ID.nl logo
Huis

Over gezichtsherkenning en privacy in openbare ruimtes

In Nederland wordt gezichtsherkenning steeds vaker ingezet in de openbare ruimte. Een belangrijk gereedschap in opsporingszaken, maar niet iedereen is even blij met de inbreuk op onze privacy. Hoe staat het er in ons land met de techniek voor?

Al in 2011 deed de Rotterdamse ov-maatschappij RET een proef met gezichtsherkenning om criminaliteit en overlast in trams tegen te gaan. In de trams hingen weliswaar al camera’s, maar het kostte medewerkers veel tijd al die beelden in de gaten te houden en te analyseren. Door foto’s van mensen met een OV-verbod in een database te stoppen konden de camera’s een seintje geven als een van de overtreders op de tram stapt.

In 2013 werd het algemene OV-verbod in de stad uitgebreid en konden overlastplegers op meerdere lijnen worden geweigerd, voor een langere periode. Volgens de RET werd dat verbod gehandhaafd met gezichtsherkenningscamera’s. Inmiddels is die proef stopgezet en wordt er geen gezichtsherkenning meer ingezet in de trams. De reden? Dat is niet het succes (of het gebrek daaraan), maar het feit dat de nieuwe trams die camera’s simpelweg niet meer hebben.

Bij de Nederlandse politie

Eén organisatie die maar wat graag gebruikmaakt van gezichtsherkenning is de politie. De wetshandhavers passen de techniek regelmatig toe op camerabeelden. Zo is er om te beginnen het programma ‘Camera In Beeld’, dat inmiddels alweer een paar jaar bestaat. Camera In Beeld is een soort databank waar Nederlanders hun eigen particuliere beveiligingscamera’s bij kunnen aanmelden. De politie kan dan op verzoek de beelden van die camera’s opvragen.

Camera In Beeld indexeert zo camera’s die burgers en bedrijven hebben opgehangen, die op bedrijfspanden of de openbare weg zijn gericht. Live meekijken kan de politie niet, maar als er een overtreding of misdrijf is gepleegd kan toegang worden gevraagd tot de beelden die met de camera’s zijn gemaakt. Hoeveel camera’s er op dit moment zijn kan een woordvoerster niet direct zeggen, maar medio 2016 werd al de mijlpaal van 100.000 aangemelde camera’s behaald.

©PXimport

Met die camerabeelden kan de politie vervolgens gezichtsherkenning toepassen om bepaalde personen op te sporen. Wie denkt dat dat vergezocht is komt bedrogen uit; sinds eind 2016 experimenteert de politie al met een grote database van gezichten waarmee ze opsporingen kunnen verrichten. Die database bestaat uit foto’s van veroordeelde criminelen én van verdachte personen (die dus niet zijn veroordeeld). In dat laatste geval gaat het alleen om verdachten van misdrijven waar minimaal een jaar cel op staat. Hun foto’s worden in die database opgenomen.

Toen de politie met het programma begon bevatte de database 800.000 foto’s. Hoeveel dat er nu zijn kon een woordvoerster ook hier niet direct zeggen. Wel moeten de foto’s van verdachten die onschuldig blijken zo snel mogelijk uit de database worden verwijderd. Wanneer iemand wordt veroordeeld blijft een foto echter twintig tot tachtig jaar in de database staan, afhankelijk van het misdrijf.

Facecrime

Niet iedereen is vanzelfsprekend even blij met het toenemende gebruik van gezichtsherkenning. Zo is er weinig gedebatteerd over de nieuwe bevoegdheden, klagen privacy-organisaties zoals Bits of Freedom. Directeur Hans De Zwart vergelijkt de trend met 1984, het bekende dystopische boek van George Orwell.

“We zijn inmiddels bij ‘facecrime’ aanbeland. In een democratie zoals de onze is het onacceptabel dat burgers ongericht, op grote schaal en zonder dat ze het doorhebben geïdentificeerd, geprofileerd en bekeken worden.” Tijdens de uitreiking van de Big Brother Awards in 2016 noemde de directeur een hele reeks voorbeelden van waar gezichtsherkenning wordt toegepast. Dat zijn er in de afgelopen jaren alleen maar meer geworden. En niet alleen voor opsporing.

Zo experimenteerde de Almelose voetbalclub Heracles vorig jaar met gezichtsherkenning op de vip-tribune. Kaarthouders die daar mochten komen werden door camera’s herkend en vervolgens persoonlijk begroet door een gastvrouw. Die kon immers op een computerscherm al zien wie er binnen zou lopen. De technologie werd ontwikkeld door de Twentse startup 20Face en door de club ingezet als ‘een gimmick’, aldus een woordvoerder.

“Het was een extraatje voor speciale gasten. Misschien dat het in de toekomst vaker wordt ingezet, maar dat weten we nog niet.” Volgens de woordvoerder is het voor Heracles niet de bedoeling om gezichtsherkenning in te zetten om bijvoorbeeld een stadionverbod te handhaven. “Gelukkig hebben we die ook niet zoveel.”

Gezichtsherkenning als authenticatiemethode voor evenementen of publieke ruimtes lijkt ook voor bezoekers een succes te zijn. Ze werd bijvoorbeeld ingezet tijdens een beurs in 2017, en uit een evaluatie bleek dat bezoekers het evenement als ‘innovatief, vooruitstrevend en persoonlijk’ ervaren. Als gezichtsherkenning niet als (mogelijke) afstraffing wordt ingezet maar als een manier om bezoekers te begroeten, dan zien de bezoekers dat over het algemeen als positief.

©PXimport

Ethische bezwaren

In Nederland is het inzetten van veiligheidscamera’s al snel geoorloofd. Particulieren mogen camera’s ophangen om hun huis te beveiligen, zo lang die niet op de openbare weg zijn gericht. Is een camera dat wel, dan is daar de Europese privacywet (de AVG) op van toepassing, zegt de Autoriteit Persoonsgegevens. Het is daarbij overigens wel de vraag in hoeverre die wet voor en door burgers wordt nageleefd. Voor camera’s in de openbare ruimte gelden strengere regels. De beelden mogen namelijk niet te lang bewaard worden, de gemeente moet burgers erover informeren over de inzet, en er moet worden aangetoond dat ‘minder vergaande maatregelen niet voldoende blijken om de openbare orde te handhaven.’

Niet alleen privacy-inbreuk is bij dit vraagstuk een risico. Gezichtsherkenning kent ook genoeg ethische bezwaren. Niet geheel onterecht; er zijn genoeg voorbeelden bekend van situaties waar gezichtsherkenning nare bijwerkingen heeft. Wetenschappers ontdekten onlangs namelijk een methode om iemands seksuele geaardheid te achterhalen op basis van foto’s. Ze lieten ‘deep learning’-algoritmes los op duizenden foto’s van gebruikers van datingwebsites en konden na afloop in meer dan 80 procent van de gevallen concluderen of iemand hetero of homo was.

Ook ligt fraude op de loer. De technologie achter gezichtsherkenning moet ijzersterk zijn voor het misbruik kan voorkomen, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Wie kijkt naar de functies op smartphones ziet bijvoorbeeld veel verschillen in de beveiliging. Die van de iPhone X is behoorlijk goed; Apple werkte zelfs samen met Hollywood-visagisten om te kijken of maskers en make-up de beveiliging konden omzeilen. En inderdaad, het is heel moeilijk Face ID te foppen met hulpmiddelen. Maar met kinderen uit één familie, van wie de gezichten nog niet helemaal uitontwikkeld zijn, heeft Face ID wel wat meer moeite. Hetzelfde geldt voor identieke tweelingen.

Gezichtsherkenning is inmiddels wel volledig ingeburgerd, zowel in onze telefoons en persoonlijke apparaten als in de openbare ruimte. Nu is het alleen nog de vraag hoe we met de nieuwe mogelijkheden omgaan. Gebruiken we die op verantwoordelijke wijze, of zijn we binnenkort het nieuwe China?

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.