ID.nl logo
Huis

Te koop: nepnieuws om verkiezingen mee te winnen

De term 'nepnieuws' wordt inmiddels te pas en te onpas gebruikt, en de beladenheid van het woord is daarom al flink in waarde gedaald. Toch is 'fake news' nog steeds een probleem waar criminelen én staten graag op inspelen, en wordt het een lucratief verdienmodel voor kwaadwillenden. Dat blijkt althans uit een rapport waarin staat dat het op internet mogelijk is met nepnieuws een verkiezing te beïnvloeden.

Dat blijkt uit een onderzoek van beveiligingsbedrijf Trend Micro (PDF). Het rapport bevat 81 pagina's en kijkt naar de ondergrondse marktplaatsen waar je 'fake news' kunt kopen'. Opvallend aan het onderzoek is dat er heel veel Chinese, Russische en Middenoosterse websites tussen de marktplaatsen zitten. Vooral Rusland heeft de afgelopen jaren stevig ingezet op nepnieuws. De Amerikaanse inlichtingen- en opsporingsdiensten gaan er inmiddels vanuit dat het die inzet van nepnieuws was die ervoor heeft gezorgd dat Donald Trump is uitgeroepen tot president.

Journalisten afzeiken

Uit het onderzoek blijkt dat de verkopers hele pakketten aanbieden waarin niet alleen nieuwsartikelen worden geschreven en gedeeld, maar waarmee je ook veel verder kunt gaan. Een paar opvallende 'pakketten' zijn bijvoorbeeld het in diskrediet brengen van journalisten.

Twitter-bots en comments

Voor 2700 dollar per week koop je bijvoorbeeld een artikel waarin een bepaalde journalist persoonlijk wordt aangevallen, waarbij de schrijvers 50.000 retweets en 100.000 paginabezoeken beloven. Ook kun je video's laten maken (voor 2500 dollar per stuk), comments plaatsen onder nieuwsartikelen (1000 tot 4000 dollar), of een Twitter-account van een journalist door 200.000 Twitter-bots laten volgen zodat dat zijn reputatie schaadt (240 dollar).

Koopje

Maar het interessantst aan het onderzoek zijn de implicaties voor de 'echte wereld'. Nepnieuws probeert namelijk niet alleen maar kwade gevoelens bij lezers op te roepen, maar ook om impact te hebben in het maatschappelijke debat. En dat is terug te zien aan de prijslijst die de fake-nieuwsverspreiders hanteren. Zo kun je namelijk betalen om door nepnieuws een demonstratie te ontkenen, en zelfs om een verkiezing te beïnvloeden...

Daarvoor hoef je helemaal niet zo diep in de buidel te tasten. Een pakket waarbij je 'a decisive course of action' kunt manipuleren kost je 400.000 dollar - een schijntje als je kijkt naar de impact die dat heeft.

Verkiezingen beïnvloeden

Dat pakket gaat behoorlijk ver. Je krijgt daar meerdere websites voor die allemaal nepnieuws schrijven en naar elkaar verwijzen, en het nieuws richt zich op specifieke geografische gebieden. Juist dat laatste is interessant, want dat is een bewezen manier om verkiezingen te manipuleren. Als je kunt zorgen dat meer mensen in Venlo naar de stembus gaan en in Nijmegen thuis blijven, kun je op landelijk niveau goed regelen dat de PVV groter wordt dan GroenLinks.

Dat is niet alleen theoretisch. In Amerika heeft Facebook ooit al een lokale verkiezing beïnvloed op die manier.

Facebook heeft ooit al actief een verkiezing beïnvloed

-

Authentiek?

Wat in het verhaal wel ontbreekt is het effect van de gekochte campagnes. Trend Micro kijkt alleen naar de marktplaatsen en het aanbod, en de kosten daarvan, maar het bedrijf heeft niet onderzocht of zulke campagnes ook echt werken of überhaupt leveren wat ze beloven. Dergelijke darkweb-marktplaatsen staan er om bekend gebruikers regelmatig op te lichten. Wie bijvoorbeeld wapens of drugs koopt op websites loopt een grote kans te worden opgelicht en kostbare bitcoins kwijt te raken - en wie ga je dan bellen om verhaal te halen of om aangifte te doen?

De verantwoordelijkheid tegen nepnieuws

Media, politici en sociale netwerken worstelen al langer met de vraag waar de verantwoordelijkheid ligt voor het tegenhouden van nepnieuws, en hoewel iedereen het erover eens is dat die verantwoordelijkheid een beetje bij iedereen ligt is er nog geen eenduidige oplossing voor het probleem.

Politiek gezien wordt er op hoog niveau gesproken over nepnieuws. Daar houdt zelfs de Europese Commissie zich nu mee bezig, en in Duitsland ligt zelfs al een conceptwet op tafel die daar paal en perk aan probeert te stellen.

Facebooks rol

Qua bereik zijn zowel Twitter als Facebook de grootste boosdoeners als het gaat om de verspreiding van nepnieuws, maar voor Facebook is de zaak net even wat erger. Dat wordt veel meer door 'gewone' lezers gebruikt, in tegenstelling tot Twitter dat een steeds gespecialiseerder publiek trekt van experts en journalisten. Facebook filtert bovendien al het nieuws dat wordt voorgeschoteld, waardoor het sociale netwerk ook een actievere rol heeft in de bestrijding van nepnieuws.

Maar Facebook worstelt erg met die verantwoordelijkheid. Het bedrijf probeert nepnieuws wel te onderscheiden met machine learning, maar slaagt daar nog niet echt in. Oprichter Mark Zuckerberg laat zelf een paar maatregelen zien hoe het netwerk tegen nepnieuws wil strijden, maar voorlopig blijft het zoeken naar een echte oplossing.

Nederlandse initiatieven

In Nederland zijn verschillende media begonnen met het actief sporen naar nepnieuws. Zo werkt NU.nl samen met Facebook om neppe nieuwsberichten te detecteren, en de Universiteit van Leiden heeft Nieuwscheckers opgericht om nieuwsberichten te ontmaskeren.

Mediahype?

Maar ook daar zitten weer kanttekeningen aan. Uit onderzoek blijkt namelijk ook weer dat nepnieuws wel erg veel op een mediahype lijkt, waar juist de media zelf erg geïnteresseerd in zijn. Journalisten schrijven graag over zichzelf en hun eigen vak, en bij nepnieuws lijkt dat niet anders. Er worden echter maar weinig echt concrete aanwijzigingen gevonden dat nepnieuws in Nederland een probleem vormt.

Het gevaar in Nederland

De vraag is ook hoe groot het gevaar van nepnieuws in Nederland nou precies is. Want waar de Russen flink inzetten om de verkiezingen in Engeland, Frankrijk, en Duitsland te manipuleren, zijn er geen aanwijzigingen dat het land ook onze verkiezingen heeft proberen te manipuleren.

Misschien is Nederland niet belangrijk genoeg om een verkiezing te laten beïnvloeden. Misschien zijn we als Nederlanders wel te goed in het doorprikken van nepnieuws. Of misschien is het nieuws over nepnieuws juist zelf wel wat buiten proportie geblazen. Hoe dan ook, nu geldt meer dan ooit dat je nooit zomaar moet aannemen wat je op internet leest. Behalve dit stuk dan!

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.