ID.nl logo
Halo Infinite: Eindeloos knallen in open spelwereld
© PXimport
Huis

Halo Infinite: Eindeloos knallen in open spelwereld

Het is niet makkelijk om misstappen uit het verleden weg te poetsen. Je moet toegeven dat je fout zat en een visie hebben om te zien hoe het beter moet. Dat is niet velen gegeven. Ook bij ontwikkelaar 343 Industries, dat met Halo 4 en met name Halo 5 steeds meer fans vervreemde, leek het er lang niet in te zitten. Maar het is ze toch echt gelukt. Halo is weer terug en begint met een schone lij.

De basis voor Halo Infinite’s succesformule is eenvoudig aan te wijzen: de game speelt watervlug. De gloednieuwe Grappleshot speelt daarbij een essentiële rol, zeker in de singleplayercampagne waar je het nieuwe gereedschap altijd tot je beschikking hebt. Het duurde niet lang voordat we deze toevoeging in onze harten sloten. 

©PXimport

Grappleshot in de roos

Mede dankzij de Grappleshot spring je met ongeëvenaard veel speelse frivoliteit rond over het strijdveld. Je lanceert jezelf soepeltjes in een Warthog, rijdt een paar vijanden omver, springt er weer uit en leegt je Assault Rifle van dichtbij op je volgende slachtoffer. Vervolgens trek je een Fusion Coil naar je toe en mik je ‘m zo tussen wat Grunts, die op slag veranderen in een luid schreeuwende, felgekleurde wolk van plasma, methaangas en rondvliegende brokken pantser. Halo Infinite heeft geen chill; vrijwel ieder gevecht mondt meteen uit in volslagen chaos.

Begrijp die opmerking zeker niet verkeerd: het is aangename chaos. De snelheid waarmee alles gebeurt is precies goed. Je voelt je enerzijds flexibel en lenig, maar tegelijkertijd enorm sterk – je bent nou eenmaal een wandelende tank. Dat machtige gevoel ontstaat door een combinatie van factoren: de zichtbare impact die je kogels of vuisten hebben, je bewegingssnelheid, maar ook zeker de audio. Als je van een grote hoogte springt – wat Chief moeiteloos kan – hoor je dat er iets zwaars neerkomt. Als je een vijand slaat, dan voel je dat er gewicht achter zit. Als je met een Gravity Hammer slaat, dan trillen de vullingen haast uit je kiezen. Alles in de kern klopt en zo wordt er een oersterk fundament gelegd die met gemak zowel de singleplayer als de multiplayer van Halo Infinite draagt.  

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Nieuwe start

Maar Halo is meer dan alleen een schietspel. De singleplayer is een ware space opera. Infinite keert op dat vlak terug naar de basis. Net als Halo: Combat Evolved is dit deel weer een echt science fiction-mysterie. Het militaire ‘hoo-rah’ wapengekletter uit de latere delen maakt plaats voor verwondering en verkenning en Master Chief eist weer zijn rechtmatige hoofdrol op. Al wordt hij wel bijgestaan door een nieuwe AI-compagnon: The Weapon.

Daarmee maakt Infinite op een slimme manier een nieuwe start. Chief is gepokt en gemazeld – net als spelers van het eerste uur – en draagt die ervaring mee in Infinite. In Halo 4 kreeg Chief nog te horen dat hij meer mens en minder machine moest zijn – makkelijk gezegd als het lot van het hele universum weer eens op je schouders rust. In Infinite wordt de tijd genomen om te reflecteren op verlies en hoe je gemaakte fouten recht kan zetten. Er is niet veel fantasie voor nodig om te bedenken dat 343 Industries het hier misschien ook wel een beetje over zichzelf heeft.

Voor The Weapon, daarentegen, is alles nieuw. Ze is nieuwsgierig naar de wereld en ziet in haar onschuld eerder de schoonheid van dingen. Het is een grappig contrast met Combat Evolved, toen Chief juist goedgelovig was en Cortana de allesweter, maar geeft ook zowel veteranen als nieuwkomers de kans zichzelf te herkennen in het verhaal. 

Net als Halo: Combat Evolved is dit deel weer een echt science fiction-mysterie.

-

©PXimport

De haast tedere wisselwerking tussen Chief en The Weapon blijft boeiend tot het einde. Dat is ook zeker te danken aan het uitstekende acteer- en animatiewerk. Vooral Jen Taylor verdient alle lofzang. Ze overtreft zichzelf bij het inspreken van The Weapon en weet de nieuwe AI op overtuigende wijze te onderscheiden van Cortana en Dr. Halsey. Chiefs stemacteur Steve Downes hoeft minder uit zichzelf te halen. Zijn geloofwaardigheid zit ‘m vooral in de subtiele animaties, die ondanks dat hij permanent achter dat blinkende vizier verscholen gaat toch goed uit de verf komen. 

Duik in het onbekende

Tussen de persoonlijke dialogen door verkent het duo natuurlijk de mysterieuze Zeta Halo, een nieuwe ringwereld waar zelfs in de diepste krochten van de Halo-lore weinig over bekend is. Ook de nieuwe vijand, de Banished, is nét even anders dan de ‘vertrouwde’ Covenant. Die combinatie zorgt voor een ambiance precies zoals in Combat Evolved: je hebt geen idee waar je bent, waar alles voor dient, of waarom iedereen die paars, blauw of oranje is op je zit te schieten, maar je doet maar gewoon vrolijk mee.

De open wereld is dan ook een goede keuze. Deze opzet geeft je de vrijheid om zelf op ontdekking te gaan. Niet alle geheimen van Zeta Halo worden opgelepeld in de tussenfilmpjes. Een deel ervan mag je zelf bij elkaar puzzelen in de open wereld. Je leert dan ook meer over de motieven van de Banished en het lot van de mensen aan boord van de UNSC Infinity.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

The Silent Cartographer XXL

‘Open wereld’ schept overigens misschien verkeerde verwachtingen. De hoofdmissies spelen zich meestal af in afgesloten omgevingen en ook tussendoor kun je niet volledig vrij gaan en staan waar je wil. Tussen missies door kun je voornamelijk Forward Operating Bases veroveren en Spartan Cores zoeken, waarmee je onder andere de Grappleshot upgrade. Dat lijkt op papier misschien erg op Assassin’s Creed, maar in de praktijk voelt het meer als een evolutie van levels als Halo en The Silent Cartographer uit de allereerste game.

Je kunt eventueel zelfs zonder enig probleem direct op je doel afgaan. In een tweede run heb ik alle zijactiviteiten links laten liggen en alleen de hoofdmissies gedaan. In dat geval duurt Infinite ongeveer net zo lang als de andere delen in de serie. Toch kan ik aanraden om geregeld een beetje rond te klooien in de ‘zandbak’ en niet alleen omdat je de speelduur dan aanzienlijk oprekt naar meer dan twintig uur.

Hier floreert immers ook weer die watervlugge actie. Vooral rondom de grotere forten, die op meerdere manieren binnen zijn te dringen. Maak bijvoorbeeld een schild onschadelijk om een zijingang te openen, of klim gewoon met je Grappleshot over de muur. Open vervolgens de hoofdingang en rij naar binnen met de Scorpion Tank die je voor de deur had geparkeerd, en schiet alles kort en klein. Plezier zit in een klein hoekje. 

©PXimport

Viering van Halo

Zodoende lijkt de open wereld op papier misschien groot en nieuw, maar is het vooral een ode aan het werk dat Bungie twee decennia geleden neerzette. Sowieso is Halo Infinite doordrenkt met liefde voor de serie. Van Chiefs klassieke Mjolnir-pantser, tot muziek die heel dicht tegen het oorspronkelijke werk van Martin O’Donnell en Michael Salvatori aankruipt, en zelfs obscure verwijzingen naar Eric Nylunds The Fall of Reach; Infinite is een ode aan twintig jaar Halo. Een ultieme viering.

Daarom is het des te opvallender dat een enkel element uit de toon valt. Sommige Forerunner-symbolen zijn bijvoorbeeld verkeerd afgebeeld en bij het activeren van een Energy Sword missen we een indrukwekkende ‘twoomph’. Het merendeel van de spelers ligt daar niet wakker van, maar juist in een game die zoveel zorg en liefde uitstraalt valt het op.

De open wereld is vooral een ode aan het werk dat Bungie twee decennia geleden neerzette.

-

Cross-gen masterclass

Het jubileumfeestje kan knap genoeg wel gevierd worden op veel verschillende soorten hardware. Hoewel ik Infinite vooral op een Xbox Series X heb gespeeld, heb ik de game ook opgestart op pc, Xbox Series S, Xbox One X en zelfs een Xbox One. Uiteraard draait de game op de Xbox Series X het beste (of op pc, afhankelijk van je hardware). Op Series X draait de game in Quality Mode al op 60fps mét een 4k resolutie. Tenzij je een 120hz televisie hebt, hoef je de Performance Mode (met een 1080p resolutie) dus niet eens te overwegen. 

©PXimport

Aan de andere kant van het spectrum, op de originele Xbox One, moet je het stellen met 30fps. Bovendien wordt in de open wereld behoorlijk wat van de resolutie opgeofferd. Toch blijft de ervaring overeind staan en blijft de actie onverminderd chaotisch. Op andere hardware draait de game zoals verwacht. Op de Series S is de game speelbaar met 60fps in 1080p, en op de One X heb je zelfs de keuze tussen 4k/30fps of 1080p/60fps. Je hoeft dus niet over de nieuwste en duurste hardware te beschikken om Infinite te kunnen spelen.

Gek genoeg gaat er af en toe wel iets mis bij de framerate in filmpjes. Gezichtsanimaties lijken soms op een lagere framerate te draaien dan de rest van de scène. Dit probleem lijkt in 30ps (bijvoorbeeld op een Xbox One) dan ook niet te spelen. Zonde, want juist de menselijke interactie is zo’n belangrijk aspect van het verhaal.

Ook ietwat opvallend is dat de verhaalmissies en de open wereld niet naadloos in elkaar overgaan. Dat is niet alleen gedaan om de consoles zonder SSD ademruimte te geven. De game schakelt indoor ook over op mooiere graphics, met vooral meer reflecties en betere rookeffecten. Die overgang kan soms even wennen zijn, maar het zorgt er wel voor dat je onder alle omstandigheden het maximale uit je hardware perst. Of je nu met een Xbox One op een hdtv speelt, of met een Series X op een televisie met ondersteuning voor 120hz en Dolby Vision en Atmos-geluidsinstallatie.

©PXimport

Knalfeest voor iedereen

Dat Halo Infinite prima draait op zoveel platforms, is ongetwijfeld ook goed nieuws voor de multiplayer. Immers: hoe meer zielen online, hoe meer vreugd. De multiplayer is weliswaar verkrijgbaar als losse free to play-game, maar is toch echt vervlochten met de singleplayer. Zo worden in wat introductiefilmpjes de gebeurtenissen uit de campagne erkend en zijn er in de campagne weer cosmetische items voor de multiplayer te ontgrendelen. Maar belangrijker nog is dat de multiplayer gestoeld is op dezelfde, intens fijne actie.

De multiplayer voelt in zekere zin wat traditioneler aan, doordat bijvoorbeeld de Grappleshot minder prominent aanwezig is. De grijphaak is online een item dat je eerst moet oppakken en vervolgens maar een paar keer kan gebruiken. Dat is maar goed ook, want de multiplayer is al tumultueus zoals ‘ie is. Alle facetten van Halo komen hier perfect tot wasdom.

Of je nu met een afgeladen Warthog probeert de vlag van de tegenstander te veroveren, iemand met de Grappleshot uit een Banshee mikt, of gewoon met een Battle Rifle headshots uitdeelt alsof het niets is, Halo Infinite is geen moment saai. Potje na potje ontdekken mensen weer nieuwe creatieve manieren om elkaar het leven zuur te maken. Potje na potje is het scoreverloop een totale verrassing. En vooral: potje na potje is Halo Infinite oprecht leuk om te spelen.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Progressiesysteem heeft nog wat progressie nodig

Toch is niet alles aan de multiplayer even geweldig. Vooral over de manier van progressie boeken is al veel gezegd. De multiplayer is free to play en dus worden er verdienmodellen als de Battle Pass geïntroduceerd. Soit, daar valt mee te leven. Maar momenteel ontgrendel je nieuwe cosmetische items deels via specifieke challenges. Dat forceert mensen om op een bepaalde manier te spelen.

Gericht ‘de objective spelen’ wordt lang niet altijd beloond en dat voelt onrechtvaardig. Het kan zomaar gebeuren dat ik mijn best doe om te voorkomen dat de vlag überhaupt gestolen wordt, terwijl mijn teamgenoot een challenge heeft om een vlaggendrager neer te schieten. Dan moet de vlag dus eerst gestolen worden.

Daar staat tegenover dat bepaalde challenges je progressie behoorlijk kunnen blokkeren. Heb je toevallig een specifieke challenge voor Capture the Flag of Oddball? Nou, hopen dan maar dat je volgende potje ook echt een van die modi is. Je hebt namelijk niks te kiezen, alleen of je Big Team Battle (12vs12) of Arena (4vs4) wil spelen. 

Potje na potje is het scoreverloop een totale verrassing en potje na potje is Halo Infinite oprecht leuk om te spelen.

-

©PXimport

Niet alle challenges zijn overigens zo specifiek. Er zijn ook zat challenges die je voltooit door simpelweg te spelen. Je hoeft dan niet eens te winnen, meedoen is al genoeg. Iedereen kan zo uiteindelijk altijd wel weer íets van XP verzamelen, maar het systeem mag echt nog wel worden bijgeschaafd. Ook zouden we graag een optie zien om cross-play uit te zetten, om spelers met muis-en-toetsenbord te scheiden van spelers met een controller. Op console kun je overigens ook met muis-en-toetsenbord spelen (en op pc uiteraard met controller), maar door cross-play optioneel te maken hou je het speelveld een stuk gelijker.

Gelukkig toonde 343 Industries in de afgelopen twee weken al toewijding door diverse zaken aan te pakken en progressie te verbeteren. De ontwikkelaar laat dus meteen zien dat het fouten wil en kan rechtzetten. Maar vrees niet: Halo Infinite is echt niet alleen een belofte naar de toekomst. Zelfs zonder co-op, dat pas op zijn vroegst medio volgend jaar wordt toegevoegd, voelt de game nu al compleet en sterk. De start is voortreffelijk en we zijn nog lang niet klaar met Halo Infinite. Ik denk dat we pas net beginnen. 

Halo Infinite is vanaf 8 december verkrijgbaar op Xbox Series X en S, Xbox One en pc (en Game Pass). Voor deze review is de game op alle platformen gespeeld.

Fantastisch
Conclusie

Halo Infinite brengt de reeks terug naar waar het twintig jaar geleden begon. Terug naar de eenzame supersoldaat, een praatgrage AI-compagnon en schietpartijen die geheid uitmonden in een heerlijke chaos van kleurrijke explosies en gillende aliens. Terug naar een verrassend soepel spelende multiplayer, waar dankzij diezelfde chaos geen twee potjes hetzelfde zijn. Terug naar een game die we oneindig lang willen blijven spelen.

Plus- en minpunten
  • Speelt als een droom, sterk verhaal gericht op Master Chief, Zeta Halo prikkelt de fantasie, draait goed op alle hardware, multiplayer met veel potentie
  • Kleine ontwerpfoutjes, progressiesysteem in de multiplayer kan beter, multiplayer mist nog wat essentiële opties, nog geen co-op
▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.