ID.nl logo
Netwerkprotocollen uitgelegd: verkeersregels voor netwerken
© The Little Hut - stock.adobe.com
Huis

Netwerkprotocollen uitgelegd: verkeersregels voor netwerken

Wanneer je met de auto naar een bestemming rijdt, volg je een reeks verkeersregels: je rijdt rechts, laat voetgangers oversteken, stopt voor een rood licht en gebruikt je richtingaanwijzers. Ook bij dataverkeer via een netwerk of internet zijn er regels en afspraken nodig om het verkeer veilig en goed te laten verlopen. Deze verkeersregels heten netwerkprotocollen.

In dit artikel leggen we de basis uit van datacommunicatie tussen je computer en andere apparaten: het netwerkprotocol.

  • We leggen uit wat een netwerkprotocol doet
  • We leggen uit waarom het belangrijk is en welke protocollen vaak gebruikt worden
  • We geven tips en gratis tools om het netwerkverkeer te analyseren en te monitoren

Lees ook dit artikel: Netwerkproblemen? Analyseer ze met Wireshark

Wat zijn netwerkprotocollen?

Netwerkprotocollen vormen de basis van datacommunicatie tussen computers en andere apparaten. Ze spelen een rol bij vrijwel elke online activiteit, van browsen en e-mailen tot streamen en bestanden delen.

Het gaat om een set van regels en procedures die precies bepalen hoe gegevens worden verzonden, ontvangen en verwerkt. Ze zorgen ervoor dat verschillende systemen, vaak met diverse hardware en software, probleemloos met elkaar kunnen communiceren.

OSI-lagenmodel

Netwerkverkeer is vrij complex. Voor een beter begrip wordt het communicatieproces vaak in lagen opgedeeld, zoals in het bekende OSI-model (Open Systems Interconnection). Zie dit als een conceptueel raamwerk, gezien deze lagen niet als fysieke of strikt gescheiden netwerkcomponenten bestaan.

Tijdens het verzenden worden deze lagen van boven naar beneden doorlopen. Je applicatie genereert de data en bepaalt welk protocol nodig is, zoals HTTPS voor webverkeer. De data worden eventueel versleuteld, gecomprimeerd of omgezet naar een geschikt formaat. Vervolgens start een sessie tussen de applicaties bij de verzender en de ontvanger. De datastroom wordt opgedeeld in zogeheten segmenten (of datagrammen), eventueel met foutcorrectie. Elk deel wordt nu in een datapakketje gestopt en krijgt een IP-adres om de bestemming aan te geven, zodat de router weet waar het verkeer naartoe gestuurd moet worden. Dit pakket wordt ingekapseld in een frame met het unieke MAC-adres van een netwerkkaart voor een fysieke transfer binnen hetzelfde netwerk. Deze frames worden ten slotte omgezet in elektrische, optische of radiogolfsignalen die over een fysiek (of draadloos) medium worden verstuurd.

Bij ontvangst worden de lagen van het OSI-model in omgekeerde volgorde, van beneden naar boven, doorlopen. Elke laag haalt de header-informatie van de vorige laag weg, verwerkt de relevante gegevens en geeft deze door aan de volgende laag.

Het bekende – uit zeven lagen bestaande – OSI-model, ontwikkeld door ISO (International Organization for Standardization).

TCP/IP

Zelfs wie nauwelijks met netwerken bezig is, heeft waarschijnlijk weleens van TCP/IP gehoord. Dit zijn eigenlijk twee netwerkprotocollen, elk uit een andere OSI-laag. Om te begrijpen waarom dit duo zo vaak wordt genoemd, moeten we meer dan veertig jaar terug in de tijd.

TCP en IP werden namelijk ontwikkeld voor ARPANet, de voorloper van het internet. Door het grote succes werd TCP/IP al snel de standaard voor netwerkcommunicatie tussen uiteenlopende systemen wereldwijd. Deze protocollen waren bovendien gebaseerd op open en publiek toegankelijke specificaties, zodat iedereen ze zonder licentiekosten kon gebruiken.

TCP (Transmission Control Protocol) biedt, dankzij een ingebouwde foutcorrectie, betrouwbare levering van data, wat belangrijk is voor applicaties als browsen en e-mailen. IP (Internet Protocol) dan weer zorgt voor het adresseren en routeren van datapakketten over verschillende netwerken.

TCP/IP is bovendien flexibel: het kan op verschillende soorten netwerken worden gebruikt, zoals ethernet en wifi, en kan worden geschaald van kleine thuisnetwerken tot het mondiale internet.

TCP/IP werd al snel de standaard netwerkprotocolstack van ARPANet en (dus) van internet.

Behoefte aan stabiliteit in huis?

Leg een netwerk van ethernetkabels aan

Andere protocollen

Wanneer men over TCP/IP spreekt, bedoelt men meestal niet alleen de protocollen TCP en IP, maar de hele protocolsuite, inclusief andere netwerkprotocollen. Er zijn er honderden, maar hier beperken we ons tot een korte voorstelling van een aantal bekende protocollen.

Eerst bekijken we enkele protocollen binnen de OSI-lagen applicatie, presentatie en sessie (of de applicatielaag binnen het wat oudere en eenvoudiger TCP/IP-model). Vervolgens kijken we naar protocollen op het niveau van transport en netwerk. Protocollen op de hogere lagen zijn meestal goed herkenbaar voor gebruikers en hebben ook duidelijke en tastbare toepassingen. De protocollen op de onderste twee lagen gaan meer over de fysieke dataoverdracht op het niveau van de netwerkinterface, en zijn derhalve complexer en technischer.

De term TCP/IP verwijst vaak naar de volledige netwerkprotocolsuite.

HTTP

Een van de meest gebruikte netwerkprotocollen op applicatieniveau is HTTP (HyperText Transfer Protocol). Het haalt webpagina’s op van een server naar een client, zoals een browser.

Om snel een idee te krijgen van welke informatie tijdens dit verkeer tussen je browser en de webserver wordt uitgewisseld, druk je in Chrome of Edge op F12 en houd je het tabblad Netwerk geopend.

De laatste jaren wint vooral HTTPS aan populariteit. De S staat voor secure, want HTTPS voegt een beveiligingslaag toe door de datatransfer tussen browser en server te versleutelen met behulp van SSL/TLS-certificaten. Hierdoor kunnen data onderweg niet worden onderschept of gemanipuleerd. Zo’n certificaat bevat informatie over de identiteit van de website, evenals de openbare sleutel die voor de encryptie wordt gebruikt.

Achter de schermen van een browser-webserverconnectie.

DNS-FTP

Een gelijkaardige vraag naar meer beveiliging kwam er ook voor DNS (Domain Name System). Het DNS stuurt standaard alle aanvragen voor het opzoeken van het IP-adres van een domeinnaam (wat je invoert op de adresregel van je browser) onversleuteld door naar een DNS-server, zoals die van je provider. Inmiddels zijn er veiligere alternatieven, zoals DoT (DNS over TLS), maar vooral DoH (DNS over HTTPS).

De meeste moderne browsers en ook Windows ondersteunen DoH. In Chrome bijvoorbeeld stel je dit in bij Instellingen / Privacy en beveiliging / Beveiliging, bij Beveiligde DNS gebruiken. In de afbeelding zie je de IP-adressen van de bekendste publieke DoH-servers.

De meeste browsers, waaronder Chrome, ondersteunen beveiligde DNS.

FTP (File Transfer Protocol) wordt gebruikt voor het overzetten van bestanden tussen computers in een netwerk. FTP verzendt gegevens, inclusief wachtwoorden, in platte tekst. Daarom zijn de veiligere, alternatieve protocollen als SFTP en FTPS populairder. SFTP gebruikt SSH (Secure Shell, met zowel een private als een publieke sleutel) of wachtwoordauthenticatie, waarna de data worden versleuteld. FTPS gebruikt, net als HTTPS, een (desnoods zelf-ondertekend) SSL/TLS-certificaat. Het gratis FileZilla bijvoorbeeld ondersteunt zowel SFTP als FTPS.

Dit zijn de bekendste publieke DoH-servers met bijbehorende IP-adressen.

Transport en netwerk

Over TCP en IP hebben we het al gehad, maar een ander veelgebruikt protocol binnen de transportlaag is UDP (User Datagram Protocol). In tegenstelling tot TCP, dat eerst een sessie opzet en onderhoudt, de volgorde van datapakketten controleert en indien nodig foutcorrectie toepast, werkt UDP zonder verbindingsbeheer of foutcorrectie. Het wordt vooral gebruikt voor toepassingen waarbij snelheid belangrijker is dan betrouwbaarheid, zoals bij gaming en mediastreaming. Een foutje in een video is immers minder erg dan in een databestand. Doordat er minder overhead is, is UDP sneller.

ICMP (Internet Control Message Protocol) is misschien minder bekend, maar waarschijnlijk gebruik je het zo nu en dan zelfs zelf. Het wordt namelijk vooral ingezet voor diagnostische doeleinden binnen netwerkverbindingen, bijvoorbeeld om te controleren of een specifiek netwerkapparaat bereikbaar is. Bekende commando’s die hiervan gebruikmaken zijn onder meer ping en tracert. Open maar eens de Opdrachtprompt en voer de volgende commando’s uit:

ping 1.1.1.1

(controleert of de DNS/DoH-server van Cloudflare bereikbaar is)

tracert www.id.nl

(geeft de netwerkpunten aan tussen je eigen apparaat en de webserver van www.id.nl).

Onder meer ping en tracert gebruiken het ICMP-protocol.

Netwerkanalyse

Voor een grondiger inzicht in de protocollen die door je netwerkadapter(s) worden gebruikt, kun je een protocol-analyzer inzetten. Dit kan complex zijn, maar een relatief eenvoudige tool is het gratis SmartSniff (er is ook een Nederlands taalbestand), dat zowel tcp- als udp-verkeer kan monitoren.

Voor meer functionaliteit, met een diepgaande inspectie van honderden protocollen, gebruik je het gratis, opensource Wireshark (voor Windows, macOS en Linux). Installeer de tool met de standaardinstellingen en inclusief Npcap, want dit is nodig om de netwerkpakketten te onderscheppen en analyseren. Start de tool op en dubbelklik op je actieve netwerkadapter. Het actuele netwerkverkeer wordt meteen afgevangen tot je het proces beëindigt met de rode stopknop.

Standaard geeft Wireshark de pakketten in drie panelen weer: bovenaan de pakketlijst, met een chronologische opsomming van elk pakket, inclusief tijdstempel, bron- en bestemmingsadres en het protocol. Daaronder het pakketinformatiepaneel, met gedetailleerde informatie over het geselecteerde pakket. En helemaal onderaan het bytespaneel, met de ruwe data van het pakket in hexadecimaal- en ASCII-formaat. Er zijn opname- en weergavefilters beschikbaar, zoals tcp en http, om alleen TCP- of HTTP-verkeer te tonen.

Wireshark is een uiterst krachtige netwerkprotocol-analyzer die een grondige inspectie toelaat.

Netwerkdetectie

Het eveneens gratis Advanced IP Scanner heeft een geheel andere functie. Deze tool detecteert apparaten met een IP-adres in je lokale netwerk. Het werkt eenvoudig: start de applicatie, vul het gewenste netwerkbereik in (bijvoorbeeld 192.168.0.1-254) en klik op Starten. Na afloop verschijnen alle gedetecteerde apparaten in het venster, met hun IP- en MAC-adres (het unieke fysieke adres van elke netwerkadapter). Wanneer je een item openvouwt, kunnen onder meer de bijbehorende gedeelde mappen en enkele services verschijnen. Vanuit het contextmenu, bij Instrumenten, kun je direct verbinding maken met het apparaat via protocollen als HTTP(S), FTP, SSH en RDP.

De tool gebruikt diverse netwerkprotocollen om de apparaten te vinden, zoals ARP (om MAC-adressen te vinden – voer maar eens het commando arp -a uit op de Opdrachtprompt), ICMP (om via pings te controleren of een apparaat reageert) en NetBIOS (voor extra informatie, zoals computernamen en gedeelde bronnen).

Geavanceerdere netwerkscanners, zoals PRTG Network Monitor (gratis versie is beperkt tot 100 sensoren/onderdelen die je wilt monitoren), gebruiken ook het SNMP-protocol (Simple Network Management Protocol) voor uitgebreidere informatie, mits je netwerkapparaten zoals servers, printers, routers en switches dit ondersteunen. Ondanks de ‘simple’ in SNMP blijkt dit protocol in de praktijk vaak aardig complex.

Een snelle scan geeft de aangesloten netwerkapparaten, met hun IP- en MAC-adressen, prijs. 

Netwerkmonitoring

GlassWire begint eigenlijk waar Advanced IP Scanner ophoudt. Met dit programma kun je apparaten op het lokale netwerk detecteren en identificeren, en bovendien bevat het allerlei monitoring- en beveiligingsfuncties. GlassWire geeft een realtime overzicht van het netwerkverkeer, inclusief gegevens over welke processen verbinding maken met het internet. Je kunt tevens het actuele en historische bandbreedtegebruik per applicatie en netwerkadapter volgen. De applicatie integreert zich ook in Windows Firewall, zodat je eenvoudig applicaties kunt blokkeren. Daarnaast ontvang je beveiligingswaarschuwingen bij verdachte activiteiten, nieuwe netwerkverbindingen of wijzigingen in netwerkconfiguraties. GlassWire bedient zich hiervoor van diverse netwerkprotocollen, waaronder HTTP(S), DNS, NetBIOS, ICMP en ARP.

Nadat je het programma opgestart hebt, verschijnt in het hoofdvenster een grafiek met het actuele netwerkverkeer. Je kunt de tijdsperiode uitbreiden tot één maand. Klik op de grafiek om deze te pauzeren en om de achterliggende processen te zien. Voor meer details klik je op een procesnaam. Via Traffic Monitor bovenaan kun je het dataverbruik filteren op onder meer applicaties en verkeerstype (netwerkprotocollen). Selecteer hiervoor Usage of Traffic, waarbij je kunt kiezen of je al het verkeer, alleen het LAN- of WAN-verkeer, en binnenkomend of uitgaand verkeer wilt zien.

Het netwerkverkeer uitgesplitst op verkeerstype, alias netwerkprotocol.

▼ Volgende artikel
Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?
© Proxima Studio - stock.adobe.com
Huis

Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?

Met slimme stekkers verander je je huis eenvoudig in een smart home: steek ze in een gewoon stopcontact, sluit er lampen of je televisietoestel op aan en regel via een app of met je stem bijvoorbeeld dat ze automatisch worden uitgeschakeld. Zo voorkom je onnodig stroomverbruik doordat apparaten niet meer op stand-by blijven staan. Maar slimme stekkers gebruiken zélf ook stroom. Welke zijn zuinig genoeg om écht geld te besparen?

Energie besparen en slimme apparaten gaan uitstekend samen. In dit artikel lees je hoe je geld bespaart door gebruik te maken van de zuinigste slimme stekkers. • Slimme stekkers en stroomverbruik • De zuinigste slimme stekkers op een rij • Waar je op moet letten bij het kopen van slimme stekkers

Ook lezen: Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt


Slimme stekker of slim stopcontact?

De termen slimme stekker en slim stopcontact worden door elkaar gebruikt. Dat is een beetje verwarrend, maar wel begrijpelijk: het is een apparaat met aan de ene kant een stekker (voor je 'domme' stopcontact) en aan de andere kant een slim stopcontact. In dit artikel hanteren we de benaming slimme stekker.


Zo bespaart een slimme stekker stroom

Een slimme stekker helpt je stroom besparen door apparaten automatisch uit te schakelen, bijvoorbeeld 's nachts. Zo verbruikt je televisie geen stroom meer in de stand-bymodus. Je kunt instellen dat alle apparatuur op vaste tijden uitschakelt, bijvoorbeeld zodra je gaat slapen. Je kunt ook met één druk op de knop alle lampen en andere apparaten uitschakelen, zodat je niets vergeet. Slimme stekkers uit een hogere prijsklasse bieden bovendien inzicht in je stroomverbruik. Daardoor kun je gerichter energie besparen.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Verbruik van een slimme stekker

Tegenover de besparing staat het eigen stroomverbruik van slimme stekkers. Dat begint bij zo'n 0,3 watt en loopt op tot 2 watt. Niet veel, maar ze staan wel 24 uur per dag en 365 dagen per jaar aan. De zuinigste modellen verbruiken daardoor op jaarbasis 2,6 kWh (0,3 watt × 24 uur × 365 dagen ÷ 1000). Bij een stroomprijs van 0,30 euro per kWh komt dat neer op 0,79 euro per jaar. Een slimme stekker die 2 watt verbruikt kost op jaarbasis 5,26 euro. In een slim huis gebruik je al snel 10 slimme stekkers, waardoor je op jaarbasis aardig wat geld kunt besparen door de zuinigste modellen uit te kiezen.

Kies niet alleen op prijs, maar ook op verbruik Vergelijk je het jaarlijkse stroomverbruik met de aanschafprijs van een slimme stekker (meestal tussen de 5 en 35 euro), dan blijkt al snel dat vooral het stroomverbruik bepalend is voor de totale kosten op de lange termijn. Toch vermelden veel verkopers niets over het energieverbruik.

Denk aan de compatibiliteit

Alleen letten op het stroomverbruik van een slimme stekker is niet genoeg. Het is minstens zo belangrijk dat de stekker goed samenwerkt met jouw slimme netwerk. De meeste modellen werken met Google Home en Amazon Alexa, terwijl Apple HomeKit selectiever is. Check daarom altijd de productbeschrijving om zeker te weten dat de slimme stekker bij jou thuis werkt.

Slimme stekkers die samenwerken met

Google Assistant en met Alexa

Stroomverbruik en verbindingstype

Waar komt het grote verschil in stroomverbruik tussen slimme stekkers vandaan? Dat heeft alles te maken met de verbinding met je thuisnetwerk. De meeste stekkers gebruiken wifi om bereikbaar te blijven, zodat jij ze op afstand kunt bedienen. Maar wifi verbruikt relatief veel energie – het signaal is eigenlijk krachtiger dan nodig is voor dit soort toepassingen.

Een zuiniger alternatief is een hub die het wifisignaal omzet naar een lichter protocol, zoals Zigbee of Z-Wave. Die vormen een soort schakel tussen je netwerk en de slimme stekkers. Het grote voordeel: dit soort verbindingen verbruiken vaak minder dan 0,5 watt.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Zigbee en Z-Wave

De zuinige protocollen die gebruikt worden zijn Zigbee en Z-Wave en die werken allebei prima. Maar ze zijn niet verenigbaar met elkaar. Je zult dus één systeem moeten kiezen. Daarnaast heb je een centrale hub nodig om alles aan elkaar te koppelen. Dat is een kleine investering die zich, door de lagere stroomkosten, snel terugverdient.

Slimme stekkerVerbruik (watt)Protocol
TP-Link Tapo P1151 – 1,5Wifi
TP-Link Tapo P1000,5 – 1Wifi
Shelly Plug S0,9 – 1,5Wifi
Iqore Smart Plug1 – 2Wifi
Aqara Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Philips Hue Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
IKEA TRETAKTSmart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Samsung SmartThings Outlet0,5 – 1,5 WZigbee
Fibaro Wall Plug V20,5 – 1Z-Wave
Qubino Smart Plug0,5 – 1Z-Wave

Verbruik van hubs voor Zigbee en Z-Wave

Voor een compleet beeld moeten we ook kijken naar het stroomverbruik van een Zigbee- of Z-Wave-hub. Zigbee-hubs verbruiken doorgaans tussen de 0,5 en 3 watt. Sluit je meerdere slimme stekkers of andere apparaten aan, dan verdien je dat al snel terug ten opzichte van wifi. Z-Wave-hubs verbruiken wat meer, meestal tussen de 2 en 10 watt.

Ook qua veelzijdigheid zijn er verschillen. De Philips Hue Bridge (Zigbee) is bijvoorbeeld erg zuinig, met een verbruik tussen de 0,5 en 1 watt. Maar deze werkt uitsluitend met Philips Hue-apparaten.

Een slimme start is het halve werk

Zoals je ziet, zijn er heel wat factoren om rekening mee te houden. Breng daarom vooraf in kaart wat je nu nodig hebt én wat je in de toekomst verwacht te gebruiken. Zo voorkom je onnodige kosten en bespaar je op de lange termijn, vooral als je ook let op het energieverbruik per apparaat.


Nog meer energie besparen? ⤵️

Vraag een offerte aan voor verduurzaming:

▼ Volgende artikel
Review Philips PureProtect Pro 4200 – Zeg die pollen maar gedag
© Wesley Akkerman
Energie

Review Philips PureProtect Pro 4200 – Zeg die pollen maar gedag

De lucht om ons heen wordt steeds minder schoon – en dat is allang geen geheim meer. Tel daar gevoeligheid voor pollen bij op, plus schadelijke deeltjes en gassen die vrijkomen tijdens het koken, en je vraagt je af waarom niet iedereen een luchtreiniger zoals de Philips PureProtect Pro 4200 heeft.

Uitstekend
Conclusie

Een luchtreiniger van zo'n 430 euro is geen kleinigheid. Toch ben je met de Philips PureProtect Pro 4200 voordeliger uit dan bij de concurrent. Tijdens onze test viel op hoe accuraat en doeltreffend dit model de lucht zuivert – vooral pollen worden opvallend goed aangepakt – en hoe scherp hij de luchtkwaliteit in de gaten houdt. De filters zijn eenvoudig te vervangen, installeren is zo gedaan en de bediening spreekt voor zich. Een Dyson haalt misschien nóg wat meer deeltjes uit de lucht, maar voor deze prijs zit je verrassend goed.

Plus- en minpunten
  • Installatie zo gepiept
  • Maakt relatief weinig herrie
  • Rekent af met pollen
  • Gaat goed op in interieur
  • Veel opties binnen app
  • Filters snel te vervangen
  • Kinderslot
  • Kan soms wel veel lawaai maken
  • Gaat in Auto+ soms snel aan
  • Temperatuur- en vochtigheidsmetingen wijken af

Als je aan luchtreinigers denkt, dan denk je misschien niet meteen aan Philips. Ondanks de koppositie van Dyson (dat met de Purifier Big+Quiet Formaldehyde goed scoort) timmert de van oorsprong Nederlandse fabrikant al jaren stevig aan de weg in deze markt. De Philips PureProtect Pro 4200 Series Slimme luchtreiniger, zoals de hier besproken luchtreiniger voluit heet, is daar slechts het meest recente voorbeeld van. Hij heeft een adviesprijs van 429,99 euro.

In de basis heeft de luchtreiniger een aantal uitstekende kwaliteiten. Denk dan aan een dubbel ventilatorontwerp, waardoor hij tot anderhalf keer krachtiger is dan in grootte vergelijkbare soortgenoten. En met een Clean Air Delivery Rate (CADR) van 600 m³/u kan hij grote ruimtes tot 156 vierkante meter aan; een kamer van 20 vierkante meter kan hij in minder dan vijf minuten reinigen. Last van pollen? Geen probleem – met een paar minuten is die ergernis weg.

©Wesley Akkerman

L2 betekent dat er een verhoging in de gaswaarde is.

Viervoudig filtersysteem

De Philips PureProtect Pro 4200 beschikt daarnaast over een viervoudig filtersysteem, bestaande uit een voorfilter, een HEPA NanoProtect-filter en twee actieve koolstoffilters. Gezamenlijk moeten die tot 99,97 procent van alle kleine deeltjes, zo klein als 0,003 micron, uit de lucht kunnen halen. Ook is het systeem in staat tot 99,99 procent van door de lucht zwevende virussen en bacteriën te filteren (waaronder het H1N1-griepvirus en SARS-CoV-2).

Hoewel bij ons (nog) geen hooikoorts geconstateerd is, hebben we wel gemerkt dat we minder niezen en minder vaak jeukende ogen hebben sinds we deze luchtreiniger testen. Enkele symptomen die met de allergie te maken hebben, zoals vermoeidheid en een verstopte neus, waren daarnaast veel minder aanwezig. Het is ook weer niet zo dat alle klachten compleet verdwenen – maar het idee dat de Philips-luchtreiniger werkt, staat hier in elk geval als een huis.

©Wesley Akkerman

Als de led-ring rood kleurt, dan maakt het apparaat ook veel lawaai.

Effectief en geruisloos

De Philips PureProtect Pro 4200 reageert razendsnel op veranderingen in huis. Tijdens het koken kan de luchtreiniger aanspringen om te voorkomen dat schadelijk deeltjes verder verspreid worden. Daarnaast is een open raam, zeker in de lente, genoeg om de boel op scherp te zetten. Schoonmaken, even een lekker luchtje (op jezelf of in huis) verstuiven of stoffen; dergelijke zaken triggeren de 4200 om de lucht te zuiveren. En dat doet het apparaat effectief en vaak geruisloos.

In de slaapmodus maakt de Philips PureProtect Pro 4200 slechts 15 dB(A) aan lawaai, waardoor je er tijdens het slapen geen last van hebt. Daarnaast hoor je het systeem alleen hard loeien als de luchtkwaliteit boven een bepaalde waarde komt. Dat gebeurt, toegegeven, al vrij snel, waardoor je soms wel even de tv wat harder zou moeten zetten. Het reinigen neemt echter weinig tijd in beslag, waardoor je er ook weer niet zo heel veel last van ondervindt.

Personalisatie-opties binnen de app

Daarnaast kun je binnen de app allerlei zaken personaliseren. Zo is er een Fresh Wake-up-functie, waarmee je de zuiveringssnelheid –en daarmee het geluid – langzaamaan laat toenemen. Ook kun je werken met schema's of een Fresh Bedtime-stand, waardoor (bepaalde) ruimtes in huis altijd schoon zijn. Zeker voor in een slaapkamer kan dit handig zijn, omdat de luchtkwaliteit de slaapkwaliteit beïnvloedt. Zulke appfuncties zijn wat ons betreft daarom meer dan welkom.

Verder kun je werken met een aantal standaard modi, waardoor de Philips PureProtect Pro 4200 constant op eenzelfde snelheid draait. Maar je kunt ook Auto+ gebruiken. Die stand zorgt ervoor dat de luchtreiniger automatisch van modus wisselt wanneer dat nodig is. Sta je te koken? Dan kan hij ineens de snelheid verhogen. We hebben wel gemerkt dat de reiniger soms snel aanspringt, bij een kleine waardevermeerdering. Dat zou Philips wellicht beter kunnen afstellen.

©Wesley Akkerman

Je kunt de verlichting uitschakelen.

Informatie over je huis en de buurt

Daarnaast biedt de app een inkijkje in de luchtkwaliteit in huis en de omgeving. Je kunt altijd controleren hoe het gesteld is met schadelijke, inhaleerbare deeltjes (PM2.5), gas, pollen, stofmijt, schimmel en schilfers (bijvoorbeeld van huisdieren) en de vochtigheid. Die data geeft de app weer in een handige grafiek. Het apparaat slaat veel data op – en zolang het aanstaat kun je terugscrollen om te zien hoe de luchtkwaliteit op een bepaalde dag was.

De Dyson-concurrentie pakt daarnaast nog zaken als PM10, HCHO en vluchtige organische stoffen, maar daar betaal je ook aanzienlijk meer voor. Verder valt op dat de metingen van de temperatuur en vochtigheid in huis afwijken van de Tado-thermostaat. We hebben beide producten onder elkaar gepositioneerd om eventuele variabelen te voorkomen die de uitslagen kunnen veranderen. Maar in dit geval toont de Philips een afwijking ten opzichte van de metingen van de Tado.

©Wesley Akkerman

Het oog wil ook wat

Omdat de Philips PureProtect Pro 4200 een product is dat je eigenlijk redelijk prominent in huis plaatst, wil het oog ook wat. De Dyson-apparaten vallen op en gaan daardoor mogelijk minder snel op in het interieur. Daar heeft de Philips-luchtreiniger veel minder last van. Ten eerste omdat hij een stuk kleiner is, en ten tweede vanwege het veel subtielere ontwerp. Bovenop zit led-verlichting, maar als je daar last van hebt, dan kun je die gewoon uitschakelen.

Verder is het installeren geen probleem. Je stopt de stekker in het stopcontact, downloadt de app en volgt de instructies op. Binnen tien minuten, inclusief het uitpakken, zou de 4200 al de eerste ronde gedaan kunnen hebben. Je kunt het systeem overigens ook bedienen met de aanraakgevoelige omgeving bovenop. Daar zit zelfs een kinderslot op, zodat eventueel aanwezig kroost niet zomaar allerlei opties aanpast. Ook aan de kleine dingen zijn dus gedacht.

©Wesley Akkerman

Tot slot valt op hoe gemakkelijk het onderhoud van de Philips PureProtect Pro 4200 is. Daarmee bedoelen we bijvoorbeeld het verwisselen van de filters. Je opent het deurtje voorop moeiteloos en schuift daarna het filter er met één hand uit. De vervanger schuif je er met dezelfde hoeveelheid moeite in en dan doe je het deurtje weer dicht. Gemakkelijker kan haast niet. Dit doet Philips beter dan Dyson, waarbij je net even wat meer handelingen moet verrichten.

Philips PureProtect Pro 4200 kopen?

Een luchtreiniger van zo'n 430 euro is geen kleinigheid. Toch ben je met de Philips PureProtect Pro 4200 voordeliger uit dan bij de concurrent. Tijdens onze test viel op hoe accuraat en doeltreffend dit model de lucht zuivert – vooral pollen worden opvallend goed aangepakt – en hoe scherp hij de luchtkwaliteit in de gaten houdt. De filters zijn eenvoudig te vervangen, installeren is zo gedaan en de bediening spreekt voor zich. Een Dyson haalt misschien nóg wat meer deeltjes uit de lucht, maar voor deze prijs zit je verrassend goed.