tabblad Doorsturen en POP/IMAP en druk op de knop Een doorstuuradres toevoegen. Tik je nieuwe e-mailadres in en bevestig met Volgende en Doorgaan. Even later ontvang je een bevestigingsbericht op dat adres. Klik op de link in dit bericht en druk op de knop Bevestigen. Ververs de Gmail-pagina en open opnieuw Doorsturen en POP/IMAP. Activeer Een kopie van een inkomend bericht doorsturen aan <e-mailadres> en kies de gewenste optie, zoals kopie van Gmail behouden in inbox of Gmail-kopie verwijderen. Klik op de link een filter te maken als je alleen specifieke berichten wilt laten doorsturen (mail van vervelende verzenders laat je misschien liever achter in Gmail). Bevestig met Wijzigingen opslaan.

Wil je een kopie bewaren van de doorgestuurde Gmail-berichten?

Oude mail verhuizen

Wellicht zitten er zich nog best veel berichten in je oude postvak die je liever niet kwijtraakt en die je eigenlijk ook in je nieuwe postvak wilt opnemen. Hoe dit je aanpakt, hangt onder meer af van het mailprotocol dat je bij je gratis mailprovider hebt gebruikt. Gaat het om IMAP, dan hoef je enkel zowel je oude als je nieuwe account in een e-mailclient als Outlook of Thunderbird in te stellen en alle gewenste mail van je oude naar je nieuwe mailmappen te slepen. Via bijvoorbeeld www.kwikr.nl/checkgmail lees je hoe je dit doet in Outlook voor Gmail IMAP-mail.

Gaat het om POP3-mail, dan kun je de gewenste berichten van je oude provider via je mailprogramma downloaden naar je pc en die vervolgens ook naar de mailmappen van je nieuwe provider kopiëren. Hoe je dit regelt voor Gmail lees je bijvoorbeeld via www.kwikr.nl/popgmail.

Als je ook dit klusje hebt geklaard, dan is je nieuwe e-mailaccount met je eigen domeinnaam helemaal klaar voor gebruik.

Je kunt je oude berichten (via IMAP of POP3) naar mailmappen in je nieuwe account kopiëren.

Verschillende providers

Heb je de domeinregistratie en je e-mailaccount in één keer bij dezelfde provider geregeld, dan ben je dus snel klaar. Maar wat als je om een of andere reden je domein bij een afzonderlijke registrar hebt geregistreerd (zie de paragraaf ‘Domeinregistratie’) en je wilt nu toch een andere e-mailprovider? Of, zoals ondergetekende onlangs overkwam, het bedrijf waar je je domein hebt geregistreerd, biedt niet langer (gratis) e-mailaccounts met een eigen domeinnaam aan.

In dit geval zit er weinig anders op dan de instellingen bij dat domeinregistratiebedrijf zo te veranderen dat alle e-mail naar jouw domein (zoals @mijnbedrijf.nl) voortaan door de mailservers van een andere e-mailprovider wordt geregeld.

Hoe je dit precies aanpakt, hangt van de registrar af, maar deze aanpassing vereist in elk geval een technische ingreep. Je moet namelijk de MX-records (Mail eXchanger) in de DNS-configuratie bij je registrar naar de mailservers van je nieuwe e-mailprovider laten verwijzen. 

Met dergelijke DNS-informatie kan je provider de nodige aanpassingen in de MX-records doorvoeren (in dit voorbeeld: e-mailprovider Fastmail).

DNS en MX-records

Voor deze aanpassing heb je twee zaken nodig: de juiste MX-records en toegang tot de DNS-configuratie waar je deze wijzigingen kunt doorvoeren.

Laten we beginnen met de MX-records. Deze kun je doorgaans vinden bij je e-mailprovider, maar desnoods zoek je op internet naar iets als mx records <provider-naam>.

Gewapend met deze informatie log je vervolgens in bij je domeinregistrar en ga je in de online beheermodule, vaak een zogeheten cPanel (control panel), op zoek naar iets als domeinbeheer of DNS Setup, waar je de juiste aanpassingen doorvoert. Je moet wel zeker van je zaak zijn. De kans is groot dat een internetzoekmachine je ook hier van dienst kan zijn: zoek bijvoorbeeld naar change mx records <providername>. Bij Strato bijvoorbeeld leverde dit een webpagina met de nodige instructies op, bereikbaar via www.kwikr.nl/stratmx.

Sommige registrars staan niet toe dat eindgebruikers deze aanpassingen zelf online doorvoeren. In dit geval dien je een (online) aanvraagformulier in te vullen met de nodige informatie, zodat de registrar zelf de gewenste aanpassingen kan doorvoeren.

Houd er wel rekening mee dat het een aantal uren kan duren voordat deze wijzigingen overal zijn doorgesijpeld en alle berichten hun weg vinden naar je nieuwe e-mailadres.

Zo kan een online DNS-beheermodule bij een provider eruit zien (hier: Strato).

 

▼ Volgende artikel
Hoe werkt een Quooker eigenlijk?
© Quooker
Huis

Hoe werkt een Quooker eigenlijk?

Een Quooker lijkt op het eerste gezicht een gewone kraan, maar wie zo'n systeem eenmaal in huis heeft, wil vaak niet meer zonder. Met één draai of druk komt er direct kokend water uit de kraan. Ideaal voor thee, koken of schoonmaken. Maar hoe werkt zo'n Quooker eigenlijk precies? En wat gebeurt er allemaal onder het aanrecht? In dit artikel lees je er alles over.

Wat is een Quooker?

De naam Quooker is een samentrekking van 'quick cooker' – een snelle manier om kokend water te krijgen. In de basis bestaat het systeem uit twee onderdelen: een speciale kraan op het aanrecht en een reservoir dat onder het aanrecht wordt geplaatst. Sommige modellen leveren naast kokend water ook warm, koud, bruisend of gekoeld water.

Hoewel Quooker een merknaam is, wordt de term vaak gebruikt als soortnaam voor kokendwaterkranen. Toch is het een gepatenteerd systeem dat op een andere manier werkt dan veel van de goedkopere alternatieven.

Het hart van het systeem: het reservoir

Onder het aanrecht bevindt zich het reservoir, dat meestal in een keukenkastje wordt geplaatst. Hierin wordt een voorraad water continu op 110°C gehouden onder druk. Omdat het reservoir is geïsoleerd, blijft de warmte behouden zonder dat er voortdurend veel energie nodig is. Je kunt het vergelijken met een thermosfles, maar dan geavanceerder en onder druk.

Doordat het water boven het kookpunt zit en onder druk wordt bewaard, kookt het pas als het uit de kraan komt. Dat voorkomt borrelend water in het reservoir zelf en maakt het systeem veiliger. Pas zodra je de kraan opent, ontsnapt de druk en wordt het water omgezet in 'echt' kokend water (100 °C).

Zo komt het water uit de kraan

De kraan op het aanrecht is speciaal ontworpen om kokend water veilig te kunnen doseren. Afhankelijk van het model moet je een draai-, druk- of duwbeweging maken, vaak met een extra beveiliging zoals een dubbele druk- en draaibeweging om per ongeluk gebruik te voorkomen. Zodra je de kraan opent, stroomt er direct kokend water uit.

Bij modellen met meerdere functies, zoals de Fusion of Flex, komt koud, warm en kokend water allemaal uit één kraan. Bij een Nordic-model zijn er aparte kranen: één voor gewoon water en één voor kokend water.

©Quooker

Veiligheid voorop

Veiligheid is een belangrijk aandachtspunt bij kokendwaterkranen. De Quooker-kraan heeft een vernevelde straal, waardoor de kans op ernstige brandwonden klein is. De buitenkant van de kraan wordt bovendien niet heet, ook niet bij veelvuldig gebruik. Daarnaast is de kraan vast gemonteerd; hij kan dus niet omvallen. En omdat het water constant op 110°C  gehouden wordt, is er ook geen kans op legionella. Tot slot zorgt de bediening (drukken en draaien) ervoor dat de kans dat iemand per ongeluk kokend water aftapt, klein is. En waar we 'iemand' zeggen, bedoelen we natuurlijk ook kinderen! Ook zie je aan de gekleurde ring of je met kokend water te maken hebt: rood = heet!

©Quooker | Inga Powilleit

Energieverbruik en efficiëntie

Op het eerste gezicht lijkt het energieverslindend om continu water op 110°C te houden. Maar door de goede isolatie verbruikt het reservoir verrassend weinig stroom: gemiddeld zo'n 10 watt in stand-by. Daarmee is het systeem zuiniger dan het meerdere keren per dag aanzetten van een waterkoker, zeker in huishoudens waar veel gebruik wordt gemaakt van heet water. Ter vergelijking: een Quooker verbruikt in 170 minuten stand-by ongeveer evenveel energie als een waterkoker in 1 minuut. Het totale jaarverbruik ligt op ongeveer 511 kWh voor een gemiddeld gezin; naast het verbruik in stand-by moet je natuurlijk ook rekening houden met de stroom die nodig is om steeds nieuw water op te warmen.

Bij sommige modellen kun je een Quooker ook combineren met een zogenaamde COMBI of COMBI+ boiler. Daarmee levert het systeem niet alleen kokend water, maar ook direct warm water voor bijvoorbeeld de keukenkraan. Dat voorkomt wachttijd en verspilling van water terwijl je wacht op warm water uit de cv-ketel.

Ook bruisend en gekoeld water

Wil je naast kokend water ook gekoeld en/of bruisend water uit de kraan, dan kun je het systeem uitbreiden met de Quooker CUBE. Dit is een aparte koelunit die naast het reservoir wordt geplaatst. Hierin zit ook een CO₂-cilinder waarmee je zelf bruiswater kunt tappen. De CUBE koelt het water tot ongeveer 5°C.

Samenvattend

Een Quooker werkt op basis van een drukreservoir waarin water op 110°C wordt gehouden. Zodra je de kraan opent, ontsnapt de druk en krijg je direct kokend water. Dankzij goede isolatie is het energieverbruik laag. De bediening is kindveilig en de straal is verneveld om brandwonden te voorkomen. Met extra opties zoals de COMBI-boiler of de CUBE-unit kun je het systeem uitbreiden voor warm, gekoeld en bruisend water. Je hebt dus veel mogelijkheden; laat je daarom goed voorlichten in de winkel waar je een Quooker wilt kopen.

▼ Volgende artikel
Dead internet theory: is het internet nog van ons?
© flying_hams
Huis

Dead internet theory: is het internet nog van ons?

Misschien heb je het al gemerkt: je komt online steeds meer posts en reacties tegen die door kunstmatige intelligentie zijn gemaakt. Het aantal bots dat zich voordoet als gewone internetgebruikers lijkt verder toe te nemen. Stevenen we af op een internet dat, zonder dat we het doorhebben, wordt gedomineerd door AI-gegenereerde content?

In dit artikel laten we zien hoe je als internetgebruiker om kunt gaan met de toenemende stroom aan AI-gegenereerde content:

  • Ontdek wat de Dead Internet Theory inhoudt
  • Begrijp hoe AI-bots worden ingezet voor misleiding, manipulatie en catfishing
  • Bekijk welke oplossingen worden voorgesteld (en waarom ze nog niet volstaan)
  • Weet dat kritisch internetgebruik belangrijker is dan ooit

Lees ook: AI of echt? Zo zie je het!

Met de opkomst van generatieve AI werd het eind 2022 ineens veel makkelijker om een bot teksten en afbeeldingen te laten creëren alsof ze door een mens zijn gemaakt. Vooral nu we een paar jaar verder zijn en AI-modellen alsmaar beter lijken te worden, wordt het ook lastiger om te weten of een onlinefoto of -post door een mens of door een bot is gemaakt. Steeds meer internetgebruikers vrezen dat we op een punt komen dat er zó veel realistische AI-content online wordt geslingerd, dat posts, reacties, foto’s en video’s van menselijke gebruikers worden ondergesneeuwd door die van bots. Als dat scenario werkelijkheid wordt, is het internet dan nog wel bruikbaar?

Niet te bewijzen

Over de angst voor zo’n doemscenario wordt al lange tijd gediscussieerd, maar pas sinds kort begint dit idee populair te worden. Dat komt voornamelijk door de ‘Dead Internet Theory’. Die werd in 2021 bedacht door een internetforumgebruiker en stelt dat het internet al sinds 2016 hoofdzakelijk uit bots bestaat. “Deze theorie werd al snel een meme die zich over het hele internet verspreidde”, zegt Danny Lämmerhirt. Hij staat aan het hoofd van het Future Internet Lab van onderzoeksinstantie Waag Futurelab, dat zich bezighoudt met de toekomstige ontwikkeling van het internet.

Volgens hem is het dan ook geen wetenschappelijke theorie, aangezien de claim niet is te bewijzen. Dat beaamt Maarten Sukel, AI-ontwikkelaar en schrijver van het boek De AI-revolutie. “Het is erg lastig meetbaar, omdat de AI-modellen zo goed zijn geworden.” Toch vindt hij de theorie niet per se vergezocht. “Als je de logica volgt dat je een beperkt aantal mensen hebt op de wereld, maar in theorie een onbeperkt aantal bots online kunt loslaten, is de kans groot dat er op een gegeven moment zoveel bots zijn dat ze voornamelijk nog met elkaar praten.”

Wantrouw de babypauw

Er zijn in ieder geval aanwijzingen dat de AI-content toeneemt. Zo toont een onderzoek van Harvard aan dat de hoeveelheid kunstmatige media en hun zichtbaarheid op X in 2023 duidelijk is gegroeid. Daarnaast heeft Meta onlangs aangekondigd dat het vanaf 2025 meer AI-gegenereerde content op Facebook en Instagram wil plaatsen. Dit gebeurt onder meer door zelf een lading AI-profielen op de sociale media los te laten die met echte gebruikers moeten communiceren. De techreus hoopt dat zijn platformen daardoor ‘vermakelijker en aantrekkelijker’ worden, zodat mensen langer actief blijven op de sociale media.

Een door Meta gemaakt AI-account op Instagram.

Ook als je geen sociale media gebruikt, is de toename van online AI-content merkbaar. Zoek op Google Afbeeldingen maar eens naar ‘Baby Peacock’. Een groot deel van de foto’s die je daar ziet, is AI-gegenereerd. “Dat komt doordat de echte babypauw nogal lelijk is”, legt Sukel uit. “Er worden daardoor amper foto’s van gemaakt en dus zijn plaatjes van een babypauw vaak nep.” Dit is nu nog een uitzonderingsgeval, maar geeft wel aan dat AI al vrijwel overal op het internet zijn sporen nalaat.

©Abdallah - stock.adobe.com

Deze babypauw is net zo schattig als dat hij nep is.

Beeld: Abdallah, stock.adobe.com.

Makkelijker catfishen

De toename van AI-gegenereerde content is volgens Lämmerhirt op zichzelf geen reden voor zorg. “Als je voor de lol een dom AI-plaatje online deelt, kan het heel onschuldig zijn. Het wordt pas een probleem als het misleidend wordt.” AI-bots worden daar volgens de deskundigen regelmatig voor ingezet, bijvoorbeeld op datingplatforms. Een gesprekspartner kan zomaar een bot zijn die je probeert op te lichten. “Die vraagt dan bijvoorbeeld met een of andere smoes of je geld kunt opsturen. Dat is wel heel kwalijk en iets waar je goed op moet letten.”

Bots op datingapps zijn geen nieuwe ontwikkeling, maar volgens de AI-ontwikkelaar wordt het probleem wel verergerd door generatieve AI. “Voorheen werden nepprofielen nog gemaakt op basis van echte foto’s. Als je toentertijd werd gecatfisht, kon je altijd nog opzoeken of de profielfoto ergens online te vinden was en op die manier achterhalen dat je met een oplichter aan het praten was. Inmiddels kan dat niet meer, omdat je gezichten gewoon kunt genereren.”

Wordt AI-content steeds beter?

Generatieve AI is de laatste jaren met sprongen vooruitgegaan. AI-bedrijven tuimelen over elkaar heen om nóg betere AI-modellen te introduceren. Het is nu al niet eenvoudig om AI-content te herkennen. Als deze vooruitgang zich voortzet, dan is dat over een aantal jaar vrijwel helemaal onmogelijk.

Het is alleen nog helemaal niet zeker óf AI steeds maar beter blijft worden. “De kwaliteit van generatieve content neemt mogelijk op een gegeven moment zelfs af”, legt Danny Lämmerhirt uit. “Veel van de trainingsdata van AI komt van onlinecommunity’s. Om AI in de toekomst verder te trainen heb je ook meer trainingsdata nodig. Mogelijk worden bots nu dus getraind op kunstmatige content, waar veel data van lage kwaliteit tussen zit.” Dan krijg je te maken met het ‘garbage-in-garbage-out’-principe. Dat zou kunnen betekenen dat chatbots nóg vaker onjuiste informatie gaan verspreiden.

Kaas vastlijmen

Ook kunnen AI-bots worden gebruikt om politieke meningen van gebruikers te beïnvloeden, weet Robin Effing, AI- en socialmediadeskundige bij de Universiteit van Twente. “Veel partijen, waaronder regimes, hebben er belang bij om online discussies te verstoren. Eerder werden daar mensen uit landen als India voor betaald. Zij werden achter de computer gezet, maar het wordt steeds makkelijker om dat soort werk aan chatbots over te laten.” Zo bleek onlangs dat Rusland duizenden bots op sociale media als TikTok had losgelaten om de Roemeense verkiezingen te beïnvloeden.

Bots verspreiden overigens niet alleen schadelijke desinformatie in opdracht van kwaadwillenden. AI heeft van zichzelf al de neiging om onjuiste informatie te genereren. Lämmerhirt noemt als voorbeeld een incident waarbij Googles AI-zoekmachine een opvallend antwoord gaf op de vraag: ‘Hoe zorg je ervoor dat kaas niet van je pizza afvalt?’ Het advies? De kaas met lijm aan de pizzabodem vastplakken.

Waar dit antwoord vandaan kwam? Iemand plaatste dit advies als grap op een forum, waarna de bot het klakkeloos als serieuze tip overnam. “Dat is wel illustratief van wat er kan gebeuren als je AI ongecontroleerd zijn gang laat gaan.”

Kaas aan pizza vastlijmen? Prima idee, volgens Google.

Minder moderatie

Om de toestroom van AI-desinformatie in de kiem te smoren zijn er volgens de experts verschillende opties, al is geen van allen echt ideaal. AI-modellen kunnen bijvoorbeeld AI-content gaan voorzien van een onzichtbaar watermerk, zodat herkenningssoftware meteen ziet of een post van ChatGPT vandaan komt of een foto nep is. Het is alleen moeilijk om alle AI-modellen – waar er duizenden van zijn – te dwingen om watermerken te gaan gebruiken. “Momenteel is er ook geen trend dat dit uit eigen beweging gedaan wordt”, vertelt Lämmerhirt. Daarnaast kunnen zulke watermerken momenteel nog eenvoudig worden omzeild. Effing: “Er zijn veel maskeringstechnieken om AI-content te verbergen. ChatGPT-teksten kun je bijvoorbeeld in een algoritme gooien dat bepaalde tekens verwisselt, zoals de hoofdletter i met de kleine l. Mensen zullen het verschil niet zien, maar detectiesoftware kun je zo om de tuin leiden.”

Volgens Lämmerhirt is strengere moderatie een betere optie. Techplatformen moeten dan zelf actief (AI-gegenereerde) desinformatie opsporen en verwijderen, misschien ook wel met behulp van AI-systemen. “We zien alleen dat X en sinds kort ook Meta steeds minder modereren”, vervolgt de Waag-onderzoeker. In plaats daarvan willen ze leunen op een systeem waarbij gebruikers zelf misleidende content van een ‘fact check-label’ kunnen voorzien. “Dat is een slechte aanpak, want dat laat zien dat deze bedrijven zelf geen keuzes meer willen maken en hun rol van platformbeheerder niet serieus nemen.”

AI-detectiesoftware is nog verre van betrouwbaar. De tekst in deze afbeelding is volledig door AI geschreven, maar de software denkt daar anders over.

China-model

Nog een andere oplossing zou zijn om gebruikers zich te laten verifiëren voordat ze een account aan mogen maken, om te voorkomen dat ze meerdere ‘sock puppet-profielen’ kunnen beheren. Op sommige platformen, zoals chatdienst Signal, gebeurt dat al met een telefoonnummercontrole. Dat is volgens Sukel een redelijk betrouwbare manier om te controleren of je gebruikers echt zijn, maar waterdicht is het niet. Je kunt namelijk ook een prepaid simkaart kopen en daar een bot aan koppelen. Een zogeheten China-model is volgens Effing een grondigere methode. “Dan moet je bijvoorbeeld naar het gemeentehuis met je paspoort voordat je een account krijgt. Dan ben je van heel veel problemen af. Alleen dat leidt tot massasurveillance en dat is ook niet gewenst.”

Op Signal moet je je telefoonnummer verifiëren voordat je een account krijgt.

Is generatieve AI alleen maar slecht?

“Van alle vormen van kunstmatige intelligentie kleven aan generatieve AI misschien wel de meeste negatieve aspecten”, stelt Maarten Sukel. Hoewel deze vorm van AI volgens hem niet bevorderlijk is voor de kwaliteit van content op het internet, zijn er op andere gebieden wel nuttige toepassingen te bedenken. “Zo zijn er nu slimme brillen met een ingebouwde AI die kan omschrijven wat er te zien is. Bijvoorbeeld: er staan mensen voor je, de een heeft een groene trui aan, het ziet er gezellig uit. Dat helpt blinde mensen enorm.”

Ook voor entertainmentdoeleinden kan generatieve AI veel lol bieden, al zit daar volgens Sukel ook een addertje onder het gras. “Bij generatieve AI moet je er altijd rekening mee houden dat hoe meer data je genereert, hoe meer energie het kost. Een tekstje valt nog mee, een plaatje genereren is al wat energie-intensiever. Maar bijvoorbeeld een video maken is een van de meest energieverslindende dingen die je met AI kunt doen.” Een gepersonaliseerde Netflix-film genereren klinkt dus misschien best aantrekkelijk, maar is niet de milieuvriendelijkste keus.

Voor blinden heeft generatieve AI wellicht het meeste bestaansrecht (beeld: Kaspars Grinvalds, stock.adobe.com).

Blijf op je hoede

Kortom, een écht goede methode om schadelijke AI-content en -bots te weren is er nog niet. Nóg niet inderdaad, want de deskundigen hebben er vertrouwen in dat de huidige uitdagingen met AI op te lossen zijn. Zo denkt Sukel dat onderzoekers vroeg of laat een manier verzinnen om AI-gegenereerde desinformatie betrouwbaar weg te filteren. “In het verleden is dat ook altijd gelukt, bijvoorbeeld met e-mail”, zegt de AI-ontwikkelaar. “Daar werd steeds meer spam verstuurd, maar toen kwamen er robuuste spamfilters en is dat probleem in zekere zin opgelost.”

Spamfilters voor e-mails doen hun werk goed; krijgen we in de toekomst iets soortgelijks voor AI-content?

Tot het zover is, moeten we ermee leven dat we het internet delen met veelal onzichtbare en onbetrouwbare bots. Effing raadt daarom aan om altijd goed op je hoede te blijven. “Ik denk dat het heel gezond is om je bij elke reactie op internet als eerste af te vragen: hoe groot is de kans dat dit door een reguliere burger geschreven is? Je kunt er momenteel van uitgaan dat de meerderheid van de user-generated content online niet door gewone mensen is geschreven, maar ofwel door ingehuurde mensen of door een bot.”

Volgens Sukel moet je vooral bij gebruikersrecensies goed op je tellen passen. “Het is natuurlijk heel makkelijk om tegen een AI-bot te zeggen: schrijf 500.000 negatieve recensies over mijn concurrent en evenveel positieve over mijn eigen toko. Je kunt niet meer blind vertrouwen op platformen als Tripadvisor.”

Lämmerhirt ziet dat gebruikers langzamerhand beter worden in het herkennen van bots. “Er zijn onderzoeken die aantonen dat mensen hun onlinegedrag aanpassen. Ze ontwikkelen strategieën om nepaccounts te identificeren en vermijden deze accounts vervolgens. Hier valt nog wel veel winst te behalen. Ik denk dus dat het belangrijk is dat we ervoor zorgen dat mensen nog kritischer worden op de oorsprong van online content.”

“Als je op een platform zit met veel AI-onzin waar je niet blij van wordt, ga dan lekker weg”, adviseert Sukel tot slot. “Jij bent het product. Als er genoeg mensen weggaan, wordt dat platform gedwongen om zich te verbeteren. Je hoeft het niet zomaar te accepteren.”

Gebruikersrecensies op Tripadvisor: zijn ze nog te vertrouwen?