ID.nl logo
Huis

Google Analytics-tips: Meten is weten

Leren wie je bezoekers zijn, waar ze vandaan komen en welke content populair is... als je een succesvolle site wil draaien, kom je daar niet onderuit. Met deze Google Analytics-tips kom je een heel eind.

Google Analytics is veruit de populairste tool voor bezoekersanalyse: ruim de helft van alle websites en blogs maakt er gebruik van. Niet alleen omdat het gratis is: de tool is ook erg robuust en uitgebreid. Weliswaar geeft de log van de webserver ook veel informatie (bijvoorbeeld via AWStats of Webalizer) maar dat blijft vrij statisch. Analytics geeft veel meer details, werkt realtime en is ook aan andere diensten zoals Adwords te koppelen.

De enorme portie meetgegevens is zeker voor beginners wel wat lastig te behappen. Ook als je al ervaring hebt met de tool is het goed je kennis op te frissen. Aan de gebruikersinterface is flink gesleuteld en er komen steeds meer features bij. Ook de mobiele app is sterk verbeterd: hiermee zit je bovenop de statistieken en krijg je goede suggesties voor verbeterpunten. In dit artikel brengen we je kennis stap voor stap op niveau. We beginnen bij de basis, de integratie met je website, maar laten ook zien hoe je uitgebreidere features kunt benutten.

Aanmelden voor Analytics

We beginnen met het maken van een account. Zorg dat je bent ingelogd met je Google-account (die is vereist!) en ga naar de site van Analytics. Klik dan op Aanmelden om je Google Analytics-account te maken. Onder een enkel Google-account mag je 100 Analytics-accounts hebben. Heb je nog geen website of wil je vrijuit experimenteren met de features van Google Analytics? Dan zou je ook een demo-account kunnen gebruiken. Bij accountnaam en websitenaam voer je gewoon de naam van je website of blog in. Voer ook de overige details in zoals de url van de website en best passende branchecategorie. Kies de juiste tijdzone zodat de rapporten iedere ochtend voor je klaarstaan. Klik als je alles hebt ingevuld op Tracking-ID ophalen en je kunt gaan meten.

De basis

Gelijk even wat belangrijke termen. Bezoekers heten tegenwoordig gebruikers. En in plaats van bezoeken spreekt Analytics over sessies. Een sessie is afgerond als een bezoeker binnen 30 minuten (bij de standaard time-out) zijn browser afsluit, de website verlaat of geen actie meer onderneemt (bijvoorbeeld omdat hij achter zijn toetsenbord in slaap is gevallen). Interessante gegevens zijn bijvoorbeeld de gemiddelde sessieduur en het aantal pagina’s dat een gebruiker per sessie bekijkt.

Iemand die overschakelt op een andere browser of ander apparaat wordt trouwens ook als nieuwe gebruiker geteld. Dat geeft een vertekend beeld nu veel gebruikers moeiteloos overschakelen van smartphone naar tablet of desktop. Met de meetmethode Universal Analytics die tegenwoordig de standaard is, kun je dit voor ingelogde gebruikers overigens afvangen. Dat zal later in deze masterclass aan bod komen.

Google Analytics kent een hiërarchische structuur met drie niveaus: account, properties en weergaven. Onder een account kunnen tot 50 properties hangen die elk uit een of meerdere (tot 25) weergaven kunnen bestaan. Hoe gebruik je ze zinvol? Na je aanmelding heb je feitelijk al een Google Analytics-account met binnen dat account een eerste property. Die property heeft een hoofdweergave die alle websitegegevens toont, en heeft zijn eigen Universal Analytics-trackingcode.

Genoeg om mee te starten, maar wat doe je als je meerdere websites wilt meten? In principe is dat ene account genoeg, tenzij je bijvoorbeeld persoonlijke websites van bedrijfswebsites wilt scheiden. Binnen je account maak je een property voor iedere website. Wat het beheer iets makkelijker maakt, is dat je een property kunt verplaatsen naar een ander account.

Hoewel we er in dit arikel niet op ingaan, kun je naast de hoofdweergave ook extra weergaven maken die (via filters) delen van de website bevatten of uitsluiten. Handig als je bijvoorbeeld een forum apart wilt meten of je eigen bezoek uit rapporten wilt filteren. Goed om te weten is dat je altijd (een deel van) het beheer uit handen kunt geven: zowel voor een account, property als weergave kun je toegangsrechten regelen.

©PXimport

Tracking-info en User ID

Voordat je de trackingcode gaat gebruiken, is het goed om even stil te staan bij de andere onderdelen onder het kopje Trackinginfo. Zo kun je bij Sessie-instellingen de time-out langer maken. Heb je een blog met lange artikelen of lange video’s? Dan is het misschien handig de time-out ook wat langer te maken. Heb je een website, shop of forum waar gebruikers kunnen (of moeten) inloggen? Dan zou je het gebruik van een User ID kunnen aanzetten. Daarmee kunnen gebruikers over meerdere apparaten worden gevolgd zodat ze als één gebruiker worden geteld.

User ID is alleen beschikbaar in de nieuwere Universal Analytics-meetmethode, die al sinds enkele jaren de standaard is. Met de oude/‘klassieke’ Google Analytics kun je hier geen gebruik van maken, je moet dan dus over naar Universal Analytics.

Het gebruik van een User ID geeft een eerlijker beeld van bijvoorbeeld conversies, bijvoorbeeld bij een gebruiker die een product op zijn smartphone bekijkt en daarna vanaf een desktop de bestelling voltooit. Ook kun je dergelijk verkeer in rapporten onderscheiden van het ‘gewone’ verkeer. Een User ID moet je dynamisch aan de trackingcode toevoegen en vraagt zodoende ook wat aanpassingen binnen je cms.

Gegevensverzameling

Remarketing kan interessant zijn als je zelf ook adverteert, op de website zelf of op andere plekken. Je kunt dit onder het kopje Gegevensverzameling aanzetten. Het geeft je de kans gericht te adverteren op bezoekers die in het verleden bijvoorbeeld een bepaalde pagina hebben bekeken of een product in de winkelwagen hebben geplaatst. Voor dit soort condities kun je in Google Analytics remarketing-lijsten maken. Denk aan een lijst voor iedereen die langer dan één minuut op een bepaalde productpagina verblijft.

Die bezoeker kun je, bij een terugkerend bezoek, proberen te overtuigen met een mooie korting. Je kunt ook een koppeling met Google Adwords maken zodat je de remarketing-lijsten in Adwords kunt gebruiken voor advertentiecampagnes: een mooie manier om verloren bezoekers via andere websites terug te halen. Om remarketing te gebruiken, is een kleine wijziging in de trackingcode nodig.

Maar ook je privacybeleid en cookie-statement op je website moet je mogelijk aanpassen. We gaan hier niet verder in op mogelijkheden rond adverteren, maar het geeft een idee hoe je de uitgebreide meetgegevens kunt inzetten om effectiever te adverteren.

Wordpress

Tijd om de trackingcode in de website op te nemen. De code bestaat uit enkele regels JavaScript die je aan iedere (te meten) webpagina moet toevoegen. De JavaScript-bibliotheek wordt asynchroon geladen, waardoor geen content wordt geblokkeerd. Daarom kan de code prima in de header, net voor de afsluitende </head>. Dat is de aanbevolen plek. Onder aan de pagina kan ook, maar dan bestaat de kans dat de bezoeker niet wordt geteld als de pagina niet volledig wordt geladen. Overigens wordt de code ook om andere redenen soms niet uitgevoerd, bijvoorbeeld als de bezoeker cookies of advertenties blokkeert. Gebruik je een site-template, dan is de code snel geplaatst. Bij WordPress is een plug-in vaak de handigste methode.

©PXimport

Bij WordPress kun je bij een thema soms via het menu extra programmacode voor de header opgeven. Lukt dat niet, dan zou je een thema eventueel handmatig kunnen aanpassen. De code zet je dan in de header.php. Doe dat dan wel via een child theme (een kopie van het parent theme) en niet in het parent theme zelf, anders ben je bij een update van het thema de aanpassing kwijt. Veel praktischer is het gebruik van een plug-in zoals GA Google Analytics.

Een plug-in vraagt meestal alleen om de Tracking-ID, en zet de trackingcode zelf op iedere pagina op de juiste plek. Sommige plug-ins, zoals Google Analytics Dashboard voor WP, maken tevens de belangrijkste meetgegevens binnen WordPress zichtbaar.

Rapporten en doelgroepen

Nadat Google Analytics een tijdje heeft gedraaid, zijn er flink wat gegevens beschikbaar die je via diverse rapporten kunt bekijken. Je vindt ze via de menubalk aan de linkerkant, verdeeld over rubrieken. In de rubriek Realtime zie je bijvoorbeeld wat er op dit moment op je site gebeurt. Bij Doelgroep vind je algemene statistieken over bijvoorbeeld gebruikers, sessies en demografie.

Onder Acquisitie kun je bijvoorbeeld zien hoe bezoekers op je site zijn gekomen, denk aan zoekopdrachten in Google of links op andere websites. Gedrag vertelt hoe bezoekers door je website klikken. Onder Conversies kun je meetbare doelen instellen. Zo kun je bijhouden hoe vaak bezoekers bijvoorbeeld een brochure aanvragen. We zullen enkele rubrieken verder verkennen.

Als voorbeeld nemen we het rapport Overzicht in de rubriek Doelgroep. Hier zie je zaken als aantal sessies, paginaweergaven, gemiddelde sessieduur en pagina’s per sessie. Standaard worden de laatste dertig dagen getoond. Rechtsboven kun je die periode aanpassen.

Ook kun je een vergelijking met een andere periode maken, zoals de voorgaande maand. Zo zie je of bijvoorbeeld een aangepaste layout voor langere sessies zorgt. De rapporten omvatten standaard alle gebruikers. Maar zoals voor ieder rapport geldt, kun je via segmenten handig onderscheid maken tussen bepaalde gebruikers, bijvoorbeeld nieuwe en terugkerende bezoekers of bezoekers vanaf mobiel.

©PXimport

Segmenten en dashboards

Segmenten zijn handig om verkeer te splitsen. Wil je bezoek vanaf mobiel en tablet apart bekijken? Klik dan bovenaan in je rapport op Segment toevoegen en dan Mobiel en tabletverkeer gevolgd door Toepassen. In het rapport zie je nu direct de verschillen tussen het ‘gewone’ verkeer en verkeer vanaf smartphone en tablet. Je kunt ook aangepaste segmenten maken met zeer specifieke regels. Voor meertalige websites kan dit ook van pas komen, al zijn daar ook andere manieren voor.

Zo zou je per taal een andere property kunnen gebruiken, maar ook binnen één property een aparte weergave per taal kunnen maken met een aangepast filter per weergave (zoals /nl/ en /en/). Het gebruik van segmenten geeft het voordeel dat je metingen van verschillende talen binnen je rapportages kunt vergelijken. Dat lukt niet als je ze in verschillende properties of weergaven hebt opgesplitst.

De standaardrapporten zijn al erg krachtig, maar je kunt ze ook zelf maken. We noemen ze dashboards en je zet er, via widgets, precies de informatie in die je zoekt. Sinds de interfacewijziging vind je dashboards in de rubriek Aanpassing. Klik hier op Dashboards en dan Maken. Zorg dat Leeg canvas is geselecteerd en voer een naam in. Hierna kun je direct een widget toevoegen.

Je kunt tot twaalf widgets aan je dashboard toevoegen. Heb je inspiratie nodig? Bij het maken van een dashboard zie je ook de optie Importeren uit galerij waarmee je kant-en-klare dashboards kunt downloaden die veelal een bepaald thema volgen, zoals seo, websiteprestaties of AdWords-prestaties. Je hebt dan meteen alle belangrijke meetgegevens bij elkaar rond dat onderwerp.

Wat kun je met de informatie?

De metingen zijn leuk, maar veel belangrijker is dat je er ook echt wat mee doet. Is het bounce-percentage hoog, dan hebben gebruikers wellicht niet gevonden wat ze zochten. Heb je een lang blogartikel geplaatst waar bezoekers maar heel kort naar kijken, dan lijkt het verstandig dit flink in te korten.

Zoeken mensen binnen jouw site op een bepaalde term? Dan kun je daar wat meer over schrijven. Bekijken mensen maar weinig pagina’s per sessie? Bij een blog kun je ze wellicht verleiden meer te bekijken door onder je artikel gerelateerde artikelen te laten zien. Schrijft niemand zich in voor je nieuwsbrief? Dan verdient die button wellicht een betere positie op je website.

Worden de gemiddelde laadtijden van pagina’s te lang? Het kan duiden op technische problemen of overbelasting. Het zijn maar een paar voorbeelden. Maar de belangrijkste hebben we nog niet genoemd: zoekmachineoptimalisatie, ofwel SEO.

SEO

Meetgegevens kunnen je helpen om de vindbaarheid van de website te verbeteren. Het onderdeel Acquisitie / Search Console / Zoekopdrachten is een goed startpunt. Eerst zul je een website moeten koppelen. Klik daarvoor op Search Console-gegevens delen. In Beheer bij Property-instellingen, moet je bij Search Console aanpassen nog de bijbehorende website kiezen. Staat de website niet in de selectielijst dan moet je die eerst toevoegen.

Ga je nu terug naar Zoekopdrachten, dan kun je onderzoeken op welke termen mensen binnenkomen. Belangrijk is Gemiddelde positie dat inzicht geeft in de ranking van je website voor zoekopdrachten. Je hebt eigenlijk alleen goede kansen als jouw website bij de bovenste zoekresultaten opduikt.

De sub-rubriek Sociaal is interessant als je veel op sociale media post (zoals Facebook, Twitter, reddit of Quora). Zo leer je ook hoe je het bezoek kunt optimaliseren en waar je de focus moet leggen.

©PXimport

Veel succes en plezier met je website!

▼ Volgende artikel
Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade
© MG | ID.nl
Huis

Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade

Wanneer je Windows 11 (opnieuw) installeert, vereist Microsoft dat je je aanmeldt met een Microsoft-account of dat je er eentje aanmaakt. En dat terwijl je je voorheen in Windows 10 gewoon met een offline account kunt aanmelden. Wij laten je zien hoe je dat ook in Windows 11 doet, rechtstreeks tijdens de installatieprocedure.

Microsoft wil maar al te graag dat je een Microsoft-account hebt en deze ook gebruikt bij het aanmelden van Windows 11. Behalve dat je hiermee in geval van het vergeten van je installatiecode het besturingssysteem makkelijker opnieuw kunt activeren, biedt een Microsoft-account niet heel veel extra voordelen in Windows 11 zelf. Het enige wat met zo'n account makkelijker gaat is het instellen van e-mail en OneDrive, maar dat zijn ook diensten waar je je later bij kunt aanmelden.

Installatieprocedure

In een van de laatste stappen van de installatieprocedure, of wanneer je een Windows 11-laptop hebt gekocht, word je - om de laatste instellingen toe te passen - gevraagd om in te loggen bij een Microsoft-account, of er eentje aan te maken.

©MG | ID.nl

Microsoft vraagt in Windows 11 standaard om een Microsoft-account.

Wanneer je in bovenstaand scherm bent aangekomen, lijkt het alsof je hier niet meer uit kunt komen: je moet óf een account invullen, óf er eentje aanmaken, óf een stap terug gaan met de pijl rechtsboven in beeld. Toch kun je hier nog iets anders doen, namelijk een opdrachtprompt openen. En dat is handig, want met een opdrachtprompt tijdens de installatie van Windows 11 kun je alvast dingen regelen voordat Windows 11 zelf is opgestart. Het omzeilen van het aanmaken of invoeren van een Microsoft-account bijvoorbeeld. Om de opdrachtprompt te openen, moet je de volgende toetscombinatie intypen:

Shift+F10

Let op: bij sommige computers zoals laptops kan het zijn dat je ook de Functietoets Fn moet indrukken om de F10-knop te kunnen gebruiken. De opdracht wordt in dat geval dan:

Shift+Fn+F10

Na het indrukken van deze toetscombinatie wordt een zwart venster voor de opdrachtprompt geopend.

©MG | ID.nl

Via een opdrachtprompt tijdens de installatieproductie van Windows 11 kunnen we de blokkade voor het aanmaken van een gewoon account omzeilen.

In dit scherm voor je een speciale opdracht in waarmee we de verplichte invoer voor een Microsoft-account gaan omzeilen. Zodra Windows 11 heeft gedetecteerd dat jouw computer een werkende verbinding heeft, blijf je op dat accountscherm hangen, maar ook wanneer er nog geen verbinding is gemaakt, wil Microsoft toch eerst dat je verbinding maakt en daarna alsnog met een Microsoft-account aan de slag gaat.

Nu de opdrachtprompt is geopend, schakelen we die online functie uit. Voer exact de volgende opdracht in:

start ms-cxh:localonly

Gevolgd door een druk op de Enter-toets. Dat zit eruit als hieronder:

©MG | ID.nl

Met behulp van de opdracht start ms-cxh:localonly kunnen we toch een normaal account.

Nadat je op Enter hebt gedrukt, verschijnt er een nieuw venster met de mogelijkheid om een lokaal account (dus zonder Microsoft-account) aan te maken. Goed om te weten: dit account is ook meteen een administrator-account.

©MG | ID.nl

Je kunt iedere accountnaam gebruiken die je wenst, en een wachtwoord opgeven hoeft nu nog niet.

Je kunt hier dus gewoon een normale (voor- en achter)naam opgeven, een e-mailadres is dan niet nodig. Je kunt ervoor kiezen om nu een wachtwoord in te vullen, maar als je dat doet, krijg je ook direct drie controlevragen die je moet opgeven; dat kun je niet skippen. Sla je het aanmaken van een wachtwoord nu over, dan kun je dat later in Windows 11 alsnog doen.

Nadat je de benodigde gegevens hebt ingevuld, worden de laatste installatiestappen voltooid, en wordt de computer nog een keertje opnieuw opgestart. Daarna kun je je aanmelden met het nieuwe account en voer je nog een aantal stappen uit met betrekking tot functies als locatie, diagnostische gegevens en handschriftherkenning.

Account aanpassen

Het account waarmee je je aanmeldt is een administrator-account. In dat geval doe je er goed aan om een wachtwoord in te stellen als je dat nog niet hebt gedaan in de hierboven uitgelegde stap. Om een wachtwoord in te stellen, klik je op de Startknop, en vervolgens op je accountnaam en kies je voor Mijn account beheren.

©MG | ID.nl

Via het Startmenu vraag je de eigenschappen van je account op.

Je komt nu in het instellingenscherm terecht voor je account. Scroll naar de knop Aanmeldingsopties en daarna op Wachtwoord.

©MG | ID.nl

Klik op het onderdeel Wachtwoord om een wachtwoord toe te voegen aan je account.

Nu kun je een wachtwoord naar wens opgeven, de eisen zijn hier niet streng, maar uiteraard kies je wel voor een lastig te raden wachtwoord. Wel ben je verplicht om een geheugensteuntje op te geven, maar dat is minder lastig dan drie extra beveiligingsvragen die je normaliter bij het installatiescherm moet opgeven. Bij de geheugensteun mag het wachtwoord (vanzelfsprekend) niet gebruikt worden .

©MG | ID.nl

Hier geef je je wachtwoord op. De wachtwoordhint (geheugensteun) mag niet ook je wachtwoord.

Wachtwoord en geheugensteun ingevoerd? Dan ben je in principe klaar en kun je je systeem verder gaan configureren. Eventueel kun je nu ook nieuwe extra accounts aanmaken via het onderdeel Andere gebruikers in het instellingenscherm.

▼ Volgende artikel
Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?
© AK | ID.nl
Huis

Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?

Je pakt je telefoon om even snel iets te bekijken – en ineens ben je zomaar een uur verder, omdat je niet kon stoppen met scrollen. En onderweg ben je meestal niet blijven hangen bij blije kattenfilmpjes, maar bij rampen, slecht nieuws en roddel. Of bij posts van mensen die allemaal mooier of rijker lijken dan jij. Doomscrolling dus. Slecht voor je humeur en zelfbeeld én zonde van je tijd. Maar gelukkig kun je er iets tegen doen.

In dit artikel lees je:

☠️ Wat doomscrolling is ☠️ Waarom je maar blijft scrollen ☠️ Hoe je weet of jij een doomscroller bent ☠️ Wat je tegen doomscrollen kunt doen

Lees ook: Minder afleiding van je telefoon met deze 6 apps

Wat is doomscrolling?

Doomscrolling is eindeloos blijven scrollen door berichten, filmpjes en posts die je eigenlijk alleen maar onrustig maken. Dat begon ooit met nieuws, maar geldt tegenwoordig ook voor sociale media. Denk aan TikTok, Instagram of X waar je urenlang blijft scrollen, maar waar je zelden wijzer of rustiger van wordt. Het algoritme weet precies wat je aandacht trekt – en hoe het je blijft vasthouden.

De term ontstond rond 2020, tijdens de COVID-19-pandemie, toen mensen massaal thuis zaten en constant updates zochten over het virus. Maar het fenomeen heeft zich sindsdien uitgebreid naar alle vormen van nieuws of posts waar je je slechter van gaat voelen.

Waarom blijven we scrollen?

Apps zijn zo ontworpen dat ze je aandacht vasthouden. Elke swipe of nieuwe video geeft een kleine prikkel in je brein: een signaal dat er misschien iets interessants komt. Soms zit er iets tussen dat écht boeit, maar vaak blijft het bij vluchtige prikkels. Ondertussen raakt je hoofd vol, maar je krijgt er weinig voor terug.

Hoe weet je of je doomscrollt?

Er bestaat geen test waarmee je kunt checken of je een doemscroller bent. Maar er zijn wel duidelijke signalen. Je zit in de gevarenzone wanneer je:

🚩 Gedachteloos nieuws- of socialmedia-apps opent, vaak meerdere keren per dag
🚩 Je daarna leeg, onrustig of somber voelt
🚩 Moeite hebt om te stoppen, terwijl je eigenlijk wel weet dat het nergens toe leidt
🚩 's Avonds of 's ochtends lang op je telefoon zit zonder duidelijk doel
🚩 Niet toekomt aan andere dingen, of je gejaagd voelt als je niets checkt

Herkenbaar? Dan is het tijd om je scrollgedrag te doorbreken. Dat is niet makkelijk, maar het kan wel. Onderstaande tips helpen je op weg.

©Gorodenkoff

Wat kun je doen tegen doomscrolling?

1. Beperk je schermtijd en las schermvrije tijdstippen in

Geef jezelf vaste momenten waarop je iets mag checken. Bijvoorbeeld: 's ochtends 15 minuten nieuws, 's avonds 10 minuten social media. Stel een timer in, zodat je niet ongemerkt blijft hangen. Je kunt ook met jezelf afspreken dat je bijvoorbeeld één uur per dag niet op je scherm kijkt. Of in het weekend pas na twaalf uur 's middags je telefoon pakt. Ook is het mogelijk om tijdslimieten in te stellen voor bepaalde apps. Hieronder lees je hoe je dat doet op een iPhone en op een Android-toestel.

Scherm- en apptijd beperken op iPhone

Wil je op vaste tijden niet gestoord worden? Stel dan apparaatvrije tijd in op je iPhone. Tijdens die periodes zijn alleen telefoongesprekken, berichten en apps die je zelf toestaat beschikbaar. Ga naar Instellingen > Schermtijd, tik op App- en websiteactiviteit en schakel dit in als dat nog niet gebeurd is. Kies daarna voor Apparaatvrije tijd en stel via Gepland de begin- en eindtijd in. Je kunt kiezen voor elke dag hetzelfde tijdstip of per dag variëren. Vlak voor de ingestelde tijd krijg je een herinnering.

Ook kun je tijdslimieten instellen voor apps of hele categorieën, zoals sociale netwerken of games. Ga naar Instellingen > Schermtijd > Applimieten > Voeg limiet toe en selecteer de gewenste apps of categorieën. Tik op Volgende, stel de limiet in en gebruik eventueel Pas dagen aan voor verschillende limieten per dag. Rond af met Voeg toe.

Scherm- en apptijd beperken op je Android-telefoon

Rustmomenten op je Android-toestel stel je in via de Bedtijdmodus. Tijdens deze periodes worden je schermkleuren aangepast (bijvoorbeeld naar grijstinten) en kun je meldingen dempen of het scherm automatisch laten uitschakelen. Ga naar Instellingen > Digitaal welzijn en ouderlijk toezicht > Bedtijdmodus en stel in wanneer de modus moet starten en eindigen. Je kunt dit voor elke dag apart instellen of een vast schema kiezen.

Wil je appgebruik beperken? Ga dan naar Digitaal welzijn > Dashboard en kies de app die je wilt beperken. Tik op het zandlopertje naast de app en stel een dagelijkse limiet in. Zodra de limiet is bereikt, is de app de rest van die dag niet meer toegankelijk.

2. Zet meldingen uit

Pushmeldingen van nieuwsapps, sociale media of video-apps zorgen dat je telkens toch weer gaat kijken en scrollen. Zet ze uit. Wat je niet ziet, open je ook minder snel.

3. Richt je telefoon prikkelarmer in

Zet socialmedia- en nieuwsapps niet op je beginscherm. Of verwijder ze helemaal. Wil je ze toch echt bezoeken, dan kan dat via de browser. Dat is een extra handeling vergeleken met een app, maar juist daarom doe je het misschien minder vaak.  

Verder kun je er ook voor kiezen om de grijstintenmodus in te schakelen. Dat zorgt voor minder afleiding en een beeld dat rustiger is.

Op een iPhone ga je hiervoor naar Instellingen > Toegankelijkheid > Weergave en tekstgrootte > Kleurfilters en schakel je de optie in. Op een Android-smartphone ga je hiervoor naar Instellingen -> Toegankelijkheid -> Kleurfilters. Hier schakel je de optie Grijstinten in. Afhankelijk van je toestel kunnen deze menu-opties een iets andere naam hebben.

©ID.nl

4. Volg niet alles en iedereen

Kies één of twee betrouwbare nieuwsbronnen. Ontvolg accounts die vooral onrust of negativiteit brengen. Kies liever voor mensen of media die je inspireren, informeren of aan het denken zetten. Een account waar je geen energie van krijgt, maar dat je energie kost: dat kun je beter ontvolgen.

Stoppen met doom-scrolling? Het kan!

Doomscrolling gaat allang niet meer alleen over nieuws. Ook gedachteloos scrollen langs filmpjes, reacties of meningen op sociale media hoort erbij. Het lijkt onschuldig, maar kost tijd, energie en aandacht — en levert weinig op.

Het goede nieuws: je kunt ermee stoppen. Niet in één keer, maar stap voor stap. Door bewuster te kiezen wat je leest en wanneer. Door je telefoon minder het ritme van je dag te laten bepalen. En door ruimte te maken voor dingen die je echt iets opleveren.

📵 Verveel je je zonder smartphone?

📘 Door een boek kun je urenlang scrollen!