ID.nl logo
Zo bouw je een eigen website in WordPress
© PXimport
Huis

Zo bouw je een eigen website in WordPress

Je kunt op allerlei mogelijke manieren een website bouwen, met het gratis platform WordPress is dit het eenvoudigst. Voordat je aan de slag kunt met het content management systeem moet je wel even een domeinnaam reserveren en een goede hostingprovider zoeken.

Tip 01: Keuze hostingprovider

Een website begint met een hostingprovider. Je hebt serverruimte nodig waar je je website plaatst en een bedrijf moet de koppeling tussen je domeinnaam en je website maken. Dit is wat een hostingprovider allemaal voor je regelt. Naast dat je een bedrijf moet zoeken dat dit goed en voordelig aanbiedt, is het aan te raden om een hostingprovider te kiezen met een snelle en goede support. Het is namelijk zo dat websites af en toe niet goed functioneren, dat er bij updates iets fout kan gaan of dat je op andere gebieden hulp nodig hebt. Als je een webwinkel of andere commerciële website hebt, dan kost elke minuut downtime geld en daarom doe je er verstandig aan om je goed te informeren naar de ondersteuningsmogelijkheden van een provider. Gebruik een website als www.hostingwijzer.nl of www.hostingvergelijker.nl om te kijken wat anderen van bepaalde hostingproviders vinden.

©PXimport

Een bedrijf moet de koppeling tussen je domeinnaam en je website maken

-

Tip 02: Domeinnaam

Bij het afsluiten van een contract heb je te maken met twee dingen: de webruimte en de domeinnaam. In veel gevallen koop je de twee dingen samen, maar het is bij vrijwel alle bedrijven mogelijk om deze twee dingen los te bestellen. Zo kun je je domein vastleggen bij de ene provider en de hosting afnemen bij een andere provider. Een domeinnaam is puur het webadres van je website, bijvoorbeeld tipsentrucs.nl. Domeinnamen kun je verhuizen van de ene naar de andere provider. Als je ontevreden bent met je huidige provider, maar wel je url wilt behouden, dan moet je bij je huidige provider een verhuiscode aanvragen. Een domeinnaam betaal je vaak per jaar. De kosten bedragen meestal zo’n 10 tot 20 euro voor een .com- of .nl-adres, maar ‘speciale’ toplevel-domeinextensies zoals .auto, .cars of .makeup zijn vaak veel duurder.

©PXimport

Tip 03: Webruimte

Als je een goede provider hebt gevonden, dan is het tijd om uit te zoeken welk hostingpakket bij je past. Bij de meeste providers is de service en snelheid van hun pakketten identiek, maar zit het verschil in de webruimte die je tot je beschikking hebt. Een klein blog heeft vrijwel nooit meer nodig dan één of twee gigabyte, maar als je video’s en andere grote bestanden op de webruimte wilt opslaan, dan heb je uiteraard meer nodig. Heb je meer dan vijf mailadressen nodig, dan kan het ook zijn dat een basispakket niet voldoende is. Met een premiumpakket heb je vaak de mogelijkheid om meerdere subdomeinen aan te maken. Over het algemeen worden de serverruimte-prijzen per maand aangegeven, maar betaal je per jaar of per meerdere jaren. Kijk even goed hoe lang je aan een contract vast zit.

©PXimport

Doorgaans worden domeinprijzen per jaar en hostingprijzen per maand aangegeven

-

Tip 04: Cms-ondersteuning

Een ander belangrijk punt betreft de opties die een hostingprovider je biedt. In de meeste gevallen gebruik je een cms (content management systeem), om je website te bouwen. Bekende voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld WordPress, Joomla en Drupal. Met de eerste gaan we verderop in dit artikel aan de slag. Het is handig als een provider ondersteuning biedt voor bijvoorbeeld WordPress. Sommige providers kunnen met één klik een cms op je site installeren. Vaak heb je op deze manier ook handige opties om gemakkelijk een reservekopie van je site te maken.

©PXimport

Tip 05: Ssl

Let op dat een pakket ondersteuning biedt voor ssl (secure sockets layer). Dit is een encryptieprotocol voor websites. Je herkent een ssl-website aan het bekende groene slotje in de adresbalk van je browser en aan het feit dat het webadres met https begint. De EU verwacht van iedereen met een website dat hij of zij zich aan de wet van de bescherming van persoonsgegevens houdt en een ssl-certificaat is een belangrijke stap om een veilige website aan te bieden. Vrijwel alle providers bieden tegenwoordig standaard een ssl-certificaat aan als je een contract afsluit. Een ssl-certificaat wordt door sommige providers ook als losse optie aangeboden, meestal kost dit 10 tot 15 euro per jaar.

©PXimport

Tip 06: WP installeren

Als je een provider met één-klik-installatie hebt gekozen, dan kun je na het aanmelden bij je provider heel simpel WordPress (of kortweg WP) installeren. Hoe dit precies werkt, verschilt per provider. Biedt je provider geen simpele installatie, dan moet je het zelf doen. Dat is geen probleem als je de juiste stappen volgt. Je hebt allereerst toegang nodig tot je webruimte via ftp (file transfer protocol). Met een ftp-programma als FileZilla kun je de WordPress-bestanden vanaf je computer naar de webruimte kopiëren.

Alle data zoals blogberichten, pagina’s en site-instellingen worden in een database opgeslagen. Deze database is meestal van het type MySQL of MariaDB (een MySQL-variant). Die database moet je creëren vóórdat je WordPress installeert. Hoe dit werkt verschilt per provider, maar je provider heeft waarschijnlijk goede documentatie over hoe je dit moet doen. Voor de installatie van WordPress moet je in elk geval beschikken over de naam van de database, de naam van de databasegebruiker en het wachtwoord van de databasegebruiker. Deze gegevens moet je namelijk in een bestandje invullen en via ftp uploaden naar je webruimte.

Providers gebruiken vaak beheersystemen zoals Plesk waarmee je zelf databases kunt creëren en bewerken, e-mailadressen kunt aanmaken en back-ups van je website kunt maken. Plesk is gebruiksvriendelijk en ziet er gelikt uit. Bij goedkope hostingproviders wordt echter meestal geen Plesk aangeboden, maar vind je doorgaans cPanel, DirectAdmin of een eigen systeem.

©PXimport

Met beheersystemen als Plesk kun je voor een groot deel zelf je hostingaccount beheren

-

Tip 07: Config.php wijzigen

Het bestandje waar je de data in moet vullen, heet config.php. Hoe dit precies in zijn werk gaat, lees je hier. Je vindt het bestand in het zip-bestand met alle WordPress-installatiebestanden, dat je hier kunt downloaden. Het is heel belangrijk dat je het php-bestand opent en bewerkt met een tekstverwerker die geen opmaak aan het bestand toevoegt. Gebruik dus geen Microsoft Word, maar open het bestand met Kladblok. Sla het bestand weer op als php-bestand en upload de complete WordPress-map inclusief het bewerkte php-bestand naar je webruimte via je ftp-programma.

©PXimport

Tip 08: Script uitvoeren

Als je alle bestanden via je ftp-programma naar je webruimte hebt geüpload, dan is het tijd om het installatiescript van WordPress uit te voeren. Nadat je alle bestanden uit het WordPress-zipbestand naar de root van je webruimte hebt gesleept, ga je in je browser naar www.domeinnaam.nl/wp-admin/install (waarbij je in plaats van “domeinnaam.nl” je eigen domeinnaam gebruikt. Als WordPress je config.php-bestand om één of andere reden niet kan vinden, dan heb je hier nog een keer de mogelijkheid om je databasegegevens in te vullen. Je moet nu een gebruikersnaam en een wachtwoord voor WordPress creëren. Standaard is je gebruikersnaam admin, maar we raden je met klem aan om dit te veranderen in iets beters. WordPress-sites zijn namelijk vaak het doelwit van hackaanvallen en ‘admin’ is de eerste gebruikersnaam die een hacker zal proberen. Gebruik ook niet de naam van je website of van jezelf, iets totaal irrelevants met rare karakters heeft de voorkeur. Je wachtwoord moet ook sterk zijn, gebruik bijvoorbeeld een wachtwoordgenerator. WordPress geeft aan of een wachtwoord sterk is door een groene balk met het woord Strong onder het veld weer te geven. Achter Sitetitel kun je de naam van je website aangeven, maar dit kun je ook later vanuit WordPress veranderen. Achter Je e-mailadres geef je je e-mailadres aan, het is slim om een vinkje te zetten voor Blokkeer zoekmachines om deze site te indexeren. Je kunt dit later wijzigen als je site helemaal klaar is. Klik op WordPress installeren om door te gaan. De installatie zal een paar minuten duren. Hierna log je in op WordPress met je gebruikersnaam en wachtwoord.

©PXimport

Als WordPress je config.php-bestand niet kan vinden, dan kun je nog een keer je gegevens invullen

-

Tip 09: Wegwijs in WP

Je wordt verwelkomd door het WP Dashboard. Gefeliciteerd, je hebt alle installatiestappen doorlopen! Bovenin zie je of er updates voor WordPress beschikbaar zijn of dat er andere updates voor jouw thema’s (de WordPress-term voor templates) of plug-ins klaar staan om geïnstalleerd te worden. Aan de linkerkant vind je alle menu-opties. Hier kun je pagina’s toevoegen, (blog)berichten schrijven of de vormgeving van je site veranderen. De vormgeving van een site verander je het beste door middel van een thema (in het Engels ‘theme’), hier gaan we op de volgende pagina’s uitgebreid op in. Voordat je een thema installeert, is het slim om even een paar instellingen te wijzigen. Ga naar Instellingen en klik op Algemeen. Hier kun je de taal van WordPress wijzigen evenals de Datumnotatie en Tijdnotatie. Als je site helemaal klaar is en geïndexeerd mag worden door Google en Bing, dan vind je deze optie bij Instellingen / Lezen / Zoekmachine zichtbaarheid.

©PXimport

Tip 10: Gratis of betaald?

Laten we direct maar antwoord geven op de meest gestelde vraag als het gaat om WordPress-thema’s: zijn betaalde thema’s beter dan gratis thema’s? We kunnen daar vol overtuiging ‘nee’ op antwoorden. In onze zoektochten naar mooie thema’s voor WordPress hebben we zowel tussen de gratis als betaalde thema’s heuse juweeltjes gezien. Wel moet je beseffen dat iemand die gratis thema’s aanbiedt, waarschijnlijk niet heel veel tijd en energie kan steken in het bieden van ondersteuning (al is zelfs dat niet eens voor iedereen waar). Dit betekent dat je soms heel lang moet wachten op antwoord wanneer er een probleem is, en je in sommige gevallen zelfs helemaal nooit antwoord krijgt. In dat geval kan kiezen voor een betaald thema een enorm voordeel bieden, ook omdat de kans dan groter is dat het thema regelmatig wordt bijgewerkt om te voldoen aan de laatste versie van WordPress.

©PXimport

Soms conflicteert een geïnstalleerde plug-in met het thema dat je hebt uitgekozen

-

Tip 11: Ondersteuning

In een ideale wereld kies je het thema uit dat je mooi vindt, installeer je dat in WordPress en draait alles als een zonnetje. In de werkelijkheid loopt dat soms iets anders. Het is allemaal al een stuk beter dan vroeger, maar aangezien elke site uniek is, kan het zijn dat jij een plug-in geïnstalleerd hebt die conflicteert met het thema dat je wilt gebruiken. In dat geval zul je ondersteuning van de maker nodig hebben. Zoals eerder aangegeven is dit bij gratis thema’s niet altijd mogelijk, bij betaalde thema’s is een bepaalde periode van ondersteuning meestal inbegrepen (en vaak hebben zij ook nog een betaalde installatieservice zodat je er zelf geen omkijken naar hebt). Voordat je een thema aanschaft, is het belangrijk om goed te kijken naar de ondersteuning. Kijk wat voor vragen er over het thema is gesteld op de site van de maker of op een verzamelsite (zie tip 16), maar kijk vooral ook hoe en vooral óf er op gereageerd is. Ondersteuningsvragen waarop niet wordt geantwoord, zijn zelden goed nieuws; het betekent dat de maker vooral geïnteresseerd is in het verkopen van het thema (of simpelweg geen tijd heeft om een gratis thema te ondersteunen).

©PXimport

Tip 12: Denk aan morgen

Iedereen die wel eens een WordPress-thema heeft gezocht, kent het gevoel: je gaat voor iets eenvoudigs, maar laat je zo afleiden door het visuele geweld dat je voorbij ziet komen, dat je binnen de kortste keren kiest voor een fenomenaal mooi thema … dat eigenlijk helemaal niet bij jouw site past. Het is een beetje alsof je een nachtwinkeltje hebt met een site die de website van Albert Heijn doet verbleken. Dat is niet alleen zonde, het zorgt vaak ook voor inactieve sites, omdat ze heel veel onderhoud vereisen, en veel meer content vragen dan wat jij te bieden hebt. Bovendien, en daarom is tip 14 zo belangrijk, is het bijhouden vaak ook nog eens vrij ingewikkeld. De oplossing is vrij eenvoudig: schrijf van tevoren op waar je precies een website voor nodig hebt en welke elementen daar in moeten zitten. Houd dit lijstje in je achterhoofd bij het zoeken naar je thema, zo voorkom je dat je straks met een overkill aan gave functies zit, maar nu net die functies mist waarvoor je een thema zocht. En vooral: denk ook na over morgen, baseer je website niet alleen op wat je vandaag nodig hebt.

©PXimport

Kijk bij de recensies niet alleen naar het aantal sterren, maar lees ook de tekst erbij

-

Tip 13: Recensies

Zoals je zometeen in tip 14 kunt lezen is de ellende met thema’s dat ze lang niet altijd makkelijk te beheren zijn en dat is natuurlijk heel frustrerend als het een site is die je met regelmaat moet bijwerken. Precies hierom is het belangrijk om op zoek te gaan naar recensies van gebruikers. Je vindt deze op de site van de makers zelf, maar ook op verzamelsites (zie tip 16) of op algemene recensiesites. Het is belangrijk om deze recensies kritisch te lezen, dat wil zeggen: soms moet je ze met een korreltje zout nemen. Dat werkt twee kanten op: afhankelijk van de website waarop de recensie staat, zou het kunnen zijn dat de fabrikant z’n eigen product aan het ophemelen is (dat valt vaak al snel op door specifiek (te positief) taalgebruik, of door een golf van positieve recensies die ineens volgt op een aantal negatieve. Daarnaast zijn mensen ook heel goed in zeuren als iets hen niet aanstaat, en niet alle recensies zijn dan ook eerlijk. Kijk dus niet alleen naar het aantal sterren, maar lees ook de tekst erbij. Als er staat: “werkt niet” terwijl de plug-in voor de rest alleen maar lovende recensies heeft, lag het waarschijnlijk aan de gebruiker, niet aan de plug-in.

©PXimport

Tip 14: Demo’s

Het belang van deze tip kunnen we niet genoeg benadrukken. Een auto koop je niet blind. Hij mag er mooi uitzien aan de buitenkant, maar je wil er wel even in gereden hebben voordat je er definitief voor kiest. Eigenlijk zijn er maar weinig dingen die je blind zou kopen. Waarom een WordPress-thema dan wel? We raden dat ook sterk af. Vrijwel alle professionele aanbieders bieden je de mogelijkheid om een demo te bekijken van het betreffende thema, zowel aan de frontend (voorkant, het deel dat gebruikers zien) als aan de backend (achterkant, het deel waarmee je de website beheert). Vooral dat laatste is essentieel. Want het kan er aan de voorkant allemaal fantastisch uitzien, als het aan de achterkant allemaal heel onlogisch werkt en het blijkt dat je alsnog de helft met de hand moet configureren (bijvoorbeeld met html en css) dan word je daar niet blij van. Een site die je geen demo’s biedt is niet per definitie een slechte aanbieder, maar het is gewoon niet slim om een thema op je site los te laten zonder dat je weet hoe die je site aan de achterkant beheert.

©PXimport

Vrijwel alle professionele thema-aanbieders bieden je de mogelijkheid om een demo te bekijken

-

Tip 15: Mobiel

Websites bouwen is iets dat je doorgaans nog steeds vanaf je pc doet. De fout die we hierbij vaak maken, is dat we de website helemaal inrichten op wat we op onze eigen pc zien, terwijl statistieken aantonen dat in de meeste leeftijdscategorieën, de smartphone veel vaker wordt gebruikt dan een pc bij het bezoeken van websites. Wanneer je dus op zoek gaat naar een thema, let dan op de term ‘responsive’. Een responsive website is een site die ook op tablets en smartphones uitstekend functioneert en in veel gevallen daar ook nog eens voor geoptimaliseerd. Dat kun je overigens heel eenvoudig controleren door de demo van het thema te bezoeken met je smartphone, aangezien ook de demo dan in een mobiele versie zal worden getoond, waardoor je direct weet waar je aan toe bent. Daarnaast hebben demo’s vaak ook de mogelijkheid om op je desktop te laten zien hoe je site eruit ziet op mobiele apparaten, zodat je in één klap het overzicht hebt voor alle platformen.

©PXimport

Tip 16: Verzamelsites

We hebben je in dit artikel verteld waar je op moet letten bij het kopen/downloaden van een thema voor je WordPress-website, maar de grote vraag is nu natuurlijk: wáár vind je het thema dat je zoekt. Het goede nieuws is dat je het werk zelf niet meer hoeft te verrichten. De eenvoudigste manier is zoeken (in het Engels) op ‘wordpress theme’ in combinatie met het soort site dat je bouwt. Stel dat je een site bouwt voor het restaurant dat je runt, dan zoek je dus op ‘wordpress theme restaurant’. Je vindt daar geheid een thema tussen dat je mooi vindt. Heb je nog geen idee wat je precies zoekt? Google dan op ‘best wordpress themes’ en je zult een reeks verzamelsites vinden die de mooiste thema’s al per categorie voor je op een rij hebben gezet. Een goed voorbeeld van zo’n site is ThemeForest, de grootste en populairste themaverkoopsite van de laatste jaren. Deze site fungeert als een soort makelaar voor thema’s, met een centraal systeem voor recensies, zodat je zeker weet dat de recensies niet door de maker zelf geschreven zijn. En, niet geheel onbelangrijk, een site als ThemeForest beschermt je ook tegen oplichting.

©PXimport

ThemeForest is de populairste en grootste themaverzamelsite

-

Tip 17: Theme clubs

Als je met regelmaat websites bouwt, of je eigen site regelmatig een nieuwe look en feel wilt geven kun je lid worden van een theme club. Dit is een aanbieder die thema’s aanbiedt via een abonnementsmodel. Je betaalt een vast bedrag per jaar of maand en daarvoor mag je ongelimiteerd alle beschikbare thema’s downloaden en gebruiken. Het voordeel van dit soort clubs is dat het belangrijk voor hen is dat mensen lid blijven, dus er wordt veel tijd en energie gestoken in het publiceren van nieuwe thema’s, maar ook in het actueel houden van de wat oudere thema’s. Daarbij zijn er aan dit soort clubs vaak flinke communities gekoppeld, waardoor je voor ondersteuning niet alleen hulp krijgt van de beheerders, maar vooral ook van andere gebruikers en de geboden oplossingen voor hun problemen en vragen. Dat geeft je het gevoel dat je er niet alleen voor staat.

©PXimport

Tip 18: Plug-ins

Om aan je website meer functionaliteit toe te voegen, kun je gebruik maken van plug-ins. Als je een betaald thema hebt geïnstalleerd is de kans groot dat deze een paar plug-ins nodig heeft om goed te kunnen draaien. In dit geval krijg je dan ook een melding in WordPress om deze plug-ins te installeren. Je vindt alle geïnstalleerde plug-ins als je aan de linkerkant op Plugins klikt. Een rood bolletje achter het menu-item betekent dat er updates voor bepaalde plug-ins beschikbaar zijn. Als je een geheel nieuwe plug-in wilt installeren dan kies je links voor Nieuwe plugin. Klik op Plugins zoeken en geef de naam op van een plug-in die je wilt installeren. Of klik op Populairste of Aanbevolen of te kijken of er interessante plug-ins worden aangeboden. Nadat je op Nu installeren hebt geklikt, moet je de plug-in activeren. De knop Nu installeren verandert in Activeren, klik erop en de plug-in draait op je site. Sommige plug-ins hebben eigen configuratieschermen om de plug-in naar jouw voorkeuren in te richten. Je kunt plug-ins overigens ook activeren en deactiveren als je op Plugins klikt en een overzicht van al je geïnstalleerde plug-ins ziet.

©PXimport

We kunnen niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om een back-up te maken

-

Tip 19: Back-ups

Het is erg belangrijk om een backup te maken voordat je een nieuw thema of plug-in installeert. In principe zou alles goed moeten gaan en kun je een thema, wanneer je dit niet mooi vindt, eenvoudig weer verwijderen. Gaat er echter toch iets mis, bijvoorbeeld door onjuiste code of vanwege een ander probleem, dan ga je van een volledig werkende site naar een site die niets anders toont dan een foutcode. Nu is dat uiteindelijk meestal wel weer te fiksen, maar dan ben je uren verder en dat is zonde, aangezien een back-up in een paar minuten volledig teruggezet kan worden. De gratis plug-in UpdraftPlus kan je hierbij helpen. Er is ook een betaalde versie met meer mogelijkheden: UpdraftPlus Premium. Na installatie klik je op Instellingen / UpdraftPlus-backups en kun je bij Instellingen aangeven dat de plug-in de reservekopie opslaat bij een externe dienst zoals Dropbox of Google Drive. Klik op een optie en doorloop de stappen. Je maakt handmatig een reservekopie of stelt in dat UpdraftPlus dit automatisch bijvoorbeeld wekelijks doet. Dit kies je achter Planning bestandenbackup en Planning databasebackup. De back-up van je database is een klein bestand met informatie over je berichten en pagina’s. Je bestandenback-up kan echter erg groot zijn, bijvoorbeeld als je veel afbeeldingen, videobestanden of audiobestanden op je site hebt staan.

©PXimport

Tip 20: Betere beveiliging

Een andere handige plug-in is All In One WP Security. Hiermee scherm je je website af tegen aanvallen en kun je ervoor zorgen dat je site zo goed mogelijk beveiligd is. Als je de plug-in hebt geïnstalleerd, zie je een nieuw menu-item aan de linkerkant: WP Beveiliging. Klik erop en in het dashboard van de plug-in worden een aantal verbeteringssuggesties weergegeven. Je ziet ook hoe goed je site is beveiligd door middel van een veiligheidsmeter. Klik links op Gebruiker login om bijvoorbeeld een vinkje te zetten voor Vink dit aan als u inlogpogingen onmiddellijk wilt blokkeren met gebruikersnamen die niet bestaan op uw systeem. De vertalingen zijn af en toe erg krom, hier moet je even doorheen. Of je zet je gebruikerstaal in het Engels bij Gebruikers / Je profiel / Taal. Dit staat los van de websitetaal en verandert alleen jouw taal, niet die van andere gebruikers en bezoekers.

©PXimport

Tip 21: Contactformulier

Als je een contactformulier op je site wilt hebben, dan kun je eigenlijk niet om de plug-in Contact Form 7 heen. Na installatie vind je het menu-item Contact aan de linkerkant van je scherm. Maak een nieuw contactformulier aan door bovenin op Nieuwe toevoegen te klikken. Als eerste geef je je contactformulier een naam, daarna geef je eronder je gegevens zoals je emailadres en naam op. Dit doe je in de tekst tussen de vierkante haakjes. Als er bijvoorbeeld [email* your-email] staat, dan vul je jouw e-mailadres in op de plek van your-email. Haal de haakjes en de andere teksten niet weg, dit heeft de plug-in nodig om te kunnen functioneren. Klik op Opslaan en je ziet dat je contactformulier een code heeft gekregen, deze code kopieer je en plak je in een pagina om het contactformulier zichtbaar te maken.

©CIDimport

Is Yoast SEO tevreden, dan zie je een groene smiley

-

Tip 22: Verbeter je seo

De laatste plug-in die we je niet willen onthouden, is Yoast SEO. Dit is een plug-in die je helpt bij het verbeteren van je titels, metatags en teksten bij berichten en pagina’s. Alles met het doel om beter gevonden te worden door zoekmachines. Yoast SEO voegt bij elk bericht of elke pagina een aantal functies toe. Zo kun je onder Snippet preview een tekst typen die een perfecte weergave geeft van de inhoud op je pagina. Is Yoast SEO tevreden, dan zie je een groene smiley voor Leesbaarheidsanalyse.

©CIDimport

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!