ID.nl logo
Gratis films monteren met DaVinci Resolve (deel 2)
© Reshift Digital
Huis

Gratis films monteren met DaVinci Resolve (deel 2)

Bewegend beeld wordt alsmaar belangrijker en je ziet het steeds vaker op social media verschijnen. Door een aantal opnamen aan elkaar te plakken en bij te snijden, maak je een kort en boeiend filmpje met daarin alleen het allerbeste en spannendste beeldmateriaal. Enkele leuke en professioneel ogende effecten mogen daar tegenwoordig niet in ontbreken. We gebruiken DaVinci Resolve 17(waarmee je gratis films monteren kunt) om leuke en professioneel ogende effecten aan een filmmontage toe te voegen en verbeteren tot slot de belichting en kleurweergave.

Deel 1 van dit tweeluik over DaVinci gemist? Hier vind je het eerste artikel terug. 

Tip 01: Edit-pagina

DaVinci Resolve 17 is een gratis montageprogramma waar je als vrijetijdsfilmer enorm veel aan hebt en dat je daarnaast professioneel kunt inzetten. Zodra het programma is gestart, begin je een nieuw videoproject. Klik met de rechtermuisknop in de Media Pool (linksboven) om een aantal mediabestanden in te laden en sleep die vervolgens naar de tijdlijn. Daar snijd je de filmpjes waar nodig bij, of knipt ze in stukjes.

Dat gaat razendsnel en gemakkelijk op de zogeheten Cut-pagina, het onderdeel waarin je begint. Hoe dit precies werkt, hebben wij in een eerder artikel uitgebreid beschreven. Monteren kan daarnaast ook op de Edit-pagina, met als voordeel dat je hier allerlei extra mogelijkheden hebt. En omdat je tijdens het monteren vrij heen en weer mag springen tussen Cut en Edit, profiteer je altijd van het beste van beide werelden.

De tijdlijn ziet er in elk onderdeel anders uit, maar je werkt wel degelijk aan één en dezelfde videomontage. Waar je bij Cut altijd twee weergaven van de tijdlijn ziet, namelijk een uitgezoomde en een ingezoomde versie, is dat er bij Edit maar eentje. Met zoomknoppen en een schuifregelaar bepaal je welk gedeelte van de tijdlijn je in beeld hebt: de volledige tijdlijn, een vast gedeelte of een uitvergroting naar keuze.

©PXimport

Dubbelbeeld

Nog een belangrijk verschil tussen de twee montageonderdelen, is dat je in Edit twee voorbeeldweergaven ziet, terwijl dat er bij Cut maar één is. Het linkervenster toont een filmpje uit de mediapool of een clip uit de tijdlijn waarop je dubbelklikt. In het rechtervenster bekijk je de tijdlijn en dus jouw filmmontage.  Per venster heb je een rijtje afspeelknoppen voor de bediening. Of je maakt één van beide weergaven actief met sneltoets Q of door erop te klikken, zodat je de JKL-sneltoetsen kunt gebruiken in dat specifieke venster (achteruit afspelen, stoppen, vooruit afspelen).

©PXimport

Tip 02: Retime Controls

Een prachtig effect dat je op de Edit-pagina kunt aanbrengen, is het versnellen of vertragen van een gedeelte van een filmclip. Slow motion is perfect om iets wat belangrijk of (te) snel voorbij is duidelijker in beeld te brengen. Terwijl je via fast motion een te lang of saai stukje versnelt zonder dat je het eruit hoeft te knippen. Het mooie is dat je de filmclip niet in losse stukjes hoeft te knippen. Klik in de tijdlijn met rechts op de clip en kies Retime controls, of klik erop om hem te selecteren en gebruik de sneltoets Ctrl+R.

Zoek vervolgens het punt op waar je een andere afspeelsnelheid nodig hebt. Zodra de afspeelkop (playhead) daar is geplaatst, klik je op het zwarte driehoekje achter de tekst 100% in het midden van de clip en kies je Add Speed Point.

Daarna zoek je het punt op waar je weer naar de gewone (of een andere) snelheid wilt overschakelen en voeg je nog een speedpoint toe. Klik vervolgens in het gedeelte waarvan je de snelheid wilt aanpassen op het zwarte driehoekje en kies bij Change Speed de gewenste vertraging of versnelling. Voeg je geen speedpoints toe? Dan verander je de snelheid van de volledige clip.

©PXimport

Tip 03: Selection en Trim Edit

Staan er andere filmclips achter de clip waarvan je de snelheid aanpast, dan gebeurt er iets opmerkelijks. Versnel je de clip, dan neemt de afspeelduur ervan af en daardoor ontstaat een gapend gat tussen deze en de volgende filmclip. Bij vertragen neemt de afspeelduur toe en daardoor overschrijf je het beginstuk van de clip erachter. Wil je dat niet, schakel dan voordat je de snelheid aanpast over van Selection Mode naar Trim Edit Mode. Die keuze maak je met de twee knopjes links in het rijtje boven de tijdlijn. 

Alleen in de Trim Edit Mode schuiven de clips erachter mee, zodra je een clip korter of langer maakt. Dat geldt meteen voor de meeste acties die je op de Edit-pagina uitvoert. Dus bijvoorbeeld ook zodra je een clip inkort of verlengt door de verticale balk aan de voorzijde of achterzijde ervan te verslepen. Let er dus goed op in welke modus je werkt voordat je een actie uitvoert.

©PXimport

Selection Mode overschrijft, terwijl Trim Edit Mode alles opschuift

-

Tip 04: Terugspoeleffect

Wil je een kort fragment twee keer laten zien, bijvoorbeeld omdat er iets vreemds, bijzonders of grappigs gebeurt? Dat kan perfect via een terugspoeleffect. Ook hier hoef je de clip niet voor in stukjes te hakken. Maak weer eerst de Retime Controls zichtbaar (zie tip 2) en markeer het fragment dat je wilt herhalen door twee speedpoints aan te brengen. Daarna klik je op het zwarte driehoekje in het gekozen fragment, klik je op Rewind en kies je een snelheid. 

Wat er nu gebeurt, is dat de clip eerst normaal afspeelt tot aan het einde van het ingestelde fragment. Dan wordt hij versneld of vertraagd teruggespoeld naar het beginpunt van het fragment, waarna de clip vanaf daar weer op de normale manier wordt vervolgd. Alleen het gekozen fragment wordt dus twee keer getoond, met ertussen een terugspoeleffect. En dat helemaal automatisch! Omdat de cliplengte toeneemt, doe je dit meestal in Trim Edit Mode.

©PXimport

Tip 05: Freeze frame

Nog een leuke truc die je vaak in films tegenkomt, is een freeze frame. Hierbij bevriest het videobeeld plotseling door één frame een tijdje als een soort foto in beeld te laten staan. Het beeld lijkt dus bevroren. Na een aantal seconden loopt de video gewoon weer door. Ook dit gebruik je om iets te benadrukken wat anders te snel uit beeld is verdwenen, of omdat je via zoiets als een voice-over wat uitleg wilt geven voordat het beeld verdergaat. 

Ook nu hoef je de clip niet te splitsen om er handmatig een los videoframe tussen te proppen. Zoek gewoon het gewenste punt op, maak de Retime Controls zichtbaar, klik op het zwarte driehoekje en kies Freeze Frame (wederom in Trim edit Mode). Je hebt hier dus geen speed points voor nodig. Het effect krijgt een standaard tijdsduur. Sleep met de hendels van het afgebakende stukje om de zichtbaarheid van je freeze frame te verlengen of in te korten. 

Ook bij het versnellen of vertragen van een clipfragment (zie tip 2) mag je trouwens met de hendels slepen. In dat geval verander je de afspeelsnelheid van het gedeelte ervoor, net zoals je dat via de optie Change Speed doet.

©PXimport

Tip 06: Geluid synchroniseren

Omdat de geluidskwaliteit van een ingebouwde cameramicrofoon meestal niet bijster hoog is, gebruik je doorgaans een externe microfoon. Zolang je die rechtstreeks op de camera aansluit, wordt dat geluid netjes aan de filmopname toegevoegd. Alleen gebeurt het ook vaak dat je met een losse microfoon, een voicerecorder of met je smartphone geluid opneemt. Bijvoorbeeld omdat er geen microfooningang op je camera zit of omdat je te ver van de camera staat. En dan zit je dus met een filmopname en een los geluidsspoor, die je vervolgens moet zien te synchroniseren. 

Gelukkig gaat dat in DaVinci Resolve supersimpel. Eerst plaats je zowel het filmpje als de geluidsopname in de mediapool. Je selecteert ze beide, klikt met rechts op een van de twee en kiest Auto Sync Audio / Based on Waveform. Het programma vervangt nu de geluidsgolf in de filmopname door die uit het externe geluidsbestand. Daarna hoef je alleen het filmpje maar naar de tijdlijn te slepen en dat is alles. Het werkt daarom alleen als jouw camera ook geluid heeft opgenomen, want beide geluidsgolven worden met elkaar vergeleken tijdens het synchroniseren.

©PXimport

Geluid handmatig synchroniseren

Lukt het automatisch synchroniseren van een extern audiobestand niet? Sleep het geluidsbestand dan naar een extra audiospoor onder de filmclip en verschuif het tot een paar opvallende pieken in de twee geluidsgolven netjes zijn uitgelijnd. Daarom is het zo handig als je aan het begin van een filmopname even in je handen klapt of een filmklapper gebruikt.  Vergeet niet om na het uitlijnen het geluidsspoor dat in de filmopname zit uit te schakelen via het M-knopje links in de track-kop (Mute Track). Je wilt namelijk alleen het losse geluidsspoor horen, niet twee door elkaar heen. Op dezelfde plek kun je de breedte van de audiotracks vergroten, zodat je de geluidsgolven beter kunt vergelijken.

Tip 07: Keyframes

Omdat je met bewegend beeld werkt, is het wel zo leuk om zelf ook iets met beweging te doen. In plaats van een statische titel vertonen, kun je bijvoorbeeld een tekst of pijltje een object door het beeld laten volgen. Of je trekt met je hand een filmtitel tevoorschijn, waarna je die weer uit beeld duwt. Allemaal leuke trucjes die er super professioneel uitzien. 

Het toverwoord om deze effecten te maken is: keyframes. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar een keyframe is gewoon een markering die je op een plek in de tijdlijn plaatst waar iets moet veranderen. En dat ‘iets’ kan van alles zijn. Wil je weten hoe dit werkt? Voeg dan een titel toe door op de Edit-pagina links bovenin op Effects Library te klikken, in het venster Toolbox op Titles en daarna een titel van het type Text naar een nieuw videospoor te slepen. 

Je zet hem dus bovenop een bestaand filmpje in de tijdlijn. Versleep de voorkant en de achterkant van de titel om hem precies op het gewenste moment te laten verschijnen en te laten verdwijnen.

©PXimport

Een keyframe is een markering op een plek waar iets moet veranderen

-

Tip 08: In beweging

Dit is alleen nog maar een gewone statische titel, maar die brengen we nu in beweging. Breng de afspeelkop naar het punt waar de titel in beeld verschijnt en klik op de titel om hem te selecteren. Ga klik rechtsboven op Inspector, tik een titeltekst in en maak hem naar wens op. Gebruik Position om de titel naar de startpositie in het beeld te brengen. Klik dan op het diamantje aan de achterzijde, zodat dit rood kleurt. Nu heb je een keyframe geplaatst die bepaalt dat de titel op dit tijdstip op de door jou gekozen positie staat.

Zoek nu het punt op waar de titel weer moet verdwijnen en verander daar opnieuw de waarden achter Position. Het diamantje kleurt automatisch rood, wat betekent dat je een tweede keyframe hebt aangebracht. Dat is alles! Speel de filmclip af en jouw titel verplaatst zich vloeiend vanaf het startpunt naar de eindpositie. Volgt iets of iemand een grilliger pad? Ga dan steeds enkele frames vooruit en schuif de titel naar de gewenste plek. Zo ontstaat een ‘parelketting’ van keyframes.

Alles in DaVinci Resolve met een diamantje kun je animeren en dat mag ook met meerdere parameters tegelijk. Klik op de pijltjes rondom de diamant om stapsgewijs door keyframes te lopen.

©PXimport

Tip 09: Color grading

Is een filmclip in de montage te licht of te donker? Klik dan onderin het scherm op Color. Schrik niet van het ingewikkeld ogende scherm, want dit is de plek waar je het zogeheten color grading uitvoert en daar zijn enorm veel methoden voor. Selecteer de filmclip die je wilt verbeteren en klik linksonder op het pictogram Color Wheels

Je ziet nu vier gekleurde cirkels met eronder grijze draaiknoppen. Sleep zo’n draaiknop naar links of rechts om de clip donkerder of lichter te maken. Dat doe je in drie etappes. Met Lift pas je vooral de donkerste delen van het beeld aan, Gamma is voor het middengebied en met Gain verander je met name de lichtste gebieden. Klik helemaal rechts op Scopes voor een visuele representatie van de RGB-helderheid van de filmclip, dan zie je een stuk beter wat er gebeurt.

Boven en onder de kleurencirkels en draaiknoppen vind je nog de parameters Temp (kleurtemperatuur), Tint, Cont (contrast), Col Boost (kleurversterking) en Sat (verzadiging). Hiermee pas je het contrast en de kleurweergave naar smaak aan.

©PXimport

Color grading kopiëren

Vooral bij uitgebreide montages is het veel werk om elke filmclip vanaf de grond te color graden. Lijken jouw filmpjes wat betreft kleur en belichting best wel op elkaar? Verbeter dan één clip en kies Edit / Copy of gebruik sneltoets Ctrl+C om deze aanpassingen te kopiëren. Ga dan naar de volgende filmclip, kies Edit / Paste Attributes of gebruik sneltoets Alt+V, vink in het venster dat verschijnt het onderdeel Color Corrector aan en klik op Apply. Daarna kun je de gekopieerde aanpassingen altijd nog finetunen en zo is het een stuk minder werk.

Tip 10: Project exporteren

Montage klaar? Dan exporteer je de eindfilm door op de Cut-pagina rechtsboven op Quick Export te klikken, of ga onderaan het programmavenster naar het onderdeel Deliver waar je aanzienlijk meer exportopties vindt. Hoewel de montage zelf netjes in DaVinci Resolve bewaard blijft, is het slim om ook hier een kopietje van te maken. Want je wilt dat vast niet allemaal opnieuw hoeven doen. 

Zodra je DaVinci Resolve opstart, of je klikt rechts onderin het programmavenster op het huisje, verschijnt het projectenvenster. Klik hier met rechts op een bestaand project en kies Export Project om jouw montagewerk op te slaan in een los bestandje. Bewaar dit net als de originele mediabestanden op een veilige plek. Dan kun je namelijk een videomontage later altijd opnieuw aan het programma toevoegen via Import Project. Dat kan ook op een nieuwe of andere computer, dus projecten zijn prima uitwisselbaar. 

De mediabestanden die je in de montage gebruikt, moeten op de originele plek te vinden zijn. Is de mapnaam ondertussen veranderd? Selecteer dan die mediabestanden in de mediapool, klik met rechts, kies Relink Selected Clips en wijs de nieuwe map aan.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is HDR10+ en wanneer zie je het verschil?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is HDR10+ en wanneer zie je het verschil?

Ben je op zoek naar een nieuwe televisie? Grote kans dat de afkortingen je om de oren vliegen. 4K, OLED, QLED... en dan ook nog die eindeloze lijst aan HDR-formaten. Vandaag zoomen we in op een specifieke term die je vaak op de doos ziet staan, vooral bij televisies van Samsung, Panasonic en Philips: HDR10+. Is het een marketingkreet of zie je het echt?

Het is een bekend scenario: je staat in de elektronicawinkel of scrolt door een webshop, en de specificatielijst van je droomtelevisie lijkt wel een geheimtaal. Fabrikanten beloven gouden bergen met termen die indrukwekkend klinken, maar waarvan de betekenis vaak vaag blijft. Toch is het zonde om deze termen zomaar te negeren, want achter die cryptische afkortingen gaan technieken schuil die je filmavond aanzienlijk kunnen upgraden. Het gaat tegenwoordig namelijk niet meer alleen om hoeveel pixels je scherm heeft, maar vooral om de kwaliteit van die pixels. Om te begrijpen waarom die plus in de naam HDR10+ zo belangrijk is, moeten we terug naar de basis.

Eerst even terug: Wat is HDR ook alweer?

HDR staat voor High Dynamic Range. Simpel gezegd zorgt deze techniek ervoor dat de beelden op je tv een groter contrast en meer kleuren hebben. Het zwart is dieper zwart en de felle lichten, zoals een explosie of de zon, knállen echt van je scherm zonder dat de rest van het beeld flets wordt. De standaardvorm hiervan heet HDR10. Dit is de basislaag die bijna elke moderne 4K-televisie ondersteunt. Maar HDR10 heeft één beperking: hij bepaalt aan het begin van de film de instellingen voor helderheid en contrast, en houdt die vervolgens de hele film vast.

©ER | ID.nl

De plus maakt het dynamisch

Hier komt HDR10+ om de hoek kijken. Die plus staat eigenlijk voor dynamische metadata. In plaats van één instelling voor de hele film, stuurt HDR10+ extra informatie mee naar je tv. Hierdoor kan de televisie het beeld scène voor scène of zelfs frame voor frame aanpassen. Zie het als een lichttechnicus die continu aan de knoppen draait om te zorgen dat elk specifiek shot er perfect uitziet, in plaats van dat hij het licht aan het begin instelt en daarna rustig koffie gaat drinken.

Wanneer zie je het verschil echt?

Klinkt goed op papier, maar merk je dit in de praktijk? Het antwoord is ja, vooral in films met veel wisselingen tussen licht en donker. Stel, je kijkt een film die begint met een scène in een zonovergoten woestijn, gevolgd door een scène in een pikdonkere grot. Bij standaard HDR10 stelt de tv zich in op het gemiddelde van de hele film. Omdat die woestijn zo fel is, kan de grot-scène er daarna wat te donker of dichtgelopen uitzien, waardoor details in de schaduw wegvallen.

Bij HDR10+ krijgt je tv, zodra de camera de grot in gaat, een seintje dat het donker wordt en het contrast moet worden aangepast. Hierdoor zie je opeens wél de details op de rotswanden en de texturen in de schaduw, terwijl de felle scènes nog steeds spathelder blijven. Kortom, HDR10+ haalt meer detail uit zowel de donkerste schaduwen als de felste hooglichten, precies op het moment dat het nodig is.

©Gorodenkoff - stock.adobe.com

Wat heb je nodig?

Om van HDR10+ te genieten, moeten alle schakels in de ketting kloppen. Allereerst heb je een geschikte televisie nodig. Vooral Samsung is de grote aanjager van HDR10+, maar ook merken als Panasonic, Philips en TCL ondersteunen het vaak. Let er wel op dat LG en Sony meestal kiezen voor de concurrent Dolby Vision.

Daarnaast moet de content (de film of serie die je kijkt) in HDR10+ geschoten zijn. Amazon Prime Video is de grootste aanbieder van HDR10+-materiaal op streaming-gebied, maar ook Apple TV+ en Google Play Movies bieden het aan. Netflix gebruikt helaas voornamelijk concurrent Dolby Vision. Tot slot ondersteunen veel 4K Ultra-HD Blu-rays het formaat ook als je liever fysieke schijfjes kijkt.

Direct aanschaffen dan maar...?

Is HDR10+ een reden om je huidige tv direct bij het grofvuil te zetten? Nee, dat niet. Maar sta je op het punt een nieuwe tv te kopen, bijvoorbeeld een Samsung, dan is het wel een hele fijne bonus. Het zorgt ervoor dat je films en series ziet zoals de regisseur ze bedoeld heeft: levendig, contrastrijk en vol detail. En ze hoeven tegenwoordig al helemaal niet meer de wereld te kosten.

▼ Volgende artikel
Bedankt, AI! Dit kun je tegenwoordig allemaal doen met Microsoft Paint
© Microsoft
Huis

Bedankt, AI! Dit kun je tegenwoordig allemaal doen met Microsoft Paint

Voor miljoenen gebruikers was Microsoft Paint de eerste stap richting digitale creativiteit. Kinderen tekenden er hun eerste computerkunstwerkjes in, volwassenen plakten er snel iets functioneels mee in elkaar. Sinds Windows 11 is Paint door de toevoeging van AI-functies en de ondersteuning van lagen veel slimmer geworden, zonder zijn eenvoud te verliezen.

Dit artikel in het kort

Microsoft Paint is in Windows 11 flink uitgebreid met AI-functies en ondersteuning voor lagen. In dit artikel laten we zien hoe je met Image Creator afbeeldingen maakt op basis van tekst, hoe het AI-saldo met boosts werkt en wat je kunt verwachten van functies als achtergrond verwijderen en generatief wissen. Ook leggen we uit hoe lagen werken in Paint en hoe je meerdere afbeeldingen en tekst combineert tot één geheel. Zo ontdek je dat Paint inmiddels veel meer kan dan alleen tekenen.

Lees ook: Van prompt tot filmpje: zo maak je je eigen AI-video met Bing Video Creator

Geen download, geen licentie en altijd beschikbaar … Paint is er al sinds de vroegste Windows-versies en het is er nog altijd. Hoewel de mogelijkheden beperkt zijn, blijft het geliefd om zijn eenvoud en simpele bediening of puur vanwege nostalgie. Zelfs wie zwaardere grafische software heeft, grijpt vaak terug naar Paint om snel iets te tekenen, een schermafbeelding bij te snijden of iets te markeren. Met de nieuwe functies groeit het programma uit tot meer dan een digitaal speeltje. 

Image Creator

Met Image Creator maak je in Paint rechtstreeks afbeeldingen door simpelweg te beschrijven wat je voor je ziet. De functie gebruikt het DALL·E-model van OpenAI voor tekst-naar-beeldgeneratie. Open Microsoft Paint en klik bovenaan op Copilot. Selecteer vervolgens Image Creator om het zijvenster te openen. In de interface van Cocreator verschijnt een tekstvak waarin je beschrijft wat je wilt zien en in welke stijl. Hoe preciezer en gedetailleerder je bent, hoe beter het resultaat aansluit bij je verwachtingen.

Kies vervolgens een stijl – bijvoorbeeld Houtskool, Ink Sketch, Anime, Fotorealistisch of een andere – en klik op Maken. Image Creator genereert telkens drie varianten van je afbeelding. Selecteer de versie die je het meest bevalt om die meteen op het canvas te plaatsen.

Aan de hand van een tekstopdracht genereert Paint een afbeelding.

AI-saldo

Om afbeeldingen te genereren met Image Creator in Microsoft Paint, moet je aangemeld zijn met een persoonlijk Microsoft-account. Dit werkt doorgaans niet met een zakelijk- of schoolaccount.

Microsoft hanteert een 'fair use'-systeem voor de rekenkracht die nodig is voor AI. Voor gratis gebruikers heet dit systeem boosts. Je krijgt dagelijks vijftien gratis boosts. Eén boost staat voor één snelle generatie van een set afbeeldingen. Zijn je boosts op? Dan kun je vaak nog steeds doorgaan, maar duurt het genereren aanzienlijk langer. De boosts worden elke dag aangevuld en je kunt ze niet opsparen.

Let op: Heb je een betaald Microsoft 365-abonnement (Personal of Family)? Dan werkt het soms net even anders. Je krijgt dan vaak maandelijks een vast aantal AI-credits (bijvoorbeeld 60) die je kunt inzetten voor diverse AI-functies binnen Microsoft-apps. In tegenstelling tot de dagelijkse boosts van gratis gebruikers, worden deze credits pas aan het begin van een nieuwe maand aangevuld.

Wil je onbeperkt en snel werken? Dan ben je aangewezen op een Copilot Pro-abonnement, waarmee je dagelijks 100 snelle generaties krijgt. Losse boosts bijkopen is in de standaardversie niet mogelijk.

In het deelvenster van AI staat een knop die je naar een webpagina met je AI-tegoedsaldo brengt.

Achtergronden

Een veelvoorkomende taak in beeldbewerking is het isoleren van een onderwerp uit de achtergrond. Met de functie Achtergrond verwijderen wordt dat verrassend eenvoudig. Houd er wel rekening mee dat deze functie niet zo verfijnd werkt als in Photoshop. Bij fijne details zoals haartjes, takjes of kleine blaadjes kan Paints AI soms een wat grof resultaat opleveren.

Ook hier start je via het pictogram Copilot. Kies vervolgens Achtergrond verwijderen. Paint analyseert het beeld en probeert automatisch te bepalen wat het onderwerp is en wat tot de achtergrond behoort. Aan de rechterkant verschijnt een miniatuurvoorbeeld waarin de achtergrond vervangen is door een schaakbordpatroon. Dat is de standaardweergave voor transparantie.

Onderaan in de zijbalk staat een vierkant pictogram. Als je daarop klikt, verschijnt hetzelfde schaakbordpatroon ook in de grote afbeelding. Je kunt via dit pictogram ook een achtergrondkleur kiezen in plaats van transparantie. Wil je een afbeelding opslaan met transparantie (bijvoorbeeld nadat je een achtergrond hebt verwijderd), dan moet je een bestandsformaat gebruiken dat transparantie ondersteunt. Het veelgebruikte jpg-formaat doet dat niet. Kies in dat geval voor png, dat wel transparante achtergronden kan bewaren.

Het schaakbordpatroon geeft het transparante gebied aan

Generatief wissen

Je kunt ook het selectiegereedschap linksboven gebruiken om een object in de afbeelding te verwijderen. Kies hiervoor het gereedschap Rechthoekige selectie of Vrije vorm selectie. Zodra je een gebied hebt geselecteerd, verschijnt er een klein contextmenu naast de selectie. Kies daar de optie Generatief wissen.

Je vindt deze functie ook via de knop Copilot. Vervolgens zie je een blauwe rechthoekige animatie rond het geselecteerde object. Paint analyseert de omgeving en vervangt het object door een realistisch ogende achtergrond die past bij de rest van de afbeelding.

Eerst selecteren, dan volgt een korte animatie en daarna is de selectie verdwenen.

Meerdere vensters openen

In Microsoft Paint lijkt het alsof je niet meerdere Paint-vensters tegelijk kunt openen. Wanneer je bijvoorbeeld een afbeelding hebt bewerkt, zoals het transparant maken van de achtergrond, en je probeert via Bestand / Openen een nieuw grafisch bestand te openen, vraagt Paint je eerst om het huidige bestand op te slaan.

Toch zijn er twee manieren om wel meerdere bestanden tegelijk in Paint te openen. Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl je op het Paint-pictogram in de taakbalk of het startmenu klikt. Of klik met de rechtermuisknop op het Paint-pictogram in de taakbalk en kies opnieuw de opdracht Paint. Daarnaast is er nog een andere methode om afbeeldingen in een bestaand bestand toe te voegen. Daarover straks meer.

Met de Shift-toets kun je meerdere Paint-vensters openen.

Creatiever in Paint? Een goede muis is het halve werk

Of je nu AI-afbeeldingen genereert, teksten toevoegt of delen van een foto wilt wegsnijden: met het touchpad van je laptop blijft het behelpen. Voor nauwkeurig selectiewerk en het fijnere tekenwerk is een fysieke muis eigenlijk onmisbaar. Je voorkomt kramp in je vingers en werkt een stuk preciezer. Let bij aanschaf vooral op de DPI (hoe hoger, hoe nauwkeuriger) en extra knoppen die je zelf kunt instellen, bijvoorbeeld voor 'Ongedaan maken'.

Hier zijn drie muizen die het werken in Paint een stuk aangenamer maken:

1. De alleskunner: Logitech MX Master 3S Dit wordt door velen gezien als de beste muis voor creatief werk. Hij is prijzig, maar ligt fantastisch in de hand. Het unieke aan deze muis is het tweede scrolwieltje bij je duim. Dit kun je instellen om in Paint horizontaal te scrollen of om in en uit te zoomen op je canvas. Daarnaast is hij extreem nauwkeurig, waardoor je pixel-precies selecties kunt maken.

2. De ergonomische keuze: Logitech Lift Ben je urenlang bezig met het finetunen van je AI-creaties? Dan ligt een muisarm op de loer. De Logitech Lift is een zogeheten verticale muis. Je houdt hem vast alsof je iemand de hand schudt. Dit zorgt voor een veel natuurlijkere houding van je pols en onderarm. Even wennen in het begin, maar daarna wil je niet meer anders.

3. De prijsbewuste optie: Trust Ozaa Je hoeft geen honderd euro uit te geven voor een goede draadloze muis. De Trust Ozaa is een prima, betaalbaar alternatief. Hij is oplaadbaar (dus geen gedoe met batterijen), ligt prettig in de hand en heeft extra duimknoppen waarmee je snel tussen vensters kunt schakelen. Een uitstekende keuze voor de hobbyist die gewoon comfortabel wil klikken en slepen.

Lagen

Lagen: verwijderen

De nieuwe Microsoft Paint (vanaf versie 11.2306.30.0 op Windows 11) ondersteunt lagen. Dit is een belangrijke stap richting meer geavanceerde beeldbewerking. Lagen werken als transparante vellen met afzonderlijke elementen die je op elkaar stapelt. Elke laag kun je apart bewerken zonder de andere lagen te beïnvloeden. Dat biedt veel meer controle en flexibiliteit tijdens het creatieproces. We tonen dit met een voorbeeld.

We beginnen met een afbeelding van een meisje. Via Copilot / Achtergrond verwijderen halen we de achtergrond weg. Klik je vervolgens bovenaan op de knop Lagen, dan zie je dat de achtergrond is vervangen door het schaakbordpatroon.

Open Lagen en verwijder de achtergrond.

Lagen: combineren

Achter het meisje willen we nu een nieuwe achtergrond plaatsen. Daarvoor klik je in bij Lagen op het plusteken, zodat er een tweede, transparante laag wordt toegevoegd. Klik op de miniatuur van deze nieuwe laag om die actief te maken. Vervolgens gebruik je de opdracht Bestand / Importeren naar canvas / Uit een bestand om een nieuwe afbeelding - de achtergrond - toe te voegen op deze tweede laag. Let op, als je vergeet eerst de juiste laag te selecteren vóór je importeert, wordt de laag met het meisje overschreven door de nieuwe afbeelding.

In Lagen kun je de laagvolgorde wijzigen door te slepen. Zorg ervoor dat de laag met het meisje boven de achtergrondlaag staat. Op die manier verschijnt het meisje op de voorgrond in een nieuwe omgeving. Wil je het meisje nog wat naar links of rechts verplaatsen? Druk dan op Ctrl+A om alles in de actieve laag te selecteren. Vervolgens verschijnt de verplaatsingshandgreep, waarmee je het onderwerp kunt verschuiven.

Wijzig de volgorde van de lagen.

Lagen: manipuleren

Wanneer je met de rechtermuisknop op Lagen klikt, dan zie je zes mogelijkheden. Je kunt de laag verbergen. Dan verschijnt er in de rechterbovenhoek van de miniatuur een oogje dat doorstreept is. Als je op dit pictogram klikt, wordt deze verborgen laag opnieuw zichtbaar. Je kunt ook de opdracht Ctrl+H (met de H van hide) gebruiken om de geselecteerde laag te verbergen.

De opdracht Dubbele laag kies je als je een laag wilt dupliceren. De opdracht Samenvoegen naar beneden gebruik je wanneer je klaar bent, om alle laaginformatie te bundelen in één laag. Dat is vooral nuttig als je de afbeelding wilt opslaan in een formaat dat geen lagen ondersteunt. De opties Naar boven en Naar beneden gebruik je om lagen te verplaatsen. Persoonlijk slepen we de lagen liever in het deelvenster. En ten slotte is er de opdracht Laag verwijderen.

Met de rechtermuisknop kun je de lagen manipuleren.

Lagen: tekst toevoegen

Je kunt ook tekst toevoegen op een aparte laag. Zorg er eerst voor dat je een nieuwe, lege laag aanmaakt via het plusteken in het lagenvenster voordat je het tekstgereedschap gebruikt. Zodra je met het tekstgereedschap op het canvas klikt, verschijnt er een extra werkbalk waarin je het lettertype, de lettergrootte en de stijl instelt. Via een schuifregelaar kies je een lettergrootte tussen 8 en 72 pt. Let wel: bij foto's blijkt zelfs 72 pt vaak te klein. Je kunt dit oplossen door handmatig een groter getal in te voeren in het veld voor lettergrootte.

In ons voorbeeld kozen we een lettergrootte van 800 pt. In de knoppenbalk bovenaan kun je zowel de tekstkleur als de achtergrondkleur van het tekstvak instellen. Klik op de bovenste grote kleurcirkel om de tekstkleur te kiezen via de kleurstalen of de kleurkiezer. Klik op de onderste kleurcirkel om een achtergrondkleur voor het tekstvak te selecteren. In de tekstwerkbalk moet je de optie Opvulling voor achtergrond activeren als je wilt dat de tekstachtergrondkleur zichtbaar moet zijn.

Hier hebben we een lettergrootte van 800 pt toegepast.

Paint is groot geworden

Kijk je naar de nieuwe mogelijkheden in Paint, dan kun je gerust zeggen dat het programma volwassen is geworden. Het is nog steeds even laagdrempelig als vroeger, maar inmiddels wel uitgerust met een AI-brein en een flink aantal nieuwe functies. Of je nu snel iets wilt knutselen of een slimme bewerking wilt uitvoeren met lagen en AI, Paint laat zien dat zelfs oude software prima meekan met de tijd. En het mooiste? Je hoeft niets te installeren of te betalen. Gewoon openen, klikken en creëren. Met of zonder AI-hulp, die keuze is aan jou!

Zeg je Paint, dan zeggen wij

(stiekem, want guilty pleasure): BOB ROSS 🎨