ID.nl logo
WSLg: de kracht van Linux in je vertrouwde Windows-omgeving
© Andreas Prott - stock.adobe.com
Huis

WSLg: de kracht van Linux in je vertrouwde Windows-omgeving

Via allerlei kunst- en vliegwerk kun je al langere tijd Linux op je Windows-pc draaien. Opdrachtregelcommando’s zijn natuurlijk één ding, maar het plaatje wordt pas compleet als je ook toepassingen met een grafische gebruikersinterface kunt uitvoeren. Met het grafische deel van het Windows-subsysteem voor Linux kan dit perfect.

In dit artikel laten we zien hoe je op een Windows-pc Linux kunt draaien, met WSL(g):

  • Check de systeemeisen
  • Installeer WSL met één commando
  • Installeer een extra Linux-distributie
  • Beheer de geïnstalleerde distributies

Toch liever een dualboot-installatie? Windows én Linux: zo zet je twee besturingssystemen op één pc

Code downloaden

In dit artikel worden voorbeelden van diverse commando’s gegeven. Omdat het overtikken van dergelijke opdrachten erg foutgevoelig is, kun je ze beter downloaden en daarna bekijken of kopiëren. Zie het bestand codewinlin.txt.

Linux onder Windows draaien? Het idee wringt misschien wat – vooral bij Linux-puristen – maar het is zeker mogelijk. We kunnen zelfs zonder moeite diverse manieren bedenken om dit te doen: met halve Linux-emulators als Cygwin of Git for Windows, dualboot, virtuele machines, containers, x-server-forwarden, remote desktop en zelfs standaard in Windows met het grafische deel van het Windows-subsysteem voor Linux ofwel WSL(g).

1 Waarom?

Wellicht vraag je je af waarom je Linux onder Windows zou willen draaien? Bijvoorbeeld omdat je Linux beter wilt leren kennen zonder een aparte fysieke machine of een complexe dualboot-opstelling te configureren. Je behoudt bovendien je vertrouwde Windows-omgeving, terwijl je kennismaakt met de mogelijkheden van Linux – vooral voor ontwikkelaars en IT-professionals biedt Linux een bredere set tools en applicaties.

Het werkt ook comfortabel wanneer je binnen dezelfde machine snel tussen Linux- en Windows-taken kunt schakelen. Als je Linux in een sandbox-omgeving op Windows draait, biedt dit extra isolatie en veiligheid, wat nuttig kan zijn bij het testen van potentieel onveilige software. Dit geldt met name voor WSL(g). Maar wat moet je je hierbij precies voorstellen en hoe zit dit technisch in elkaar?

Een dualboot-configuratie (hier met Ubuntu) is altijd wel een complexe operatie.

2 Wat is WSL?

WSL staat voor Windows-subsysteem voor Linux, een compatibiliteitslaag ontwikkeld door Microsoft die het mogelijk maakt Linux-opdrachtregelcommando’s en -applicaties native op Windows te draaien. Er zijn inmiddels twee hoofdversies van WSL uitgebracht.

WSL 1 kwam in 2016 op de markt en gebruikt een compatibiliteitslaag die Linux-systeemoproepen naar Windows-systeemoproepen vertaalt, zodat Linux-binary’s rechtstreeks op de Windows-kernel kunnen worden uitgevoerd. Dit kan soms leiden tot compatibiliteitsproblemen met bepaalde applicaties of tools, omdat er geen echte Linux-kernel is.

Drie jaar later kwam WSL 2 uit, met als belangrijkste verschil dat die wel een echte Linux-kernel gebruikt. De kernel draait in een lichtgewicht virtuele machine (VM), beheerd door (een in Windows Home uitgeklede versie van) Hyper-V, waardoor een sandbox-omgeving wordt gecreëerd. WSL 2 maakt gebruik van een virtueel bestandssysteem: toegang tot Windows-bestanden is mogelijk, maar Linux-bestanden blijven geïsoleerd binnen de VM, overigens net als Linux-processen. Ook de netwerkstack van de VM kan van het hostnetwerk worden geïsoleerd, of door netwerkconfiguraties of firewallregels binnen Windows worden beperkt. Precies doordat een Linux-kernel wordt gebruikt, biedt WSL 2 over het algemeen betere bestandsinvoer/uitvoer- en netwerkoperaties evenals een hogere mate van compatibiliteit.

SL 2: dankzij Hyper-V kunnen zowel de Windows NT- als Linux-kernel parallel aan elkaar draaien.

3 WSLg: wat?

WSLg (g staat voor GUI ofwel Graphical User Interface) is een uitbreiding van WSL 2 en werd in 2021 algemeen beschikbaar. WSLg gebruikt het Wayland-protocol, een modern alternatief voor het oudere X11-systeem, om grafische Linux-applicaties weer te geven. De grafische uitvoer van Wayland wordt vervolgens via FreeRDP, een opensource-implementatie van RDP (Remote Desktop Protocol), doorgegeven aan de ingebouwde RDP-client in Windows, zodat deze netjes in het Windows-bureaublad kan worden geïntegreerd. Hierdoor blijven deze toepassingen veilig binnen de sandbox-omgeving van Linux, terwijl ze toch op je Windows-bureaublad verschijnen.

WSLg maakt gebruik van FreeRDP om ‘op afstand’ de Linux-GUI te kunnen bedienen.

4 Systeemeisen

WSL 2 is dus erg handig, maar heeft wel enkele specifieke hardware- en software-eisen.

Wat hardware betreft, heb je een 64bit-processor met ondersteuning voor virtualisatie nodig, omdat WSL 2 gebruikmaakt van de VM van Hyper-V. Controleer of hardware-virtualisatie in het UEFI/BIOS is ingeschakeld, doorgaans aangeduid als AMD-V of Intel VT-x.

Dit kun je ook vanuit Windows controleren: open Taakbeheer met Ctrl+Shift+Esc, ga naar Prestaties, kies Processor en controleer of de status van Virtualisatie op Ingeschakeld staat.

Verder heb je een up-to-date stuurprogramma voor je grafische kaart met ondersteuning voor WSLg nodig en voldoende vrije schijfruimte. En je hebt minimaal Windows 10 versie 19044 (21H2) nodig of Windows 11. Je controleert dit via Instellingen / Systeem, bij Info.

Je hebt hardware-virtualisatie nodig om met WSL 2 (en WSLg) aan de slag te kunnen.

5 Automatische installatie

De periode dat deelname aan het Windows Insider Programma vereist was om toegang tot WSLg te krijgen, ligt gelukkig achter ons. Als je systeem aan de vermelde systeemeisen voldoet, kun je meteen aan de slag.

Je kunt WSL met één commando installeren. Dit doe je vanuit Opdrachtprompt of de Windows Terminal, die je als administrator opstart. We gaan uit van de Terminal: klik met de rechtermuisknop op de Windows-startknop, kies Terminal (beheerder) en bevestig met Ja. In Windows 10 kies je in plaats van Terminal voor de optie Windows PowerShell (Admin). Voer het volgende commando uit: wsl --install. Windows zal nu vragen je pc te herstarten.

Hiermee activeer je niet alleen de nodige componenten voor WSL 2, maar je zet tegelijk al een Linux-distributie klaar. Standaard is dit Ubuntu, maar in paragraaf 7 zie je hoe je ook andere Linux-distributies kunt installeren.

Je kunt WSL en Ubuntu met één commando activeren en installeren.

6 Handmatige installatie

Microsoft heeft het dus zeer eenvoudig gemaakt om WSL te activeren, maar wellicht ben je geïnteresseerd in het onderliggende installatieproces. In plaats van het installatiecommando op de Terminal te gebruiken, kun je het proces ook ‘handmatig’ sturen, zodat je meer inzicht krijgt in wat er precies gebeurt.

Dit kan als volgt. Druk op Windows-toets+R en voer optionalfeatures uit. In het venster Windows-onderdelen scrol je naar Windows-subsysteem voor Linux en zorg je dat dit is aangevinkt. Schakel ook het onderdeel Platform voor virtuele machine in. Bevestig je keuzes met OK en herstart Windows.

Lukt dit om een of andere reden niet, dan kan het ook via PowerShell als administrator. Voer achtereenvolgens de volgende commando’s uit:

dism.exe /online /enable-feature /featurename:Microsoft-Windows-Subsystem-Linux /all /norestart

dism.exe /online /enable-feature /featurename:VirtualMachinePlatform /all /norestart

Nadat telkens de melding van een succesvolle uitvoering is verschenen, herstart je ook nu je pc.

Om er zeker van te zijn dat je over de recentste Linux-kernel beschikt, download en installeer je het WSL 2 Linux-kernel-updatepakket via https://aka.ms/wsl2kernel, waar je op WSL 2 Linux kernel update for x64 machines klikt. Dubbelklik vervolgens op het gedownloade msi-bestand. Een installatiewizard verschijnt. Klik hier op Next en bevestig met Ja en Finish.

Je hebt hardware-virtualisatie nodig om met WSL 2 (en WSLg) aan de slag te kunnen.

Virtualisatie-onderdelen

Om WSL te activeren, moet je bepaalde Windows-onderdelen inschakelen die met virtualisatie te maken hebben. Het gaat om Platform voor virtuele machine en Windows-subsysteem voor Linux, beide nodig voor een gevirtualiseerde Linux-kernel.

In Windows Home vind je tevens het onderdeel Windows Hypervisor-platform. Dit moet je inschakelen als je met een externe hypervisor oftewel VM-manager wilt werken, zoals Oracle VirtualBox.

In Windows Pro is er ook nog het onderdeel Hyper-V, waarmee je een volwaardige hypervisor inschakelt om zelf virtuele machines te creëren en beheren. Daarnaast biedt Windows Pro nog de onderdelen Windows-Sandbox voor een virtuele Windows-testmachine, Microsoft Defender Application Guard voor het openen van sites en documenten in afgeschermde browser- en Office-instanties, en Containers voor het gebruik van Windows-containers.

Windows Pro nog wat meer onderdelen die met virtualisatie te maken hebben.

7 Zelf een Linux-distributie installeren

Bij de geautomatiseerde installatie (zie paragraaf 5) wordt Ubuntu standaard mee geïnstalleerd. Hoe je hiermee aan de slag gaat, lees je vanaf de volgende paragraaf. Eerst vertellen we je hoe je zelf een (extra) Linux-distributie installeert via WSL.

We gaan ervan uit dat je met grafische Linux-applicaties wilt werken en dus WSL 2 (met uitbreiding WSLg) nodig hebt. Stel daarom WSL 2 in als standaardversie. Klik in het startmenu met rechts op Opdrachtprompt of PowerShell, kies Als Administrator uitvoeren en voer het volgende commando uit:

wsl --set-default-version 2

Een Linux-distributie ophalen en installeren kan als volgt. Voer eerst het volgende commando uit om te zien welke Linux-distributies al op je systeem zijn geïnstalleerd:

wsl --list -all

Vraag vervolgens een lijst van beschikbare distributies op (op dit moment zijn dat veertien distributieversies):

wsl --list --online

Om een distributie te installeren, voer je dit commando uit:

wsl --install -d <Name>

Bijvoorbeeld:

wsl --install -d Ubuntu24.04

of

wsl --install -d kali-linux

Het kan ook vanuit de Microsoft Store: typ Linux in de zoekbalk rechtsboven, houd de muispijl boven de gewenste distributie en selecteer Downloaden, waarna de installatie kan beginnen.

Je kunt je Linux-distributies vanaf de opdrachtregel installeren en beheren.

8 Distributies beheren

Met het volgende commando krijg je een lijst van alle geïnstalleerde distributies, hun status (Running of Stopped) en de WSL-versie waaronder ze draaien:

wsl --list --verbose

Of korter:

wsl -l -v

Omdat je WSL 2 als standaard hebt ingesteld, zou er normaal gesproken 2 moeten staan in de kolom Version. Je kunt een distributie ook naar een andere versie omzetten met:

wsl --set-version <NAME> <VersieNummer>

Bijvoorbeeld:

wsl --set-version Debian 2

Wanneer je het commando wsl zonder verdere parameters uitvoert, start de standaard Linux-distributie, normaliter Ubuntu. Om een specifieke distributie te starten, gebruik je:

wsl -d <naam>

De distributies vind je trouwens ook terug onder hun volledige naam in het Windows-startmenu, zoals Ubuntu of Kali Linux.

Wil je een andere distributie als standaard instellen, voer dan deze opdracht uit:

wsl --setdefault <naam>

Het is mogelijk een distributie met een specifieke gebruiker op te starten vanuit de Opdrachtprompt met:

wsl --user <gebruikersnaam>

In Ubuntu bijvoorbeeld creëer je een gebruiker met:

sudo adduser <gebruikersnaam>

En whoami vertelt je wie is aangemeld.

Een opgestarte distributie sluit je af met het commando exit vanuit de Linux-terminal of je voert in de Windows Opdrachtprompt wsl --shutdown uit. Dit laatste commando sluit overigens alle draaiende distributies in één keer af.

Je kunt een distributie, inclusief de bijbehorende software, gegevens en instellingen, verwijderen met:

wsl --unregister <naam>

Bijvoorbeeld:

wsl --unregister Ubuntu-22.04

Je kunt een distributie ook meteen met de gewenste gebruiker opstarten.

9 Pakketbeheer in Ubuntu

Wanneer je een Linux-distributie via WSL installeert, word je bij de eerste opstart om een gebruikersnaam (UNIX-name) en wachtwoord gevraagd. Daarna beland je in de terminal, achter een prompt als <gebruikersnaam>@<computernaam>:~$. We nemen hier de standaarddistributie Ubuntu als voorbeeld. Met het commando lsb_release -a ontdek je de exacte Ubuntu-versie en met uname -r de versie van de Linux-kernel (zoals 5.15.133.1-microsoft-standard-WSL2).

Werk de Ubuntu-pakketbronnen bij en update de geïnstalleerde pakketten met de volgende commando’s:

sudo apt update

sudo apt upgrade

Controleer welke pakketten een update nodig hebben met:

sudo apt list --upgradable

Om een specifiek pakket te updaten, gebruik je:

sudo apt --only-upgrade install <pakketnaam>

Zoek naar een exacte pakketnaam met:

apt search <zoekterm>

En installeer deze vervolgens met:

sudo apt install <pakketnaam>

Bijvoorbeeld:

sudo apt install imagemagick

Handig om weten: met het commando clear maak je het terminalvenster leeg.

In een vers geïnstalleerde Ubuntu (22.04) zijn doorgaans heel wat pakketten aan een update toe.

10 Grafische applicaties

We gaan ervan uit dat WSL 2 actief is en dat je probleemloos Linux-distributies kunt installeren en starten. Dit betekent dat WSLg beschikbaar is en je grafische Linux-applicaties kunt draaien. Mocht het opstarten van grafische Linux-applicaties onverhoopt niet werken, kun je ontbrekende onderdelen voor WSLg herstellen met deze commando’s:

wsl --update

wsl --shutdown

Met dit laatste commando stop je alle draaiende WSL-instanties en sluit je de achterliggende virtuele machine af. Om WSL daarna weer op te starten, hoef je alleen een WSL-commando uit te voeren of een Linux-distributie te starten.

We nemen verder Ubuntu als voorbeeld en installeren we de grafische bestandsbrowser Nautilus. Start de Ubuntu-terminal en voer dit commando uit:

sudo apt install nautilus -y

Start de app daarna op met het commando nautilus. Op dezelfde manier kun je andere grafische apps installeren, zoals:

VLC Media Player:

sudo apt install vlc -y

Fotobewerker GIMP:

sudo apt install gimp -y

Gnome Text Editor:

sudo apt install gnome-text-editor -y

Deze drie voorbeelden start je later dan op met respectievelijk vlc, gimp en gnome-text-editor.

WSLg in actie: de grafische bestandsbrowser Nautilus voor Linux, vanuit Windows.

11 X-server

WSLg kan overweg met de meeste grafische Linux-applicaties, maar soms is de weergave gebrekkig. Voor X11-applicaties kun je het dan nog eens met een X-server proberen, zoals het gratis VCXsrv. Download de server via www.sourceforge.net/projects/vcxsrv en installeer deze met de standaardinstellingen. Start daarna XLaunch via het Windows-startmenu. Kies achtereenvolgens: Multiple Windows (-1) en Start no client, en zet een vinkje bij Disable access control. Geef desgevraagd je firewall toestemming voor de netwerkverbinding van de server. Open vervolgens je Ubuntu-terminal en voer de volgende commando’s uit:

echo export DISPLAY=$(hostname).local:0.0 >> ~/.bashrc

source ~/.bashrc

Controleer deze aanpassing eventueel met:

gnome-text-editor ~/.bashrc

Probeer het uit met:

sudo apt install x11-apps

En start grafische testapplicaties zoals xcalc, xclock of xeyes. Wanneer je in het Windows-systeemvak over het XLaunch-pictogram beweegt, verschijnt als het goed is 1 clients.

Een alternatief voor WSLg: grafische Linux-uitvoer naar Windows via X-server.

12 Wisselwerking

Dankzij WSL(g) kun je (grafische) Linux-applicaties binnen je Windows-omgeving opstarten. De geïnstalleerde distributies vind je bij naam in het startmenu van Windows. Hier tref je ook geïnstalleerde Linux-applicaties aan binnen de map van de distributie en kun je deze zelfs aan je taakbalk of startmenu vastpinnen. Het is mogelijk Linux-commando’s rechtstreeks vanuit de Windows Opdrachtprompt uit te voeren door ze vooraf te laten gaan door wsl. Bijvoorbeeld, om de mapinhoud te bekijken, voer je wsl ls uit. Wanneer je Verkenner opent zie je onderaan in het navigatiepaneel de Linux-mascotte Tux, met aparte mappen voor elke geïnstalleerde Linux-distributie.

Deze integratie werkt ook andersom. Zo kun je diverse commando’s op de Linux-terminal uitvoeren, zoals dir om de mapinhoud op te vragen. Je kunt vanuit Linux bovendien door je Windows-mappenstructuur navigeren. Voer mount uit in de Linux-terminal en je ziet stations zoals /mnt/c, /mnt/d (voor C- en D-stations enzovoort). Navigeer door deze mappen met cd, bijvoorbeeld: cd /mnt/c/windows. Keer terug naar de bovenliggende map met cd ..

Je kunt ook een grafische bestandsbrowser gebruiken, zoals Nautilus. Ga hiervoor naar +Other locations / Computer en navigeer naar het gewenste station, zoals /mnt/c.

Je vindt Linux-applicaties ook terug in het Windows-startmenu en op de taakbalk.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome
Huis

Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome

Je smarthome hangt vol met slimme apparatuur en sensoren die je van alles over je huis vertellen, waardoor het haast zonde is dat je deze data alleen vanaf je smartphone of computer kunt aflezen. Een tablet aan de muur hangen kan een oplossing zijn, maar het kan nog een beetje moderner. In dit artikel lees je hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt dat je overal in huis kunt neerzetten of ophangen.

In dit artikel laten we zien hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt en gebruikt voor je smarthome:

  • Ga voor de Home Assistant Green of installeer Home Assistant op een Raspberry Pi
  • Kies voor een e-ink-scherm van WaveShare
  • Verbind het scherm met een ESP32-microcontroller en programmeer deze met ESPHome
  • Configureer een YAML-bestand om data als temperatuur en luchtvochtigheid weer te geven
  • Plaats het scherm in een fotolijstje of 3D-geprinte behuizing

Wat er nog meer in huis slim kan? Zo maak je van je doorsnee huis een slim, comfortabel en veilig huis

Er zijn meerdere redenen om e-ink te gebruiken om informatie over je smarthome te tonen. Ten eerste zijn deze schermen niet voorzien van achtergrondverlichting, waardoor ze geen baken van licht in je kamer worden. Zo’n scherm is net zo subtiel als een foto aan de muur en kan bij het juiste formaat zelfs in een fotolijstje worden gestopt. Ten tweede is e-ink zeer energiezuinig: het scherm verbruikt alleen stroom als deze het de inhoud ververst. Laat jouw scherm de temperatuur in een kamer zien en blijft die urenlang stabiel? Dan wijzigt het scherm niet en verbruikt het bijna geen energie.

Compatibiliteit

Uiteraard is niet ieder smarthomesysteem compatibel met zelfgebouwde e-ink-schermpjes. In dit artikel gaan we uit van een smarthome met Home Assistant, een populair opensource-platform van Nederlandse makelij. Omdat Home Assistant opensource is, werkt het met tal van extra toepassingen en apparaten – waaronder de zeer flexibele ESP32-microcontroller. Dit zijn kleine apparaatjes die je met allerlei apparatuur kunt verbinden en vervolgens programmeert om door Home Assistant als slim thuisapparaat te worden gezien.

Home Assistant

Home Assistant is op allerlei soorten apparaten te installeren. Het bedrijf achter het systeem verkoopt de Home Assistant Green voor pakweg 130 euro. Dat is de simpelste oplossing, maar wie een ongebruikte Raspberry Pi in de kast heeft liggen, kan daar ook de Home Assistant-software op installeren. Een Raspberry Pi 3 is bruikbaar, maar een Pi 4 of 5 wordt geadviseerd. Groot voordeel van een Pi is dat Home Assistant in de officiële configuratiesoftware van de fabrikant zit verwerkt.

Je downloadt de Raspberry Pi Imager van www.raspberrypi.com/software. Bij het voorbereiden van je microSD-kaart kies je Other specific-purpose OS gevolgd door Home assistants and home automation. In de getoonde lijst selecteer je de software voor Home Assistant.

De Home Assistant Green is een alles-in-één-oplossing voor wie zijn smarthome op Home Assistant wil aansluiten.

Configuratie

Staat de software op je microSD-kaart, dan kun je deze in je Pi steken, de stroom aansluiten bij voorkeur een ethernetkabel aansluiten. In de browser van je computer open je dan http://homeassistant.local:8123 om het smarthomesysteem naar wens te configureren.

Je kunt binnen Home Assistant nagenoeg al je gebruikte slimme gadgets toevoegen, zoals de lampen van Hue, sloten van Nuki en verwarmingsknoppen van Tado. Voor apparaten die niet officieel worden ondersteund zijn er bijna altijd wel door fans gemaakte integraties die met het systeem communiceren. Over alle apparaten die gekoppeld zijn aan Home Assistant koppelt kun je later informatie laten weergeven op je e-ink-scherm.

Drie stukjes van de puzzel

Voor de bouw van je e-ink-display heb je drie zaken nodig. Ten eerste is er het scherm zelf. Hier gaan we uit van een 4,2inch-display van WaveShare. Deze is in meerdere webwinkels te koop voor rond de 35 euro. Andere schermen zouden ook moeten werken, maar van dit WaveShare-scherm is bekend dat meer mensen ze succesvol met Home Assistant hebben verbonden. Omdat je later afhankelijk bent van een stukje code, is het gunstig om een beproefde optie te kiezen.

Dit beeldscherm van WaveShare gebruikt e-paper, waardoor informatie net als bij een e-reader wordt getoond. Zeer zuinig en goed af te lezen in fel zonlicht.

Vergeet je HAT niet

Let er bij je aanschaf goed op dat je scherm voorzien is van een zogeheten E-Paper Driver HAT. Bij WaveShare zit dit er standaard op. HAT staat voor Hardware Attached on Top, een printplaatje dat extra functionaliteit aan je onderdeel geeft. In dit geval kun je de Driver HAT met een standaard ribbonkabel met het scherm verbinden, waarna je allerlei kleine pinnetjes hebt om snoertjes op aan te sluiten om weer met een andere device te verbinden. Snoertjes die je nodig hebt voor het laatste stuk van onze puzzel.

Met de speciale E-Paper Driver HAT kun je het beeldscherm aansluiten op andere apparaatjes, zoals de ESP32.

Microcontroller aansluiten

Als laatste hebben we een ESP32-microcontroller nodig. Door de kabels van de E-Paper Driver HAT te verbinden met de ESP32, kan het scherm met wifi verbinden en data ontvangen van Home Assistant. Bijna iedere ESP32 werkt, maar zorg er wel voor dat je model kleine cirkelgaatjes aan de zijkanten heeft. Deze heb je later nodig om te solderen. Dit vergt enige ervaring met een soldeerbout. Hoewel de HAT snoertjes heeft die je kunt vastpluggen, moet je de uiteindes vastsolderen aan verbindingspoortjes van de ESP32-module.

©Tomasz - stock.adobe.com

Deze ESP32 is een zogeheten microcontroller. Programmeer hem met de juiste firmware en hij kan ieder apparaat met Home Assistant verbinden.

Welke kabel naar welke GPIO-pin?

Je kunt de kabels van je HAT uiteraard niet zomaar solderen. Hier een overzicht van welk snoer je waarmee verbindt:

  • BUSY-kabel aan de GPIO27-pin
  • RST-kabel aan de GPIO33-pin
  • DC-kabel aan de GPIO25-pin
  • CS-kabel aan de GPIO26-pin
  • CLK-kabel aan de GPIO18-pin
  • MOSI-kabel aan de GPIO23-pin
  • GND-kabel aan de GND-pin
  • 3.3V-kabel aan de 3.3V-pin

Deze pins gelden voor de configuratie met het door ons gebruikte 4,2inch-display. Wees voorzichtig en kijk vooraf goed wat voor aansluitingen worden gebruikt bij een configuratie voor jouw beeldscherm, soms kan dat namelijk verschillen.

ESPHome

Zijn je schermpje, de HAT en de ESP32 allemaal met elkaar verbonden? Dan is het tijd om de ESP32 te programmeren. Dat doen we met behulp van ESPHome, wat op zijn beurt weer in Home Assistant kan worden geïnstalleerd. Open in een browser het webadres van jouw Home Assistant en ga in de linkerbalk onderaan naar Instellingen / Add-ons. Druk rechtsonder op de knop voor de add-on-winkel, zoek ESPHome en installeer dat.

Druk na installatie op de knop Start. Klik daarna op Open Web UI te klikken. Je ziet het ESPHome Dashboard. Hier kun je de ESP32 configureren zonder geavanceerde programmeerkennis. Verbind je installatie met een usb-kabel aan Home Assistant en tik op New Device. Volg hierna de geboden stappen.

ESPHome is gebruiksvriendelijk vanwege het dashboard met alle opties.

YAML-configuratie

Wordt er om een YAML-configuratie gevraagd, plak dan de code getoond op de pagina die je vindt via www.kwikr.nl/epaperyaml. Voer de gegevens van je wifi-netwerk in. Dit configuratiebestand zorgt ervoor dat de ESP32 weet met welke pins hij voor je scherm moet communiceren en wat voor data er op het display getoond moeten worden. Standaard heeft dit bestand een configuratie met een plantensensor, koolmonoxidemeter, de huidige temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte. Door deze apparaten te vervangen door andere apparatuur die aan jouw Home Assistant is verbonden, kun je de inhoud van het display naar eigen smaak veranderen.

Updates of wijzigingen doorvoeren

Bij het instellen van de ESP32-module wordt speciale firmware naar de hardware geschreven. Dat kan bij de eerste installatie alleen als hij met een usb-kabel met je Home Assistant-apparaat is verbonden. Als je later updates of wijzigingen wil doorvoeren, kun je de gadget met het ESPHome-dashboard verbinden.

In een fotolijstje

Nu zou je e-inkscherm het moeten doen. Dan rest ons nog maar één ding: de gadget ergens in je huis neerzetten of ophangen. Met een beetje geluk kun je een fotolijstje vinden dat ruimte biedt aan het scherm, de HAT en de ESP32. Het 4,2inch-display is aan de buitenkant 103 bij 78,5 millimeter groot, waardoor hij ruim past in een lijstje voor een foto van klein formaat, 100 bij 150 millimeter.

Heb je een 3D-printer? Op www.printables.com vind je allerlei 3D-behuizingen voor de e-ink-schermen van WaveShare, van simpele standaarden tot aan elegante lijstjes voor aan de muur. Groot voordeel aan deze oplossingen is dat ze vaak gemaakt zijn om de ESP32 en HAT ook te integreren, waardoor alles mooi in één pakketje kan worden weggestopt.

Er zijn online tal van 3D-printbare hoesjes speciaal voor dit project te vinden, waaronder deze op printables.com van gebruiker G00TH.

Stroom gewenst, maar optioneel

Het scherm gebruikt nagenoeg geen stroom, maar de ESP32 wel. De microcontroller heeft meerdere processorkernen en een wifi-module die continu verbinding moeten maken.

Wil je het scherm ergens ophangen zonder stroomvoorziening, dan zijn er verschillende oplossingen. Het beeldscherm toont informatie tot er nieuwe informatie moet worden weergegeven, zelfs als de stroomtoevoer niet beschikbaar is. Je zou dus het scherm bijvoorbeeld op een plek kunnen hangen waar slechts eens per dag nieuwe informatie getoond hoeft te worden. Denk aan de agendapunten van die dag of het weerbericht. Je kunt dan aan het begin van je dag even een powerbank aan de ESP32 hangen. Het apparaatje start dan op, haalt zijn nieuwe informatie op en toont dit op het scherm. Daarna kan de stroom er weer af.

▼ Volgende artikel
Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?
© BillionPhotos.com- stock.adobe.com
Huis

Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?

Als je het belangrijk vindt dat je niet gevolgd wordt tijdens het internetten, kun je beter geen standaardbrowser als Microsoft Edge en Google Chrome gebruiken. Er zijn verschillende browsers die beweren speciaal te zijn ontworpen om je online sporen zo veel mogelijk te verbergen. In dit artikel bespreken we vier zelfbenoemde privacybrowsers en kijken we of ze hun beloftes waarmaken.

In dit artikel bespreken we Brave, DuckDuckGo, LibreWolf en TOR. Dit zijn alle vier internetbrowsers die ingericht zijn op privacyvriendelijkheid.

Gebruik je toch liever een bekendere browser, maar wil je je online privacy wel zoveel mogelijk waarborgen? In dit artikel bespreken we hoe populaire browsers omgaan met je privacy.

Brave

De op Chromium gebaseerde Brave-browser zorgt er (zonder dat je aan de instellingen hoeft te komen) voor dat de identificeerbare informatie die je browser naar websites en adverteerders stuurt (oftewel je 'fingerprint'), iedere keer weer compleet willekeurig is, zodat je niet betrouwbaar kunt worden geïdentificeerd. Volgens de website Cover Your Tracks worden vrijwel alle trackers geblokkeerd door de browser.

Desondanks vertrouwen sommige gebruikers Brave niet meer, doordat de browser verschillende controverses op zijn naam heeft staan. Zo kwam Brave in 2016 met een (optionele) functie die advertenties op websites blokkeerde, maar vervolgens verving door eigen reclames. Gebruikers kregen dus alsnog advertenties te zien, maar nu streek de browser daar zelf de inkomsten voor op.

Vier jaar later verving Brave zonder het te melden URL's naar sommige cryptosites door affiliatelinks (waar de browser geld mee verdient) en in 2023 kwam de browser in opspraak omdat het zijn VPN-dienst standaard installeerde bij gebruikers. Brave beweert overigens dat dit allemaal fouten betrof en heeft de controversiële veranderingen inmiddels teruggedraaid.

DuckDuckGo

De zelfbenoemde 'Private Browser' DuckDuckGo belooft net als de andere browsers in dit artikel dat je tijdens het surfen niet kan worden getraceerd. Toch scoort de browser op basis van de uitslagen van PrivacyTests.org minder goed dan andere privacybrowsers. Er worden met de standaardinstellingen maar iets meer trackers geblokkeerd en fingerprintgegevens verborgen dan bij reguliere browsers. In een recent onderzoek werd dan ook geconcludeerd dat DDG direct na de installatie 'middelmatige privacybescherming' biedt, terwijl de andere in dit artikel besproken browsers volgens de onderzoekers een hoge mate van privacybescherming bieden. Wel kun je je privacy via de instellingen opkalefateren.

DuckDuckGo maakt (net als veel andere privacybrowsers) standaard gebruik van zijn gelijknamige zoekmachine waarmee je incognito surft. Hoewel de zoekmachine de zoekindex van Microsofts Bing gebruikt, kan Microsoft hierdoor niet zien waar je naar zoekt. Deze zoekdeal met Microsoft zorgde in 2022 wel voor wat controverse, aangezien toen bleek dat DDG hierdoor de trackers van Microsoft niet mocht blokkeren. Kort nadat dit ontdekt werd, liet DuckDuckGo weten dat het de trackers van het bedrijf toch wel gaat blokkeren.

Zere vingers gekregen van je touchpad?

Dan wordt het tijd voor een goede muis!

LibreWolf

LibreWolf is een aangepaste versie van Firefox die standaard een stuk meer privacyfuncties en een robuustere beveiliging biedt. Net als Brave komt de browser feilloos door de trackingtests van PrivacyTests.org heen, al laat je volgens Cover Your Tracks wel nog enkele vingerafdrukgegevens achter in LibreWolf.

Standaard worden alle gebruikersgegevens en cookies gewist na het sluiten van de browser, wat lang niet iedereen handig zal vinden, maar dat kan via de instellingen ongedaan gemaakt worden. Ook zijn de standaardinstellingen mogelijk dusdanig streng dat sommige websites onbruikbaar worden en er andere problemen ontstaan, zoals het niet kunnen inschakelen van de donkere modus. Volgens de ontwikkelaar kun je de meeste problemen verhelpen door de optie Resist Fingerprinting in de instellingen uit te schakelen, maar dat gaat natuurlijk wel ten koste van de privacy.

TOR

Als je écht zo anoniem mogelijk wil internetten, is TOR waarschijnlijk de beste keus. Voordat je een website bezoekt, wordt je 'bezoekaanvraag' eerst door meerdere lagen versleuteling gehaald voordat de pagina in kwestie wordt geladen. TOR anonimiseert alle fingerprints en blokkeert alle reclames en trackingscripts, waardoor het bijna onmogelijk wordt om iemands locatie of identiteit (bijvoorbeeld door middel van het IP-adres) te achterhalen. Niet zo gek, dus, dat TOR de populairste manier is om verborgen .onion-adressen (ook wel het darkweb genoemd) te bezoeken.

Deze verregaande privacyfocus gaat wel ten koste van de gebruiksvriendelijkheid. TOR is merkbaar langzamer dan reguliere browsers, omdat al je verzoeken eerst meerdere keren omgeleid worden zodat je onnavolgbaar blijft. Ook worden alle cookies na iedere sessie standaard gewist, waardoor je telkens met 'schone lei' begint en je veelgebruikte webadressen, inloggegevens en dergelijke steeds weer handmatig moet invullen. Doordat TOR álle trackers blokkeert, functioneert een groot aantal websites bovendien niet goed in deze browser, blijkt uit onderzoek van The Markup.

Lees ook: Hoe gaan populaire browsers om met je privacy?