ID.nl logo
Zo bewerk je eenvoudig al je vakantiefoto's
© Reshift Digital
Huis

Zo bewerk je eenvoudig al je vakantiefoto's

Na de vakantie kom je vast thuis met een geheugenkaart vol mooie foto's. Heerlijk om nog lang na te genieten. Door je foto's op een slimme manier uit te zoeken, te organiseren en te bewerken, heb je in een mum van tijd je fotocollectie op orde en voorkom je dat dit klusje alsmaar blijft liggen.

Tip 01: Photoshop Elements

Terug van vakantie kun je nog lang nagenieten door je vakantiefoto's te bekijken. Voordat het zover is, ligt er eerst nog wat uitzoekwerk op je te wachten. Want met een digitale camera schiet je al snel een flinke hoeveelheid foto's. Daar zitten ongetwijfeld enkele mindere exemplaren tussen, een paar mislukkelingen en foto's die je liever eerst wilt bewerken, omdat ze dan pas echt gaan stralen.

Pas na dit uitzoeken en bewerken, zijn je foto's echt klaar om het daglicht te zien. Een pakket waarmee je foto's zowel kunt uitzoeken (beheren) als bewerken, is Adobe Photoshop Elements 12. Heb je dat programma nog niet in huis, vind je via www.adobe.nl een gratis proefversie die je dertig dagen zonder beperkingen mag gebruiken. Photoshop Elements kost ongeveer honderd euro, al zijn er regelmatig flinke kortingsacties.

©PXimport

Tip 01 Photoshop Elements is een geavanceerde en zeer complete fotobewerker.

Tip 02: Beheren en bewerken

Eenmaal geïnstalleerd heb je niet één, maar zelfs twee programma's op je computer staan. Allereerst natuurlijk Photoshop Elements en daarnaast ook nog een beheerprogramma genaamd Organizer. Hiermee zoek je in een mum van tijd je vakantiefoto's uit, of het er nu enkele tientallen of een paar honderd zijn. Uiteraard kun je er meteen al je foto's mee beheren, dus je hebt er het hele jaar door plezier van. Je kunt vanuit de Organizer naadloos naar de Elements springen om foto's op te peppen. Elke keer dat je Photoshop Elements opstart, krijg je een welkomstscherm te zien. Daar maak je de keuze of je naar de Organizer springt, of rechtstreeks naar Photoshop Elements (de Foto-editor). In dit artikel werken wij steeds vanuit de Organizer.

©PXimport

Tip 02 Tijdens opstarten kies je voor de Organizer of Photoshop Elements.

Tip 03: Media ophalen

Heb je al een map op de computer waarin je foto's bewaart? Klik dan zodra de Organizer is opgestart links bovenin op de knop Importeren en kies Uit bestanden en mappen. Wijs de fotomap aan en klik op de knop Media ophalen. Alle foto's (en filmpjes) in deze map worden vervolgens geïnventariseerd. Dit herhaal je eventueel voor elke andere fotomap die je hebt. Let op: je hoeft dit alleen voor hoofdmappen te doen. Staan er submappen in een map, dan worden die automatisch meegenomen.

Het doel van dit importeren, is dat de Organizer informatie over jouw foto's verzamelt en opslaat in een catalogus. Hierdoor ontstaat een centrale administratie waarmee je altijd snel en makkelijk elke foto weer kunt terugvinden. De foto's zelf blijven gewoon in de mappen staan waarin jij ze hebt neergezet. De catalogus bevat dus alleen informatie over jouw foto's, de zogenaamde metadata. Nooit de foto's zelf.

©PXimport

Tip 03 Importeer eerst bestaande fotomappen op je pc.

Tip 04: Foto's importeren

Heb jij jouw vakantiefoto's al naar de computer gekopieerd? Dan zijn ze nu meteen bekend in de Organizer, mits je de betreffende map of hoofdmap in de vorige tip hebt geïmporteerd. Zitten de foto's nog in de camera, dan ga je als volgt te werk. Sluit de camera met een usb-kabel op je computer aan of plaats het geheugenkaartje in de kaartlezer van je pc. Kies in de Organizer voor Importeren / Van camera of kaartlezer. In het kader Bron kies je de schijfletter waaronder jouw camera of de geheugenkaart bereikbaar is. In het kader Importinstellingen wijs je bij Locatie een fotomap op de computer aan.

Om je foto's overzichtelijk bij elkaar te houden, wil je hier vast een lege, nieuwe map voor gebruiken. Is dat de map die je nu aanwijst, kies bij Submap(pen) maken dan voor Geen. Heb je nog geen nieuwe map aangemaakt, dan kan dat nu gebeuren. Kies voor Aangepaste naam en tik in het veld eronder de mapnaam in. De andere velden en opties in dit venster hoef je niet aan te passen. Klik tot slot weer op Media ophalen. Nu worden de foto's naar je computer gekopieerd. Zijn er meerdere camera's gebruikt op vakantie? Dan herhaal je deze stappen om ook die foto's te importeren.

©PXimport

Tip 04 Foto's van geheugenkaart of camera naar de pc kopiëren.

Tip 05: Waarderingen

Elke map die je aan de Organizer toevoegt, komt in de linkerkolom onder het kopje Mijn mappen te staan. Ook zie je miniaturen van je foto's. Dubbelklik op een miniatuur en de foto verschijnt in het groot. Met de pijltjestoetsen blader je vervolgens door je foto's. Kom je een mislukte foto tegen? Met de Delete-toets gooi je hem weg. Zet op het bevestigingsvenster wel het vinkje aan, want anders wordt de foto alleen uit de catalogus weggehaald. Fotografeer je veel? Dan is het slim om je beste foto's een sterwaardering te geven. Daarmee kun je ze straks eenvoudig weer terugvinden en sla je de mindere exemplaren eenvoudig over. Klik met rechts op zo'n foto en ken bij Waarderingen één tot vijf sterren toe. Hoe meer sterren, hoe beter je de foto vindt. Je hoeft niet alle waarderingen te gebruiken. Alleen drie en vijf sterren, of alleen vier en vijf, is bijvoorbeeld ook prima.

©PXimport

Tip 05 Geef je mooiste foto's een waardering.

Tip 06: Selectie

Een handige truc die je met sterwaarderingen kunt uithalen, is je mislukte foto's niet meteen weggooien, maar ze in eerste instantie één ster te geven. Zodra je alle vakantiefoto's hebt doorlopen, of nadat je het desnoods enkele dagen hebt laten bezinken en je echt zeker weet dat je ze kwijt wilt, klik je rechts bovenin het scherm bij Waarderingen op de eerste ster. Die kleurt nu als enige geel. Zorg vervolgens dat er voor het rijtje sterretjes een gelijkteken staat, door te kiezen voor waardering is gelijk aan. Nu zie je alleen nog maar de foto's waaraan jij één ster hebt toegekend. Zodra je er zeker van bent, kun je ze allemaal tegelijk in de prullenbak gooien. Uiteraard gebruik je de waarderingen vooral om snel je mooiste foto's te zien. Op dezelfde manier kies je dan bij Waarderingen voor het gewenste aantal sterren. Voor de sterretjes geef je aan of je alleen dit exacte aantal sterren wilt zien of ook foto's met meer of juist minder sterren.

©PXimport

Tip 06 Alleen je beste foto's in beeld via sterwaarderingen.

Tip 07: Rechtop zetten

Camera's hebben tegenwoordig een sensor aan boord, zodat ze weten of je een liggende dan wel een staande foto maakt. Soms gaat dit fout. Meestal als je schuin omhoog of omlaag fotografeert. Daarom kan het gebeuren dat sommige foto's in de Organizer en op het scherm verkeerd worden weergegeven. Dit corrigeer je eenvoudig door zo'n foto te kantelen via sneltoetsen Ctrl+Linker-cursortoets of Ctrl+Rechter-cursortoets. Je kunt dit ook doen door deze bewerkingen in het menu Bewerken uit te kiezen. Uiteraard is dit euvel ook te herstellen door de foto te roteren in Photoshop Elements zelf.

©PXimport

Tip 07 Foto's zet je in een oogwenk netjes rechtop.

Tip 08: Foto's bewerken

Tussen je vakantiefoto's zitten ongetwijfeld foto's die verbeterd kunnen worden. Daar is Photoshop Elements het aangewezen programma voor. Je start de fotobewerker door met rechts op een te verbeteren foto te klikken en te kiezen voor Bewerken met de Photoshop Elements Editor. In de menubalk vind je deze optie ook onder Bewerken. Je mag desgewenst ook meerdere foto's selecteren in de Organizer. Ze verschijnen dan als miniaturen in het fotovak onderaan het scherm van Photoshop Elements. Zo kun je heel snel een reeks foto's bewerken, zonder dat je steeds heen en weer naar de Organizer hoeft te springen. Je bewerkt ze overigens wel gewoon per stuk. Het fotovak kun je eventueel sluiten zodat je de foto lekker groot op het scherm te zien krijgt. Selecteer je een bepaald gereedschap, dan is dit fotovak niet te zien. Onderin het scherm kun je er dan alsnog naartoe springen.

©PXimport

Tip 08 In het fotovak zie je miniaturen van ingeladen foto's.

Tip 09: Bewerkingsmodi

Photoshop Element kent drie bewerkingsmodi. Dat zijn Snel, Met instructies en Expert. De keuze hiertussen maak je bovenin het scherm, vlak onder de menubalk. Met Snel kun je foto's op een laagdrempelige manier verbeteren. Dat kan iedereen, je hoeft er geen ervaring voor te hebben. Via Met instructies kun je ingewikkelde bewerkingen toch op een redelijk simpele manier toepassen, omdat het programma jou aan de hand neemt en duidelijke instructies geeft. Ben je helemaal thuis in fotobewerkers, dan ga je voor Expert en heb je totale vrijheid. Ondanks de naam vind je hier talloze eenvoudig te gebruiken gereedschappen en bewerkingen terug.

©PXimport

Tip 09 Bovenin kies je de gewenste bewerkingsmodus.

Tip 10: Slim repareren

Via bewerkingsmodus Snel verbeter je met een paar muisklikken zaken als de belichting en de kleuren van een foto. De soorten bewerkingen zie je aan de rechterzijde van het scherm. Klik bijvoorbeeld op het pijltje achter Slim repareren. Door vervolgens de muis boven een miniatuur te laten zweven, veranderen de belichting en de kleuren van de grote foto. Bevalt het je? Klik dan op die miniatuur om deze wijziging op de foto aan te brengen. Je mag ook met de schuifregelaar spelen, in plaats van een kant-en-klare miniatuur te gebruiken.

Je kunt ook gaan voor Belichting en Kleur om deze afzonderlijk in te stellen. Of gebruik Niveaus om schaduwen, middentonen en hooglichten tot in de puntjes te verbeteren. Tot slot kan de foto verscherpt worden met de functie Verscherpen. Boven de foto selecteer je bij Weergave of je de originele, bewerkte, of beide versies tegelijk op het scherm ziet. Links van de foto bevindt zich de gereedschapsbalk. De gereedschappen die je hierin ziet, bespreken wij verderop in dit artikel.

©PXimport

Tip 10 Eenvoudige verbeteringen via bewerkingsmodus Snel.

Tip 11: Rechtzetten

Bewerkingsmodus Expert biedt de meeste mogelijkheden om je foto's op en top te verbeteren. Anders dan de naam doet vermoeden, zijn veel bewerkingen helemaal niet ingewikkeld en echt niet alleen aan experts voorbehouden. Stel dat een foto schuin staat omdat de camera niet waterpas is gehouden, dan zet je hem alsnog recht door te kiezen voor Afbeelding / Roteren / Afbeelding rechttrekken en uitsnijden. Gaat dit niet naar wens, maak de wijziging dan ongedaan via sneltoets Ctrl+Z. Doe het dan handmatig door onderin de gereedschapsbalk op het waterpas te klikken. Dit is het gereedschap Rechttrekken.

Sleep vervolgens met ingedrukte muisknop langs de horizon of over een lijn die in het echt horizontaal hoort te lopen. Zodra je de muisknop loslaat, draait de foto vanzelf. Zet vooraf in de gereedschapsbalk onder de foto een vinkje bij Randen automatisch vullen om lege hoeken die door het draaien ontstaan automatisch met beeldmateriaal te vullen. Wat ook kan, is de foto na het roteren zelf uitsnijden.

©PXimport

Tip 11 Een schuine foto zet je recht met het gereedschap Rechttrekken.

Tip 12: Uitsnijden

Bevinden er zich storende objecten bij de rand van de foto of is dat deel van de foto niet interessant? Dan kun je de foto bijsnijden, zodat je alleen het beste uit de foto overhoudt. Klik hiertoe in het gereedschapsveld op het gereedschap Uitsnijden. Trek vervolgens een kader in de foto om het gebied dat je wilt houden. Dat hoeft niet in één keer perfect. Want eenmaal de muisknop losgelaten, kun je de hoekpunten van het kader verslepen om het kader groter of kleiner te maken. Of om een andere vorm te krijgen. Zoals een breedbeeld-foto. Klik tot slot op het groene vinkje om de foto uit te snijden.

©PXimport

Tip 12 Een mooiere uitsnede van de originele foto.

Tip 13: Belichting

Foto's kunnen te donker of te licht zijn, omdat zelfs de modernste camera soms een verkeerde inschatting van het aanwezige licht maakt. Gelukkig kan de belichting op vele manieren verbeterd worden. Zoals via Verbeteren / Belichting aanpassen / Helderheid/contrast. Via de schuifregelaar Helderheid maak je de foto lichter of donkerder. Met Contrast versterk je het verschil tussen licht en donker, of zwak je dat juist af. Is slechts een deel van de foto verkeerd belicht? Dan kun je beter een andere bewerking gebruiken. Want als je dan de volledige foto aanpast, worden de delen die nu goed zijn, juist minder mooi. Dat wil je natuurlijk niet. Gebruik dan Verbeteren / Belichting aanpassen / Schaduwen/hooglichten.

Nu kun je de schaduwen onafhankelijk van de hooglichten aanpassen. Dus de donkere en lichte delen van de foto, zonder dat ze elkaar beïnvloeden. Let er wel op dat een foto erg vlak kan worden als je de schuifregelaars overvloedig gebruikt. Er blijft dan te weinig verschil (contrast) tussen licht en donker over. Liever iets minder dus of alsnog wat contrast toevoegen met de derde regelaar Contrast.

©PXimport

Tip 13 De belichting van een foto kan altijd wel verbeterd worden.

Tip 14: Kleuren

Ook kleuren kunnen er op een foto anders uitzien dan in werkelijkheid het geval was. Dit komt ook weer omdat de camera dan een verkeerde interpretatie van de lichtbron heeft gemaakt. Dit kun je onder andere herstellen via Verbeteren / Kleur aanpassen / Kleurzweem verwijderen. Met een pipet klik je vervolgens op een (deel van een) voorwerp waarvan je weet dat het in het echt wit, grijs of zwart hoort te zijn. Photoshop Elements past alle kleuren in de foto vervolgens aan om de kleurafwijking voor je te herstellen.

©PXimport

Tip 14 Klik met het pipet voor natuurgetrouwe kleuren.

Tip 15: Verzadiging

Misschien zijn de kleuren nu wel goed, alleen vind je ze niet sprekend genoeg. Of het tegenovergestelde is waar: ze zijn zo fel dat het onnatuurlijk aandoet. In dat geval ga je naar Verbeteren / Kleur aanpassen / Kleurtoon/verzadiging aanpassen. Met de schuifregelaar Verzadiging stel je nu de 'felheid' van de kleuren bij, oftewel de verzadiging. Je kunt de kleurverzadiging zowel toe als af laten nemen. Gebruik Lichtsterkte om de foto lichter of donkerder te maken. Met Kleurtoon verschuif je de kleuren. Je verandert er kleuren radicaal mee en voegt een kleurzweem aan de foto toe. Dat geeft soms spectaculaire en onverwachte resultaten. Leuk om af en toe een creatief tintje aan een foto te geven.

©PXimport

Tip 15 Expres afwijkend kleuren gebruiken kan ook.

Tip 16: Retoucheren

Zijn er in je foto kleine voorwerpen te zien die je liever kwijt bent? Zoals afval op straat, een flesje in het gras, een scheur in een muur of een prullenbak die een mooie gevel ontsiert? Het wegwerken van dit soort storende objecten heet retoucheren. Met het Snel retoucheerpenseel gaat dit snel en effectief. Je herkent het gereedschap aan een pleister met een boog van stippels ernaast. Kijk zodra je het gekozen hebt onderin bij de gereedschapsopties of inderdaad het penseel met de stippels actief is. Die zonder stippels is namelijk een gewoon retoucheerpenseel.

Ook prima, maar die werkt net even anders. Kies bij Type voor Inhoud behouden en stel de Grootte in. Nu schilder je over het storende object heen, waarna het met passend beeldmateriaal wordt opgevuld. Dat gaat niet altijd in één keer goed. Ongedaan maken kan altijd met sneltoets Ctrl+Z. Soms helpt het als je met kleine beetjes tegelijk het object weg schildert. Kleine vlekjes of voorwerpen haal je meestal wel met één muisklik weg, door het penseel iets groter te maken dan het object.

©PXimport

Tip 16 Dat lelijke gele kastje retoucheren we liever weg.

Tip 17: Omvallend gebouw

Fotografeer je een huis of gebouw vanaf korte afstand, dan kun je niet anders dan je camera schuin omhoog richten. Anders krijg je het pand er niet helemaal op. Bekijk je daarna de foto, dan merk je tot je schrik dat het gebouw achterover lijkt te vallen. Ter plaatse los je dit op door je camera niet omhoog, maar recht vooruit te richten. Alleen moet je dan wel verder weg gaan staan, als dat kan. Ben je inmiddels thuis? Achteraf in Photoshop Elements is er ook nog wel wat aan te doen via Filter / Cameravervorming corrigeren. Over de foto wordt een raster gelegd. Daarmee controleer je of de muren rechtop staan en het dak of de vloer waterpas staat. Verschuif Verticaal perspectief subtiel tot je de lijnen recht hebt staan. Soms is het ook nodig Horizontaal perspectief te verschuiven. Via Hoek kan de foto gedraaid worden. Aan de randen raak je beeldmateriaal kwijt. Fotografeer gebouwen indien mogelijk daarom niet te krap.

©PXimport

Tip 17 Zet een gebouw of huis weer netjes rechtop.

Tip 18: Ruis en scherpte

Als je alle noodzakelijke bewerkingen hebt uitgevoerd, zijn er nog twee die je regelmatig nodig hebt en die je altijd tot het laatst bewaart. De eerste is het wegwerken van storende ruis als je bij weinig licht hebt gefotografeerd. Dat doe je met Filter / Ruis / Ruis reduceren. Speel met Sterkte en Details behouden tot de ruis voldoende gereduceerd is. Volledig verdwijnen zal het meestal niet en vergeet ook niet dat je nu een voorbeeld op ware grootte bekijkt. Zo groot bekijkt niemand jouw foto, dus staar je niet blind op een beetje ruis. Als laatste verscherp je de foto via Verbeteren / Onscherp masker. Hier gebruik je Hoeveel (doorgaans tussen 50% en 200%) en Straal (vaak tussen 0,5 en 2) om de scherpte in te stellen. Door Drempel te verhogen, voorkom je dat ook egale vlakken verscherpt worden, terwijl dat daar meestal niet nodig is.

©PXimport

Tip 18 Storende ruis kan altijd verminderd worden.

Tip 19: Opslaan

Eenmaal klaar met bewerken, is het tijd om de verbeterde foto op te slaan. Dat kan via Bestand / Opslaan als of via Bestand / Opslaan voor web om een kleinere versie op te slaan die je online wilt zetten of wilt versturen. Sla de bewerkte foto altijd met een nieuwe naam op. Bijvoorbeeld de originele bestandsnaam met zoiets als -bewerkt erachter. Overschrijf liever nooit de originele foto. Want dan kun je nooit meer terug om vanuit het oorspronkelijke beeld een nieuwe bewerking te maken. Je kunt er ook voor kiezen om de originelen naar een andere submap te verplaatsen. Of juist de bewerkte beelden. Zodat onbewerkte en bewerkte foto's niet door elkaar staan en je bij het bekijken dus twee keer (ongeveer) dezelfde foto tegenkomt. Probeer gerust uit wat jij het prettigst vindt werken.

©PXimport

Tip 19 Sla een bewerkte foto als kopie op.

Tip 20: Speciale bewerking

Er is nog een derde en laatste bewerkingsmodus die we nog niet besproken hebben en dat is Met instructies. Aan de rechterzijde vind je er allerlei bewerkingen die in drie categorieën zijn gerangschikt. Bij TouchUps word je door het programma begeleidt bij eenvoudige maar ook enkele wat complexere bewerkingen. Nog interessanter is Foto-effecten waar je op een relatief eenvoudige manier coole effecten aan foto's toevoegt. Fotoplay ten slotte bevat de allermooiste en meest geavanceerde effecten van dit programma. Zo kun je onder andere de illusie wekken dat een onderwerp deels uit de foto steekt of een puzzeleffect toevoegen. Ook een reflectie toevoegen alsof je aan het water staat of tegen een glimmend oppervlak aankijkt, behoort tot de mogelijkheden.

©PXimport

Tip 20 Voeg in een paar stappen je eigen reflecties toe.

Tip 21: Labels

Terug in de Organizer is er een aantal extra manieren om sneller je foto's terug te vinden. De sterwaarderingen hebben we al in tip 5 en 6 besproken. Je kunt ook labels aan foto's toekennen. Dat zijn steekwoorden waarop je kunt zoeken. Klik in de Organizer rechts onderin op de knop Tags/Info. In een kolom aan de rechterzijde vind je rubrieken met trefwoorden. Onderin bevindt zich een invoerveld waarmee je eigen labels aan deze rubrieken kunt toevoegen. Sleep een label naar één of meer foto's, en je kunt ze voortaan via deze labels terugvinden door erop te zoeken via het zoekveld bovenin het scherm of Zoeken in de menubalk.

©PXimport

Tip 21 Via labels vind je foto's nog sneller terug.

Tip 22: Gezichtsdetectie

De Organizer heeft een aantal tabbladen. Standaard sta je in Media en zie je miniaturen van foto's. Ga je naar Personen dan zie je alle foto's waarop mensen staan. Hiervoor is het wel nodig dat je eerst via gezichtsdetectie deze personen door het programma in je foto's laat opsporen via het pictogram Personen onderin het scherm. Er worden gezichten getoond en je hoeft alleen maar aan te geven wie het is. Het programma is zelflerend, dus het gaat steeds sneller en makkelijker. Op tabblad Plaatsen vind je foto's terug op locatie. Tenminste, als er locatiegegevens in je foto's zitten. Zo niet, dan kun je zelf locaties toevoegen, al is dat wel veel en handmatig werk. Tot slot zijn foto's te rangschikken op Gebeurtenissen.

©PXimport

Tip 22 Gezichtsdetectie herkent personen op foto's steeds beter.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.