ID.nl logo
Gratis films monteren met DaVinci Resolve (deel 2)
© PXimport
Huis

Gratis films monteren met DaVinci Resolve (deel 2)

Bewegend beeld wordt alsmaar belangrijker en je ziet het steeds vaker op social media verschijnen. Door een aantal opnamen aan elkaar te plakken en bij te snijden, maak je een kort en boeiend filmpje met daarin alleen het allerbeste en spannendste beeldmateriaal. Enkele leuke en professioneel ogende effecten mogen daar tegenwoordig niet in ontbreken. We gebruiken DaVinci Resolve 17(waarmee je gratis films monteren kunt) om leuke en professioneel ogende effecten aan een filmmontage toe te voegen en verbeteren tot slot de belichting en kleurweergave.

Deel 1 van dit tweeluik over DaVinci gemist? Hier vind je het eerste artikel terug. 

Tip 01: Edit-pagina

DaVinci Resolve 17 is een gratis montageprogramma waar je als vrijetijdsfilmer enorm veel aan hebt en dat je daarnaast professioneel kunt inzetten. Zodra het programma is gestart, begin je een nieuw videoproject. Klik met de rechtermuisknop in de Media Pool (linksboven) om een aantal mediabestanden in te laden en sleep die vervolgens naar de tijdlijn. Daar snijd je de filmpjes waar nodig bij, of knipt ze in stukjes.

Dat gaat razendsnel en gemakkelijk op de zogeheten Cut-pagina, het onderdeel waarin je begint. Hoe dit precies werkt, hebben wij in een eerder artikel uitgebreid beschreven. Monteren kan daarnaast ook op de Edit-pagina, met als voordeel dat je hier allerlei extra mogelijkheden hebt. En omdat je tijdens het monteren vrij heen en weer mag springen tussen Cut en Edit, profiteer je altijd van het beste van beide werelden.

De tijdlijn ziet er in elk onderdeel anders uit, maar je werkt wel degelijk aan één en dezelfde videomontage. Waar je bij Cut altijd twee weergaven van de tijdlijn ziet, namelijk een uitgezoomde en een ingezoomde versie, is dat er bij Edit maar eentje. Met zoomknoppen en een schuifregelaar bepaal je welk gedeelte van de tijdlijn je in beeld hebt: de volledige tijdlijn, een vast gedeelte of een uitvergroting naar keuze.

©PXimport

Dubbelbeeld

Nog een belangrijk verschil tussen de twee montageonderdelen, is dat je in Edit twee voorbeeldweergaven ziet, terwijl dat er bij Cut maar één is. Het linkervenster toont een filmpje uit de mediapool of een clip uit de tijdlijn waarop je dubbelklikt. In het rechtervenster bekijk je de tijdlijn en dus jouw filmmontage.  Per venster heb je een rijtje afspeelknoppen voor de bediening. Of je maakt één van beide weergaven actief met sneltoets Q of door erop te klikken, zodat je de JKL-sneltoetsen kunt gebruiken in dat specifieke venster (achteruit afspelen, stoppen, vooruit afspelen).

©PXimport

Tip 02: Retime Controls

Een prachtig effect dat je op de Edit-pagina kunt aanbrengen, is het versnellen of vertragen van een gedeelte van een filmclip. Slow motion is perfect om iets wat belangrijk of (te) snel voorbij is duidelijker in beeld te brengen. Terwijl je via fast motion een te lang of saai stukje versnelt zonder dat je het eruit hoeft te knippen. Het mooie is dat je de filmclip niet in losse stukjes hoeft te knippen. Klik in de tijdlijn met rechts op de clip en kies Retime controls, of klik erop om hem te selecteren en gebruik de sneltoets Ctrl+R.

Zoek vervolgens het punt op waar je een andere afspeelsnelheid nodig hebt. Zodra de afspeelkop (playhead) daar is geplaatst, klik je op het zwarte driehoekje achter de tekst 100% in het midden van de clip en kies je Add Speed Point.

Daarna zoek je het punt op waar je weer naar de gewone (of een andere) snelheid wilt overschakelen en voeg je nog een speedpoint toe. Klik vervolgens in het gedeelte waarvan je de snelheid wilt aanpassen op het zwarte driehoekje en kies bij Change Speed de gewenste vertraging of versnelling. Voeg je geen speedpoints toe? Dan verander je de snelheid van de volledige clip.

©PXimport

Tip 03: Selection en Trim Edit

Staan er andere filmclips achter de clip waarvan je de snelheid aanpast, dan gebeurt er iets opmerkelijks. Versnel je de clip, dan neemt de afspeelduur ervan af en daardoor ontstaat een gapend gat tussen deze en de volgende filmclip. Bij vertragen neemt de afspeelduur toe en daardoor overschrijf je het beginstuk van de clip erachter. Wil je dat niet, schakel dan voordat je de snelheid aanpast over van Selection Mode naar Trim Edit Mode. Die keuze maak je met de twee knopjes links in het rijtje boven de tijdlijn. 

Alleen in de Trim Edit Mode schuiven de clips erachter mee, zodra je een clip korter of langer maakt. Dat geldt meteen voor de meeste acties die je op de Edit-pagina uitvoert. Dus bijvoorbeeld ook zodra je een clip inkort of verlengt door de verticale balk aan de voorzijde of achterzijde ervan te verslepen. Let er dus goed op in welke modus je werkt voordat je een actie uitvoert.

©PXimport

Selection Mode overschrijft, terwijl Trim Edit Mode alles opschuift

-

Tip 04: Terugspoeleffect

Wil je een kort fragment twee keer laten zien, bijvoorbeeld omdat er iets vreemds, bijzonders of grappigs gebeurt? Dat kan perfect via een terugspoeleffect. Ook hier hoef je de clip niet voor in stukjes te hakken. Maak weer eerst de Retime Controls zichtbaar (zie tip 2) en markeer het fragment dat je wilt herhalen door twee speedpoints aan te brengen. Daarna klik je op het zwarte driehoekje in het gekozen fragment, klik je op Rewind en kies je een snelheid. 

Wat er nu gebeurt, is dat de clip eerst normaal afspeelt tot aan het einde van het ingestelde fragment. Dan wordt hij versneld of vertraagd teruggespoeld naar het beginpunt van het fragment, waarna de clip vanaf daar weer op de normale manier wordt vervolgd. Alleen het gekozen fragment wordt dus twee keer getoond, met ertussen een terugspoeleffect. En dat helemaal automatisch! Omdat de cliplengte toeneemt, doe je dit meestal in Trim Edit Mode.

©PXimport

Tip 05: Freeze frame

Nog een leuke truc die je vaak in films tegenkomt, is een freeze frame. Hierbij bevriest het videobeeld plotseling door één frame een tijdje als een soort foto in beeld te laten staan. Het beeld lijkt dus bevroren. Na een aantal seconden loopt de video gewoon weer door. Ook dit gebruik je om iets te benadrukken wat anders te snel uit beeld is verdwenen, of omdat je via zoiets als een voice-over wat uitleg wilt geven voordat het beeld verdergaat. 

Ook nu hoef je de clip niet te splitsen om er handmatig een los videoframe tussen te proppen. Zoek gewoon het gewenste punt op, maak de Retime Controls zichtbaar, klik op het zwarte driehoekje en kies Freeze Frame (wederom in Trim edit Mode). Je hebt hier dus geen speed points voor nodig. Het effect krijgt een standaard tijdsduur. Sleep met de hendels van het afgebakende stukje om de zichtbaarheid van je freeze frame te verlengen of in te korten. 

Ook bij het versnellen of vertragen van een clipfragment (zie tip 2) mag je trouwens met de hendels slepen. In dat geval verander je de afspeelsnelheid van het gedeelte ervoor, net zoals je dat via de optie Change Speed doet.

©PXimport

Tip 06: Geluid synchroniseren

Omdat de geluidskwaliteit van een ingebouwde cameramicrofoon meestal niet bijster hoog is, gebruik je doorgaans een externe microfoon. Zolang je die rechtstreeks op de camera aansluit, wordt dat geluid netjes aan de filmopname toegevoegd. Alleen gebeurt het ook vaak dat je met een losse microfoon, een voicerecorder of met je smartphone geluid opneemt. Bijvoorbeeld omdat er geen microfooningang op je camera zit of omdat je te ver van de camera staat. En dan zit je dus met een filmopname en een los geluidsspoor, die je vervolgens moet zien te synchroniseren. 

Gelukkig gaat dat in DaVinci Resolve supersimpel. Eerst plaats je zowel het filmpje als de geluidsopname in de mediapool. Je selecteert ze beide, klikt met rechts op een van de twee en kiest Auto Sync Audio / Based on Waveform. Het programma vervangt nu de geluidsgolf in de filmopname door die uit het externe geluidsbestand. Daarna hoef je alleen het filmpje maar naar de tijdlijn te slepen en dat is alles. Het werkt daarom alleen als jouw camera ook geluid heeft opgenomen, want beide geluidsgolven worden met elkaar vergeleken tijdens het synchroniseren.

©PXimport

Geluid handmatig synchroniseren

Lukt het automatisch synchroniseren van een extern audiobestand niet? Sleep het geluidsbestand dan naar een extra audiospoor onder de filmclip en verschuif het tot een paar opvallende pieken in de twee geluidsgolven netjes zijn uitgelijnd. Daarom is het zo handig als je aan het begin van een filmopname even in je handen klapt of een filmklapper gebruikt.  Vergeet niet om na het uitlijnen het geluidsspoor dat in de filmopname zit uit te schakelen via het M-knopje links in de track-kop (Mute Track). Je wilt namelijk alleen het losse geluidsspoor horen, niet twee door elkaar heen. Op dezelfde plek kun je de breedte van de audiotracks vergroten, zodat je de geluidsgolven beter kunt vergelijken.

Tip 07: Keyframes

Omdat je met bewegend beeld werkt, is het wel zo leuk om zelf ook iets met beweging te doen. In plaats van een statische titel vertonen, kun je bijvoorbeeld een tekst of pijltje een object door het beeld laten volgen. Of je trekt met je hand een filmtitel tevoorschijn, waarna je die weer uit beeld duwt. Allemaal leuke trucjes die er super professioneel uitzien. 

Het toverwoord om deze effecten te maken is: keyframes. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar een keyframe is gewoon een markering die je op een plek in de tijdlijn plaatst waar iets moet veranderen. En dat ‘iets’ kan van alles zijn. Wil je weten hoe dit werkt? Voeg dan een titel toe door op de Edit-pagina links bovenin op Effects Library te klikken, in het venster Toolbox op Titles en daarna een titel van het type Text naar een nieuw videospoor te slepen. 

Je zet hem dus bovenop een bestaand filmpje in de tijdlijn. Versleep de voorkant en de achterkant van de titel om hem precies op het gewenste moment te laten verschijnen en te laten verdwijnen.

©PXimport

Een keyframe is een markering op een plek waar iets moet veranderen

-

Tip 08: In beweging

Dit is alleen nog maar een gewone statische titel, maar die brengen we nu in beweging. Breng de afspeelkop naar het punt waar de titel in beeld verschijnt en klik op de titel om hem te selecteren. Ga klik rechtsboven op Inspector, tik een titeltekst in en maak hem naar wens op. Gebruik Position om de titel naar de startpositie in het beeld te brengen. Klik dan op het diamantje aan de achterzijde, zodat dit rood kleurt. Nu heb je een keyframe geplaatst die bepaalt dat de titel op dit tijdstip op de door jou gekozen positie staat.

Zoek nu het punt op waar de titel weer moet verdwijnen en verander daar opnieuw de waarden achter Position. Het diamantje kleurt automatisch rood, wat betekent dat je een tweede keyframe hebt aangebracht. Dat is alles! Speel de filmclip af en jouw titel verplaatst zich vloeiend vanaf het startpunt naar de eindpositie. Volgt iets of iemand een grilliger pad? Ga dan steeds enkele frames vooruit en schuif de titel naar de gewenste plek. Zo ontstaat een ‘parelketting’ van keyframes.

Alles in DaVinci Resolve met een diamantje kun je animeren en dat mag ook met meerdere parameters tegelijk. Klik op de pijltjes rondom de diamant om stapsgewijs door keyframes te lopen.

©PXimport

Tip 09: Color grading

Is een filmclip in de montage te licht of te donker? Klik dan onderin het scherm op Color. Schrik niet van het ingewikkeld ogende scherm, want dit is de plek waar je het zogeheten color grading uitvoert en daar zijn enorm veel methoden voor. Selecteer de filmclip die je wilt verbeteren en klik linksonder op het pictogram Color Wheels

Je ziet nu vier gekleurde cirkels met eronder grijze draaiknoppen. Sleep zo’n draaiknop naar links of rechts om de clip donkerder of lichter te maken. Dat doe je in drie etappes. Met Lift pas je vooral de donkerste delen van het beeld aan, Gamma is voor het middengebied en met Gain verander je met name de lichtste gebieden. Klik helemaal rechts op Scopes voor een visuele representatie van de RGB-helderheid van de filmclip, dan zie je een stuk beter wat er gebeurt.

Boven en onder de kleurencirkels en draaiknoppen vind je nog de parameters Temp (kleurtemperatuur), Tint, Cont (contrast), Col Boost (kleurversterking) en Sat (verzadiging). Hiermee pas je het contrast en de kleurweergave naar smaak aan.

©PXimport

Color grading kopiëren

Vooral bij uitgebreide montages is het veel werk om elke filmclip vanaf de grond te color graden. Lijken jouw filmpjes wat betreft kleur en belichting best wel op elkaar? Verbeter dan één clip en kies Edit / Copy of gebruik sneltoets Ctrl+C om deze aanpassingen te kopiëren. Ga dan naar de volgende filmclip, kies Edit / Paste Attributes of gebruik sneltoets Alt+V, vink in het venster dat verschijnt het onderdeel Color Corrector aan en klik op Apply. Daarna kun je de gekopieerde aanpassingen altijd nog finetunen en zo is het een stuk minder werk.

Tip 10: Project exporteren

Montage klaar? Dan exporteer je de eindfilm door op de Cut-pagina rechtsboven op Quick Export te klikken, of ga onderaan het programmavenster naar het onderdeel Deliver waar je aanzienlijk meer exportopties vindt. Hoewel de montage zelf netjes in DaVinci Resolve bewaard blijft, is het slim om ook hier een kopietje van te maken. Want je wilt dat vast niet allemaal opnieuw hoeven doen. 

Zodra je DaVinci Resolve opstart, of je klikt rechts onderin het programmavenster op het huisje, verschijnt het projectenvenster. Klik hier met rechts op een bestaand project en kies Export Project om jouw montagewerk op te slaan in een los bestandje. Bewaar dit net als de originele mediabestanden op een veilige plek. Dan kun je namelijk een videomontage later altijd opnieuw aan het programma toevoegen via Import Project. Dat kan ook op een nieuwe of andere computer, dus projecten zijn prima uitwisselbaar. 

De mediabestanden die je in de montage gebruikt, moeten op de originele plek te vinden zijn. Is de mapnaam ondertussen veranderd? Selecteer dan die mediabestanden in de mediapool, klik met rechts, kies Relink Selected Clips en wijs de nieuwe map aan.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Laptop nodig voor school? Zo kies je de juiste voor je kind
© Svitlana
Huis

Laptop nodig voor school? Zo kies je de juiste voor je kind

Gaat je kind na de zomervakantie naar de middelbare school? Dan heeft hij of zij waarschijnlijk een laptop nodig. Als ouder wil je natuurlijk een laptop kiezen die past bij wat de school vraagt én bij de manier waarop je kind ermee werkt. Maar waar let je dan op?

💻 🎒 Schoollaptop kopen? Hier moet je op letten

Bij het kiezen van een schoollaptop zijn er een aantal zaken die belangrijk zijn: • Besturingssysteem – Chrome of Windows? • Snelheid en geheugen – Voldoende RAM en snelle SSD • Formaat en gewicht – Licht en handzaam voor in de schooltas • Batterijduur – Moet een hele schooldag meegaan • Degelijkheid – Moet tegen een stootje kunnen • Handige extra's – Denk aan laptophoes of los toetsenbord. • Veiligheid en updates – Van updatebeleid tot vingeradrukscanner • Connectiviteit en aansluitingen – Wifi, USB en HDMI. • Kosten en regelingen – Check schoolopties en gemeentelijke hulp

Lees ook: Van powerbank tot adapter: dit zijn de handigste accessoires voor je laptop

Een laptop is best een uitgave; wanneer je schoolgaande kind er een nodig heeft, is het dus zaak dat je er eentje koopt waarmee hij of zij een aantal jaar vooruit kan (sterker nog: het liefst de hele schooltijd). Door vooraf goed te kijken naar wat de school aanraadt en specificaties te vergelijken, weet je zeker dat je de juiste laptop voor je kind vindt. 

Chromebook of Windows?

De eerste keuze die je vaak moet maken is die tussen een Chromebook en een Windows-laptop. Veel scholen werken met Google Workspace, zoals Google Docs, Drive en Classroom. In dat geval is een Chromebook een logische keuze: snel, betaalbaar en makkelijk in gebruik.

Werkt de school met specifieke software zoals Office of educatieve programma's die alleen op Windows draaien? Dan is een Windows-laptop een betere optie. Die kan bovendien zwaardere toepassingen aan, zoals fotobewerking of programmeren – handig als je kind in de bovenbouw zit of een technisch profiel kiest.

Snelheid en geheugen

Een laptop moet vlot reageren, ook als er meerdere tabbladen openstaan. Kijk daarom naar de processor en het werkgeheugen. Voor een Chromebook volstaat een eenvoudige chip, maar ook daar is 8 GB werkgeheugen aan te raden – 4 GB is eigenlijk te krap. Bij een Windows-laptop is een i3 of Ryzen 3 het minimum, maar voor soepel multitasken is een i5 of Ryzen 5 verstandiger.

Ook het type opslag maakt verschil: kies voor een SSD in plaats van een traditionele harde schijf. Een SSD is stiller, sneller en minder kwetsbaar. Met 256 GB heb je voldoende ruimte voor schoolwerk, documenten en af en toe een download.

Formaat en gewicht

Een laptop voor school gaat dagelijks mee in de tas. Hij moet dus niet te zwaar zijn. Een scherm van 13 tot 15 inch is een goede keuze: dat is groot genoeg om prettig op te kunnen werken, klein genoeg om mee te nemen. Let ook op het gewicht. Alles onder de 1,7 kilo is prima voor dagelijks vervoer. Sommige modellen zijn 2-in-1: ze hebben een touchscreen en kunnen ook als tablet worden gebruikt. Dat is handig bij creatieve opdrachten, maar niet per se nodig voor iedereen.

Batterijduur

De batterij moet een hele schooldag meegaan, want opladen in de klas is vaak geen optie. Reken op minimaal zes uur, maar meer is beter. Chromebooks scoren hier vaak goed, met accuduur tot tien uur of meer. Bij Windows-laptops verschilt het sterk per model. Kijk daarom niet alleen naar de opgegeven accuduur, maar ook naar ervaringen van andere gebruikers.

©ID.nl

Lees ook: Zo geef je je laptop een langere adem

Degelijkheid

Scholieren gaan niet altijd even voorzichtig met hun spullen om. Het is daarom slim om te letten op de bouwkwaliteit van de laptop. Modellen met een stevige behuizing kunnen beter tegen een stootje in een volle schooltas. In dat opzicht zijn zogeheten 'zakelijke laptops' interessant. Denk aan laptopseries zoals de HP EliteBook, Dell Latitude of Lenovo ThinkPad. Die zijn oorspronkelijk bedoeld voor intensief gebruik op kantoor, maar juist daardoor zijn ze vaak robuuster dan vergelijkbare consumentenmodellen.

Als ouder ga je waarschijnlijk niet direct op zoek naar een zakelijke laptop voor je kind, maar in het aanbod van refurbished laptops kom je dit soort modellen veel tegen. Ze zijn dan professioneel opgeknapt, opnieuw geïnstalleerd en meestal voorzien van garantie. Voor een bedrag van 200 à 300 euro heb je dan een laptop die beter gebouwd is dan veel nieuwe modellen in die prijsklasse. Je betaalt niet voor uiterlijk of overbodige functies, maar voor een betrouwbaar apparaat dat tegen een stootje kan.

Handige extra's

Naast de laptop zelf zijn er nog wat dingen die het gebruik makkelijker maken. Een stevige hoes of laptoptas is natuurlijk een must: het is niet slim om de laptop los in een schooltas of rugzak mee te nemen. Een extra toetsenbord of losse muis kan thuis handig zijn, bijvoorbeeld als je kind huiswerk maakt aan een bureau. Een laptopstandaard helpt om rechter te zitten en voorkomt dat je kind lang in een verkeerde houding werkt.

Laptop veilig mee naar school?

Gebruik een laptophoes

Veiligheid en updates

Het is de bedoeling dat de schoollaptop die je koopt jarenlang meegaat, dus het is verstandig om te controleren hoe lang het besturingssysteem nog updates krijgt. Zeker bij Chromebooks kun je per model opzoeken tot welk jaar er beveiligingsupdates worden aangeboden. Omdat Google een updatebeleid heeft waarbij Chromebooks van na 2021 10 jaar updates krijgen, zit je hiermee dus eigenlijk altijd goed. Heb je een model op het oog? Dan kun je online opzoeken wat de AUE-datum (Auto Update Expiration) is.

Ook voor Windows krijg je jarenlang updates. Belangrijk is wel dat je kiest voor de meest recente versie – op dit moment is dat Windows 11. Kom je ergens een goedkope laptop met Windows 10 tegen? Let dan goed op of de hardware geschikt is voor een upgrade naar Windows 11. Is dat niet het geval, dan kun je die laptop maar beter niet kopen, want de ondersteuning voor Windows 10 stopt op 14 oktober 2025.

Let er ook op of je de aanwezige opslag of het werkgeheugen eventueel nog kunt uitbreiden – dat maakt het apparaat toekomstbestendiger. Extra beveiligingsopties zoals een vingerafdrukscanner of webcamcover zijn geen noodzaak, maar kunnen wel prettig zijn.

Zorg er ook voor dat bestanden automatisch worden opgeslagen in de cloud, bijvoorbeeld via Google Drive of OneDrive. Afhankelijk van de leeftijd kan het ook nog slim zijn om ouderlijk toezicht in te stellen, bijvoorbeeld via een beheerd Google-account of de instellingen van Windows.

Connectiviteit en aansluitingen

De meeste laptops zijn standaard uitgerust met wifi, maar het loont om te letten op ondersteuning voor wifi 6. Daarmee is de verbinding sneller en stabieler, wat handig is op drukke schoolnetwerken. Een USB-C-poort is aan te raden voor opladen, randapparatuur en accessoires. Een HDMI-aansluiting is handig als je kind presentaties moet geven of thuis een groter scherm wil aansluiten. En hoewel steeds minder laptops er standaard mee komen, kan een ethernetpoort soms handig zijn als wifi tijdelijk niet werkt. De laptop kan dan met een kabel rechtstreeks op de router worden aangesloten.

Kosten en regelingen

Een goede laptop hoeft niet extreem duur te zijn, maar je moet toch al snel rekenen op een bedrag van minimaal 400 euro voor een geschikt Chromebook. Voor een nieuwe Windows-laptop ben je al snel 550 euro of meer kwijt. Kies je voor refurbished, dan ben je goedkoper uit. Kun je het zelf niet betalen, kijk dan of de school een regeling heeft. Informeer ook bij je gemeente: vaak bieden die een vergoeding of tegemoetkoming voor mensen met een minimum inkomen die een laptop voor hun kind moeten kopen

Sommige ouders kiezen ervoor om een laptop te verzekeren, wat zeker iets is om te overwegen bij jongere kinderen. Schade of diefstal komt helaas regelmatig voor. Daarnaast bieden bedrijven als Microsoft en Adobe korting aan wanneer hun software wordt aangeschaft voor leerlingen (én ouders).  Kijk ook eens op Surfspot; daar is veel software waarvoor je korting kunt krijgen verzameld.

Tot slot

Voor de meeste middelbare scholieren is een Chromebook met 8 GB werkgeheugen een goede, betaalbare keuze, zeker als de school volledig met Google werkt. Wordt er intensiever met software gewerkt of wil je dat de laptop ook in de bovenbouw nog voldoet? Kies dan voor een Windows-model met een snellere processor en meer opslag. Wat je ook kiest: let op het gewicht, de batterijduur en hoe lang het apparaat nog updates krijgt. Dan weet je zeker dat je kind er niet alleen dit schooljaar, maar ook daarna goed mee uit de voeten kan.

▼ Volgende artikel
Bovenwarmte, onderwarmte, hetelucht of grill: zo kies je de juiste ovenstand
© Dejan Krsmanovic
Huis

Bovenwarmte, onderwarmte, hetelucht of grill: zo kies je de juiste ovenstand

Je oven kan veel meer dan je denkt. Toch gebruiken veel mensen alleen de heteluchtstand – ook al is dat niet altijd de beste keuze. Boven- en onderwarmte, grill en hetelucht: ze doen allemaal iets anders. Wat je waarvoor gebruikt, lees je hier.

Als je weet wanneer je welke stand gebruikt, zijn mislukte cakes, uitgedroogde lasagne en slappe pizzabodems verleden tijd. In dit artikel leggen we per stand uit wat het effect is, wanneer je hem gebruikt en hoe je je oven slimmer benut.

Onder- en bovenwarmte: langzaam en zeker

Bij onder- en bovenwarmte komt de warmte van twee verwarmingselementen die los of samen gebruikt kunnen worden. De oven verwarmt gelijkmatig van boven en beneden, maar zonder ventilator. Daardoor is dit een wat tragere maar stabiele manier van garen, ideaal voor gerechten die tijd nodig hebben om te rijzen of die niet mogen uitdrogen. Denk aan cakes, appeltaarten of ovenschotels. Ook als je werkt met meerdere lagen bladerdeeg of deeg met gist, helpt deze stand om alles rustig en gelijkmatig te laten garen.

Wil je juist een knapperige onderkant, zoals bij quiches of pizza's? Dan kun je alleen onderwarmte gebruiken, zodat de bodem stevig en bruin wordt zonder dat de bovenkant te snel kleurt. Let er wel op dat deze stand minder geschikt is voor het tegelijk bakken van meerdere gerechten, omdat de warmte zich niet vanzelf verspreidt zoals bij hetelucht.

©Povozniuk Olha & Max

Hetelucht: snel en gelijkmatig

De heteluchtstand gebruikt een ventilator om warme lucht gelijkmatig door de oven te blazen. Daardoor is de temperatuur overal ongeveer gelijk, wat ideaal is als je meerdere bakplaten tegelijk wilt gebruiken. Denk aan koekjes, ovenfriet of groenten die je op twee niveaus tegelijk wilt garen.

Hetelucht is ook efficiënter: je gebruikt minder energie omdat je de temperatuur 10 tot 20 graden lager kunt instellen dan bij boven- en onderwarmte, terwijl het gerecht even snel klaar is. Maar daar schuilt ook het risico: door de circulerende lucht droogt je gerecht sneller uit. Bij bijvoorbeeld brood of cake kan het resultaat daardoor minder luchtig zijn dan bij boven- en onderwarmte. Gebruik bij baksels dus liever onder- en bovenwarmte, tenzij je ervaring hebt met aanpassen van de temperatuur en baktijd.

©Daisy Daisy

Grillstand: bruinen en gratineren

De grillstand gebruik je wanneer je snel een korstje of bruine bovenkant wilt creëren. De bovenste verwarmingselementen worden extra heet, waardoor kaas smelt, paneerlagen krokant worden en vlees een mooie kleur krijgt krijgt. Denk aan gegratineerde gerechten, tosti's of het afbakken van een lasagne.

De grill is minder geschikt voor volledige bereidingen: de hitte is te eenzijdig en te sterk om iets gelijkmatig te garen. Gebruik deze functie daarom alleen voor korte bereidingen of als afmaker. Houd je gerecht goed in de gaten; de grill werkt razendsnel en je wilt natuurlijk voorkomen dan je gerechten aanbranden.

©Monkey Business Images

Combinatiestanden: het beste van twee

Veel moderne ovens bieden combinaties van de bovengenoemde functies, zoals hetelucht met grill of onderwarmte met ventilator. Die kun je slim inzetten voor specifieke gerechten. Bij vleesgerechten bijvoorbeeld zorgt hetelucht-grill voor een sappige binnenkant én een krokante buitenlaag. Bij het bakken van ovenschotels zorgt onderwarmte met ventilatie dat de inhoud gelijkmatig warm wordt, terwijl de bovenkant niet uitdroogt.

Tot slot

Welke ovenstand je kiest, maakt een groter verschil dan je misschien denkt. Wie blind op hetelucht vertrouwt, loopt het risico op droge cake, slappe frietjes of mislukte pizza's. Door te begrijpen hoe elke functie werkt, kies je gericht de stand die past bij jouw gerecht. Zo haal je meer uit je oven én uit je kookinspanningen. Wanneer je op zoek bent naar een nieuwe oven, loont het dan ook zeker de moeite om na te denken over welke standen je nodig hebt en ovens uitgebreid te vergelijken, online of bij de keukenspecialist. Want heb je de ovenstanden eenmaal in de vingers, dan wil je misschien wel meer: wie weet heb je dan ook wel behoefte aan extra's als een warmhoud- of stoomfunctie!