ID.nl logo
Huis

Over gezichtsherkenning en privacy in openbare ruimtes

In Nederland wordt gezichtsherkenning steeds vaker ingezet in de openbare ruimte. Een belangrijk gereedschap in opsporingszaken, maar niet iedereen is even blij met de inbreuk op onze privacy. Hoe staat het er in ons land met de techniek voor?

Al in 2011 deed de Rotterdamse ov-maatschappij RET een proef met gezichtsherkenning om criminaliteit en overlast in trams tegen te gaan. In de trams hingen weliswaar al camera’s, maar het kostte medewerkers veel tijd al die beelden in de gaten te houden en te analyseren. Door foto’s van mensen met een OV-verbod in een database te stoppen konden de camera’s een seintje geven als een van de overtreders op de tram stapt.

In 2013 werd het algemene OV-verbod in de stad uitgebreid en konden overlastplegers op meerdere lijnen worden geweigerd, voor een langere periode. Volgens de RET werd dat verbod gehandhaafd met gezichtsherkenningscamera’s. Inmiddels is die proef stopgezet en wordt er geen gezichtsherkenning meer ingezet in de trams. De reden? Dat is niet het succes (of het gebrek daaraan), maar het feit dat de nieuwe trams die camera’s simpelweg niet meer hebben.

Bij de Nederlandse politie

Eén organisatie die maar wat graag gebruikmaakt van gezichtsherkenning is de politie. De wetshandhavers passen de techniek regelmatig toe op camerabeelden. Zo is er om te beginnen het programma ‘Camera In Beeld’, dat inmiddels alweer een paar jaar bestaat. Camera In Beeld is een soort databank waar Nederlanders hun eigen particuliere beveiligingscamera’s bij kunnen aanmelden. De politie kan dan op verzoek de beelden van die camera’s opvragen.

Camera In Beeld indexeert zo camera’s die burgers en bedrijven hebben opgehangen, die op bedrijfspanden of de openbare weg zijn gericht. Live meekijken kan de politie niet, maar als er een overtreding of misdrijf is gepleegd kan toegang worden gevraagd tot de beelden die met de camera’s zijn gemaakt. Hoeveel camera’s er op dit moment zijn kan een woordvoerster niet direct zeggen, maar medio 2016 werd al de mijlpaal van 100.000 aangemelde camera’s behaald.

©PXimport

Met die camerabeelden kan de politie vervolgens gezichtsherkenning toepassen om bepaalde personen op te sporen. Wie denkt dat dat vergezocht is komt bedrogen uit; sinds eind 2016 experimenteert de politie al met een grote database van gezichten waarmee ze opsporingen kunnen verrichten. Die database bestaat uit foto’s van veroordeelde criminelen én van verdachte personen (die dus niet zijn veroordeeld). In dat laatste geval gaat het alleen om verdachten van misdrijven waar minimaal een jaar cel op staat. Hun foto’s worden in die database opgenomen.

Toen de politie met het programma begon bevatte de database 800.000 foto’s. Hoeveel dat er nu zijn kon een woordvoerster ook hier niet direct zeggen. Wel moeten de foto’s van verdachten die onschuldig blijken zo snel mogelijk uit de database worden verwijderd. Wanneer iemand wordt veroordeeld blijft een foto echter twintig tot tachtig jaar in de database staan, afhankelijk van het misdrijf.

Facecrime

Niet iedereen is vanzelfsprekend even blij met het toenemende gebruik van gezichtsherkenning. Zo is er weinig gedebatteerd over de nieuwe bevoegdheden, klagen privacy-organisaties zoals Bits of Freedom. Directeur Hans De Zwart vergelijkt de trend met 1984, het bekende dystopische boek van George Orwell.

“We zijn inmiddels bij ‘facecrime’ aanbeland. In een democratie zoals de onze is het onacceptabel dat burgers ongericht, op grote schaal en zonder dat ze het doorhebben geïdentificeerd, geprofileerd en bekeken worden.” Tijdens de uitreiking van de Big Brother Awards in 2016 noemde de directeur een hele reeks voorbeelden van waar gezichtsherkenning wordt toegepast. Dat zijn er in de afgelopen jaren alleen maar meer geworden. En niet alleen voor opsporing.

Zo experimenteerde de Almelose voetbalclub Heracles vorig jaar met gezichtsherkenning op de vip-tribune. Kaarthouders die daar mochten komen werden door camera’s herkend en vervolgens persoonlijk begroet door een gastvrouw. Die kon immers op een computerscherm al zien wie er binnen zou lopen. De technologie werd ontwikkeld door de Twentse startup 20Face en door de club ingezet als ‘een gimmick’, aldus een woordvoerder.

“Het was een extraatje voor speciale gasten. Misschien dat het in de toekomst vaker wordt ingezet, maar dat weten we nog niet.” Volgens de woordvoerder is het voor Heracles niet de bedoeling om gezichtsherkenning in te zetten om bijvoorbeeld een stadionverbod te handhaven. “Gelukkig hebben we die ook niet zoveel.”

Gezichtsherkenning als authenticatiemethode voor evenementen of publieke ruimtes lijkt ook voor bezoekers een succes te zijn. Ze werd bijvoorbeeld ingezet tijdens een beurs in 2017, en uit een evaluatie bleek dat bezoekers het evenement als ‘innovatief, vooruitstrevend en persoonlijk’ ervaren. Als gezichtsherkenning niet als (mogelijke) afstraffing wordt ingezet maar als een manier om bezoekers te begroeten, dan zien de bezoekers dat over het algemeen als positief.

©PXimport

Ethische bezwaren

In Nederland is het inzetten van veiligheidscamera’s al snel geoorloofd. Particulieren mogen camera’s ophangen om hun huis te beveiligen, zo lang die niet op de openbare weg zijn gericht. Is een camera dat wel, dan is daar de Europese privacywet (de AVG) op van toepassing, zegt de Autoriteit Persoonsgegevens. Het is daarbij overigens wel de vraag in hoeverre die wet voor en door burgers wordt nageleefd. Voor camera’s in de openbare ruimte gelden strengere regels. De beelden mogen namelijk niet te lang bewaard worden, de gemeente moet burgers erover informeren over de inzet, en er moet worden aangetoond dat ‘minder vergaande maatregelen niet voldoende blijken om de openbare orde te handhaven.’

Niet alleen privacy-inbreuk is bij dit vraagstuk een risico. Gezichtsherkenning kent ook genoeg ethische bezwaren. Niet geheel onterecht; er zijn genoeg voorbeelden bekend van situaties waar gezichtsherkenning nare bijwerkingen heeft. Wetenschappers ontdekten onlangs namelijk een methode om iemands seksuele geaardheid te achterhalen op basis van foto’s. Ze lieten ‘deep learning’-algoritmes los op duizenden foto’s van gebruikers van datingwebsites en konden na afloop in meer dan 80 procent van de gevallen concluderen of iemand hetero of homo was.

Ook ligt fraude op de loer. De technologie achter gezichtsherkenning moet ijzersterk zijn voor het misbruik kan voorkomen, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Wie kijkt naar de functies op smartphones ziet bijvoorbeeld veel verschillen in de beveiliging. Die van de iPhone X is behoorlijk goed; Apple werkte zelfs samen met Hollywood-visagisten om te kijken of maskers en make-up de beveiliging konden omzeilen. En inderdaad, het is heel moeilijk Face ID te foppen met hulpmiddelen. Maar met kinderen uit één familie, van wie de gezichten nog niet helemaal uitontwikkeld zijn, heeft Face ID wel wat meer moeite. Hetzelfde geldt voor identieke tweelingen.

Gezichtsherkenning is inmiddels wel volledig ingeburgerd, zowel in onze telefoons en persoonlijke apparaten als in de openbare ruimte. Nu is het alleen nog de vraag hoe we met de nieuwe mogelijkheden omgaan. Gebruiken we die op verantwoordelijke wijze, of zijn we binnenkort het nieuwe China?

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.