ID.nl logo
Gratis films monteren met DaVinci Resolve (deel 2)
© Reshift Digital
Huis

Gratis films monteren met DaVinci Resolve (deel 2)

Bewegend beeld wordt alsmaar belangrijker en je ziet het steeds vaker op social media verschijnen. Door een aantal opnamen aan elkaar te plakken en bij te snijden, maak je een kort en boeiend filmpje met daarin alleen het allerbeste en spannendste beeldmateriaal. Enkele leuke en professioneel ogende effecten mogen daar tegenwoordig niet in ontbreken. We gebruiken DaVinci Resolve 17(waarmee je gratis films monteren kunt) om leuke en professioneel ogende effecten aan een filmmontage toe te voegen en verbeteren tot slot de belichting en kleurweergave.

Deel 1 van dit tweeluik over DaVinci gemist? Hier vind je het eerste artikel terug. 

Tip 01: Edit-pagina

DaVinci Resolve 17 is een gratis montageprogramma waar je als vrijetijdsfilmer enorm veel aan hebt en dat je daarnaast professioneel kunt inzetten. Zodra het programma is gestart, begin je een nieuw videoproject. Klik met de rechtermuisknop in de Media Pool (linksboven) om een aantal mediabestanden in te laden en sleep die vervolgens naar de tijdlijn. Daar snijd je de filmpjes waar nodig bij, of knipt ze in stukjes.

Dat gaat razendsnel en gemakkelijk op de zogeheten Cut-pagina, het onderdeel waarin je begint. Hoe dit precies werkt, hebben wij in een eerder artikel uitgebreid beschreven. Monteren kan daarnaast ook op de Edit-pagina, met als voordeel dat je hier allerlei extra mogelijkheden hebt. En omdat je tijdens het monteren vrij heen en weer mag springen tussen Cut en Edit, profiteer je altijd van het beste van beide werelden.

De tijdlijn ziet er in elk onderdeel anders uit, maar je werkt wel degelijk aan één en dezelfde videomontage. Waar je bij Cut altijd twee weergaven van de tijdlijn ziet, namelijk een uitgezoomde en een ingezoomde versie, is dat er bij Edit maar eentje. Met zoomknoppen en een schuifregelaar bepaal je welk gedeelte van de tijdlijn je in beeld hebt: de volledige tijdlijn, een vast gedeelte of een uitvergroting naar keuze.

©PXimport

Dubbelbeeld

Nog een belangrijk verschil tussen de twee montageonderdelen, is dat je in Edit twee voorbeeldweergaven ziet, terwijl dat er bij Cut maar één is. Het linkervenster toont een filmpje uit de mediapool of een clip uit de tijdlijn waarop je dubbelklikt. In het rechtervenster bekijk je de tijdlijn en dus jouw filmmontage.  Per venster heb je een rijtje afspeelknoppen voor de bediening. Of je maakt één van beide weergaven actief met sneltoets Q of door erop te klikken, zodat je de JKL-sneltoetsen kunt gebruiken in dat specifieke venster (achteruit afspelen, stoppen, vooruit afspelen).

©PXimport

Tip 02: Retime Controls

Een prachtig effect dat je op de Edit-pagina kunt aanbrengen, is het versnellen of vertragen van een gedeelte van een filmclip. Slow motion is perfect om iets wat belangrijk of (te) snel voorbij is duidelijker in beeld te brengen. Terwijl je via fast motion een te lang of saai stukje versnelt zonder dat je het eruit hoeft te knippen. Het mooie is dat je de filmclip niet in losse stukjes hoeft te knippen. Klik in de tijdlijn met rechts op de clip en kies Retime controls, of klik erop om hem te selecteren en gebruik de sneltoets Ctrl+R.

Zoek vervolgens het punt op waar je een andere afspeelsnelheid nodig hebt. Zodra de afspeelkop (playhead) daar is geplaatst, klik je op het zwarte driehoekje achter de tekst 100% in het midden van de clip en kies je Add Speed Point.

Daarna zoek je het punt op waar je weer naar de gewone (of een andere) snelheid wilt overschakelen en voeg je nog een speedpoint toe. Klik vervolgens in het gedeelte waarvan je de snelheid wilt aanpassen op het zwarte driehoekje en kies bij Change Speed de gewenste vertraging of versnelling. Voeg je geen speedpoints toe? Dan verander je de snelheid van de volledige clip.

©PXimport

Tip 03: Selection en Trim Edit

Staan er andere filmclips achter de clip waarvan je de snelheid aanpast, dan gebeurt er iets opmerkelijks. Versnel je de clip, dan neemt de afspeelduur ervan af en daardoor ontstaat een gapend gat tussen deze en de volgende filmclip. Bij vertragen neemt de afspeelduur toe en daardoor overschrijf je het beginstuk van de clip erachter. Wil je dat niet, schakel dan voordat je de snelheid aanpast over van Selection Mode naar Trim Edit Mode. Die keuze maak je met de twee knopjes links in het rijtje boven de tijdlijn. 

Alleen in de Trim Edit Mode schuiven de clips erachter mee, zodra je een clip korter of langer maakt. Dat geldt meteen voor de meeste acties die je op de Edit-pagina uitvoert. Dus bijvoorbeeld ook zodra je een clip inkort of verlengt door de verticale balk aan de voorzijde of achterzijde ervan te verslepen. Let er dus goed op in welke modus je werkt voordat je een actie uitvoert.

©PXimport

Selection Mode overschrijft, terwijl Trim Edit Mode alles opschuift

-

Tip 04: Terugspoeleffect

Wil je een kort fragment twee keer laten zien, bijvoorbeeld omdat er iets vreemds, bijzonders of grappigs gebeurt? Dat kan perfect via een terugspoeleffect. Ook hier hoef je de clip niet voor in stukjes te hakken. Maak weer eerst de Retime Controls zichtbaar (zie tip 2) en markeer het fragment dat je wilt herhalen door twee speedpoints aan te brengen. Daarna klik je op het zwarte driehoekje in het gekozen fragment, klik je op Rewind en kies je een snelheid. 

Wat er nu gebeurt, is dat de clip eerst normaal afspeelt tot aan het einde van het ingestelde fragment. Dan wordt hij versneld of vertraagd teruggespoeld naar het beginpunt van het fragment, waarna de clip vanaf daar weer op de normale manier wordt vervolgd. Alleen het gekozen fragment wordt dus twee keer getoond, met ertussen een terugspoeleffect. En dat helemaal automatisch! Omdat de cliplengte toeneemt, doe je dit meestal in Trim Edit Mode.

©PXimport

Tip 05: Freeze frame

Nog een leuke truc die je vaak in films tegenkomt, is een freeze frame. Hierbij bevriest het videobeeld plotseling door één frame een tijdje als een soort foto in beeld te laten staan. Het beeld lijkt dus bevroren. Na een aantal seconden loopt de video gewoon weer door. Ook dit gebruik je om iets te benadrukken wat anders te snel uit beeld is verdwenen, of omdat je via zoiets als een voice-over wat uitleg wilt geven voordat het beeld verdergaat. 

Ook nu hoef je de clip niet te splitsen om er handmatig een los videoframe tussen te proppen. Zoek gewoon het gewenste punt op, maak de Retime Controls zichtbaar, klik op het zwarte driehoekje en kies Freeze Frame (wederom in Trim edit Mode). Je hebt hier dus geen speed points voor nodig. Het effect krijgt een standaard tijdsduur. Sleep met de hendels van het afgebakende stukje om de zichtbaarheid van je freeze frame te verlengen of in te korten. 

Ook bij het versnellen of vertragen van een clipfragment (zie tip 2) mag je trouwens met de hendels slepen. In dat geval verander je de afspeelsnelheid van het gedeelte ervoor, net zoals je dat via de optie Change Speed doet.

©PXimport

Tip 06: Geluid synchroniseren

Omdat de geluidskwaliteit van een ingebouwde cameramicrofoon meestal niet bijster hoog is, gebruik je doorgaans een externe microfoon. Zolang je die rechtstreeks op de camera aansluit, wordt dat geluid netjes aan de filmopname toegevoegd. Alleen gebeurt het ook vaak dat je met een losse microfoon, een voicerecorder of met je smartphone geluid opneemt. Bijvoorbeeld omdat er geen microfooningang op je camera zit of omdat je te ver van de camera staat. En dan zit je dus met een filmopname en een los geluidsspoor, die je vervolgens moet zien te synchroniseren. 

Gelukkig gaat dat in DaVinci Resolve supersimpel. Eerst plaats je zowel het filmpje als de geluidsopname in de mediapool. Je selecteert ze beide, klikt met rechts op een van de twee en kiest Auto Sync Audio / Based on Waveform. Het programma vervangt nu de geluidsgolf in de filmopname door die uit het externe geluidsbestand. Daarna hoef je alleen het filmpje maar naar de tijdlijn te slepen en dat is alles. Het werkt daarom alleen als jouw camera ook geluid heeft opgenomen, want beide geluidsgolven worden met elkaar vergeleken tijdens het synchroniseren.

©PXimport

Geluid handmatig synchroniseren

Lukt het automatisch synchroniseren van een extern audiobestand niet? Sleep het geluidsbestand dan naar een extra audiospoor onder de filmclip en verschuif het tot een paar opvallende pieken in de twee geluidsgolven netjes zijn uitgelijnd. Daarom is het zo handig als je aan het begin van een filmopname even in je handen klapt of een filmklapper gebruikt.  Vergeet niet om na het uitlijnen het geluidsspoor dat in de filmopname zit uit te schakelen via het M-knopje links in de track-kop (Mute Track). Je wilt namelijk alleen het losse geluidsspoor horen, niet twee door elkaar heen. Op dezelfde plek kun je de breedte van de audiotracks vergroten, zodat je de geluidsgolven beter kunt vergelijken.

Tip 07: Keyframes

Omdat je met bewegend beeld werkt, is het wel zo leuk om zelf ook iets met beweging te doen. In plaats van een statische titel vertonen, kun je bijvoorbeeld een tekst of pijltje een object door het beeld laten volgen. Of je trekt met je hand een filmtitel tevoorschijn, waarna je die weer uit beeld duwt. Allemaal leuke trucjes die er super professioneel uitzien. 

Het toverwoord om deze effecten te maken is: keyframes. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar een keyframe is gewoon een markering die je op een plek in de tijdlijn plaatst waar iets moet veranderen. En dat ‘iets’ kan van alles zijn. Wil je weten hoe dit werkt? Voeg dan een titel toe door op de Edit-pagina links bovenin op Effects Library te klikken, in het venster Toolbox op Titles en daarna een titel van het type Text naar een nieuw videospoor te slepen. 

Je zet hem dus bovenop een bestaand filmpje in de tijdlijn. Versleep de voorkant en de achterkant van de titel om hem precies op het gewenste moment te laten verschijnen en te laten verdwijnen.

©PXimport

Een keyframe is een markering op een plek waar iets moet veranderen

-

Tip 08: In beweging

Dit is alleen nog maar een gewone statische titel, maar die brengen we nu in beweging. Breng de afspeelkop naar het punt waar de titel in beeld verschijnt en klik op de titel om hem te selecteren. Ga klik rechtsboven op Inspector, tik een titeltekst in en maak hem naar wens op. Gebruik Position om de titel naar de startpositie in het beeld te brengen. Klik dan op het diamantje aan de achterzijde, zodat dit rood kleurt. Nu heb je een keyframe geplaatst die bepaalt dat de titel op dit tijdstip op de door jou gekozen positie staat.

Zoek nu het punt op waar de titel weer moet verdwijnen en verander daar opnieuw de waarden achter Position. Het diamantje kleurt automatisch rood, wat betekent dat je een tweede keyframe hebt aangebracht. Dat is alles! Speel de filmclip af en jouw titel verplaatst zich vloeiend vanaf het startpunt naar de eindpositie. Volgt iets of iemand een grilliger pad? Ga dan steeds enkele frames vooruit en schuif de titel naar de gewenste plek. Zo ontstaat een ‘parelketting’ van keyframes.

Alles in DaVinci Resolve met een diamantje kun je animeren en dat mag ook met meerdere parameters tegelijk. Klik op de pijltjes rondom de diamant om stapsgewijs door keyframes te lopen.

©PXimport

Tip 09: Color grading

Is een filmclip in de montage te licht of te donker? Klik dan onderin het scherm op Color. Schrik niet van het ingewikkeld ogende scherm, want dit is de plek waar je het zogeheten color grading uitvoert en daar zijn enorm veel methoden voor. Selecteer de filmclip die je wilt verbeteren en klik linksonder op het pictogram Color Wheels

Je ziet nu vier gekleurde cirkels met eronder grijze draaiknoppen. Sleep zo’n draaiknop naar links of rechts om de clip donkerder of lichter te maken. Dat doe je in drie etappes. Met Lift pas je vooral de donkerste delen van het beeld aan, Gamma is voor het middengebied en met Gain verander je met name de lichtste gebieden. Klik helemaal rechts op Scopes voor een visuele representatie van de RGB-helderheid van de filmclip, dan zie je een stuk beter wat er gebeurt.

Boven en onder de kleurencirkels en draaiknoppen vind je nog de parameters Temp (kleurtemperatuur), Tint, Cont (contrast), Col Boost (kleurversterking) en Sat (verzadiging). Hiermee pas je het contrast en de kleurweergave naar smaak aan.

©PXimport

Color grading kopiëren

Vooral bij uitgebreide montages is het veel werk om elke filmclip vanaf de grond te color graden. Lijken jouw filmpjes wat betreft kleur en belichting best wel op elkaar? Verbeter dan één clip en kies Edit / Copy of gebruik sneltoets Ctrl+C om deze aanpassingen te kopiëren. Ga dan naar de volgende filmclip, kies Edit / Paste Attributes of gebruik sneltoets Alt+V, vink in het venster dat verschijnt het onderdeel Color Corrector aan en klik op Apply. Daarna kun je de gekopieerde aanpassingen altijd nog finetunen en zo is het een stuk minder werk.

Tip 10: Project exporteren

Montage klaar? Dan exporteer je de eindfilm door op de Cut-pagina rechtsboven op Quick Export te klikken, of ga onderaan het programmavenster naar het onderdeel Deliver waar je aanzienlijk meer exportopties vindt. Hoewel de montage zelf netjes in DaVinci Resolve bewaard blijft, is het slim om ook hier een kopietje van te maken. Want je wilt dat vast niet allemaal opnieuw hoeven doen. 

Zodra je DaVinci Resolve opstart, of je klikt rechts onderin het programmavenster op het huisje, verschijnt het projectenvenster. Klik hier met rechts op een bestaand project en kies Export Project om jouw montagewerk op te slaan in een los bestandje. Bewaar dit net als de originele mediabestanden op een veilige plek. Dan kun je namelijk een videomontage later altijd opnieuw aan het programma toevoegen via Import Project. Dat kan ook op een nieuwe of andere computer, dus projecten zijn prima uitwisselbaar. 

De mediabestanden die je in de montage gebruikt, moeten op de originele plek te vinden zijn. Is de mapnaam ondertussen veranderd? Selecteer dan die mediabestanden in de mediapool, klik met rechts, kies Relink Selected Clips en wijs de nieuwe map aan.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.