ID.nl logo
Zo bewerk je eenvoudig al je vakantiefoto's
© Reshift Digital
Huis

Zo bewerk je eenvoudig al je vakantiefoto's

Na de vakantie kom je vast thuis met een geheugenkaart vol mooie foto's. Heerlijk om nog lang na te genieten. Door je foto's op een slimme manier uit te zoeken, te organiseren en te bewerken, heb je in een mum van tijd je fotocollectie op orde en voorkom je dat dit klusje alsmaar blijft liggen.

Tip 01: Photoshop Elements

Terug van vakantie kun je nog lang nagenieten door je vakantiefoto's te bekijken. Voordat het zover is, ligt er eerst nog wat uitzoekwerk op je te wachten. Want met een digitale camera schiet je al snel een flinke hoeveelheid foto's. Daar zitten ongetwijfeld enkele mindere exemplaren tussen, een paar mislukkelingen en foto's die je liever eerst wilt bewerken, omdat ze dan pas echt gaan stralen.

Pas na dit uitzoeken en bewerken, zijn je foto's echt klaar om het daglicht te zien. Een pakket waarmee je foto's zowel kunt uitzoeken (beheren) als bewerken, is Adobe Photoshop Elements 12. Heb je dat programma nog niet in huis, vind je via www.adobe.nl een gratis proefversie die je dertig dagen zonder beperkingen mag gebruiken. Photoshop Elements kost ongeveer honderd euro, al zijn er regelmatig flinke kortingsacties.

©PXimport

Tip 01 Photoshop Elements is een geavanceerde en zeer complete fotobewerker.

Tip 02: Beheren en bewerken

Eenmaal geïnstalleerd heb je niet één, maar zelfs twee programma's op je computer staan. Allereerst natuurlijk Photoshop Elements en daarnaast ook nog een beheerprogramma genaamd Organizer. Hiermee zoek je in een mum van tijd je vakantiefoto's uit, of het er nu enkele tientallen of een paar honderd zijn. Uiteraard kun je er meteen al je foto's mee beheren, dus je hebt er het hele jaar door plezier van. Je kunt vanuit de Organizer naadloos naar de Elements springen om foto's op te peppen. Elke keer dat je Photoshop Elements opstart, krijg je een welkomstscherm te zien. Daar maak je de keuze of je naar de Organizer springt, of rechtstreeks naar Photoshop Elements (de Foto-editor). In dit artikel werken wij steeds vanuit de Organizer.

©PXimport

Tip 02 Tijdens opstarten kies je voor de Organizer of Photoshop Elements.

Tip 03: Media ophalen

Heb je al een map op de computer waarin je foto's bewaart? Klik dan zodra de Organizer is opgestart links bovenin op de knop Importeren en kies Uit bestanden en mappen. Wijs de fotomap aan en klik op de knop Media ophalen. Alle foto's (en filmpjes) in deze map worden vervolgens geïnventariseerd. Dit herhaal je eventueel voor elke andere fotomap die je hebt. Let op: je hoeft dit alleen voor hoofdmappen te doen. Staan er submappen in een map, dan worden die automatisch meegenomen.

Het doel van dit importeren, is dat de Organizer informatie over jouw foto's verzamelt en opslaat in een catalogus. Hierdoor ontstaat een centrale administratie waarmee je altijd snel en makkelijk elke foto weer kunt terugvinden. De foto's zelf blijven gewoon in de mappen staan waarin jij ze hebt neergezet. De catalogus bevat dus alleen informatie over jouw foto's, de zogenaamde metadata. Nooit de foto's zelf.

©PXimport

Tip 03 Importeer eerst bestaande fotomappen op je pc.

Tip 04: Foto's importeren

Heb jij jouw vakantiefoto's al naar de computer gekopieerd? Dan zijn ze nu meteen bekend in de Organizer, mits je de betreffende map of hoofdmap in de vorige tip hebt geïmporteerd. Zitten de foto's nog in de camera, dan ga je als volgt te werk. Sluit de camera met een usb-kabel op je computer aan of plaats het geheugenkaartje in de kaartlezer van je pc. Kies in de Organizer voor Importeren / Van camera of kaartlezer. In het kader Bron kies je de schijfletter waaronder jouw camera of de geheugenkaart bereikbaar is. In het kader Importinstellingen wijs je bij Locatie een fotomap op de computer aan.

Om je foto's overzichtelijk bij elkaar te houden, wil je hier vast een lege, nieuwe map voor gebruiken. Is dat de map die je nu aanwijst, kies bij Submap(pen) maken dan voor Geen. Heb je nog geen nieuwe map aangemaakt, dan kan dat nu gebeuren. Kies voor Aangepaste naam en tik in het veld eronder de mapnaam in. De andere velden en opties in dit venster hoef je niet aan te passen. Klik tot slot weer op Media ophalen. Nu worden de foto's naar je computer gekopieerd. Zijn er meerdere camera's gebruikt op vakantie? Dan herhaal je deze stappen om ook die foto's te importeren.

©PXimport

Tip 04 Foto's van geheugenkaart of camera naar de pc kopiëren.

Tip 05: Waarderingen

Elke map die je aan de Organizer toevoegt, komt in de linkerkolom onder het kopje Mijn mappen te staan. Ook zie je miniaturen van je foto's. Dubbelklik op een miniatuur en de foto verschijnt in het groot. Met de pijltjestoetsen blader je vervolgens door je foto's. Kom je een mislukte foto tegen? Met de Delete-toets gooi je hem weg. Zet op het bevestigingsvenster wel het vinkje aan, want anders wordt de foto alleen uit de catalogus weggehaald. Fotografeer je veel? Dan is het slim om je beste foto's een sterwaardering te geven. Daarmee kun je ze straks eenvoudig weer terugvinden en sla je de mindere exemplaren eenvoudig over. Klik met rechts op zo'n foto en ken bij Waarderingen één tot vijf sterren toe. Hoe meer sterren, hoe beter je de foto vindt. Je hoeft niet alle waarderingen te gebruiken. Alleen drie en vijf sterren, of alleen vier en vijf, is bijvoorbeeld ook prima.

©PXimport

Tip 05 Geef je mooiste foto's een waardering.

Tip 06: Selectie

Een handige truc die je met sterwaarderingen kunt uithalen, is je mislukte foto's niet meteen weggooien, maar ze in eerste instantie één ster te geven. Zodra je alle vakantiefoto's hebt doorlopen, of nadat je het desnoods enkele dagen hebt laten bezinken en je echt zeker weet dat je ze kwijt wilt, klik je rechts bovenin het scherm bij Waarderingen op de eerste ster. Die kleurt nu als enige geel. Zorg vervolgens dat er voor het rijtje sterretjes een gelijkteken staat, door te kiezen voor waardering is gelijk aan. Nu zie je alleen nog maar de foto's waaraan jij één ster hebt toegekend. Zodra je er zeker van bent, kun je ze allemaal tegelijk in de prullenbak gooien. Uiteraard gebruik je de waarderingen vooral om snel je mooiste foto's te zien. Op dezelfde manier kies je dan bij Waarderingen voor het gewenste aantal sterren. Voor de sterretjes geef je aan of je alleen dit exacte aantal sterren wilt zien of ook foto's met meer of juist minder sterren.

©PXimport

Tip 06 Alleen je beste foto's in beeld via sterwaarderingen.

Tip 07: Rechtop zetten

Camera's hebben tegenwoordig een sensor aan boord, zodat ze weten of je een liggende dan wel een staande foto maakt. Soms gaat dit fout. Meestal als je schuin omhoog of omlaag fotografeert. Daarom kan het gebeuren dat sommige foto's in de Organizer en op het scherm verkeerd worden weergegeven. Dit corrigeer je eenvoudig door zo'n foto te kantelen via sneltoetsen Ctrl+Linker-cursortoets of Ctrl+Rechter-cursortoets. Je kunt dit ook doen door deze bewerkingen in het menu Bewerken uit te kiezen. Uiteraard is dit euvel ook te herstellen door de foto te roteren in Photoshop Elements zelf.

©PXimport

Tip 07 Foto's zet je in een oogwenk netjes rechtop.

Tip 08: Foto's bewerken

Tussen je vakantiefoto's zitten ongetwijfeld foto's die verbeterd kunnen worden. Daar is Photoshop Elements het aangewezen programma voor. Je start de fotobewerker door met rechts op een te verbeteren foto te klikken en te kiezen voor Bewerken met de Photoshop Elements Editor. In de menubalk vind je deze optie ook onder Bewerken. Je mag desgewenst ook meerdere foto's selecteren in de Organizer. Ze verschijnen dan als miniaturen in het fotovak onderaan het scherm van Photoshop Elements. Zo kun je heel snel een reeks foto's bewerken, zonder dat je steeds heen en weer naar de Organizer hoeft te springen. Je bewerkt ze overigens wel gewoon per stuk. Het fotovak kun je eventueel sluiten zodat je de foto lekker groot op het scherm te zien krijgt. Selecteer je een bepaald gereedschap, dan is dit fotovak niet te zien. Onderin het scherm kun je er dan alsnog naartoe springen.

©PXimport

Tip 08 In het fotovak zie je miniaturen van ingeladen foto's.

Tip 09: Bewerkingsmodi

Photoshop Element kent drie bewerkingsmodi. Dat zijn Snel, Met instructies en Expert. De keuze hiertussen maak je bovenin het scherm, vlak onder de menubalk. Met Snel kun je foto's op een laagdrempelige manier verbeteren. Dat kan iedereen, je hoeft er geen ervaring voor te hebben. Via Met instructies kun je ingewikkelde bewerkingen toch op een redelijk simpele manier toepassen, omdat het programma jou aan de hand neemt en duidelijke instructies geeft. Ben je helemaal thuis in fotobewerkers, dan ga je voor Expert en heb je totale vrijheid. Ondanks de naam vind je hier talloze eenvoudig te gebruiken gereedschappen en bewerkingen terug.

©PXimport

Tip 09 Bovenin kies je de gewenste bewerkingsmodus.

Tip 10: Slim repareren

Via bewerkingsmodus Snel verbeter je met een paar muisklikken zaken als de belichting en de kleuren van een foto. De soorten bewerkingen zie je aan de rechterzijde van het scherm. Klik bijvoorbeeld op het pijltje achter Slim repareren. Door vervolgens de muis boven een miniatuur te laten zweven, veranderen de belichting en de kleuren van de grote foto. Bevalt het je? Klik dan op die miniatuur om deze wijziging op de foto aan te brengen. Je mag ook met de schuifregelaar spelen, in plaats van een kant-en-klare miniatuur te gebruiken.

Je kunt ook gaan voor Belichting en Kleur om deze afzonderlijk in te stellen. Of gebruik Niveaus om schaduwen, middentonen en hooglichten tot in de puntjes te verbeteren. Tot slot kan de foto verscherpt worden met de functie Verscherpen. Boven de foto selecteer je bij Weergave of je de originele, bewerkte, of beide versies tegelijk op het scherm ziet. Links van de foto bevindt zich de gereedschapsbalk. De gereedschappen die je hierin ziet, bespreken wij verderop in dit artikel.

©PXimport

Tip 10 Eenvoudige verbeteringen via bewerkingsmodus Snel.

Tip 11: Rechtzetten

Bewerkingsmodus Expert biedt de meeste mogelijkheden om je foto's op en top te verbeteren. Anders dan de naam doet vermoeden, zijn veel bewerkingen helemaal niet ingewikkeld en echt niet alleen aan experts voorbehouden. Stel dat een foto schuin staat omdat de camera niet waterpas is gehouden, dan zet je hem alsnog recht door te kiezen voor Afbeelding / Roteren / Afbeelding rechttrekken en uitsnijden. Gaat dit niet naar wens, maak de wijziging dan ongedaan via sneltoets Ctrl+Z. Doe het dan handmatig door onderin de gereedschapsbalk op het waterpas te klikken. Dit is het gereedschap Rechttrekken.

Sleep vervolgens met ingedrukte muisknop langs de horizon of over een lijn die in het echt horizontaal hoort te lopen. Zodra je de muisknop loslaat, draait de foto vanzelf. Zet vooraf in de gereedschapsbalk onder de foto een vinkje bij Randen automatisch vullen om lege hoeken die door het draaien ontstaan automatisch met beeldmateriaal te vullen. Wat ook kan, is de foto na het roteren zelf uitsnijden.

©PXimport

Tip 11 Een schuine foto zet je recht met het gereedschap Rechttrekken.

Tip 12: Uitsnijden

Bevinden er zich storende objecten bij de rand van de foto of is dat deel van de foto niet interessant? Dan kun je de foto bijsnijden, zodat je alleen het beste uit de foto overhoudt. Klik hiertoe in het gereedschapsveld op het gereedschap Uitsnijden. Trek vervolgens een kader in de foto om het gebied dat je wilt houden. Dat hoeft niet in één keer perfect. Want eenmaal de muisknop losgelaten, kun je de hoekpunten van het kader verslepen om het kader groter of kleiner te maken. Of om een andere vorm te krijgen. Zoals een breedbeeld-foto. Klik tot slot op het groene vinkje om de foto uit te snijden.

©PXimport

Tip 12 Een mooiere uitsnede van de originele foto.

Tip 13: Belichting

Foto's kunnen te donker of te licht zijn, omdat zelfs de modernste camera soms een verkeerde inschatting van het aanwezige licht maakt. Gelukkig kan de belichting op vele manieren verbeterd worden. Zoals via Verbeteren / Belichting aanpassen / Helderheid/contrast. Via de schuifregelaar Helderheid maak je de foto lichter of donkerder. Met Contrast versterk je het verschil tussen licht en donker, of zwak je dat juist af. Is slechts een deel van de foto verkeerd belicht? Dan kun je beter een andere bewerking gebruiken. Want als je dan de volledige foto aanpast, worden de delen die nu goed zijn, juist minder mooi. Dat wil je natuurlijk niet. Gebruik dan Verbeteren / Belichting aanpassen / Schaduwen/hooglichten.

Nu kun je de schaduwen onafhankelijk van de hooglichten aanpassen. Dus de donkere en lichte delen van de foto, zonder dat ze elkaar beïnvloeden. Let er wel op dat een foto erg vlak kan worden als je de schuifregelaars overvloedig gebruikt. Er blijft dan te weinig verschil (contrast) tussen licht en donker over. Liever iets minder dus of alsnog wat contrast toevoegen met de derde regelaar Contrast.

©PXimport

Tip 13 De belichting van een foto kan altijd wel verbeterd worden.

Tip 14: Kleuren

Ook kleuren kunnen er op een foto anders uitzien dan in werkelijkheid het geval was. Dit komt ook weer omdat de camera dan een verkeerde interpretatie van de lichtbron heeft gemaakt. Dit kun je onder andere herstellen via Verbeteren / Kleur aanpassen / Kleurzweem verwijderen. Met een pipet klik je vervolgens op een (deel van een) voorwerp waarvan je weet dat het in het echt wit, grijs of zwart hoort te zijn. Photoshop Elements past alle kleuren in de foto vervolgens aan om de kleurafwijking voor je te herstellen.

©PXimport

Tip 14 Klik met het pipet voor natuurgetrouwe kleuren.

Tip 15: Verzadiging

Misschien zijn de kleuren nu wel goed, alleen vind je ze niet sprekend genoeg. Of het tegenovergestelde is waar: ze zijn zo fel dat het onnatuurlijk aandoet. In dat geval ga je naar Verbeteren / Kleur aanpassen / Kleurtoon/verzadiging aanpassen. Met de schuifregelaar Verzadiging stel je nu de 'felheid' van de kleuren bij, oftewel de verzadiging. Je kunt de kleurverzadiging zowel toe als af laten nemen. Gebruik Lichtsterkte om de foto lichter of donkerder te maken. Met Kleurtoon verschuif je de kleuren. Je verandert er kleuren radicaal mee en voegt een kleurzweem aan de foto toe. Dat geeft soms spectaculaire en onverwachte resultaten. Leuk om af en toe een creatief tintje aan een foto te geven.

©PXimport

Tip 15 Expres afwijkend kleuren gebruiken kan ook.

Tip 16: Retoucheren

Zijn er in je foto kleine voorwerpen te zien die je liever kwijt bent? Zoals afval op straat, een flesje in het gras, een scheur in een muur of een prullenbak die een mooie gevel ontsiert? Het wegwerken van dit soort storende objecten heet retoucheren. Met het Snel retoucheerpenseel gaat dit snel en effectief. Je herkent het gereedschap aan een pleister met een boog van stippels ernaast. Kijk zodra je het gekozen hebt onderin bij de gereedschapsopties of inderdaad het penseel met de stippels actief is. Die zonder stippels is namelijk een gewoon retoucheerpenseel.

Ook prima, maar die werkt net even anders. Kies bij Type voor Inhoud behouden en stel de Grootte in. Nu schilder je over het storende object heen, waarna het met passend beeldmateriaal wordt opgevuld. Dat gaat niet altijd in één keer goed. Ongedaan maken kan altijd met sneltoets Ctrl+Z. Soms helpt het als je met kleine beetjes tegelijk het object weg schildert. Kleine vlekjes of voorwerpen haal je meestal wel met één muisklik weg, door het penseel iets groter te maken dan het object.

©PXimport

Tip 16 Dat lelijke gele kastje retoucheren we liever weg.

Tip 17: Omvallend gebouw

Fotografeer je een huis of gebouw vanaf korte afstand, dan kun je niet anders dan je camera schuin omhoog richten. Anders krijg je het pand er niet helemaal op. Bekijk je daarna de foto, dan merk je tot je schrik dat het gebouw achterover lijkt te vallen. Ter plaatse los je dit op door je camera niet omhoog, maar recht vooruit te richten. Alleen moet je dan wel verder weg gaan staan, als dat kan. Ben je inmiddels thuis? Achteraf in Photoshop Elements is er ook nog wel wat aan te doen via Filter / Cameravervorming corrigeren. Over de foto wordt een raster gelegd. Daarmee controleer je of de muren rechtop staan en het dak of de vloer waterpas staat. Verschuif Verticaal perspectief subtiel tot je de lijnen recht hebt staan. Soms is het ook nodig Horizontaal perspectief te verschuiven. Via Hoek kan de foto gedraaid worden. Aan de randen raak je beeldmateriaal kwijt. Fotografeer gebouwen indien mogelijk daarom niet te krap.

©PXimport

Tip 17 Zet een gebouw of huis weer netjes rechtop.

Tip 18: Ruis en scherpte

Als je alle noodzakelijke bewerkingen hebt uitgevoerd, zijn er nog twee die je regelmatig nodig hebt en die je altijd tot het laatst bewaart. De eerste is het wegwerken van storende ruis als je bij weinig licht hebt gefotografeerd. Dat doe je met Filter / Ruis / Ruis reduceren. Speel met Sterkte en Details behouden tot de ruis voldoende gereduceerd is. Volledig verdwijnen zal het meestal niet en vergeet ook niet dat je nu een voorbeeld op ware grootte bekijkt. Zo groot bekijkt niemand jouw foto, dus staar je niet blind op een beetje ruis. Als laatste verscherp je de foto via Verbeteren / Onscherp masker. Hier gebruik je Hoeveel (doorgaans tussen 50% en 200%) en Straal (vaak tussen 0,5 en 2) om de scherpte in te stellen. Door Drempel te verhogen, voorkom je dat ook egale vlakken verscherpt worden, terwijl dat daar meestal niet nodig is.

©PXimport

Tip 18 Storende ruis kan altijd verminderd worden.

Tip 19: Opslaan

Eenmaal klaar met bewerken, is het tijd om de verbeterde foto op te slaan. Dat kan via Bestand / Opslaan als of via Bestand / Opslaan voor web om een kleinere versie op te slaan die je online wilt zetten of wilt versturen. Sla de bewerkte foto altijd met een nieuwe naam op. Bijvoorbeeld de originele bestandsnaam met zoiets als -bewerkt erachter. Overschrijf liever nooit de originele foto. Want dan kun je nooit meer terug om vanuit het oorspronkelijke beeld een nieuwe bewerking te maken. Je kunt er ook voor kiezen om de originelen naar een andere submap te verplaatsen. Of juist de bewerkte beelden. Zodat onbewerkte en bewerkte foto's niet door elkaar staan en je bij het bekijken dus twee keer (ongeveer) dezelfde foto tegenkomt. Probeer gerust uit wat jij het prettigst vindt werken.

©PXimport

Tip 19 Sla een bewerkte foto als kopie op.

Tip 20: Speciale bewerking

Er is nog een derde en laatste bewerkingsmodus die we nog niet besproken hebben en dat is Met instructies. Aan de rechterzijde vind je er allerlei bewerkingen die in drie categorieën zijn gerangschikt. Bij TouchUps word je door het programma begeleidt bij eenvoudige maar ook enkele wat complexere bewerkingen. Nog interessanter is Foto-effecten waar je op een relatief eenvoudige manier coole effecten aan foto's toevoegt. Fotoplay ten slotte bevat de allermooiste en meest geavanceerde effecten van dit programma. Zo kun je onder andere de illusie wekken dat een onderwerp deels uit de foto steekt of een puzzeleffect toevoegen. Ook een reflectie toevoegen alsof je aan het water staat of tegen een glimmend oppervlak aankijkt, behoort tot de mogelijkheden.

©PXimport

Tip 20 Voeg in een paar stappen je eigen reflecties toe.

Tip 21: Labels

Terug in de Organizer is er een aantal extra manieren om sneller je foto's terug te vinden. De sterwaarderingen hebben we al in tip 5 en 6 besproken. Je kunt ook labels aan foto's toekennen. Dat zijn steekwoorden waarop je kunt zoeken. Klik in de Organizer rechts onderin op de knop Tags/Info. In een kolom aan de rechterzijde vind je rubrieken met trefwoorden. Onderin bevindt zich een invoerveld waarmee je eigen labels aan deze rubrieken kunt toevoegen. Sleep een label naar één of meer foto's, en je kunt ze voortaan via deze labels terugvinden door erop te zoeken via het zoekveld bovenin het scherm of Zoeken in de menubalk.

©PXimport

Tip 21 Via labels vind je foto's nog sneller terug.

Tip 22: Gezichtsdetectie

De Organizer heeft een aantal tabbladen. Standaard sta je in Media en zie je miniaturen van foto's. Ga je naar Personen dan zie je alle foto's waarop mensen staan. Hiervoor is het wel nodig dat je eerst via gezichtsdetectie deze personen door het programma in je foto's laat opsporen via het pictogram Personen onderin het scherm. Er worden gezichten getoond en je hoeft alleen maar aan te geven wie het is. Het programma is zelflerend, dus het gaat steeds sneller en makkelijker. Op tabblad Plaatsen vind je foto's terug op locatie. Tenminste, als er locatiegegevens in je foto's zitten. Zo niet, dan kun je zelf locaties toevoegen, al is dat wel veel en handmatig werk. Tot slot zijn foto's te rangschikken op Gebeurtenissen.

©PXimport

Tip 22 Gezichtsdetectie herkent personen op foto's steeds beter.

▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.

▼ Volgende artikel
Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken
© ID.nl
Huis

Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken

Vroeg of laat moet je bepaalde informatie digitaal delen. Denk aan contracten, medische gegevens of vertrouwelijke rapporten. Dat is vaak ook precies het moment waarop het mis kan gaan. Eén foutieve klik en je bestand belandt in verkeerde handen. Gelukkig zijn er slimme en relatief eenvoudige manieren om het risico te beperken, zonder paranoïde toestanden.

Wat gaan we doen

In deze workshop leer je stap voor stap hoe je gevoelige informatie digitaal kunt delen zonder risico. We laten zien hoe je metadata verwijdert, bestanden versleutelt met 7-Zip en toegang beperkt via OneDrive. Ook ontdek je hoe je e-mails extra beveiligt met Outlook, Gmail of Proton Mail. Zo weet je precies welke methode het beste past bij jouw situatie en houd je vertrouwelijke documenten echt vertrouwelijk.

Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie terechtkomt bij onbevoegden, gebruik je bij voorkeur een combinatie van beveiligingsmaatregelen. Versleutel je bestanden vóór verzending, gebruik wachtwoorden of toegangsrechten en kies voor veilige overdrachtsdiensten in plaats van standaardmail. Beperk daarnaast de toegang tot enkel de juiste personen of groepen. Zo houd je je data echt privé, ook na verzending. 

Metadata verwijderen

Welke versie van Windows je ook gebruikt: als je gevoelige bestanden deelt, is het verstandig om eerst de metadata te wissen. Wanneer je een bestand aanmaakt, slaat het systeem automatisch extra gegevens op, zoals de naam van de auteur, de datum van de laatste wijziging, de computernaam en meer. Deze metadata kunnen onbedoeld gevoelige informatie prijsgeven.

Gelukkig kun je deze metadata in Windows Verkenner eenvoudig verwijderen. Navigeer naar het bestand dat je wilt delen. Klik er met de rechtermuisknop op en kies Eigenschappen. Of gebruik de toetscombinatie Alt+Enter. Ga naar het tabblad Details. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. Hier kun je ook de optie Maak een kopie waarbij alle mogelijke eigenschappen zijn verwijderd selecteren. Bevestig met OK. Hierdoor ontvang je een kopie van het bestand zonder de metadata.

Je kunt ook selectief de metadata selecteren die je wilt verwijderen.

➡️7-Zip

Installeren

Ben je van plan om een bestand via internet te versturen? Dan is versleuteling een slimme zet. Door een bestand te versleutelen, voorkom je dat onbevoegden toegang krijgen tot de inhoud, zelfs als ze dat per ongeluk in handen krijgen. Hoewel Windows 11 zelf versleutelingsopties biedt, zijn die alleen bedoeld voor lokale opslag en dus niet geschikt voor bestanden die je wilt delen. Gebruik daarom een externe tool zoals 7-Zip, een gratis, opensource-programma dat uitstekend werkt voor veilige compressie én encryptie.

7-Zip installeer je via de Opdrachtprompt: Open het Startmenu en zoek naar Opdrachtprompt. Klik met de rechtermuisknop op het resultaat en kies Als administrator uitvoeren. Typ de volgende opdracht en druk op Enter: winget install --id 7zip.7zip.

De tool wordt automatisch gedownload en geïnstalleerd. Zodra 7-Zip klaarstaat, kun je je bestand inpakken in een met een wachtwoord beveiligd archief (7z of zip) met sterke AES-256-encryptie. Op die manier kun je het bestand veilig versturen, bijvoorbeeld via e-mail of een cloudservice, mits je het wachtwoord apart en veilig deelt.

Installeer 7-Zip via de Opdrachtprompt.

Versleutelen

Om 7-Zip te starten, zoek je via Startmenu naar 7-Zip File Manager. Open de app en navigeer naar het bestand dat je wilt beveiligen. Selecteer dat en klik op de groene knop Toevoegen. Onderaan, in het gedeelte Versleuteling, vul je een wachtwoord in om het bestand te beveiligen. Typ het wachtwoord twee keer ter bevestiging.

Je kunt ervoor kiezen om het wachtwoord zichtbaar te maken, zodat je zeker weet dat je geen typfouten maakt. Daarnaast kun je ook de bestandsnaam versleutelen. Dat zorgt ervoor dat zelfs de naam van het bestand niet meer herkenbaar is, wat de inhoud extra goed afschermt voor nieuwsgierige ogen. Het resultaat is een versleuteld archiefbestand - een soort digitale container - dat alleen geopend kan worden met het ingestelde wachtwoord.

Standaard blijft het originele, niet-versleutelde bestand behouden. Wil je dat automatisch laten verwijderen? Vink dan in het venster Toevoegen aan archief de optie Bestanden na inpakken verwijderen aan. Zo blijft enkel de beveiligde versie over.

Voer een wachtwoord in om de container te beveiligen.

Uitpakken

Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof het bestand niet aan een programma is gekoppeld, maar 7-Zip herkent het formaat en pakt het zonder problemen uit. Houd er rekening mee dat de ontvanger ook over 7-Zip moet beschikken om het versleutelde archief te openen.

Deze opent het bestand in 7-Zip, selecteert het en klikt op de knop Uitpakken. Daarna vraagt 7-Zip waar het uitgepakte bestand moet worden opgeslagen en voert de ontvanger het juiste wachtwoord in. Stuur het wachtwoord nooit samen met het bestand. Verstuur het wachtwoord via sms, telefoon of een ander chatplatform.

Geef aan waar de container wordt uitgepakt en voer het wachtwoord in.

Versleutelen en splitsen

Wil je nog een extra beveiligingslaag toevoegen? Dan kun je het bestand niet alleen versleutelen met 7-Zip, maar ook opsplitsen in meerdere delen. Vervolgens kun je elk deel apart versturen, eventueel zelfs op verschillende momenten of via verschillende kanalen.

Open opnieuw 7-Zip en voeg het bestand toe dat je op deze manier wilt beveiligen. Stel een encryptiewachtwoord in en bevestig dat. In het veld Opsplitsen in volumes, bytes kies je de gewenste bestandsgrootte per deel. Dit is vooral handig voor grote bestanden. Stel dat het originele bestand 40 MB groot is. Als je 10 MB opgeeft, maakt 7-Zip er automatisch vier gelabelde delen van.

Voor maximale veiligheid kun je elk deel via een andere dienst of e-mailaccount verzenden. De ontvanger selecteert alle delen in 7-Zip (houd hiervoor de Ctrl-toets ingedrukt tijdens het aanklikken) en kiest daarna Uitpakken. Zodra het juiste wachtwoord wordt ingevoerd, worden de delen automatisch samengevoegd en ontsleuteld.

Op deze manier wordt het bestand opgesplitst in pakketten van maximaal 10 MB.

➡️OneDrive

Machtigingen

Met OneDrive stel je eenvoudig machtigingenin waarmee je bepaalt wie er toegang krijgt tot het bestand dat je eerder met 7-Zip hebt versleuteld. Het delen kun je op elk moment weer stopzetten. Open OneDrive via verkenner en navigeer naar de map waarin de versleutelde container staat. Klik met de rechtermuisknop op het bestand en kies voor Delen.

In het pop-upvenster voer je het e-mailadres in van de persoon met wie je het bestand wilt delen. Je kunt ook meerdere e-mailadressen of een mailgroep invoeren. Klik vervolgens op het potloodicoon om aan te geven of de ontvanger het bestand mag Bewerken of Alleen mag bekijken. Ben je klaar? Klik dan op Verzenden. De ontvanger krijgt een e-mail met een link om het bestand te downloaden.

Mag de ontvanger het bestand alleen lezen of mag hij het ook wijzigen?

➡️Outlook

E-mailversleuteling

Heb je een Microsoft 365-abonnement? Dan kun je gebruikmaken van de ingebouwde versleutelfunctie in Outlook om je e-mails en bijlagen extra te beveiligen.

Open de Outlook-app en klik op Nieuwe e-mail om een nieuw bericht op te stellen.Ga eventueel naar het tabblad Invoegen en kies Bestand bijvoegen.Selecteer via Op deze computer zoeken het gewenste bestand en klik op Openen.

Daarnaga je naar het tabblad Opties bovenaan het Lint.Klik op de knop Versleutelen. Je kunt hier ook kiezen uit verschillende beveiligingsniveaus.Maak je bericht af zoals gewoonlijk en klik op Verzenden.De e-mail wordt nu automatisch versleuteld verstuurd. De inhoud is onderweg beschermd en kan alleen worden geopend door de bedoelde ontvanger.

Gebruik de knop Versleutelen in het tabblad Opties.

Beveiligingsopties

Onder de knop Versleuteling zie je drie opties als je een Microsoft 365 Family- of Personal-abonnement gebruikt. De eerste optie is Niet doorsturen. Hierdoor blijft je bericht versleuteld binnen Microsoft 365 en kan de ontvanger het niet kopiëren of naar anderen doorsturen. Kies je Versleutelen, dan kunnen ontvangers met een Outlook.com- of Microsoft 365-account de bijlagen downloaden vanuit Outlook.com of de mobiele Outlook-app.

Wie een andere e-mailclient gebruikt, zoals Gmail, Thunderbird of Apple Mail, ontvangt een bericht dat er een Microsoft Office 365-versleutelde e-mail op hem wacht. Als de ontvanger op de link Bericht lezen klikt, dan schakelt hij naar het Microsoft 365 Portal voor berichtversleuteling en daar moet hij zich aanmelden met een eenmalige wachtwoordcode. Die code ontvangt hij in zijn e-mailclient en daarmee kan hij dan het bericht op de portal openen.

De derde optie is Geen machtiging ingesteld en daarmee verwijder je eerdere machtigingen. De versleutelfunctie in Outlook is ideaal voor wie snel en zonder technische omwegen gevoelige informatie wil delen binnen een professionele context. Je hoeft geen extra tools te installeren.

Gebruikt de ontvanger geen Outlook, dan wordt hij verwezen naar de Microsoft 365 Portal.

➡️Gmail

Vertrouwelijke modus

De extra beveiliging in Gmail heet Vertrouwelijke modus. Hiermee versleutel je je berichten, zodat alleen de bedoelde ontvanger ze kan lezen, zelfs als iemand anders toegang krijgt tot diens mailbox. Klik op Opstellen om een nieuw bericht te maken. Vul het e-mailadres van de ontvanger in, kies een onderwerp en typ je bericht. Voor je op Verzenden klikt, activeer je de extra beveiliging. Onderaan het berichtvenster zie je een aantal grijze knoppen. Helemaal rechts staat een pictogram van een slot met een wijzerplaat. Klik daarop om de Vertrouwelijke modus in te schakelen.


Gebruik je de mobiele app? Tik dan op de drie puntjes rechtsboven en kies daar het slotje. Ontvangers kunnen deze mail vervolgens niet doorsturen, kopiëren, afdrukken of downloaden. Er verschijnt ook een pop-upvenster waarin je de vervaltijd van het bericht instelt. Je kunt kiezen uit: 1 dag, 1 week, 1 maand, 3 maanden of 5 jaar. Na afloop van de gekozen periode verdwijnt het bericht automatisch uit de postbus.

Terwijl je de vervaltijd instelt, zie je ook de exacte einddatum.

Sms-beveiliging

In hetzelfde pop-upvenster kun je een extra beveiligingslaag toevoegen via de optie Toegangscode vereisen. Vink hier de optie Sms-toegangscode aan. De ontvanger kan het bericht dan pas lezen nadat hij of zij een code invoert die via sms op de mobiele telefoon wordt bezorgd. Hiermee voeg je een tweede beveiligingsfactor toe, wat het voor een indringer vrijwel onmogelijk maakt om toegang te krijgen. Die moet immers niet alleen de mailbox, maar ook de sms-berichten van de ontvanger onderscheppen. Dat is een bijzonder lastige combinatie.

Klik op Opslaan en vervolgens op Verzenden. Op dit moment kun je eventueel nog de vervaltijd van het bericht aanpassen. Dan verschijnt er nu een tweede pop-upvenster waarin je het telefoonnummer van de ontvanger moet invoeren. Klik opnieuw op Verzenden. De ontvanger krijgt vervolgens een e-mail met daarin een knop om het vertrouwelijke bericht in de browser te openen. Is sms-verificatie ingeschakeld? Dan ziet de ontvanger ter bevestiging de laatste twee cijfers van zijn of haar gsm-nummer. Na een klik op Send passcode wordt de toegangscode per sms verstuurd.

Voer het gsm-nummer in van de ontvanger.

Lees ook: 20 (écht) onmisbare tips voor Gmail

Documenten ondertekenen op je iPhone? Zo maak je een handtekening aan

View post on TikTok

➡️Proton Mail

Zwitserse veiligheid

De grote mailproviders maken er geen geheim van dat ze het e-mailverkeer scannen. Volgens eigen zeggen doen ze dat om hun dienstverlening te verbeteren. Daarbij richten ze zich vooral op de metadata van berichten: wie met wie communiceert, wanneer en hoe vaak. Ben je op je privacy gesteld, dan geeft dit idee een onbehaaglijk gevoel, zeker wanneer het om vertrouwelijke informatie gaat.

In dat geval kun je overstappen naar een ultraveilige aanbieder zoals Proton Mail (https://proton.me), een dienst die privacy centraal stelt. De servers staan in Zwitserland, waardoor de dienst onderworpen is aan een van de strengste privacywetgevingen ter wereld. Proton Mail werkt standaard met end-to-end-encryptie. Bij gewone e-mails is de verbinding tussen jou en de server meestal wel versleuteld met TLS (Transport Layer Security), maar de e-mail zelf wordt op de server in leesbare vorm opgeslagen.

End-to-end-encryptie (E2EE) bij e-mail betekent dat alleen de afzender en de beoogde ontvanger de inhoud van het bericht kunnen lezen. Zelfs de e-maildienst zelf kan niet zien wat er in de e-mail staat, omdat de versleuteling pas wordt verwijderd op het toestel van de ontvanger.

De gratis versie, Proton Free, biedt dezelfde sterke beveiliging als de betaalde formules, maar met enkele beperkingen. Je beschikt over één e-mailadres en 1 GB e-mailopslag. Daar staat tegenover dat je volledig reclamevrij werkt, niet gevolgd wordt en je berichten niet worden geanalyseerd of gelogd. Wie meer nodig heeft, kan upgraden naar een betaald abonnement, zoals Mail Plus (3,99 euro per maand bij jaarlijkse betaling).

Bij Proton Mail geniet je van end-to-end-versleuteling, wachtwoordbeveiliging en automatische verwijdering.


Zeg je Zwitsers en handig, dan zeg je …

Zakmessen!