ID.nl logo
Aan de slag met Microsoft Flight Simulator
© Reshift Digital
Huis

Aan de slag met Microsoft Flight Simulator

Wie droomde er als kind niet van piloot te worden? Maar voor de sensatie van zelf vliegen hoef je tegenwoordig geen piloot te zijn. Volgens Microsoft is de nieuwe Flight Simulator de meest realistische flightsim ooit, met realtime weer en petabytes aan fotorealistische omgevingen. Lees hier alles wat je moet weten om het luchtruim te kiezen én weer veilig te landen.

Geen computerpiloot had er nog op gerekend, maar na dertien jaar bracht Microsoft afgelopen zomer een nieuwe versie van Flight Simulator uit. De klassieker keert niet alleen terug op de pc maar landt ook op Steam en Xbox.

De sim is verkrijgbaar in drie edities − Standard, Deluxe en Premium Deluxe − die slechts van elkaar verschillen in het aantal vliegtuigen en fotorealistische vliegvelden. De Standard-versie heeft twintig vliegtuigen en dertig van deze luchthavens, Deluxe van beide vijf extra en Premium Deluxe van beide nog eens vijf. Schiphol is een van de fotorealistische vliegvelden, maar onze nationale luchthaven vind je alleen in de twee duurdere versies.

©PXimport

01 De vliegtuigen

De Standard-editie beschikt al over een behoorlijke diversiteit aan vliegtuigen, zoals het eenmotorige acrobatiek-vliegtuig de Pitts Special 52S, het watersportvliegtuig de Icon A5, meerdere Cessna’s maar ook de Airbus A320neo en de Boeing 747-B Intercontinental. De ‘Schiphol-upgrade’ naar Deluxe biedt weinig extra’s. Dan is de stap naar Premium Deluxe interessanter, met onder meer de Boeing 787-10 Dreamliner en de Zlin Aviation Shock Ultra. Helikopters, ultralights en zweefvliegtuigen ontbreken (nog). Asobo, dat de sim voor Microsoft ontwikkelde, heeft de fysica-engine herschreven, waardoor de vliegtuigen zich nu zeer realistisch gedragen. Hadden vliegtuigen eerder maar één punt waarop alle krachten werkten, nu zijn dat er meer dan duizend! Dit merk je wanneer je in een stall raakt, maar ook wanneer je landt op een landingsbaan met een hellingshoek.

©PXimport

02 Geheugen en opslag

Volgens Microsoft is een recente AMD of Intel-processor van 8 (maar liever 16 of 32) GB ram én een actuele grafische kaart met 2 (maar liever 4 of 8) GB videogeheugen voldoende voor een goede ervaring. In de praktijk valt het tegen en moet je al snel akkoord gaan met minder frames per seconde of het uitschakelen van een realtime-functie. De pc-hardware die écht alles uit Flight Simulator haalt, is er gewoon nog niet. Ook belangrijk, de opslag. Opnieuw liefst veel én snel, en eigenlijk voldoet alleen een ssd. Flight Simulator heeft tot wel 150 GB opslagcapaciteit nodig. Het downloadt tijdens de installatie de hele wereld in een lage resolutie maar met alle kustlijnen, rivieren en wegen. Hiermee kan offline worden gevlogen. Wil je echt mooi beeld, dan is een snelle internetverbinding vereist, want beelden in hogere resolutie worden tijdens het vliegen naar de pc gestreamd.

©PXimport

Geen standaard installatie

Flight Simulator zal voor velen de eerste aankoop in de Microsoft Store zijn. Klik op Start / Microsoft Store / Zoeken en typ Flight. Wacht tot het programma wordt gevonden en selecteer de gewenste versie. Klik op Kopen / Installeren en kies waar je de sim wilt installeren. Selecteer de snelste opslag die er in de pc aanwezig is. Klik opnieuw op Installeren en wacht tot de eerste 1 GB is gedownload en Flight Simulator start. Voor contact met Air Traffic Control (de luchtverkeersleiding) moet de Engelse taal aan Windows worden toegevoegd. Klik op Start / Instellingen / Tijd en Taal / Taal / Een taal toevoegen. Selecteer English (United States) / Volgende / Installeren. Schakel terug naar Flight Simulator om de bijna 100 GB van de offline-wereld te downloaden. De snelste ssd is opnieuw de juiste keuze. Klik op Update en ga koffiedrinken of avondeten, anderhalf uur is geen uitzondering. Is de download klaar, klik dan op Continue om Flight Simulator echt op te starten.

©PXimport

03 Het Welcome-scherm

Het hoofdscherm van Flight Simulator bestaat uit vier onderdelen: Welcome, Profile, Marketplace en Options. Via Welcome / World Map kun je een vliegveld en vliegtuig kiezen, alsmede aanvullende opties, zoals verkeer, het weer en de tijd van de dag. Ook vind je hier de Flight Training en Activities. Belangrijk zijn de Options. Deze zijn onverdeeld naar General met de instellingen voor beeld en geluid en Assistance waar je het vliegen meer of minder realistisch kunt maken (en het vliegen daarmee moeilijker of juist wat makkelijker).

©PXimport

04 Controls

Bij Controls vind je alle opties voor de hardware waarmee je het vliegtuig bedient. Op een pc zonder extra hardware gebeurt dit met toetsenbord en de muis. Klik je op Mouse dan zie je dat deze vooral gebruikt wordt voor de bediening van de camera, zeg maar wat je ziet, en om de instrumenten te bedienen. Bij de opties voor Keyboard zie je dat het hier al snel complex wordt met heel veel functies die aan een beperkt aantal knoppen moeten worden toegewezen. Vliegen met een joystick of roer (yoke) is veel intuïtiever en daarom ook voor beginners zeker aan te raden. Andere aan te bevelen hardware is een goede headset én een forse monitor. Hoewel een grotere monitor weer druk legt op de grafische prestaties, is niets mooier dan een ruim aaneengesloten zicht vanuit de cockpit.

©PXimport

05 Kijkje in de cockpit

Tijd om achter de stuurknuppel te kruipen. Klik op Home en kies World Map. Klik op het vliegtuig linksboven en kies Propellers / Textron Aviation Cessna 152. Klik dan op Select Departure Airport en selecteer EHRD Rotterdam Airport. Klik op de landkaart op Rotterdam Airport en kies Set as arrival. Klik nu op Flight Conditions en zet Multiplayer en Air Traffic op Off en Weather & Time op Custom. Selecteer Clear Skies en selecteer met de schuif eronder een moment midden op de dag. Klik dan op Close / Fly / Ready to Fly. Je staat nu op de startbaan van Rotterdam Airport, zittend in de cockpit van een Cessna 152. Met de rechtermuisknop ingedrukt kun je rondkijken, met het scrollwiel op de muis in- en uitzoomen. Voor je zie je het instrumentenpaneel en de yokes, de twee vliegsturen. Klik je op een yoke dan verdwijnt die, zodat je de knoppen en meters erachter kunt zien. Klik nog een keer en de yoke is weer terug. Handels, zoals de zwarte Throttle control en de rode Mixture Control, kun je met de muis pakken en in- en uitschuiven. Druk de Throttle Control naar voren en je hoort de motor brullen en de propeller op toeren komen. Helemaal boven in het midden van het beeld zie je een kleine witte driehoek; hiermee open en sluit je het zwevende menu dat toegang geeft tot een groot aantal handige opties.

©PXimport

06 De belangrijkste meters

Met Control + 1 breng je de belangrijkste instrumenten in beeld. Linksboven is dat allereerst de Airspeed-indicator. Deze geeft de snelheid in de lucht aan. De meeteenheid is knots of knopen. Eén knot is 1,85 kilometer en met een Cessna als deze ga je airborn met ongeveer 55 knopen. Rechts ernaast zit de Attitude-indicator of kunstmatige horizon. Deze toont de houding van het vliegtuig gerelateerd aan de aarde. Rechts daarnaast zit de Altimeter of hoogtemeter. Belangrijk, de kleine wijzer geeft de duizendtallen aan, de grote wijzer de honderdtallen. De grote wijzer draait dus sneller dan de kleine. Onder de hoogtemeter zit de Vertical Speed indicator. Deze laat zien of het vliegtuig stijgt of daalt. Links ervan zit het kompas. De neus van het vliegtuig is duidelijk zichtbaar en tijdens het vliegen zal het kompas meedraaien. De graden staan duidelijk aangegeven, maar wel allemaal zonder een nul. Dus 3 is 30 graden en 15 is 150. Tot slot linksonder de Turn-indicator. Deze toont de rotatie van het vliegtuig langs de lang-as, de denkbeeldige as die van staart tot neus door het vliegtuig loopt. Draait het vliegtuig, dan komt één vleugel omhoog en gaat de andere omlaag. Bij een gecoördineerde bocht combineert het vliegtuig de beweging langs de lang-as (dit wordt rollen genoemd) met gieren, een draaibeweging rond het middelpunt van het vliegtuig. Gieren is het best te vergelijken met het van richting veranderen van een auto. Met Control + Spatiebalk kijk je weer recht uit de cockpit naar voren.

©PXimport

07 De eerste vlucht

Het moment is aangebroken: je eerste vlucht! Kijk omlaag en zet de Wing flaps op 0. Schakel met de muis of via Control + . de Parking brake uit. Zet het zicht weer terug naar normaal met Control + Spatiebalk en geef langzaam gas met de Throttle of de F3-toets. Het toestel komt in beweging. Probeer het midden van de startbaan te houden door met de numerieke toetsen 4 en 6 te sturen. Bij een snelheid van ongeveer 60 knopen trek je langzaam de Yoke naar je toe … en je vliegt. Je kunt dit ook met de numerieke 2 doen. Houd de snelheid rond de 80 knots door meer of minder te stijgen. Houd de vleugels mooi horizontaal op de Attitude-indicator en het kompas op dezelfde koers als de runway. Klim rustig naar 1000 meter, laat dan de neus iets zakken (6) en zie hoe de snelheid oploopt. Bij een snelheid van 100 knopen neem je gas terug tot je mooi stabiel vliegt. Van hoogte veranderen wordt in de luchtvaart niet gedaan door naar beneden of boven te sturen, maar door de snelheid aan te passen: langzamer betekent lager vliegen, sneller hoger. Dit geldt ook bij het landen; stuur je naar beneden, dan zal het vliegtuig steeds sneller gaan wat het landen juist moeilijker maakt.

©PXimport

08 Veilig landen

Met de V-toets open je een kaart waarop de luchthaven en het vliegtuig te zien zijn. Om terug te keren naar Rotterdam Airport maak je straks eerst een bocht naar rechts tot je in omgekeerde richting voorbij het vliegveld vliegt. Je passeert het vliegveld en maakt dan opnieuw een bocht om zo recht mogelijk voor de landingsbaan uit te komen. Kijk op je kompas. De koers vanaf de startbaan was 240 graden en die moet omgekeerd naar 60 graden. Je gaat rechtsom en het is makkelijker de bocht in twee keer te maken, dus eerst naar 330 en dan 60 graden. Druk op 6 om de draai te maken en breng zodra het vliegtuig op de kwartkoers ligt, deze terug in horizontale positie (4). Gaat het te snel, druk op Esc om even te pauzeren en daarna weer Esc om verder te gaan. Is de eerst bocht klaar, dan opnieuw 6 om naar rechts te rollen. Open met V de map en zie hoe je nu in tegengestelde richting langs Rotterdam Airport vliegt. Houd de koers vast tot je het vliegveld ruimschoots voorbij bent. Maak dan opnieuw twee keer een bocht naar rechts, eerst naar 150 en dan naar 240 graden. Laat de snelheid met F2 teruglopen tot 80 knopen zodat de neus langzaam zakt. Richt je op het midden van de runway en neem uiteindelijk met F2 helemaal gas terug. Glijd nu richting de landingsbaan en laat het vliegtuig rustig landen. Zodra je aan de grond bent, rem je met de numerieke . om het vliegtuig tot stilstand te brengen.

©PXimport

09 Cameravoering

Een belangrijk onderdeel van vliegen is het zicht. Met Control en de pijltjestoetsen werp je een snelle blik naar links of rechts, en je weet al hoe je met de muis kunt rondkijken, in- en uitzoomen. Deze cockpitview is een van drie camera’s die standaard aanwezig zijn. Met een druk op End schakel je over naar de externe camera en met de Insert-toets schakel je over naar de drone camera. Deze twee lijken identiek, maar de externe camera brengt de belangrijkste instrumenten in beeld. Om terug te gaan naar de cockpitview druk je óf nogmaals de End óf de Insert-knop in. Wisselen van camera gaat heel eenvoudig via het zwevende menu dat je met een klik op de witte driehoek opent (zie ook alinea 5), en het camera-pictogram. Behalve deze standaard views zijn er nog veel meer instellingen voor het beeld, allemaal te vinden via Options / General / Camera.

©PXimport

Community

Een sterk punt van Flight Simulator is altijd de community geweest. Groepen virtuele piloten die samen vliegen, mensen die hoogwaardige sceneries bouwen van steden of zelfs hele landen, of die tips uitwisselen hoe je in je huis de cockpit van een Boeing of Airbus nabouwt. De communities hebben de dertien jaar dat Microsoft geen nieuwe Flight Simulator uitbracht overleefd, al zijn sommigen wel overgestapt van voorganger FSX op alternatieve flightsims als Prepar of XPlane. Microsoft wil deze groepen natuurlijk terugwinnen, maar dat zal niet zonder slag of stoot gaan. Ook Frans Broekhuijsen, de organisator van het jaarlijkse FSWeekend in het Aviodome bij Lelystad is nog niet om. “De nieuwe Flight Simulator is zeer geschikt voor wat general aviation, de scenery is over het algemeen erg mooi. Diehard flightsimmers willen eerst meer vliegvelden en vliegtuigen en deze vooral met volledige functionaliteit beschikbaar hebben. Ook de hardware is nog een probleem. Zelfs de nieuwste hardware heeft moeite de framerate op niveau te houden en de ondersteuning voor bestaande yoke’s, rudderpedalen, throttles en andere sim-hardware is nog onvoldoende.”

©PXimport

10 Flyby

Door het gebruik van Bing Maps klopt het wegenpatroon in Flight Simulator zeer goed, net als de loop van rivieren. Ook staan er op de juiste plek huizen en schuren. Dit maakt het mogelijk volledig op zicht te navigeren en bijvoorbeeld over je eigen huis te vliegen. Klik op Home / World Map en selecteer opnieuw de Textron Aviation Cessna 152. Kies als vertrekpunt het vliegveld dat het dichtst bij je huis ligt. Kies opnieuw voor Clear Skies en een moment midden op de dag. Klik op Close / Fly / Ready to Fly en breng de Cessna weer stabiel in de lucht op 1000 foot. Schakel nu over naar de drone camera zodat je maximaal kunt oriënteren op alles wat er op de grond te zien is, en stuur het vliegtuig via wegen, dorpen, rivieren of welk herkenningspunt je ook maar hebt, naar jouw stad of dorp. Huizen staan op de goede plek en voetbalvelden en tennisbanen zijn herkenbaar; je huis is dan ook snel te vinden.

©PXimport

11 Vlieglessen en hulp

Het kan niet anders dan dat je inmiddels de smaak van het vliegen te pakken hebt. Om de volgende stap te maken, is het aan te bevelen de vlieglessen te volgen. Ga naar Welcome / Flight Training. Zie je geen vlieglessen, ga dan naar Welcome / Profile / Content Manager. Hier kun je onderdelen van Flight Simulator toevoegen, zoals de lessen, maar ook vliegtuigmodellen en meer. Selecteer de vlieglessen en klik op Download selected. Handig voor beginnende piloten is het verminderen van het realisme. Klik hiervoor op Options / Assistance. Je kunt bovenin het scherm een snelle selectie maken via All assists voor maximale ondersteuning, Middle-Ground voor gemiddelde ondersteuning en True to life voor écht vliegen, zoals het in werkelijkheid ook gaat. Ook kun je voor specifieke onderdelen kiezen tussen Easy, Medium of Hard.

©PXimport

12 Marketplace

Een laatste onderdeel dat in deze basiscursus niet mag ontbreken, is de Marketplace. Zoals de naam al zegt, de winkel van Flight Simulator. Hier kun je soms gratis maar veelal tegen betaling, uitbreidingen voor de sim kopen. Dat kan een vliegtuig zijn, een scenery van een stad of een andere leuke toevoeging. Klik op Full catalog om op soort uitbreiding te zoeken. Onder Free content vind je de gratis uitbreidingen, maar er zijn ook Airports en Aircrafts en meer. Hoewel de kwaliteit verschilt, voegen zeker de betere en mooiere uitbreidingen echt nieuw vliegplezier toe aan Flight Simulator.

©PXimport

13 Performance-tuning

Ben je niet tevreden met de prestaties van Flight Simulator op jouw pc, dan kun je proberen de prestaties te verbeteren door onder General een aantal instellingen voor de grafische kwaliteit of de mate van realisme van het verkeer rondom aan te passen. Om te zien hoe hoog de framerate is op jouw systeem ga je naar Options / General / Developer en zet je de Developer mode op On. Links bovenin beeld verschijnt een menu waar je via Options / Display FPS een fps-teller inschakelt. Opties in Flight Simulator om te proberen de framerate te verbeteren, zijn bijvoorbeeld General / Graphics / Depth of field, Texture Synthesis en Texture Supersampling. Maar je kunt ook onder Traffic de hoeveelheid ander verkeer aanpassen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief. 

▼ Volgende artikel
Review Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler – Complete keuze voor drogen en stylen
© Shark Ninja
Gezond leven

Review Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler – Complete keuze voor drogen en stylen

De Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler is een föhn en luchtstyler ineen. Hij wordt geleverd in een reiscase met allerlei accessoires om verschillende soorten kapsels in model te brengen. Het bedrijf heeft goed gekeken naar de concurrentie, die vergelijkbare tools aanbiedt tegen een flink steviger prijskaartje. Is dit een goed alternatief?

Goed
Conclusie

Dit is een complete en draagbare oplossing voor wie een snelle föhn en veelzijdige luchtstyler in één apparaat wil. De bediening is rechttoe rechtaan. Je kiest uit drie warmtestanden en drie luchtstroomstanden en fixeert met de Cool Shot. De temperatuur wordt continu bewaakt en gereguleerd om pieken te voorkomen; doel is snel drogen en stylen zonder extreme hitte. De resultaten op kort, lang en krullend haar zijn constant zodra de opzetstukken en secties goed gekozen zijn. Wie liever een stiller apparaat heeft of geen leercurve wil bij de krullers, zal misschien verder willen kijken. Wie snelheid, volledigheid en een milde hittebenadering belangrijk vindt, zit met de Shark FlexStyle goed.

Plus- en minpunten
  • Complete set met bruikbare opzetstukken
  • Krachtige luchtstroom en constante temperatuurregeling
  • Snel drogen en stylen met milde hetelucht
  • Prijs aantrekkelijker dan de concurrentie
  • Knoppen lastig blind te bedienen in het begin
  • Leercurve bij Auto-Wrap-krullers en wisselen van hulpstukken
  • Reiscase gevuld niet heel licht om mee te nemen

SharkNinja is één bedrijf dat onder verschillende labels consumentenartikelen uitbrengt. Bij eerdere tests, van onder meer de Ninja CRISPi, bleek al dat het bedrijf gebruiksvriendelijke producten maakt, met duidelijke handleidingen en prijzen die vaak vriendelijker uitvallen dan bij andere merken. In dit geval betreft de directe concurrentie de Dyson Airwrap, een vergelijkbare set tegen een aanzienlijk hogere prijs.

©Saskia van Weert

Wat zit er in de doos

Maar eerst even over de Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler. De set bestaat uit een handstuk, twee 32millimeter zogeheten Auto-Wrap-krullers (voor krullen links en rechts van het hoofd), een platte borstel om tijdens het drogen te stylen, een ovale borstel voor volume en glans, een stylingconcentrator voor gericht föhnen en een diffuser met uitschuifbare 'vingers' voor krullend haar. Dit alles met een handleiding, tevens inspiratieboekje, in een luxe zwarte reiscase. Die overigens met alle spullen erin wel draagbaar is, maar niet zo licht dat je hem overal mee naartoe zult nemen.

©Saskia van Weert

Testopzet

Omdat de auteur van deze review met een kort kapsel beperkt de mogelijkheid heeft tot uitgebreid stylen, is de bevriende fashion influencer Larissa Mol de set uitgebreid komen uitproberen, en heeft een familielid met sterk krullend haar de diffuser ingezet om de krullen te temmen.

Ontwerp en werking

De werking van deze set is eenvoudig. Met een draai wissel je van föhnstand naar stylingstand. Een deel van de accessoires is te gebruiken met het handstuk in rechte stand. Met een schuifknop draai je voor de andere onderdelen een deel van de bovenzijde opzij, zodat er een rechte hoek ontstaat. Daar klik je een opzetstuk op, bijvoorbeeld om je haar droog te blazen.

Iets wat opvalt, is dat de set aanvankelijk vrij zwaar aanvoelt vergeleken met los gebruik van een föhn of krulborstel. Hij weegt 700 gram, wat later bij het uittesten geen probleem bleek te zijn.

©Shark Ninja

Bediening en knoppen

Onderaan het handstuk zitten een aan-uitknop en verschillende knoppen voor de gewenste warmte en de gewenste airflow, ofwel hoe hard de föhn blaast. Een stukje naar boven zit nog een knop voor de zogeheten Cool Shot, waarbij er koude lucht wordt uitgeblazen, belangrijk om bijvoorbeeld een zojuist gemaakte krul te fixeren.

Maak je haar handdoekdroog voor het stylen

Bijvoorbeeld met deze goed geteste set handdoeken!

Bedieningsgemak: aandachtspunten

Wat een beetje onhandig is, is dat de knoppen in het begin niet gemakkelijk op de tast te bedienen zijn. Er zitten geen nokjes op waardoor je zonder te kijken niet voelt welke knop je aanraakt. Zeker als starter moet je echt goed kijken welke knop je nodig hebt en waar die zit en de styler constant omdraaien om het in beeld te krijgen. Dat maakt stylen een beetje een gehannes. Niet helemaal duidelijk verder is of de Cool Shot afzonderlijk werkt tijdens het föhnen of dat de warmte-knop eerst uitgezet moet worden en daarna pas de koude lucht aangezet kan worden. Pas na wat langer gebruik werd het switchen tussen de verschillende standen wat intuïtiever.

©Shark Ninja

Ervaring met de krulopzetstukken

De afzonderlijke accessoires bevallen goed. Het opvallendst zijn de twee hulpstukken om het haar te krullen. De werking lijkt vrij omslachtig. Er is een onderdeel voor de linkerhelft van het hoofd en een voor de rechterhelft. Je houdt een lok haar beet op 10 centimeter van de onderkant en brengt de kruller achter het haar. De kruller wikkelt het haar dan automatisch om zichzelf heen, een beetje zoals iemand met een krultang zelf handmatig doet. Dit werkte verrassend goed.

Wat minder handig is, is dat de opzet van de set eigenlijk vereist dat iemand eerst de ene helft van het hoofd in de krul zet en dan pas de andere. Dat is niet hoe mensen dit in de praktijk doen, dus switchen tussen de hulpstukken moet je wel willen en je moet er de tijd voor hebben.

©Saskia van Weert

Praktijk: drie kapsels getest

De set is in de praktijk getest op drie kapsels. Op kort haar van kinlengte werkte een combinatie van concentrator en platte borstel het snelst: eerst tot circa tachtig procent droog föhnen, daarna met de platte borstel in model brengen.

Op lang en dik haar lag de nadruk op de Auto-Wrap-krullers. Werken in kleinere secties en direct afkoelen met Cool Shot gaf gelijkmatige krullen met volume, die wel wat sneller uitzakten dan met een krultang.

Op krullend haar is vooral met de diffuser gewerkt. De set lijkt het haar zachter en glanzender te maken dan andere vergelijkbare sets. Ook bij gebruik van de diffuser viel op dat er veel minder zogeheten frizz ontstond.

©Saskia van Weert

Pluspunten en minpunten

De pluspunten liggen in de volledigheid van de set, de snelheid van drogen en relatief milde hetelucht. In één doos zitten alle gangbare tools, inclusief een volwaardige diffuser. De luchtstroom is krachtig, de temperatuurregeling voorkomt hittepieken en het gewicht blijft rond de 700 gram.
Er zijn ook minpunten. De Auto-Wrap-krullers vragen gewenning; richting wisselen, secties kiezen en de juiste droogtegraad van het haar bepalen vergt oefening. Het geluidsniveau is vergelijkbaar met de herrie die een handendroger in een restaurant maakt.

Conclusie

Samenvattend is dit een complete en draagbare oplossing voor wie een snelle föhn en veelzijdige luchtstyler in één apparaat wil. De bediening is rechttoe rechtaan. Je kiest uit drie warmtestanden en drie luchtstroomstanden en fixeert met de Cool Shot. De temperatuur wordt continu bewaakt en gereguleerd om pieken te voorkomen; doel is snel drogen en stylen zonder extreme hitte.

De resultaten op kort, lang en krullend haar zijn constant zodra de opzetstukken en secties goed gekozen zijn. Wie liever een stiller apparaat heeft of geen leercurve wil bij de krullers, zal misschien verder willen kijken. Wie snelheid, volledigheid en een milde hittebenadering belangrijk vindt, zit met de Shark FlexStyle goed.