ID.nl logo
Data importeren in Word doe je zo
© Reshift Digital
Huis

Data importeren in Word doe je zo

Niet alle gegevens die je in een document gebruikt, hoef je één op één over te typen in Word. De software kent namelijk uitgebreide functies voor het importeren van gegevens uit andere programma’s. In dit artikel laten we je zien wat de mogelijkheden zijn van het importeren en koppelen van data uit andere programma’s, zoals Excel.

Beschik je over andere pakketten uit de Office-reeks, dan biedt Word de mogelijkheid om gegevens uit die programma’s te importeren in je document. Of het nu om data uit een Excel-sheet of Access gaat, adresgegevens of dia’s; je kunt ze eenvoudig koppelen aan je Word-document. Het voordeel van het koppelen van gegevens uit andere programma’s is dat je de data maar één keer hoeft te wijzigen in het bronprogramma. Word neemt dan automatisch de wijzigingen over in je document. Soms moet je die gegevens wel verversen.

01 Gegevens importeren uit Excel

Excel wordt veel gebruikt voor het invoeren van data. Maar soms wil je slechts een deel uit een Excel-bestand opnemen in Word, zonder dat de gegevens rechtstreeks worden gekoppeld. Bijvoorbeeld een (deel van een) tabel. De uitgebreide kopieer- en plakfuncties van zowel Word als Excel zorgen ervoor dat de gegevens inclusief opmaak kunnen worden overgezet naar je document. In dit voorbeeld kopiëren we een eenvoudige tabel zonder opmaak uit Excel naar Word. We selecteren alle cellen, klikken met de rechtermuisknop en kiezen voor Kopiëren.

©PXimport

02 Juiste opmaak kiezen

De manier waarop de gegevens vanuit Excel in Word worden gezet, hangt af van de plakfunctie die je in laatstgenoemde kiest. In Word kun je je gegevens namelijk op verschillende manieren in je document zetten: plakken met behoud van opmaak, plakken als afbeelding of plakken zonder opmaak. Welke plakopties beschikbaar komen, hangt af van welke soort data er in het klembord is geplaatst. Kopieer je een tabel uit Excel, dan heb je meer plakopties dan wanneer je platte tekst uit bijvoorbeeld Notepad in je Word-document wilt plakken.

©PXimport

Wil je de gegevens uit Excel zonder opmaak plakken in Word, kies dan voor ‘Alleen tekst behouden’, de meest rechterknop in het menuutje. Word plakt dan de gegevens uit Excel rechtstreeks zonder extra’s. Iedere rij uit de tabel wordt op een afzonderlijke regel geplakt.

©PXimport

03 Tabel met behoud van opmaak

Is de tabel in Excel met randen, kleuren, verschillende lettertypen en gekleurde cellen opgemaakt en wil je deze één op één kopiëren in Word, dan kies je uit de plakopties voor de functie Opmaak van bron behouden.

©PXimport

Bij het kopiëren van een tabel uit Excel worden de gegevens in Word ook in een tabel geplaatst. Het voordeel daarvan is dat je de gegevens nu verder kunt bewerken en de tabel eventueel kunt aanpassen qua vormgeving. Klik je op de geplakte tabel in Word, dan komt in het Lint ook het tabblad Tabelontwerp beschikbaar. Met de tabel geselecteerd kun je dan direct een andere vormgeving toepassen.

©PXimport

Wil je alleen een enkele cel, rij of kolom aanpassen, dan klik je er met de muis op en kun je de eigenschappen veranderen.

©PXimport

04 Dynamische gegevens uit Excel

Soms kan het voorkomen dat de gegevens in Excel die je in je Word-document wilt gebruiken dynamisch zijn. Dat wil zeggen: de gegevens in het Excel-bestand kunnen in de loop van de tijd wijzigen. Dan is het belangrijk dat de gegevens uit Excel die in Word worden geplaatst, de meest recente zijn. Je kunt gegevens in Word plakken met behoud van de koppeling van de data in Excel. Wijzig jij of iemand anders de oorspronkelijke gegevens in Excel, dan worden die wijzigingen ook doorgevoerd in Word. Om dit werkend te krijgen, moet je de gegevens uit Excel wel op een speciale manier plakken in Word. In dat geval kies je uit het menu voor plakken voor Koppelen en bronopmaak behouden.

©PXimport

Wanneer de gegevens zijn geplakt in Word, zul je zien dat de tabel een andere functie heeft gekregen. Als je namelijk klikt op een van de cellen met de rechtermuisknop, zie je een nieuwe optie terug in de lijst, namelijk Koppeling bijwerken. Als de data in Excel is gewijzigd, wordt dit niet direct in Word aangepast. Als eigenaar van het document kun je de nieuwste data dus weergeven in de tabel door te kiezen voor Koppeling bijwerken.

05 Tabellen met opmaak

Deze functie werkt overigens ook wanneer de oorspronkelijke opmaak in de tabel in Excel wijzigt. Zodra daar bijvoorbeeld de kleur of de dikte van de lijnen in Excel worden gewijzigd en je kiest in Word voor Koppeling bijwerken, dan worden die wijzigingen ook doorgevoerd in Word. Dat kan natuurlijk ook nadelen hebben voor de opmaak van je Word-document. Gelukkig is daar een oplossing voor. Wil je dat alleen de gegevens in de cellen van Excel worden gekopieerd, maar niet de opmaak zelf, dan kies je voor de plakoptie Doellijsten koppelen en gebruiken. De tabel wordt nu zonder opmaak in Word gekopieerd, maar de gegevens in de cellen zelf blijven wel gekoppeld aan Excel en eventuele wijzigingen worden nadat je weer kiest voor Koppeling bijwerken in Word doorgevoerd.

©PXimport

Als de tabel in Excel vormgeef-technisch wordt aangepast, dan heeft dat dus geen verdere invloed op de opmaak van de tabel in Word.

06 Brieven en mailings maken

Word kun je ook gebruiken om een brief naar meerdere adressen te sturen. Daarvoor hoef je – gelukkig – niet voor iedere geadresseerde een aparte brief te maken, maar kun je een standaardbrief vervaardigen. Met een standaardbrief kun je eenvoudig meerdere mensen een brief sturen. Je koppelt aan zo’n standaardbrief een database met namen, adressen en woonplaatsen. Die functie kun je ook gebruiken voor het afdrukken van enveloppen. In dit voorbeeld laten we je zien hoe je adressen automatisch toevoegt aan je document.

07 Adresvelden maken

Word heeft een speciale functie voor het automatisch invoegen van namen en adressen in je document. In het Lint vind je daar een apart tabblad voor, genaamd Verzendlijsten. Daar kun je Word koppelen aan een bestaande verzendlijst, of je kunt vanuit hier ook een nieuwe lijst maken.

©PXimport

Je moet eerst een lijst met adressen hebben. In Word kun je deze zelf maken, maar je kunt Word ook koppelen aan bijvoorbeeld Excel om de adresgegevens daaruit te halen. We laten je eerst zien hoe je zelf een lijst met adresgegevens in Word aanmaakt. Onder het tabblad Verzendlijsten vind je de knop Adressen selecteren. Klik daarop en kies voor de optie Nieuwe lijst typen.

©PXimport

Er verschijnt nu een venster waarin je adresgegevens kunt invoeren. In dit voorbeeld beperken we ons tot (fictieve) adresgegevens als aanhef, voorletter, achternaam, adres, postcode en woonplaats. Per rij vul je de gegevens in van de personen die je wilt aanschrijven. Ben je klaar met het invullen, dan druk je op de knop OK om de lijst op te slaan.

©PXimport

Word slaat de adreslijst op als een Microsoft-database (met de extensie .mdb) en dat heeft als voordeel dat je dit bestand kunt blijven gebruiken in Office, en je dus niet telkens een nieuwe adreslijst hoeft aan te maken.

Als je de database hebt opgeslagen in Word, dan komt in het Lint de knop Afdruk samenvoegen starten beschikbaar. Maar voordat je daar op klikt, moet je in je brief eerst de positie bepalen waar je het adresveld wilt plaatsen. Om die te plaatsen, klik je op de knop Adresblok.

©PXimport

08 Gegevens controleren

Je krijgt nu een nieuw venster te zien, waarin je kunt controleren of de gegevens kloppen. In principe hoef je hier weinig te veranderen; als je een eenvoudige adreslijst hebt gemaakt met daarin alleen de voor- en achternaam, straat, huisnummer, postcode en woonplaats en alle adressen zijn in je eigen land, dan plaatst Word deze doorgaans meteen goed. Alleen wanneer je ook internationale brieven verzendt, kan het handig zijn om de instellingen te wijzigen. Klik je na afloop op de knop OK , dan plaatst Word een tekstcode << Adresblok>>. Dat blok geeft dus aan dat daar de adresgegevens van de database worden geplaatst.

©PXimport

Bovenin het Lint zie je nu extra knoppen waarmee je door de brieven met de zojuist gekoppelde adressen kunt bladeren. Op die manier kun je controleren of de adresgegevens juist op de brief worden vermeld. Naast de pijlnoppen voor het bladeren door de brieven, vind je er ook een knop genaamd Voorbeeld van het resultaat. Met deze knop ingedrukt zie je dan ook de daadwerkelijke adresgegevens per brief.

©PXimport

Nu kun je bepalen of je tevreden bent met de huidige weergave, of dat je nog iets wilt veranderen. De opmaak bijvoorbeeld, want misschien wil je de adressen juist wat groter afdrukken of van een ander lettertype voorzien. Dat hoef je niet voor iedere brief afzonderlijk te doen, maar doe je in één keer door het blok << Adresblok >> te selecteren in je document. Om dat te kunnen doen, moet je eerst de voorbeeldweergave van het adres uitschakelen door weer op de knop Voorbeeld van het resultaat te klikken. Alleen dan verschijnt het adresblok weer. Selecteer << Adresblok >> in je document, en je kunt de opmaak ervan aanpassen.

©PXimport

09 De documenten samenvoegen

Ben je tevreden met het resultaat? Dan kun je de adresgegevens samenvoegen met je brief. Met samenvoegen maakt Word meerdere kopiëren van de brief, met op elke brief het unieke adres uit de database. Om het samenvoegen te starten, klik je in het Lint op de knop Voltooien en samenvoegen, helemaal aan de rechterkant. Er verschijnen nu drie opties, kies voor Documenten afdrukken.

©PXimport

Geef op welke records je wilt afdrukken, doorgaans druk je natuurlijk in één keer alles af. Word stuurt de opdracht, na het drukken op de knop OK, naar de printer en je brieven worden afgedrukt.

©PXimport

Tip: Etiketten en enveloppen afdrukken

Wil je naast het printen van brieven ook adressen op enveloppen of etiketten afdrukken? Kies dan aan de linkerzijde van het Lint voor Enveloppen of Etiketten. Als je op een van deze twee knoppen klikt, wijzigt Word de opmaak van je huidige document in die van een enveloppe of etiket. Je kunt daarbij kiezen uit verschillende formaten.

©PXimport

10 Adressen importeren uit Excel

Je kunt in Word je adressenbestanden ook halen uit andere programma’s of werken met afzonderlijke bestandsformaten. Het invoeren via de functie Adreslijsten in Word gaat soms vrij lastig. Het is namelijk heel precies werk, en een druk op een verkeerde knop kan er al snel voor zorgen dat je een record opnieuw moet invoeren. Daarnaast is het vanwege de kleine omvang van het invoervenster lastig om met meerdere records te werken. In dat geval kun je beter kiezen voor een programma dat beter overweg kan met records, zoals Excel of – als je liever met databaseprogramma’s werkt – met Access. Voor deze basiscursus maken we gebruik van Excel voor het importeren van adresgegevens, dat werkt in dit geval prima; in Excel kun je veel makkelijker meer rijen gebruiken.

Als je je records goed op orde hebt in Excel, kun je deze heel eenvoudig gebruiken voor het maken van adresgegevens in Word. Iedere rij in Excel dat gebruikt moet worden in Word voor de adresgegevens, geef je een duidelijke naam: Aanhef, Voornaam, Achternaam, Straatnaam, Huisnummer, Postcode en Woonplaats. Die rij is dan de eerste rij in de tabel. Op de volgende rijen vul je vervolgens alle gegevens in van de adressen die je wilt gebruiken in de brief.

©PXimport

11 Bestand opslaan

Heb je je bestand af? Dan sla je ‘m op en ga je vervolgens naar Word om de gegevens uit het Excel-bestand te importeren als adressenbestand. Ga hiervoor als volgt te werk: klik in het Lint Verzendlijsten op Adressen selecteren en kies daar voor Bestaande lijst gebruiken. Vervolgens selecteer je je Excel-bestand.

©PXimport

Word komt nu met een bevestiging van het bestand. Als je de tabel in Excel hebt opgemaakt, zoals in ons voorbeeld, dan bevat de eerste rij met gegevens kolomkoppen. Zet dan ook een vinkje bij De eerste rij met gegevens bevat kolomkoppen. Word herkent dat, en zo kun je makkelijk de juiste velden op de goede plaats neerzetten in je document.

©PXimport

12 Velden opgeven

In tegenstelling tot het importeren van adresgegevens via Adressenlijst, moet je bij het importeren van gegevens uit Excel nog wel de velden apart opgeven. Iedere kolom uit je Excel-bestand wordt in Word een apart blok dat uiteindelijk het gehele adresveld bevat. In het Lint bij Verzendlijsten vind je een knop genaamd Samenvoegvelden invoegen. Onder dat menu vind je dan alle kolommen uit het Excel-sheet. Je kunt deze nu plaatsen in je document door op de juiste naam te klikken. Zet de cursor eerst op de plek waar je het eerste veld wilt invoegen, in ons voorbeeld is dat Aanhef.

©PXimport

Tussen ieder veld in je Word-document plaats je een spatie, zodat de aanhef, voornaam en achternaam niet tegen elkaar worden geplaatst, zoals hieronder:

<<Aanhef>> <<Voornaam>> <<Achternaam>>

Geef nu een enter voor een nieuwe regel, en plaats daaronder de velden Straatnaam en Huisnummer, wederom met een spatie ertussen:

<<Straatnaam>> <<Huisnummer>>

En op de laatste regel plaats je tot slot Postcode en Woonplaats, ook hier met een spatie ertussen:

<<Postcode>> <<Woonplaats>>

Het voordeel van het opnemen van losse velden in je Word-document is dat je deze overal in je brief kunt gebruiken. Op die manier kun je een persoonlijke brief samenstellen aan de hand van de gegevens uit het Excel-bestand.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.