ID.nl logo
Van JPEG tot MOV: leer alles over al die verschillende beeldformaten
© elena
Huis

Van JPEG tot MOV: leer alles over al die verschillende beeldformaten

Een foto bewaar je als jpg en een video stuur je wellicht door als mp4. Zo gebeurt het vaak, maar het zijn natuurlijk niet de enige bestandsformaten. Welk formaat je het beste kiest, hangt af van verschillende factoren.

Na het lezen van dit artikel weet je welke foto- en videoformaten geschikt zijn voor welke doeleinden en hoe je ze indien gewenst kunt converteren.

  • Fotoformaten JPEG, TIFF, RAW, HEIF/HEIC
    • Converteren naar andere extensie
  • Videoformaten AVC, HEVC, MOV
    • Geschikte combinaties van videocontainers met audiocodecs
    • Video- en audioconverters

Ben je eruit naar welk formaat je wilt converteren? Lees dan: Met deze gratis programma's kun je ieder bestand openen of afspelen

Tip 01: Digitale camera

We gaan ervan uit dat je zelf foto’s neemt met een digitale fotocamera. Zowat alle toestellen laten je toe foto’s in JPEG-formaat te bewaren (Joint Photographic Expert Group, met extensie jpeg of jpg). Dit gebeurt vooral om twee redenen. De verliesgevende compressie zorgt voor kleinere bestanden en bespaart ruimte, wat handig is bij beperkte opslagcapaciteit. Daarnaast kan bijna elk platform, apparaat of foto-app met dit formaat overweg, wat handig is bij delen.

Sommige (vooral professionele) fotocamera’s bieden ook TIFF-formaat aan (Tagged Image File Format, met extensie tiff of tif). Dit levert een hoogwaardig beeldformaat op zonder artefacten, meestal met verliesvrije compressie, zoals zip of lzw. Het wordt breed ondersteund door professionele fotobewerkingsprogramma’s als Adobe Photoshop en Lightroom. Dit alles maakt TIFF geschikt voor intensieve nabewerking, bewaring en archivering, mits voldoende opslagcapaciteit, en voor professionele afdrukken.

Ten slotte bieden de meeste camera’s ook opslag in RAW-formaat aan. Dit type beeldbestand bevat onbewerkte en ongecomprimeerde gegevens zoals die door de beeldsensor zijn vastgelegd, inclusief alle details over kleur, lichtintensiteit en metadata. Het exacte bestandstype kan per camera verschillen, zoals CR3 (Canon), DNG (Leica), NEF (Nikon) en ARW (Sony). Het RAW-formaat vereist erg veel opslagruimte, maar is uitermate geschikt voor (geavanceerde) nabewerking.

Op deze Canon-spiegelreflex kun je uit twee beeldformaten kiezen: RAW en JPEG.

Tip 02: Smartphone

Op smartphones is het JPEG-formaat altijd beschikbaar voor het bewaren van foto’s, om eerder genoemde redenen. Sommige camera’s laten je ook foto’s in PNG-formaat opslaan (Portable Network Graphics, met extensie png), hoewel PNG vooral geschikt is voor schermafbeeldingen en ook voor afbeeldingen met transparantie.

Een aantal high-end smartphones ondersteunen ook het RAW-formaat, meestal van het DNG-type, waaronder Google Pixel 4, Samsung Galaxy S21 Ultra, OnePlus 8 Pro en Apple iPhone 12 Pro met iOS 14.3 (en hoger).

Sinds iOS 11 op de iPhone 7 (Plus) zet Apple in op een ander formaat: HEIF (High Efficiency Image Format, met extensie heif) en HEIC. HEIC is een specifieke implementatie van HEIF, gebaseerd op HEVC/H.265-compressie, vandaar de extensie heic. Net als JPEG gebruikt HEIF/HEIC verliesgevende compressie, maar doet dit efficiënter, wat leidt tot kleinere bestandsgroottes bij vergelijkbare beeldkwaliteit. Dit formaat kan ook meerdere beelden in één bestand opslaan, handig voor bijvoorbeeld burst-foto’s.

Je bepaalt zelf in welk formaat je iPhone foto’s bewaart: ga naar Instellingen / Camera /Bestandsstructuren en kies tussen High Efficiency (voor HEIF) of Meest compatibel (voor JPEG).

Op iPhones kies je zelf in welk standaardformaat je foto’s opslaat.

Tip 03: HEIF/HEIC

Behalve op iOS en macOS is HEIF nog niet zo breed ondersteund als JPEG. Android (vanaf versie 9) en Ubuntu (vanaf versie 20.04) bijvoorbeeld ondersteunen het formaat wel. Om in Windows Verkenner foto’s met de extensie heif te kunnen bekijken, ook als voorbeeldafbeelding, moet je vanuit de Microsoft Store het gratis onderdeel Uitbreidingen voor HEIF-afbeeldingen installeren. Voor afbeeldingen met de extensie heic heb je ook het onderdeel Uitbreidingen voor HEVC-video nodig om deze in Verkenner te bekijken (deze kost 0,99 euro). Voor persoonlijk gebruik kan dit ook gratis met CopyTrans HEIC for Windows.

Hoe dan ook, om compatibiliteitsproblemen te vermijden, converteert een iPhone heic-afbeeldingen standaard naar jpg-bestanden wanneer je deze deelt. Wil je dit anders, ga dan naar Instellingen / Foto’s en kies bij Zet over naar Mac of pc in plaats van Automatisch voor Behoud originelen.

Langs deze weg kun je automatische conversie van foto’s (en video’s) vermijden.

Tip 04: Converters

Heb je foto’s met extensies als raw, tif of heif/heic en wil je deze delen, of wil je raw- en tif-bestanden ook in een compacter formaat archiveren, dan moet je vaak converteren naar bijvoorbeeld jpg. Er zijn verschillende converters beschikbaar, maar wij houden deze overwegingen in gedachten: liefst gratis, ondersteuning voor RAW, TIFF en HEIF/HEIC, gebruiksvriendelijk, veel opties en met een batchmodus.

IrfanView (gratis voor niet-commercieel gebruik) voldoet aan deze voorwaarden en is beschikbaar in 32 en 64 bit (de 64bit-versie kan grotere bestanden aan en deze sneller verwerken). Op dezelfde pagina download je ook de tool All Plugins voor dezelfde architectuur. Installeer eerst het programma zelf en vervolgens de plug-ins in dezelfde map. Eventueel kun je op de website via Languages het Nederlandse taalpakket downloaden en in dezelfde map installeren.

Start IrfanView na deze installaties op. Bij Options / Change language kun je Nederlands instellen. Test of de beoogde beeldformaten worden ondersteund via Bestand / Openen. Bestandstypen staat hier standaard ingesteld op Standaard grafische bestanden, maar je kunt dit wijzigen in bijvoorbeeld Alle bestanden (*.*) of in specifieke formaten als HEIC/AVIF of DRC/DNG […] (Digital Camera Raw Format).

Dankzij de geïnstalleerde plug-ins kan IrfanView ook met diverse soorten raw-bestanden overweg.

Tip 05: Groepsconversie

We tonen kort hoe je met IrfanView bestanden in batch kunt converteren. Ga naar Bestand / Groepsconversie. Bij Uitvoerformaat stel je bijvoorbeeld JPG - JPG/JPEG format in. Verwijs bij Zoeken in naar je fotomap en pas indien nodig Bestandstypen aan. Selecteer de gewenste bestanden en klik op Toevoegen. Linksonder stel je de doelmap in. Start de groepsconversie met Start, of klik eerst op Opties om parameters voor de uitvoerbestanden in te stellen. Zet de schuifknop bij Kwaliteit eventueel op beste, en bepaal of en welke metadata je wilt behouden (EXIF, IPTC, XMP).

Plaats een vinkje bij Toon voorbeelddialoog als je de kwaliteit van elke foto tijdens de conversie wilt bijsturen. Je kunt deze parameters in een profielbestand bewaren voor snel hergebruik. Bevestig met OK.

Als je een vinkje plaatst bij Gebruik geavanceerde opties, krijg je via de knop Geavanceerd nog meer instellingen. Zo kun je het beeld uitsnijden, de grootte aanpassen, de kleurdiepte wijzigen en allerlei filters en talrijke speciale effecten toepassen. Ook deze instellingen kun je in een profiel bewaren en snel laden. Bevestig ook hier met OK.

Geen gebrek aan parameters, filters en effecten in de IrfanView-groepsconversie.

RAW en TIFF Je kunt met een tool als IrfanView ook foto’s in RAW en TIFF converteren, maar weet dat je hierdoor inboet aan kwaliteit door verliesgevende compressie bij JPEG. Ook raak je ten opzichte van RAW opname-informatie kwijt, zoals witbalans, kleurdiepte en belichting. Hierdoor heb je ook minder geavanceerde nabewerkingsopties.

Voor optimale en consistente resultaten gebruik je voor deze formaten daarom beter (eerst) een professionelere tool als Adobe Photoshop of Lightroom, of het gratis darktable of RawTherapee. In RawTherapee bijvoorbeeld selecteer je de gewenste foto’s, klik je met rechts op de selectie en kies je Plaats in verwerkingsrij. Open deze aan de linkerkant, selecteer het gewenste bestandstype, zoals JPEG en stel de parameters naar wens in. Selecteer alle foto’s, duid een geschikte doelmap aan bij Sla op in map en druk op de startknop bij Verwerkingsrij.

Zowel darktable als RawTherapee laten zich bovendien integreren in de gratis fotobewerkingstool GIMP. Installeer hier eerst de BIMP-extensie. Om vervolgens vanuit GIMP in batch te converteren, ga je naar Bestand / Batch Image Manipulation, klik op Add, kies Verander formaat en compressie, kies (bijvoorbeeld) Jpeg en klik op Extra opties.

Voor optimale RAW- en TIFF-conversies zet je het best een gespecialiseerde bewerkingstool in (hier: GIMP met BIMP, gecombineerd met RawTherapee).

Tip 06: Containers en codecs

We gaan verder met de videoformaten. We grijpen hiervoor terug naar onze iPhone. Ongeacht of je High Efficiency of Meest compatibel instelt (zie tip 2), genereert iOS telkens een bestand met de extensie mov. Dat er toch verschil is, wordt duidelijk wanneer je de bestandsgroottes vergelijkt. Voor onze testvideo’s (elk circa vier seconden) was dat 7 versus 11 MB, zonder merkbaar kwaliteitsverschil.

Hoe dit mogelijk is, zie je met een gratis tool als MediaInfo, die zich na installatie in het contextmenu van Windows Verkenner integreert. Als we rechtsklikken op beide mov-bestanden, MediaInfo kiezen en vervolgens Beeld / Boomstructuur openen, zien we meteen wat er aan de hand is. Bij de video werd respectievelijk AVC (Advanced Video Codec) voor het grootste bestand gebruikt (Meest compatibel) en HEVC (High Efficiency Video Coding) voor het kleinste bestand (High Efficiency). Verder zie je dat er in het mov-bestand ook audio is opgenomen (in beide gevallen met het AAC-LC-formaat) en dat er ook allerlei metadata in het bestand staan.

MOV (met de bestandsextensie mov) is namelijk een ‘mediacontainer’ en zo’n container kan naast metadata en eventuele ondertitels ook verschillende video- en audioformaten oftewel codecs bevatten. ‘Codec’ staat voor coder-decoder of compressor-decompressor. De gebruikte codecs kunnen een grote impact hebben op de bestandsgrootte, de afspeelkwaliteit en de compatibiliteit met software- en hardwarematige mediaspelers.

Links: AVC-codec (groter bestand), rechts: HEVC-codec (kleiner bestand, zelfde kwaliteit).

Tip 07: Overwegingen

De combinatie container-codecs maakt het optimaal opslaan van video (met audio) complexer dan een foto in het juiste formaat bewaren. Je moet namelijk niet alleen de container, maar ook de video- en audiocodecs kiezen die deze kan bevatten, want niet elke container werkt met elke codec.

Net als bij foto’s hangt je keuze af van de containers en codecs die je videoapparatuur of videobewerker ondersteunt. Sommige mobiele apparaten ondersteunen bijvoorbeeld beter de MP4-container met AVC/H.264-codec, terwijl professionelere video-editors, zoals het gratis DaVinci Resolve, nauwkeuriger werken met de container MOV en de codec ProRes.

Ook de bestandsgrootte kan een overweging zijn, vooral bij beperkte opslagruimte of bandbreedte. Codecs als Apple ProRes, Avid DNxHD/HR en ffv1 gebruiken verliesloze compressie en produceren grotere bestanden, terwijl AVC/H.264, HVEC/H.265, VP9 en AV1 compacter zijn door verliesgevende compressie. Ook audio heeft trouwens codecs die verliesloos (bijvoorbeeld APE, FLAC en WAV) of verliesgevend (bijvoorbeeld AAC, MP3, Ogg Vorbis en WMA) zijn.

Het beoogde doel en de toepassing spelen eveneens een rol bij de keuze van container en codec. Voor streaming is de MP4-container met H.264 (brede ondersteuning) en H.265 (betere efficiëntie) populair. Verder houd je het liefst ook rekening met het bronmateriaal, zoals resolutie en framerate. Zo is H.265 efficiënter bij 4K-video’s dan H.264.

Tot slot, sommige codecs zijn gepatenteerd. Om licentie- en kostenproblemen te vermijden, kun je opensource-codecs als VP9 of AV1 overwegen. In de tabel hieronder vind je een lijst met veelgebruikte combinaties van containers en codecs.

OmschrijvingContainerCodec
VIDEOZeer populair voor zowel streaming als video-opslag, wegens goede balans tussen bestandsgrootte en videokwaliteit.MKV en MP4H.264 (AVC)
VIDEOSterk in opmars, vooral voor 4K-video’s en films, door de efficiënte compressie.MKV en MP4H.265 (HEVC)
VIDEOOpensource-combinatie ontwikkeld door Google, vooral voor online videostreaming, zoals bij YouTube.WebMVP9
VIDEOVooral gebruikt in professionele videoproductie, wegens de hoge kwaliteit en bewerkingsmogelijkheden.MOVProRes
VIDEOVroeger erg populair voor het delen van video’s via internet.AVIDivX/XviD
AUDIOErg populaire combinatie wegens de brede ondersteuning en degelijke kwaliteit bij kleine bestandsgroottes.MP3MP3
AUDIOVooral populair bij Apple, wegens betere kwaliteit dan mp3 bij vergelijkbare bitratio’s.M4AAAC
AUDIOVooral populair binnen het Microsoft-ecosysteem (zowel met verliesloze als verliesgevende opties).WMAWMA
AUDIOVooral populair bij audiofielen en voor het archiveren van muziekcollecties wegens de verliesloze compressie.FLACFLAC

Professionelere video-editors zien graag mov-bestanden met Apple ProRes (hier: Davinci Resolve).

Tip 08: Beperkingen

Je weet nu welke combinaties van videocontainers met video- en audiocodecs vaak gebruikt worden, maar soms ben je beperkt tot wat je apparaat of video-editor ondersteunt. OpenShot bijvoorbeeld laat je via Bestand / Project exporteren / Video exporteren kiezen uit veel combinaties, waaronder MP4 (h.264), MKV (h.265), MOV(h.264) en WEBM (vp9), al dan niet lossless.

Bij Microsoft ClipChamp, de ingebouwde video-editor van Windows 11, ben je beperkt tot MP4 met AVC (video) en AAC LC (audio), weliswaar in verschillende resoluties.

Ontvang of download je een videobestand, dan heb je wellicht helemaal geen keuze over het formaat. Speelt je videospeler de video of audio niet correct af, dan kun je de gratis en opensource VLC media player overwegen, die met bijna alle gebruikelijke combinaties werkt.

Als bijvoorbeeld je mediastreamer een bepaalde combinatie niet ondersteunt en een firmware-update niet helpt, zit er vaak niets anders op dan je video naar een compatibel formaat te converteren. Dit leidt meestal tot enig kwaliteitsverlies, maar bij een doordachte keuze hoeft dit niet echt zichtbaar te zijn, afhankelijk ook van de kwaliteit van je bronbestand.

Het gratis OpenShot laat je toe naar uiteenlopende videoformaten te exporteren.

Tip 09: Conversies

Er zijn verschillende (en ook gratis) video- en audio-converters beschikbaar. Een zeer flexibele tool is het gratis Shutter Encoder, gebaseerd op de populaire en veelzijdige opensource-bibliotheek FFmpeg.

Start de app na de installatie en sleep je videobestand(en) naar het venster. In het uitklapmenu bij Functie selecteren kies je de gewenste videocodec. Deze zijn opgesplitst in categorieën als Geluidsconversies (voor wie enkel audio wil), Bewerk codecs (voor nabewerking in hoge kwaliteit), Uitvoer codecs (de meer gebruikelijke codecs), Uitzend codecs (voor streaming) en Oude codecs (minder gebruikelijke codecs).

Afhankelijk van de gekozen codec verschijnen rechts de beschikbare containers (bestandsextensies). Bij VP9 bijvoorbeeld zijn dat webm, mkv en mp4. Bij H.264 zijn dat er maar liefst negen verschillende. Selecteer de gewenste container.

In het rechterpaneel kun je nu talrijke creatieve aanpassingen doorvoeren, zoals Beeldbijsnijden en Overgangen. Wij zijn hier vooral geïnteresseerd in Audio instellingen, waar je bij Convert de gewenste audiocodec kunt aanduiden, samen met enkele andere optimalisaties. In het linkerpaneel geef je via Wijzigen een geschikte doelmap aan, waarna je met Functie starten de conversie laat uitvoeren.

Een uitgebreid artikel over hoe je hiermee video's kunt converteren en bewerken, vind je in dit artikel: Shutter Encoder: de gratis alleskunner op het gebied van videobewerking

Shutter Encoder en FFmpeg: een uitstekende combinatie voor je videoconversies.

â–¼ Volgende artikel
Huis

Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro

In de rubriek Waar voor je geld gaan we een aantal keer per week op zoek naar de beste producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Deze keer kijken we naar condensdrogers. Welke modellen zijn er te koop voor onder de 500 euro en wat zijn de mogelijkheden?

Een condensdroger is een type wasdroger dat vocht uit je wasgoed onttrekt en opvangt in een ingebouwd reservoir of via een afvoerslang afvoert. In tegenstelling tot luchtafvoerdrogers heeft een condensdroger geen externe afvoer nodig, wat hem flexibel maakt in gebruik en daardoor nagenoeg overal kunt plaatsen. Condensdrogers zijn doorgaans goedkoper in aanschaf dan warmtepompdrogers, maar verbruiken wel meer energie. We vonden vijf exemplaren van minder dan 500 euro.

Beko DCU8235BXT

Energy Label G

De Beko DCU8235BXT is een gebruiksvriendelijke condensdroger met een capaciteit van 8 kg, geschikt voor gezinnen of huishoudens met regelmatig wasgoed. Hij beschikt over diverse programma’s, waaronder opties voor katoen, synthetisch, sportkleding en delicate stoffen. De AquaWave-trommel zorgt voor een zachte behandeling van je kleding, wat de slijtage beperkt. De droger produceert gemiddeld 66 dB aan geluid. Het water wordt opgevangen in een intern reservoir, maar kan ook via een afvoerslang worden weggespoeld. Dit model is niet voorzien van de nieuwste technologieën, maar biedt alles wat je nodig hebt voor betrouwbaar dagelijks gebruik.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op de motor)

Sharp KDNCB8S7PW91BX 

Energy Label G

Deze condensdroger van Sharp is ontworpen met het oog op eenvoud en efficiëntie. De machine biedt 15 programma’s, waaronder instellingen voor katoen, synthetisch, gemengde was en snelle droogbeurten. Het display is helder en overzichtelijk en toont duidelijk de resterende tijd. De bediening is eenvoudig, wat hem geschikt maakt voor gebruikers die vooral gemak zoeken. De wateropvang gebeurt in een reservoir dat handmatig geleegd moet worden, tenzij je kiest voor aansluiting op de afvoer. Voor wie een betrouwbare, eenvoudige droger zoekt zonder poespas, is dit een goede keuze.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: dicht
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Hisense DH3S802BW2

Energy Label D

De Hisense DH3S802BW2 is een moderne warmtepompdroger met een capaciteit van 8 kg en diverse slimme functies. Deze droger is uitgerust met ConnectLife, waarmee je hem via een app op je smartphone kunt bedienen. Ook beschikt hij over een stoomfunctie, die helpt om kreukels te verminderen en kleding op te frissen. De trommel is binnenin verlicht en de bediening is overzichtelijk, met een groot display dat de resterende tijd toont. De machine beschikt over programma’s voor onder andere katoen, wol en delicate stoffen. Hoewel het energieverbruik lager is dan bij een standaard condensdroger, duurt het droogproces gemiddeld wel wat langer.

Uitgestelde start: Nee
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Beko DF8421TX0

Energy Label E

De Beko DF8421TX0 is een warmtepompdroger met een ruime inhoud van 8 kg. Dankzij de EcoGentle-technologie blijven kleuren langer mooi en wordt kleding zachter behandeld. De AquaWave-trommel met speciale patronen zorgt ervoor dat kleding minder slijt tijdens het drogen. Dit model beschikt over 15 programma’s, waaronder opties voor sportkleding, jeans en wol. Ook is er een anti-kreukfase na het drogen, wat handig is als je niet meteen de was uit de machine haalt. De machine is wat ouder (model 202), maar is nog steeds te koop. Oorspronkelijk was het energielabel A++, maar omgerekend naar de huidige meetmethode is dat nu een E-label geworden. Handige extra’s zijn de startuitstelfunctie en het duidelijke display met resttijdindicatie.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op motor)

Frilec KOBLENZ 8600 TK

Energy Label F

De Frilec KOBLENZ8600TK is een eenvoudige, degelijke condensdroger en beschikt over meerdere standaardprogramma’s, zoals katoen, synthetisch en extra droog. De bediening is rechttoe rechtaan en het display toont de resterende droogtijd. Met een geluidsniveau van ongeveer 65 dB is hij niet de stilste, maar ook zeker niet storend in een gemiddelde omgeving. De droger heeft energielabel F, wat betekent dat hij relatief veel stroom gebruikt vergeleken met warmtepompdrogers. Het water dat uit het wasgoed wordt gehaald, wordt opgevangen in een waterreservoir. Deze moet handmatig geleegd worden, tenzij je hem aansluit op een afvoer.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 5 jaar

â–¼ Volgende artikel
5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie
© alfa27 - stock.adobe.com
Huis

5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie

Aangebrand eten, vibrerende pannen of ongelijke resultaten: wie net begint met koken op inductie kan tegen dit soort frustraties aan lopen. Gelukkig zijn ze makkelijk te voorkomen. Wij vertellen wat de meest gemaakte fouten zijn bij het koken op inductie én hoe je ze voorkomt.

In het kort

Overgestapt van gas op inductie? Dat is vaak even wennen. Wij zetten 5 veelgemaakte fouten bij het koken op een rij, zodat jij ze niet hoeft ze maken. Dit zijn ze:

  1. Verkeerde pannen gebruiken
  2. Kookzones niet goed benutten
  3. Te hoog vermogen gebruiken
  4. Boostfunctie te veel gebruiken
  5. Niet goed schoonmaken

Inductieplaat kopen?

Check hier de beste deals!

Fout 1: Verkeerde pannen gebruiken

Een klassieke fout bij het koken op inductie is het gebruik van pannen die eigenlijk niet geschikt zijn voor dit type kookplaat. Inductie werkt via een magnetisch veld dat de bodem van de pan rechtstreeks verwarmt. Zijn jouw pannen niet magnetisch, dan is het gevolg een tragere opwarming, ongelijke garing en onnodig veel energieverbruik. Soms reageert een inductiekookplaat helemaal niet op gewone pannen.

Weet je niet zeker of jouw pannen geschikt zijn voor inductie? Doe dan de magneettest: pak een (koelkast)magneet en houd 'm tegen de bodem van de pan. Plakt de magneet stevig vast? Dan is de pan geschikt voor inductie. Glijdt de magneet weg of is de magnetische werking veel te zwak? Dan kun je beter niet koken met deze pan. 

Extra tip: als je nieuwe pannen voor je inductiekookplaat wilt kopen, let dan niet alleen op de magnetische werking. Ook de dikte van de bodem is belangrijk. Pannen met een bodem van minstens 4 à 5 mm dik verminderen de kans op aanbranden en trillen bij hoog vermogen. Kies daarnaast voor keukengerei van hout of siliconen; dat voorkomt krassen aan de onderkant van de pan. 

Fout 2: Kookzones niet goed benutten

Een inductiekookplaat werkt het best met pannen die qua formaat goed door de kookzone worden herkend. Zet je een pan neer die veel kleiner is dan de kookzone, dan kan het zijn dat de plaat hem niet detecteert of dat er minder vermogen beschikbaar is. Er gaat echter geen warmte verloren: alleen het deel van de pan dat binnen het magnetisch veld valt, wordt verwarmd. Een pan die juist groter is dan de kookzone kan leiden tot ongelijkmatige verhitting, omdat alleen het middendeel voldoende wordt opgewarmd. Let er daarnaast op dat de bodem van de pan vlak en schoon is, zodat het contact met het glasoppervlak optimaal blijft. Een kromgetrokken of vuile bodem kan de werking verstoren.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Fout 3: Te snel opwarmen

Inductie warmt veel sneller op dan gas. Daardoor zetten veel mensen het vermogen al snel te hoog, met als gevolg dat olie of eten kan aanbranden. Het is slimmer om op een lagere stand te beginnen en de temperatuur geleidelijk op te voeren, zeker bij bakken of sudderen. Voor water koken mag je gerust vol vermogen gebruiken, maar bij braden is dat vaak niet nodig. Merk je dat je pan gaat trillen of de kookplaat een zoemend geluid maakt, dan staat hij waarschijnlijk te hoog. Gebruik bovendien olie of vet met een hoog rookpunt, zoals arachideolie, zonnebloemolie, kokosolie of geklaarde boter (ghee). Daarmee voorkom je dat het vet te snel verbrandt.

Fout 4: Boostfunctie te veel gebruiken 

Veel inductiekookplaten hebben een boostfunctie die het vermogen tijdelijk flink opschroeft. Ideaal om snel een pan met water aan de kook te brengen of grote hoeveelheden soep of pasta te verhitten. Voor delicate bereidingen is de booststand minder geschikt, omdat de pan dan zo heet wordt dat eten kan aanbranden of ongelijk gaart. Gebruik hem dus met beleid: handig als je snel kracht nodig hebt, maar niet bedoeld om continu op te koken.

Fout 5: Niet goed schoonmaken 

Vlekken en etensresten op je inductiekookplaat zijn niet alleen onhygiënisch, ze kunnen ook blijvende schade veroorzaken. Vooral suikers zijn verraderlijk: die kunnen bij verhitting het glasoppervlak aantasten. Ook verbrande resten laten vaak hardnekkige vlekken achter en kunnen het glas op den duur verkleuren of zelfs doen barsten. Maak de kookplaat daarom na gebruik altijd schoon. Gebruik een licht vochtige doek met een mild reinigingsmiddel, zoals een beetje afwasmiddel of een speciaal middel voor inductiekookplaten. Voor aangekoekte resten is een speciale kookplaatschraper handig. Vermijd schuurmiddelen en schuursponsjes, want die veroorzaken krassen en maken het glas dof.