ID.nl logo
Huis

Let’s Encrypt op server installeren: Overal https

Let’s Encrypt deelt gratis certificaten uit aan de bezitters van een domein. Wie al eens met certificaten heeft gewerkt weet hoe lastig het de aanvraag, installatie en configuratie kan zijn. Let’s Encrypt neemt die klus vrijwel volledig uit handen. Zo installeer je het op je server.

Lees ook: Je website beveiligen met https - Hoe en waarom

Een geautomatiseerd proces kan het aanmaken van de certificaten en zelfs de configuratie daarvan in Apache voor je uit handen nemen. Maar waarom kiezen voor Let's Encrypt? Er zijn meer partijen die gratis certificaten verstrekken, zoals StartSSL van het Israëlische StartCom alsmede het Chinese WoSign, maar die worden door enkele misstanden minder vertrouwd. Bovendien wordt commercieel gebruik bij StartSSL uitgesloten. Het aanvraagproces is ook gecompliceerder.

Let’s Encrypt lijkt zijn zaken beter voor elkaar te hebben. Het proces van aanvragen is eenvoudig en laat geen ruimte voor geknoei. Als er al bugs zijn worden ze dankzij de transparante bedrijfscultuur openlijk gecommuniceerd.

Let's Encrypt-client

Bij Let’s Encrypt installeer je een client op de server die werkt volgens het open-source acme-protocol (Automated Certificate Management Environment). Wij gebruiken de officiële client Certbot, maar op deze pagina vind je ook veel alternatieven. De client vraagt een certificaat aan bij de servers van Let’s Encrypt. De server stuurt daarna een opdracht door om te bewijzen dat je de eigenaar van het bewuste domein bent. Dat kan een dns-record zijn of een bestand dat via een url op je server beschikbaar moet worden gemaakt.

Na verificatie wordt het certificaat opgehaald, geïnstalleerd en wordt Apache geconfigureerd. Ook het vernieuwen kun je gemakkelijk automatiseren zoals we in de vierde workshop laten zien. Dat is belangrijk omdat de certificaten van Let’s Encrypt maar drie maanden geldig zijn. In de praktijk biedt het vooral voordelen, ook wat veiligheid betreft. Je kunt het zien als een wachtwoord dat je regelmatig moet veranderen.

Subdomeinen

Let’s Encrypt verstrekt alleen Domain Validated (dv) certificaten. Heel praktisch is dat één certificaat voor meerdere domeinnamen kan worden gebruikt. Dit heet ook wel Subject Alternative Name (san). In de workshop profiteren we hiervan door zowel mijndomein.nl als www.mijndomein.nl in het certificaat op te nemen. Een wildcard (*.mijndomein) waarmee je direct alle subdomeinen afvangt is helaas niet mogelijk. Wel is de limiet erg ruim: een certificaat kan tot 100 domeinen bevatten. Er zijn wel enkele limieten, die je op deze pagina kunt nalezen, maar die zijn over het algemeen dusdanig ruim dat je je hier geen zorgen over hoeft te maken.

Wat heb je nodig?

De belangrijkste vereiste om Let’s Encrypt te installeren op je server is dat je als root kunt inloggen en het Python-programma kunt uitvoeren. Prettig om te weten is dat je voor het domein dat je achter https gaat zetten geen uniek ip-adres nodig hebt. Bij andere certificaten is dat soms wel een vereiste. Voor de autorisatie heeft Let’s Encrypt wel van buitenaf toegang tot de server nodig. De poorten 80 (http) en 443 (https) moeten openstaan, maar die heb je sowieso nodig voor het onbeveiligde en beveiligde webserververkeer.

Je kunt de installatie ook op een server in je eigen netwerk testen, maar dan moet je wel die twee poorten doorsturen van buitenaf via je router, met port forwarding. Verder is het bij de configuratie handig als je wat ervaring met Apache hebt. In deze workshop geven we ook veel tips voor deze populaire webserver. We nemen ook meteen de configuratie van http/2 mee, een belangrijke technologie om websites te versnellen. Daarmee hoeft de overgang naar https geen tragere performance te geven.

Heb je geen eigen server? Steeds meer webhostingpartijen bieden ssl voor weinig of niets als extraatje. Zo is ssl op basis van Let’s Encrypt sinds april dit jaar gratis actief voor alle accounts bij hostingprovider Antagonist dat ook meteen overstapte naar http/2.

HTTP/2

Het versleutelen van een website kan vertraging geven, maar dat hoeft niet. Google ontwikkelde als onderzoeksproject het verbeterde internetprotocol SPDY dat inmiddels de basis vormt voor versie 2 van http, bekend als http/2. Ongeveer 80 procent van de browsers ondersteunt de nieuwe standaard reeds. Het grootste voordeel is multiplexing. De bestanden die nodig zijn voor een webpagina, zoals afbeeldingen, css en javascript, kunnen via een veel kleiner aantal verzoeken opgehaald worden. Dat dit heel veel snelheidswinst kan geven zie je als je achtereenvolgens httpvshttps.com en httpvshttps.com bezoekt.

Dat is wel een extreem voorbeeld, maar de praktijk laat ook zien dat er veel winst mee valt te behalen. Hoewel het protocol ook voor gewoon http-verkeer geschikt is, blijkt dat in de praktijk geen optie: hedendaagse browsers accepteren alleen https-verkeer via het protocol.

©PXimport

Dns-instellingen

Nog een vereiste voor de validatie is dat de dns-instellingen voor je website correct zijn, maar dat verschilt niet van een gewone situatie. Het betekent concreet dat voor alle domeinen die je in het certificaat wilt opnemen het A-record naar het ipv4-adres van de server verwijst. Heb je ipv6 geconfigureerd op je server met een verwijzend AAAA-record, zorg dan dat dit correct is. Bij de validatie geeft Let’s Encrypt vaak de voorkeur aan ipv6 als het beschikbaar is. Je kunt testen of de server bereikbaar is met bijvoorbeeld

curl -4 http://www.mijndomein.nl

Of vervang de 4 voor een 6 bij ipv6. Een alternatief is een website als ip6.nl. Het is ook een goede controle als je Let’s Encrypt op een server in je eigen netwerk wilt testen. Hoewel we het in deze workshop buiten beschouwing laten, kun je bij Let’s Encrypt ook gebruikmaken van dns-validatie.

Hierbij kun je door het toevoegen van een txt-record aan de dns-instellingen bewijzen dat je de eigenaar van dat domein bent. Dat klinkt eenvoudig als je vertrouwd bent met dns, maar er zitten wel wat haken en ogen aan. Je zult nog altijd het aanvraagproces via je server moeten doen. Dat is met de dns-validatie gecompliceerder. En als je naast je hoofddomein ook extra domeinen aan een certificaat wilt toevoegen moet je voor die extra domeinen ook een txt-record aanmaken, om te bewijzen dat je ook daar de eigenaar van bent.

▼ Volgende artikel
❄️ Plaknacht op komst? Zo houd je het hoofd (en de slaapkamer) koel
© ID.nl
Gezond leven

❄️ Plaknacht op komst? Zo houd je het hoofd (en de slaapkamer) koel

Overdag is de warme nog wel uit te houden – lekker in de schaduw met een koel drankje of een ijsje. Maar hitte die 's nachts blijft hangen, da's een ander verhaal. Daardoor verandert je slaapkamer al snel in een broeikas. Heb je geen airco in huis maar wil je niet de hele nacht woelen, zweten en wakker liggen? Met deze slimme tips overleef je zelfs de ergste plaknacht!

Zo overleef je een plaknacht: ☀️ Wat je overdag alvast kunt doen: Houd zon en hitte buiten Kies licht en ademend beddengoed Niet binnen koken 🌘 Wat je 's nachts kunt doen: Laat het goed doorwaaien Drink voldoende en neem een lauwe douche Koelen zonder ventilator Koelen mét ventilator Hang een nat laken op

Lees ook, voor de volgende plaknachten: Houd je huis koel: de voor- en nadelen van airco in huis

☀️ Wat je overdag alvast kunt doen:

1: Houd zon en hitte buiten

Doe overdag de gordijnen dicht, zeker in kamers waar de zon vol op staat. Ook zonwering helpt om de warmte te weren. Geen dikke gordijnen of screens? Dan kan warmtewerende raamfolie een uitkomst zijn. Dat kaatst het zonlicht terug en voorkomt dat je slaapkamer verandert in een oven.

2: Kies licht en ademend beddengoed

Donkere stoffen houden warmte vast, lichte kleuren weerkaatsen juist. Kies daarom voor lichtgekleurde lakens van katoen of linnen. Die stoffen ademen beter en voelen minder klam aan als het warm is.

3: Kook niet binnen

Koken met oven of fornuis maakt het in huis alleen maar warmer. Eet dus licht en koud: een salade, wat fruit of brood met iets fris. Moet het warm zijn? Gebruik een airfryer of grillplaat buiten op het balkon of in de tuin. Of gooi gewoon de barbecue aan!

Lees ook: Dit zijn dé BBQ-trends voor 2025

🌘 Wat je 's nachts kunt doen

4: Laat het goed doorwaaien

Zodra het buiten afkoelt, zet je ramen en deuren tegen elkaar open. Zo ontstaat er luchtcirculatie en komt er koelere buitenlucht binnen. Sluit alles weer zodra het buiten warmer wordt of de zon opkomt. Zo blijft de koelere lucht langer hangen.

5: Drinken en douchen

Drink voldoende water, ook vlak voor het slapengaan. Dat helpt je lichaam afkoelen van binnenuit. Een lauwe douche doet ook wonderen. Te koud douchen werkt juist averechts: je lichaam gaat dan extra warmte produceren om te compenseren.

6: Koelen zonder ventilator

Geen ventilator in huis? Zet een paar kommen met ijskoud water in je slaapkamer. Dat helpt de luchtvochtigheid én de temperatuur te verlagen. Let wel op: niet naast je bed of bij stopcontacten. Een omgestoten bak water is geen pretje om 3 uur 's nachts.

7: Koelen mét ventilator

Heb je wel een ventilator? Zet er dan een schaal met ijswater of ijsblokjes voor. Zo blaast hij niet alleen warme lucht in het rond, maar verspreidt hij echte koelte. Zorg ook hier voor een veilige opstelling – water en elektriciteit blijven een slechte combinatie. Wat ook werkt, is een aantal (plastic) flessen voor 80 procent vullen met water en in de vriezer leggen. Haal deze edruit en zet ze voor je gaat slapen voor de draaiende ventilator.

©yulia_seraya

8: Hang een nat laken op

Hang een vochtig laken voor een open raam. De lucht die binnenkomt wordt daardoor vanzelf wat koeler. Zeker bij droge, hete lucht uit het zuiden kan dat net het verschil maken tussen woelen en slapen.

Waarom deze tips echt werken Al deze tips maken slim gebruik van basisprincipes uit de natuurkunde: warme lucht stijgt op, lichte kleuren weerkaatsen warmte in plaats van het te absorberen en ventilatie versnelt verdamping van zweet – het natuurlijke koelsysteem van je lichaam. Door 's avonds alles af te sluiten en pas weer te openen als het buiten afkoelt, houd je de warmte buiten en de rust binnen.


▼ Volgende artikel
Van muis tot monitor: zo koppel je bluetooth-apparaten aan je pc
© Marut - stock.adobe.com
Huis

Van muis tot monitor: zo koppel je bluetooth-apparaten aan je pc

De meeste apparaten die je aansluit op je computer, kun je koppelen via bluetooth. Daarvoor moet deze technologie wel ingebouwd zijn in de pc, of je moet gebruikmaken van een usb-bluetooth-adapter. Op twee manieren kun je de pc koppelen met bluetooth-apparaten.

In dit artikel laten we zien op welke wijzen je bluetooth-apparaten aan je pc kunt koppelen:

  • Via Windows Instellingen
  • Via de taakbalk
  • Via een snelkoppeling naar het Instellingen-venster

Lees ook: 2,4 GHz vs. bluetooth: welke beter is voor accessoires

Muis, toetsenbord, speakers, headset, ...

Er zijn talloze accessoires om aan je pc te koppelen

Stap 1: Via Instellingen

Eerst moet je het externe apparaat instellen, waardoor het zichtbaar wordt als het binnen bereik komt van de pc. Typ in het Windows-zoekveld het woord bluetooth, zodat je Bluetooth- en andere apparaatinstellingen kunt openen. Verifieer boven in dit scherm dat bluetooth aanstaat.

Klik nu op de knop Apparaat toevoegen. In het volgende venster selecteer je Bluetooth. Hierdoor zou in het volgende venster ieder apparaat moeten verschijnen waarvan bluetooth is ingeschakeld. Als het hier niet te zien is, moet je de handleiding van het apparaat controleren of de website van de fabrikant.

Selecteer het apparaat dat je wilt koppelen en volg alle instructies. Wanneer het proces voltooid is, klik je op Gereed. Als het goed is, wordt dit apparaat nu weergegeven als Gekoppeld. Om niet iedere keer naar het venster Instellingen te hoeven gaan, bestaan er enkele shortcuts.

In de bluetooth-instellingen zie je welke apparaten al gekoppeld zijn.

Stap 2: Via de taakbalk

Je kunt ook gebruikmaken van de taakbalk. Aan de rechterkant van de taakbalk vind je het bluetooth-pictogram. Mogelijk zit het onder de verborgen pictogrammen. Door op het pijltje te klikken, vouw je het menu open. Als je op dit pictogram klikt, zie je ook de verbonden apparaten. En via de knop Meer instellingen kom je bij de lijst van alle apparaten die je kunt verbinden.

In Windows 11 zijn deze instellingen samengevoegd in de Snelle instellingen, rechts van de taakbalk.

Stap 3: Snelkoppeling

Je kunt ook een eigen snelkoppeling maken om snel naar het Windows Instellingen-venster met de bluetooth-instellingen te gaan. Klik met rechts op het bureaublad en selecteer in het contextmenu de opdracht Nieuw / Snelkoppeling. Hierdoor opent een pop-up Snelkoppeling maken.

Op de plaats waar je de locatie van het item moet opgeven, typ of plak je %windir%\explorer.exe ms-settings:bluetooth. Klik op Volgende om de snelkoppeling een naam te geven, bijvoorbeeld Bluetooth. Bevestig met een klik op Voltooien. Hierdoor staat de snelkoppeling op het bureaublad. Om die koppeling snel beschikbaar te maken, kun je nog met rechts op deze snelkoppeling klikken en dan Aan start vastmaken kiezen.

Je kunt een snelkoppeling maken om snel naar de bluetooth-instellingen te schakelen.

Watch on YouTube