ID.nl logo
Videobewerken met Shotcut
© Reshift Digital
Huis

Videobewerken met Shotcut

Of het nu gaat om een familievideo of de nieuwste story voor je Instagram-account: het is handig als je zelf je video’s kunt monteren. Hoe ga je hiervoor te werk? In dit artikel gaan we aan de slag met het gratis en uitgebreide Shotcut. We leggen uit hoe je snel monteert, welke bestandsformaten er zijn en hoe je je video’s het beste aanpast per kanaal.

We gaan aan de slag met Shotcut. Deze opensource-videobewerker is gratis te gebruiken. Je vindt de nieuwste versie op www.shotcut.org. Het programma valt op door het grote aantal opties, dat zowel voor beginners als de meer gevorderde gebruikers goed van pas komt. Bovendien ondersteunt het meerdere videobestanden en codecs, waardoor je met verschillende videobestanden en resoluties (tot 4K) kunt werken. Shotcut is beschikbaar in het Nederlands, maar helaas nog niet volledig vertaald. Dat betekent dat sommige opties in de gebruikersomgeving in het Engels worden getoond, ondanks dat de Nederlandse taal is gekozen. Wij maken gebruik van de Nederlandse versie en gebruiken de Engelse opties wanneer deze nog niet zijn vertaald.

©PXimport

Aan de slag

Zodra je Shotcut start, word je begroet door een venster waarin je aangeeft of je een nieuw project of een bestaand project wilt openen. Klik op Projects folder en geef aan waar de projectbestanden moeten worden bewaard. Geef vervolgens een geschikte naam op bij Project name. Dit is overigens niet de uiteindelijke naam van het videobestand: die kun je later nog bepalen.

Bij Video mode kies je met welke resolutie en daarmee met welke kwaliteit je wilt werken. Bijvoorbeeld HD 1080p24fps. Eenvoudiger is het door te kiezen voor Automatic. Hiermee worden resolutie en de verversingsfrequentie (frame rate) bepaald door het eerste bronbestand dat je toevoegt aan je project. Voeg je als eerste een geluidsbestand toe, dan kiest Shotcut standaard voor de instelling 1920x1080p 25fps. Klik op de knop Start om het nieuwe project aan te maken.

©PXimport

Regelmatig opslaan

Zorg ervoor dat je het videoproject regelmatig opslaat. Hoewel de laatste versies van Shotcut behoorlijk stabiel zijn, bestaat de kans dat het programma vastloopt. Door regelmatig te bewaren, voorkom je dat je werk kwijtraakt.

Bestanden verzamelen

Elk videoproject is opgebouwd uit een of meerdere videobestanden, eventueel aangevuld met muziek en later verrijkt met zaken als overgangen, titels, effecten en filters. Het is tijd om de bronbestanden te selecteren. Klik linksboven in de werkbalk op Open Bestand. Je kunt meerdere bestandstypen selecteren: videobestanden, maar ook afbeeldingen en audiobestanden.

De bronbestanden worden toegevoegd aan de afspeellijst, die links in het venster wordt getoond. De afspeellijst biedt plaats aan verschillende bestanden. Klik op een bestand om het te zien in de voorbeeldweergave, rechts in het venster. Via de tab Eigenschappen vraag je de belangrijkste kenmerken van de bron op. Zo zie je hier in welke resolutie de video is opgenomen en van welke codec wordt gebruikgemaakt. Via de subtabbladen Video, Audio en Metagegevens vraag je de beeld-, geluids- en bestandskenmerken op.

©PXimport

Opbouwen

Shotcut kent verschillende weergaven, die zijn gerangschikt per taak. Die verschillende taken vind je rechtsboven in het venster: Logging, Editing, FX, Kleur, Audio en Player. Tijdens het monteren van een video maak je gebruik van de modus Editing. De weergave past zich hierop aan. Onderin het venster vind je de tijdlijn. De tijdlijn biedt plaats aan de bestanden voor de montage.

Sleep een videobestand uit de afspeellijst naar de tijdlijn en laat het hierboven los. De video wordt toegevoegd op de tijdlijn. Herhaal dit voor een volgende video die je aan de tijdlijn wilt toevoegen. Standaard worden de video’s automatisch achter elkaar geplaatst. In plaats hiervan kun je de tijdlijn uitbreiden met meerdere lagen, zodat je video’s kunt overlappen en effecten kunt toevoegen.

Om een extra laag toe te voegen, klik je met de rechtermuisknop op de tijdlijn. Kies in het menu voor Track Operations / Videospoor toevoegen. Volg dezelfde stappen voor het toevoegen van een audiospoor: kies Track Operations / Audiospoor toevoegen. Via hetzelfde menu kun je een bestaande laag verwijderen (Verwijder Spoor) en een laag tussen twee bestaande lagen toevoegen (Spoor toevoegen).

Je kunt een video op de tijdlijn inkorten, bijvoorbeeld als je slechts een gedeelte van de video wilt gebruiken. Plaats de muisaanwijzer aan de linker- of rechterkant van de video en wacht totdat de aanwijzer van vorm verandert. Klik nu op de linkermuisknop om de rode lijn vast te pakken en versleep deze naar de nieuwe positie om de video in te korten. Je kunt de video later altijd weer uitbreiden tot de originele lengte door deze uit te trekken. Om een video te laten overgaan in de volgende video, versleep je de video over de naastliggende video. De meeste eigenschappen van een video zijn ook beschikbaar door erop te klikken met de rechtermuisknop.

In de werkbalk boven de tijdlijn vind je een knop met magneet (Toggle snapping). Als deze optie is ingeschakeld, worden clips automatisch tegen elkaar aangezet als je ze naast elkaar plaatst. Schakel de optie uit om te voorkomen dat de clips aan elkaar worden geplakt, bijvoorbeeld als je een overlap tussen video’s wilt maken.

©PXimport

Vriendelijk formaat

Niet elk videobestand is direct geschikt voor montage. In zulke gevallen geeft Shotcut aan dat het bestand nog niet is geoptimaliseerd voor videobewerking. Shotcut kan het bestand vervolgens optimaliseren. In het getoonde venster kies je de kwaliteit van het bestand: Good, Better of Best. Hoe hoger de kwaliteit, hoe groter het bestand. Klik op OK. Geef het bestand een naam. Het wordt na conversie meteen toegevoegd aan de bronbestanden in het project. De knop Advanced geeft je toegang tot aanvullende opties: zo kun je hier een aangepaste frame rate opgeven en deinterlacing inschakelen. De opties zijn bedoeld voor gevorderde gebruikers: wij laten Shotcut de standaardinstellingen hanteren.

Tijdlijn optimaliseren

Boven de tijdlijn toont Shotcut een reeks knoppen. De knop uiterst links geeft toegang tot aanvullende opties, zoals het toevoegen van video-en audiolagen. Met de drie knoppen ernaast kun je het geselecteerde segment knippen, kopiëren en plakken. Via de plus- en minusknoppen ernaast kun je de geselecteerde clip toevoegen aan de tijdlijn of juist van de tijdlijn verwijderen.

Je kunt op verschillende manieren clips toevoegen aan de tijdlijn. Via de optie Lift en Drop kun je een bestaande clip van de tijdlijn verwijderen, zonder dat de andere clips hiermee opschuiven. Bij Drop kun je een nieuwe clip toevoegen over de bestaande clip (de clip wordt daarmee overschreven en de rest van de clips veranderen niet van positie. Met de schuifregelaar bij het vergrootglas kun je de tijdlijn in- en uitzoomen. Dit komt bijvoorbeeld van pas wanneer je op frameniveau een aanpassing wilt doen en de tijdlijn gebruikt om gericht naar het gewenste frame te zoeken. Via de knop Zoom timeline to fit kun je de tijdlijn passend maken aan de schermbreedte.

©PXimport

Weergave aanpassen

Bovenin het hoofdvenster van Shotcut vind je de werkbalk. Deze geeft je toegang tot de meestgebruikte functies. Zo kun je via de werkbalk extra materiaal inladen (Open Bestand) en andere onderdelen, zoals tekst, invoegen (Open Andere). Rechts in de werkbalk vind je knoppen waarmee je de losse deelvensters van Shotcut kunt in- en uitschakelen. Zo kun je de afspeellijst tonen en verbergen (Afspeellijst), maar ook de tijdlijn (Tijdlijn) en filters (Filters). De werkbalk toont alleen niet alle weergavemogelijkheden, terwijl Shotcut veel verschillende modi kent. Open hiervoor het menu Bekijk: in het submenu Layout vind je de weergavemogelijkheden.

In de werkbalk bovenin vind je de knop Taken. Klik hierop voor een overzicht van bewerkingen die Shotcut heeft uitgevoerd. Zo zie je hier onder meer welke videobestanden door Shotcut zijn geconverteerd naar een vriendelijker formaat om te bewerken. Bij grote bewerkingen die veel tijd en processorkracht in beslag nemen, kun je geselecteerde taken bovendien pauzeren. Selecteer de draaiende taken in de lijst en klik op de knop Pauzeer. Om de lijst na verloop van tijd op te schonen, klik je erop met de rechtermuisknop en kies je Remove Finished. Via de knop Geschiedenis vraag je een chronologisch overzicht op van de bewerkingen met de video. Klik op een uitgevoerde taak om de wijziging te zien. De lijst komt goed van pas als je niet tevreden bent met het resultaat en een specifieke wijziging wilt terugdraaien via de functie Ongedaan maken.

Werken met filters

Shotcut heeft een flinke verzameling filters in huis, waarmee je het beeld een andere uitstraling geeft. Selecteer het segment waarop je een filter wilt toepassen. Klik op de tab Filters. Klik nu op de knop met het plusteken. Een lijst met populaire filters verschijnt, bijvoorbeeld om het contrast aan te passen of kleurcorrectie toe te passen.

Naast de standaardtab Favorite vind je de tab met specifieke filters voor video en audio. Klik op een filter om het toe te voegen. Afhankelijk van het filter geef je de variabelen op. Bij het filter Contrast wordt bijvoorbeeld de instelling Niveau getoond. Hiermee bepaal je de contrastwaarde. Ben je niet tevreden met een filter, dan verwijder je het door het filter te selecteren en te klikken op het minteken.

Geluid en effecten

Heb je een videobestand dat je wilt gebruiken, maar wil je het geluid van de video niet gebruiken? Sleep de video, inclusief het geluid, naar de tijdlijn en laat deze hierboven los. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de video en kies More / Detach Audio. De audio wordt op een aparte laag geplaatst, die je verder kunt bewerken of verwijderen.

Een belangrijk onderdeel van Shotcut wordt gevormd door de effecten. Klik op de knop FX (rechtsboven in het venster) en klik op de knop met het plusteken. Op de tab Video vind je een overzicht van alle effecten. Effecten die je regelmatig gebruikt, kun je toevoegen als favoriet. Klik op het sterretje links van het effect om het toe te voegen. Alle favorieten zijn ondergebracht op de tab Favorite. Zodra je op een effect klikt, verschijnen de bijbehorende eigenschappen. Deze kun je aanpassen voordat je het effect toevoegt.

Video-eigenschappen

Ben je niet tevreden met de eerder gekozen resolutie en frame rate, dan kun je die naderhand nog aanpassen. Open het menu Instellingen en kies voor Video Modus. Een overzicht van beschikbare modi verschijnt. Hier kun je een aangepaste videomodus selecteren. 

In hetzelfde menu vinden we Audio Channels. Standaard gebruikt Shotcut 2 kanalen voor stereoweergave, maar je kunt dit aanpassen naar één kanaal (mono) of naar zes kanalen voor 5.1-geluidsweergave.

©CIDimport

Kleuren corrigeren

De video krijgt een verzorgde uitstraling met een kleurcorrectie. Hierbij zorg je ervoor dat kleuren van de losse video’s met elkaar in lijn worden gebracht. Ook kun je kleurcorrectie toepassen om de video een andere uitstraling te geven, bijvoorbeeld door de kleuren meer te laten oplichten of juist te dimmen. Klik op het plusteken bij de filters en kies op de tab Favorite voor Kleurcorrectie. Gebruik de drie kleurenwaaiers om de kleuren te corrigeren. Het resultaat is direct zichtbaar in de voorbeeldweergave.

Exporteren

Je kunt de video naar verschillende formaten exporteren. Kies voor Bestand / Export video. Standaard maakt Shotcut een mp4-bestand. Dit is een populair en gangbaar videoformaat, dat door de meeste moderne spelers probleemloos kan worden afgespeeld. In plaats hiervan kun je een eigen formaat kiezen. Uiterst links in het venster vind je een overzicht van beschikbare formaten.

Kies een formaat op basis van eigenschappen (zoals resolutie en frame rate). Zo kun je ervoor kiezen om de video voor weergave op een iPhone te exporteren of om de video te maken voor weergave op een tablet. Klik tot slot op Bestand exporteren. Hoelang het exporteren duurt, is afhankelijk van de grootte van de video en de lengte. Om het proces te versnellen, activeer je de optie Use Hardware Encoder. Of deze optie beschikbaar is, is afhankelijk van de hardware.

Via Shotcut kun je ook een specifiek frame van de video exporteren als afbeelding. Dat komt van pas als je een still (screenshot) wilt gebruiken als cover voor een video, bijvoorbeeld op social media. Speel de video af en pauzeer deze op het frame dat je wilt gebruiken als still. Kies vervolgens voor Bestand / Export Frame. Geef het bestand een naam. Het wordt standaard opgeslagen als png-bestand.

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.