ID.nl logo
Van A naar B: zo werken IP-adressen
© davidjancik - stock.adobe.com
Huis

Van A naar B: zo werken IP-adressen

Wanneer je iemand wilt bellen, heb je een telefoonnummer nodig. Stuur je een brief, dan kun je niet zonder postadres. Dit geldt ook wanneer je een webserver of een of ander netwerkapparaat wilt bereiken. Zonder (netwerk)adres kom je letterlijk nergens.

Na het lezen van dit artikel weet je alles over het IP-adres:

  • Hoe een IP-adres opgebouwd wordt
  • Het verschil tussen een publiek en privaat IP-adres
  • Wat DHCP en (D)DNS met het IP-adres te maken hebben

Lees zeker ook: Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten

Als je een website bezoekt of een bestand van je NAS-apparaat wilt opvragen, moet er zowel voor internet als voor je thuisnetwerk een manier zijn om een apparaat eenduidig te identificeren. Dit gebeurt (meestal) met behulp van IP-adressen. We leggen eerst uit hoe een IP-adres is opgebouwd en hoe de adressering werkt, en bekijken daarna enkele belangrijke IP-adrestypes.

IP-adres

Een IP-adres bestaat uit vier getallen, gescheiden door punten, bijvoorbeeld 192.168.1.100. Elk getal kan variëren van 0 tot 255, waardoor het bereik van IP-adressen loopt van 0.0.0.0 tot 255.255.255.255. Dit levert 256×256×256×256 adressen op, oftewel 256⁴ of 2³², wat neerkomt op 4.294.967.296. Meer dan 4 miljard adressen dus, waarvan circa 5% gereserveerd is (zie ook het kader ‘Opbouw IP-adressen’).

IP-adressen worden niet zomaar toegekend, maar toegewezen door het IANA (Internet Assigned Numbers Authority), een onderdeel van Amerikaanse non-profitorganisatie ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers).

Meer dan 4 miljard IP-adressen: het lijkt meer dan het is.

IP-adressering

‘IP’ in IP-adres staat voor Internet Protocol: een set regels die het formaat bepaalt van gegevens die via een netwerkapparaat over internet of een lokaal netwerk worden uitgewisseld. Je kunt het IP-protocol zien als een taal waarmee elke computer met een andere kan communiceren, op basis van IP-adressen. Deze adressering verloopt grotendeels op de achtergrond en gaat ongeveer als volgt.

Je pc verbindt eerst met een netwerk dat met internet is verbonden en dat je pc toegang tot internet verleent. Bij een thuis-pc is dat netwerk normaliter dat van je internetprovider (Internet Service Provider, ISP). Bij een werk-pc is dat wellicht het bedrijfsnetwerk. Het netwerk krijgt een uniek IP-adres van de ISP, die daarvoor uit een grote adressenpool kan putten. Deze werd door het IANA aan de ISP toegewezen, weliswaar via een regionale internet registry (kortweg RIR; in Europa is dit het RIPE NCC, Amsterdam).

Alle internetactiviteit (upstream) die je vervolgens onderneemt, zoals het bezoeken van een website of het benaderen van bestanden, gaat via het netwerk van je ISP, en deze stuurt netjes alle responses (downstream) terug naar je eigen netwerk op basis van je IP-adres.

RIPE NCC is een van de vijf mondiale RIR’s (beeld: Wikipedia, CC BY-SA 3.0).

Publiek IP-adres

Het IP-adres dat door je internetprovider aan je netwerk wordt toegekend, moet van buitenaf via internet bereikbaar zijn om data te kunnen (terug)sturen. Dit noemen we een extern of publiek IP-adres. Om het adres van je eigen netwerk te weten, kun je naar www.whatsmyip.com of www.iplocation.com surfen. Beide sites vermelden ook (de locatie van) je ISP.

De kans is reëel dat je publieke IP-adres na een tijd verandert. Dit komt omdat een internetprovider de meeste klanten een dynamisch IP-adres toekent (via DHCP, zie ook de paragraaf ‘IP-configuratie’) dat altijd kan wijzigen, bijvoorbeeld nadat je het modem hebt uit- en ingeschakeld. Een voordeel van een wisselend IP-adres is dat het iets moeilijker wordt in je netwerk in te breken. Een nadeel is dat het ook voor jezelf lastiger wordt een eigen server in je netwerk van buitenaf te bereiken (lees meer in de paragraaf ‘DDNS’).

Het publieke IP-adres van ons netwerk en de internetprovider waarmee we verbonden zijn.

Privaat IP-adres

Je weet nu hoe je het publieke IP-adres van je netwerk kunt opvragen, maar hoe zit het met de IP-adressen van apparaten binnen dit netwerk? Ook die moeten tenslotte over een uniek IP-adres beschikken. Op een Windows-pc kun je dit IP-adres opvragen via de Opdrachtprompt met het commando ipconfig. Je leest het IP-adres af bij de actieve netwerkadapter, achter IPv4 Address. Het interne IP-adres van je router staat vermeld achter Default Gateway.

Om snel de IP-adressen van alle apparaten op je netwerk te zien, moet je bij je router zijn. Typ het IP-adres van je router in de adresbalk van je browser, meld je aan en open een sectie als Attached Devices of Connected Clients. Deze IP-adressen zijn uniek binnen jouw netwerk, maar de kans is groot dat dezelfde IP-adressen ook op veel andere lokale netwerken worden gebruikt. We noemen dit interne of private IP-adressen. Ze kunnen niet worden doorgegeven door een router en zijn daarom niet bereikbaar vanuit een ander netwerk. Ze werden door het IANA vastgelegd en liggen binnen de volgende adresbereiken: 10.0.0.0 tot 10.255.255.255, 172.16.0.0 tot 172.32.255.255 en – vooral ook voor thuisnetwerken – 192.168.0.0 tot 192.168.255.255.

Stel, je bezoekt een website met je pc met het interne IP-adres 192.168.0.138. Via je router, die met het netwerk van je internetprovider is verbonden, wordt je publieke IP-adres doorgegeven en alle antwoorden keren terug naar dit publieke adres. Je router houdt ondertussen in een zogeheten NAT-tabel (Network Address Translation) bij welke pc de aanvraag heeft gedaan, zodat de antwoorden naar de juiste pc (in ons voorbeeld 192.168.0.138) doorgestuurd kunnen worden.

Je router somt de private IP-adressen op van de aangesloten netwerkapparaten.

IP-configuratie

Voor wie zich afvraagt hoe netwerkapparaten aan een uniek intern IP-adres komen: dit kan op twee manieren. Je kunt dit zelf instellen of het overlaten aan de router via zijn DHCP-service (Dynamic Host Configuration Protocol).

Op een Windows 11-pc kun je dit als volgt controleren en instellen. Start het Configuratiescherm op en ga via Netwerk en internet naar het Netwerkcentrum. Onder De actieve netwerken weergeven lees je de naam van je netwerkverbinding af. Klik aan de linkerkant op Adapterinstellingen wijzigen, klik met rechts op de actieve netwerkverbinding en kies Eigenschappen. Zoek naar Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4), selecteer dit en kies Eigenschappen. Als Automatisch een IP-adres laten toewijzen is ingesteld, zorgt de DHCP-service van je router voor de adrestoewijzing. Je kunt dit ook zelf doen door Het volgende IP-adres gebruiken te selecteren en een statisch, maar binnen je netwerk wel uniek IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway (het interne IP-adres van je router) in te vullen. Meer over het subnetmasker lees je in het kader ‘Opbouw IP-adressen’.

Je kunt ook zelf het IP-adres van een netwerkapparaat instellen. 

Opbouw IP-adressen

Je weet nu dat een IP-adres uit vier getallen van elk 0 tot 255 bestaat, maar dit gebeurt niet willekeurig. Een IP-adres bestaat namelijk uit twee delen. Neem bijvoorbeeld het adres 192.168.0.138 met het subnetmasker 255.255.255.0, zoals gebruikelijk is in thuisnetwerken. Dit masker geeft aan dat de eerste drie getallen het netwerkadres vormen en het laatste getal is het hostadres. Binnen dit netwerk zijn dus maximaal 256 hosts oftewel netwerkapparaten mogelijk (van 0 tot 255), maar in de praktijk zijn dit er slechts 254, omdat 0 en 255 gereserveerd zijn.

Stel dat je binnen je netwerk ongeveer 300 unieke IP-adressen nodig hebt, dan kun je het subnetmasker instellen op 255.255.254.0, omdat je dan 512 (verminderd met 2 gereserveerde) hostadressen hebt. Dit wordt duidelijk als je het masker in binaire vorm noteert: 11111111.11111111.11111110.00000000. De 23 1’en geven het netwerk-id aan en de 9 0’en de host-id, wat dus 29 oftewel unieke 512 hosts toelaat.

Een subnetmasker wordt vaak in de zogeheten CIDR-notatie weergegeven (Classless Inter-Domain Routing). In ons voorbeeld wordt dit dan 255.255.254.0/23, waarbij de netwerkprefix 23 het aantal bits voor het netwerkadres aangeeft.

Handig weetje: je kunt de optie Programmeur in de Rekenmachine van Windows gebruiken om met decimale en binaire getallen te rekenen.

Een overzicht van de IPv4 CIDR-adressering (ons voorbeeld is rood omkaderd).

Url’s en hostnamen

Al deze kennis over IP-adressering is dan wel interessant, maar de kans is groot dat je zelf niet eerder een IP-adres in je browser hebt ingetikt. Daarvoor gebruik je tenslotte altijd een url (https://www.site.nl/index.html?lang=nl). Hoewel je er eigenlijk niets van merkt, wordt ook dan onderliggend met IP-adressen gewerkt.

De url in ons voorbeeld bevat vier delen: https:// (het netwerkprotocol), www.site.nl (de hostnaam), index.html (de specifieke bron of pagina op de server) en ?lang=nl (extra parameters zoals een zoekstring).

Het belangrijkste deel om te weten welke pagina de browser moet openen, is de hostnaam. Intern moet deze naam hiervoor eerst worden omgezet naar het bijbehorende IP-adres en dat doet een DNS-server (Domain Name System), tenzij dit adres zich nog in het cachegeheugen van je browser, besturingssysteem of router bevindt. Normaliter zorgt de DNS-server van je internetprovider daarvoor, maar als het nodig is, geeft deze het verzoek door aan een hiërarchische keten van DNS-servers tot het juiste IP-adres is gevonden. Via je internetprovider wordt dit adres dan naar je browser teruggekoppeld.

Je kunt zo’n DNS-verzoek bekijken door in de Opdrachtprompt het commando nslookup <hostnaam> uit te voeren, zoals nslookup www.dig.nl. Of geef op Linux in: dig <hostnaam>. Met dig <hostnaam> +trace kun je de opeenvolgende stappen in de hiërarchische DNS-bevraging bekijken.

Een DNS-bevraging: links het korte antwoord; rechts nagenoeg het volledige antwoord.

DDNS

Als je de paragrafen ‘Publiek IP-adres’ en ‘Privaat IP-adres’ hebt gelezen, begrijp je waarom het lastig kan zijn om vanaf een andere locatie via het internet een eigen server (op een pc of NAS) in je thuisnetwerk te bereiken. Want eerst moet je het (dynamisch toegekende) publieke IP-adres van je router of netwerk bereiken, maar wat als je internetprovider dat inmiddels heeft gewijzigd?

Om dit probleem te omzeilen, kun je een DDNS-service gebruiken (dynamisch DNS), zoals het gratis Duck DNS (meld je aan met X of Google). Hiermee koppel je een hostnaam, zoals mijnservice.duckdns.org, aan het actuele publieke IP-adres van je netwerk. Vul hier gewoon je hostnaam in en bevestig met add domain. Ga vervolgens naar www.duckdns.org/install.jsp, selecteer je hostnaam en klik op het gewenste installatietype, zoals windows-gui. Volg de instructies op om de software (DuckDnsInst.exe) van www.etx.ca te downloaden en te configureren. Deze DuckDNS Updater zorgt ervoor dat elke wijziging aan je publieke IP-adres meteen aan de dienst wordt gemeld, zodat de koppeling tussen de hostnaam en het IP-adres intact blijft.

Via de hostnaam kun je nu al (het publieke IP-adres van) je router bereiken. Om ervoor te zorgen dat de router je aanvraag netjes doorstuurt naar (het interne IP-adres van) je server, gebruik je op je router de functie ‘poortdoorschakeling’. In het artikel Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten hebben we dit uitgebreid toegelicht, en op www.portforward.com vind je instructies voor talrijke routers.

Verbind een hostnaam aan je IP-adres en laat een updater deze koppeling intact houden.

VPN

Uit dit artikel is je ook duidelijk geworden dat hosts die je op het internet bezoekt, zoals webservers, over je publieke IP-adres moeten beschikken om op je verzoeken te kunnen reageren. Misschien voel je je hier niet altijd comfortabel bij als het om je privacy gaat, vooral omdat je internetprovider technisch gezien je identiteit aan dat publieke IP-adres kan koppelen.

Wil je liever niet je eigen IP-adres bekend maken, dan kun je een VPN (Virtual Private Network) gebruiken. Bij de meeste gratis diensten heb je te maken met snelheidsbeperkingen of restricties in de hoeveelheid te gebruiken data. Betaalde diensten zijn doorgaans betrouwbaarder en kosten ongeveer 5 euro per maand. Hiermee zet je een versleutelde verbinding op met een speciale VPN-dienst, en het is deze server die zijn IP-adres bekend maakt aan de bezochte websites. De antwoorden worden dan versleuteld naar jouw pc teruggestuurd. Je internetprovider weet dat je een VPN-dienst gebruikt, maar heeft geen inzage in wat je doet of waar je naartoe surft. Alleen de VPN-provider weet dit, maar als het goed is, houdt deze geen logs bij. Vergeet dit niet te checken!

Lees ook: Surf anoniem met de gratis VPN-dienst van Opera

Bij de meeste VPN-diensten kun je zelf de locatie van de VPN-server kiezen.

IPv6

In het artikel zijn we uitgegaan van IPv4-adressen, de vierde versie van het IP-protocol dat al meer dan 40 jaar in gebruik is. IPv4 gebruikt 32-bit adressen (4x8 bits), wat neerkomt op ruim 4 miljard unieke adressen. Dankzij interne adressen en NAT-routers heeft men de levensduur kunnen rekken, maar met miljarden apparaten op het internet zijn deze adressen bijna op.

IPv6 gebruikt daarom 128-bits adressen, zoals 2002:0db8:0000:0000:34f4:0000:0000:F3dd, wat neerkomt op een getal met 39 cijfers in decimale vorm, en theoretisch voldoende is om elk klein object op aarde een uniek adres te geven. Een ander voordeel van IPv6 is dat apparaten dankzij de automatische configuratie zichzelf eenvoudig een adres kunnen toewijzen. Bovendien heeft IPv6 ingebouwde end-to-endbeveiliging, zoals IPsec, zonder dat NAT nodig is. Helaas hebben we hier niet de ruimte om dieper in te gaan op de implementatie van IPv6.

De typische opbouw van een 128-bits IPv6-adres.

▼ Volgende artikel
Van vochtsensor tot smart connect: deze functies kun je allemaal vinden op een wasdroger
© Sersoll - stock.adobe.com
Huis

Van vochtsensor tot smart connect: deze functies kun je allemaal vinden op een wasdroger

Een wasdroger doet meer dan alleen je kleding drogen. Veel modellen hebben een anti-kreukfunctie, waardoor je minder hoeft te strijken, schakelen automatisch uit wanneer de was droog is of zijn op afstand bedienbaar. In dit artikel lees je welke functies op een wasdroger je allemaal kunt tegenkomen.

In het kort: • Anti-kreukfunctie met of zonder stoom • Vochtsensor met automatische uitschakeling • Wol- en delicate programma's • Kinderbeveiliging • Smart connect • Stapelbaarheid • Geschikt voor onderbouw

Lees ook: Condens of warmtepomp: welke wasdroger moet je hebben

Anti-kreukfunctie met of zonder stoom

Kleding kan flink gekreukt uit de wasdroger komen. Dat komt doordat de hitte de vezels laat samentrekken, waardoor de stof iets krimpt. Bovendien blijft de was vaak nog even in de trommel liggen na het drogen. Die combinatie zorgt voor vouwen en kreukels. Veel moderne wasdrogers hebben daarom een anti-kreukfunctie.

Hoe die precies werkt, verschilt per merk en model. Meestal draait de trommel nog een tijdje zachtjes door nadat het programma is afgelopen. Zo blijft de stof in beweging en ontstaan er minder kreukels. Sommige drogers gaan nog een stap verder en gebruiken stoom. Daarbij wordt na het drogen stoom in de trommel geblazen om de stof soepel te houden. Dat vermindert de kans op kreukels nog meer. Houd er wel rekening mee dat modellen met stoomfunctie vaak wat duurder zijn.

Vochtsensor met automatische uitschakeling

Veel moderne wasdrogers hebben een vochtsensor die tijdens het drogen meet hoe vochtig de was nog is. Zo weet de droger precies wanneer alles droog is en schakelt hij zichzelf automatisch uit. Dat is niet alleen zuinig, maar ook beter voor je kleding. Te lang drogen kan stoffen namelijk beschadigen. Bovendien voorkomt de automatische uitschakeling dat de droger onnodig belast wordt.

Wol- en delicate programma's

Gebruik je altijd het standaard droogprogramma, zelfs voor je kasjmier trui? Geen goed idee. Veel wasdrogers hebben aparte standen voor kwetsbare stoffen zoals wol of zijde. Die werken met een lagere temperatuur en een zachtere droogmethode. Zo blijft je kleding in goede conditie en voorkom je dat je trui krimpt of zijn zachte structuur verliest.

©Viktoria

Kinderbeveiliging

Heb je jonge kinderen in huis, dan is een wasdroger met kinderbeveiliging geen overbodige luxe. Met deze functie kunnen kinderen de droger niet openen of aan de instellingen zitten. En dat is wel zo veilig, want tijdens het drogen wordt de trommel behoorlijk heet. Het kinderslot helpt zo ongelukken te voorkomen. Bij de meeste modellen schakel je het slot in of uit met een combinatie van toetsen. Staat het aan, dan verschijnt er een slot-icoon op het display.

Smart connect

Sommige wasdrogers zijn op afstand te bedienen via wifi, ook wel smart connect of home connect genoemd. Handig als je op je werk bent en wilt dat de was klaar is zodra je thuiskomt – of als de droger op zolder staat en je geen zin hebt om steeds op en neer te lopen.

Je koppelt de droger eenvoudig aan een app op je smartphone of tablet. Daar geef je aan wat voor soort was je wilt drogen, waarna de app het beste programma selecteert. Zodra de was klaar is, krijg je een melding. Zo hoef je niet steeds zelf te controleren. De app laat ook weten wanneer het filter moet worden schoongemaakt of wanneer er onderhoud nodig is.

©Samsung

Stapelbaarheid

Heb je weinig ruimte, dan is het handig als je de wasdroger op de wasmachine kunt zetten. Maar let op: stapelen is niet zo simpel als het ene apparaat op het andere plaatsen. Beide zijn zwaar en kunnen tijdens het centrifugeren bewegen of trillen. Zonder goede bevestiging kunnen ze daardoor gaan schuiven of elkaar beschadigen.

Zorg er dus voor dat ze stevig en veilig staan. Veel wasmachines en drogers hebben standaardafmetingen en zijn stapelbaar, maar controleer dit altijd vooraf. Gebruik bij het stapelen een speciale stapelkit. Die vangt trillingen op en zorgt voor een stabiele verbinding, zodat de droger niet kan verschuiven. Je kunt zo'n kit doorgaans kopen bij de (web)winkel waar je je wasdroger koopt. Hebben ze hem niet in het assortiment, dan kunnen ze hem meestal wel voor je bestellen.

Geschikt voor onderbouw

Een wasdroger is meestal geen blikvanger. Wil je hem netjes wegwerken onder een werkblad of aanrecht, dan heb je een model nodig dat geschikt is voor onderbouw. Deze drogers zijn compacter en hebben een afneembaar bovenblad, zodat ze precies passen.

Om warmte goed kwijt te kunnen, is bij dit type extra gelet op ventilatie. En door hun kleinere formaat zijn onderbouwdrogers vaak ook wat zuiniger dan standaardmodellen. Dat maakt ze niet alleen praktisch, maar ook aantrekkelijk voor wie op energie wil besparen.

▼ Volgende artikel
Bewaar je herinneringen: digitaliseer je fotoalbums, vhs-banden en lp's
© splitov27 - stock.adobe.com
Huis

Bewaar je herinneringen: digitaliseer je fotoalbums, vhs-banden en lp's

Bijzondere elpees, vhs-banden met dierbare video’s, (liefdes)brieven en plakboeken met foto’s. Bijna iedereen heeft wel analoge items die je liever niet kwijtraakt. Maak daarom digitale kopieën en sla de bestanden voor eens en altijd op.

In dit artikel laten we zien hoe je je oude analoge media digitaliseert en veilig bewaart voor de toekomst:

  • Scan foto’s, dia’s en documenten met een all-in-one-printer of losse scanner
  • Digitaliseer videobanden met een videograbber
  • Sluit platenspelers aan via een versterker of rechtstreeks op de pc
  • Neem muziek op met programma’s zoals Audacity of MAGIX Sound Forge

Heb je nog meer oude spullen in huis? Geef oude tech een tweede leven: 18 slimme ideeën

Wie in Google de zoekterm ‘digitaliseren’ invoert, stuit op talloze commerciële initiatieven. Wie bereid is om ervoor te betalen, besteedt digitaliseerklussen aan dergelijke bedrijven uit. Maar je kunt deze taak ook relatief eenvoudig zelf doen. Leuk en ook nog eens goedkoop. Met een computer en all-in-one-printer (scanner), videorecorder en/of platenspeler kom je al een heel eind. Daarnaast heb je mogelijk ook een speciaal snoertje en betaalbaar softwarepakket nodig, maar daar komen we later op terug. Hoog tijd om aan de slag te gaan!

Foto’s en documenten

Scanner

Het is zinvol om fotoafdrukken digitaal op te slaan. Hoe eerder je dat doet, hoe beter. Met de jaren kunnen de kleuren namelijk vervagen. Bovendien is het zonde wanneer je na bijvoorbeeld waterschade of brand dierbare herinneringen kwijtraakt. Kortom, genoeg reden om digitale kopietjes te maken.

Voor het digitaliseren van fotoafdrukken gebruik je bij voorkeur een scanner. Bezit je een zogenoemde all-in-one-printer, dan heb je al een geschikte scanner in huis. Naast printen kan zo’n apparaat namelijk ook kopiëren en scannen. Een nieuwe all-in-one-printer is overigens niet zo duur, want ze zijn al vanaf enkele tientjes te koop.

Leg een fotoafdruk op de glasplaat van een all-in-one-printer om een digitale kopie te maken.

Er bestaan ook losse scanners, maar die zijn in de regel duurder. Deze apparaten ondersteunen veelal een hogere scanresolutie. Hierdoor is het mogelijk om fotoafdrukken in een betere kwaliteit op de computer te bewaren. Dat heeft vooral meerwaarde wanneer je een analoog kiekje in groot formaat wilt (laten) afdrukken. Voor regulier gebruik voldoet de geïntegreerde scanner van een all-in-one-printer prima.

De Epson Perfection V39II is een losse scanner die je via usb op een computer aansluit.

Scaninstellingen kiezen

Bekende fabrikanten als Epson, HP en Canon ontwikkelen eigen programma’s voor hun all-in-one-printers en scanners. Hiermee wijzig je diverse scaninstellingen. Als alternatief stelt Microsoft met Windows Scanner een zéér eenvoudig scanprogramma beschikbaar. Als deze toepassing nog niet op je computer staat, download je die gratis vanuit de Microsoft Store. Dit tooltje werkt in Windows 10 en 11.

Zet het scanapparaat aan en open Windows Scanner. Als het goed is, verschijnt de naam van de all-in-one-printer of scanner linksboven in het programma. Leg nu een fotoafdruk ondersteboven op de glasplaat. Je kunt het fotopapier zo nodig eerst even afnemen, want het is belangrijk dat er geen stof, haren of overig vuil zichtbaar zijn.

Bepaal onder Bestandstype in welk formaat je de foto wilt opslaan, bijvoorbeeld png of jpeg. Via Meer weergeven pas je de resolutie aan. Een hogere dpi-waarde resulteert in een scherper beeld. Selecteer bij Bestand opslaan in de gewenste map en bevestig met Voorbeeld. Je kunt in het voorbeeldvenster nu de witte rondjes verslepen. Bepaal daarmee welk deel je van de foto wilt vastleggen. Bevestig als laatste met Scannen.

Windows Scanner is een gebruiksvriendelijk programma om fotoafdrukken te digitaliseren.

Dia’s en negatieven scannen

Naast fotoafdrukken kun je ook dia’s en negatieven scannen. Er zijn hiervoor speciale apparaatjes te koop. Hiermee haal je met behulp van een filmgeleider ieder afzonderlijk beeldje door de scanmodule. Merken als Plustek, Reflecta en Rollei ontwikkelen gespecialiseerde dia- en negatievenscanners. Geschikte producten zijn vanaf ongeveer 100 euro te koop. Overigens bestaan er ook losse (foto)scanners waarmee je dia’s of negatieven kunt digitaliseren. De fabrikant levert in dat geval een soort raamwerk mee waarmee je de beelden onder de scanner kunt leggen.

Maak met de betaalbare Reflecta x22 digitale versies van negatieven en dia’s.

Documenten digitaliseren

Het digitaliseren van brieven en andere paperassen werkt min of meer hetzelfde als bij een foto. Je gebruikt hiervoor eveneens een all-in-one-printer of losse scanner. Open het meegeleverde scanprogramma van de fabrikant of een universele toepassing als Windows Scanner. Voor het digitaal opslaan van documenten ligt het pdf-bestandsformaat voor de hand.

Eigen scanprogramma’s van printermerken hebben meestal als voordeel dat je meerdere pagina’s aan het document kunt toevoegen. Wil je een vuistdik verslag of uitgebreide handleiding op de computer bewaren? De betere all-in-one-printers ondersteunen (dubbelzijdige) automatische documentinvoer. Dat is een houder waarop je een stapeltje van pakweg dertig of vijftig A4’tjes kunt leggen. Vervolgens scant de all-in-one-printer deze paperassen een voor een naar de computer. Hierdoor hoef je niet elke pagina op de glasplaat te leggen.

Bewaar een gedigitaliseerd document bij voorkeur als pdf’je.

Scan-app op smartphone

Bezit je geen scanapparaat? Waarschijnlijk tóch wel, want met een smartphone of tablet kun je ook foto’s en documenten digitaliseren. Gebruik hiervoor de camera van het mobiele toestel. Er zijn allerlei apps die je daarbij kunnen helpen, waaronder Fotoscan van Google Foto’s, Adobe Scan en CamScanner. De werking van dergelijke apps komt grofweg op hetzelfde neer. Maak een foto en bepaal met het selectiekader welk deel je van de fotoafdruk wilt opslaan. Afhankelijk van de gekozen app kun je mogelijk tussen verschillende bestandsformaten kiezen, zoals jpg, png en pdf. Bewaar het resultaat op je smartphone of tablet.

Fotoscan van Google Foto’s maakt van de gefotografeerde fotoafdruk automatisch een uitsnede.

Video’s

Benodigdheden

Misschien heb je thuis nog allerlei analoog beeldmateriaal liggen, bijvoorbeeld betamax-, vhs- of video8-banden. Zeker wanneer je de video’s zelf hebt opgenomen, wil je deze waardevolle beelden waarschijnlijk digitaliseren. Dat is nog verstandig ook, want het magnetische laagje van videobanden is nogal gevoelig voor slijtage. Hevel de video’s daarom liever gisteren dan vandaag over naar je pc of laptop.

Voor deze digitaliseertaak heb je wel wat spullen nodig. Allereerst is het belangrijk dat de videorecorder nog correct functioneert. Is dat niet het geval, dan zijn er op Marktplaats en in kringloopwinkels nog volop betaalbare apparaten te vinden. Met name vhs-videorecorders zijn vandaag de dag behoorlijk betaalbaar.

Bekijk op Marktplaats of je ergens in jouw omgeving een betaalbare videorecorder kunt vinden.

Vanzelfsprekend heb je iets nodig om de videorecorder met de computer te verbinden. Hiervoor zijn allerlei zogenoemde usb-grabbers, videograbbers en usb-omzetters verkrijgbaar. Dit hulpstuk bevat analoge ingangen voor de videorecorder, terwijl je de usb-stekker in de computer prikt. Reken voor zo’n apparaatje op een aanschafprijs van 10 tot 30 euro.

Met deze goedkope videograbber en scartadapter van Gembird verbind je een videorecorder met de computer.

Standalone videograbbers

Er bestaan ook standalone opnameapparaten voor het digitaliseren van analoge videodragers. Je hebt dan geen computer nodig. Deze videograbbers hebben een geïntegreerd scherm waarop je de opname kunt volgen. Meestal zijn er diverse aansluitingen beschikbaar, waaronder s-video en composiet. Je stopt bijvoorbeeld een eigen microSD-geheugenkaart of usb-stick in de behuizing om de gedigitaliseerde beelden op te slaan. Overigens zijn dergelijke apparaten veelal ook geschikt voor het opnemen van analoge geluidsdragers, zoals elpees en cassettes.

Digitaliseer met deze standalone videograbber van KingMa analoge video- en geluidsdragers naar een usb-stick of geheugenkaart.

Opnameprogramma

Je hebt ook nog een geschikt opnameprogramma nodig waarmee je de videotapes op de computer bewaart. Dit programma maakt van de analoge banden digitale bestanden. Er is op dit gebied weinig goede freeware beschikbaar, al kun je OBS Studio wel voor dit doeleinde gebruiken. Daarnaast leveren sommige fabrikanten van videograbbers eigen software mee. Het gebruik van deze programma’s is helaas niet altijd even simpel.

Zoek je een gebruiksvriendelijke totaaloplossing? In dat geval is het softwarepakket MAGIX Red uw video’s een aanrader. Schaf tegen een adviesprijs van 59,99 euro een Nederlandstalig opnameprogramma aan, inclusief usb-omzetter en scartadapter. Kortom, hiermee kun je direct aan de slag! Bovendien is er een volwaardige videobewerker inbegrepen waarmee je de beelden naar eigen smaak kunt corrigeren.

Dit softwarepakket van MAGIX heeft alles in huis om analoge video’s zonder morren te digitaliseren.

Video-opname starten

Zodra alles correct is aangesloten en je geschikte software hebt geïnstalleerd, kan het opnamefeest beginnen. Reserveer hiervoor voldoende tijd. Je gaat de videobanden namelijk met behulp van de computer realtime opnemen. Overigens nemen de videobestanden relatief veel opslagcapaciteit in beslag. Houd daar dus rekening mee bij het selecteren van een opslaglocatie. Als alternatief voor interne opslagruimte kun je bijvoorbeeld een externe harde schijf of ssd aansluiten.

Controleer in het opnameprogramma of er een succesvolle beeldoverdracht is. Soms moet je daarvoor eerst een bepaalde videocodec activeren. Stop een band in de videorecorder en druk op de fysieke playknop. Zie je beeld en hoor je geluid? Zo ja, dan kan de opname beginnen. Je spoelt de videoband eerst naar het gewenste fragment. Start in de software de opname en druk daarna op de playknop van de recorder. Je hoeft tijdens het opnameproces een tijdje niets te doen. Na afloop van de video beëindig je de opname en bewaar je het videobestand op de computer.

Volg in MAGIX Red uw video’s de voortgang van de opname.

Muziek

Platenspeler aansluiten

Heb je nog analoge geluidsapparatuur in bezit, zoals een platenspeler, bandrecorder of cassettedeck? Je kunt dan liedjes van elpees of een andere geluidsdrager digitaliseren. Zeker voor bijzondere opnames is dat zinvol, want op Spotify en consorten is lang niet alles te vinden. Denk bijvoorbeeld aan een obscure bootleg van een liveoptreden. Bovendien is het handig dat je de gedigitaliseerde liedjes op allerlei andere (mobiele) apparaten kunt beluisteren.

Het is mogelijk om een platenspeler indirect met een desktop te verbinden. Een klassieke draaitafel genereert normaal gesproken een onversterkt audiosignaal. Waarschijnlijk is de speler om die reden op de phono-ingang van jouw (voor)versterker of receiver aangesloten. Heeft de versterker een analoge geluidsuitgang, dan kun je het versterkte audiosignaal naar de computer doorsluizen. Je herkent deze uitgang bijvoorbeeld aan ‘audio out’, ‘tape out’, ‘rec’ of een soortgelijke benaming. Als alternatief kun je ook de koptelefoonuitgang gebruiken. Achterop de desktop doe je een beroep op de lijningang. Die heeft doorgaans een blauwe markering.

Je verbindt de desktop via een geschikte verloopkabel met de versterker. Dit snoertje heeft aan de ene zijde twee tulppluggen en aan de andere zijde een 3,5mm-stekker. Zo’n verloopkabel kost in de regel een paar euro. Voor een verbinding met de hoofdtelefoonpoort op een versterker gebruik je een snoertje met aan beide kanten een 3,5mm-plug en eventueel een 6,3/3,5mm-adapter.

Je hebt een geschikte verloopkabel nodig om een versterker met de computer te verbinden.

Andere aansluitopties

Heb je alleen een laptop, dan is er veelal geen (blauwgekleurde) lijningang voor de audio-overdracht beschikbaar. Gelukkig zijn er nog meer methoden om een platenspeler met een computer te verbinden. Zo kun je de aanschaf van een externe geluidskaart overwegen. In dat geval loopt het audiosignaal via een aangesloten versterker of receiver naar het systeem. Daarnaast bestaan er ook usb-phono-voorversterkers waarmee je een draaitafel rechtstreeks met de computer kunt verbinden. Tot slot hebben bepaalde platenspelers van zichzelf al een geïntegreerde voorversterker en een usb-uitgang. Die kun je eveneens direct op het systeem aansluiten.

Koppel deze platenspeler van Audio-Technica via usb rechtstreeks aan een pc of laptop.

Lees ook: Lp’s luisteren? Zo vind je de beste platenspeler

Audio-opname starten

Voor het digitaliseren van analoge geluidsdragers bestaan er diverse commerciële programma’s. MAGIX Sound Forge Audio Studio (adviesprijs 59,99 euro) is daarvan een bekend voorbeeld. Je kunt met dit softwarepakket ook muziek restaureren, zoals het wegwerken van tikken en kraakjes. Gebruik je liever freeware, dan is Audacity een goede keuze.

Voordat je begint met het digitaliseren van muziek, maak je de lp eerst schoon. Je wilt tenslotte een zo schoon mogelijke opname. Met een geschikte borstel kun je zo veel mogelijk stof verwijderen. Ga in de werkbalk van Audacity naar Audio-instelling / Opnameapparaat en selecteer de juiste usb-bron of lijningang. Achter Afspeelapparaat selecteer je de speakers van de computer, zodat je de opname kunt beluisteren. Klik daarna op de rode stip Opnemen en leg de naald op de lp. Met Stoppen (vierkantje) beëindig je de opname. Je bewaart het resultaat via Bestand / Audio exporteren / Exporteren naar computer op het systeem. Selecteer hierbij het gewenste audioformaat en de opslaglocatie, waarna je bevestigt met Exporteren.

Audacity ondersteunt voor het digitaal opslaan van muziek heel wat audioformaten.

Cd’s en dvd’s rippen

Heb je nog een pc met een optisch station? Je kunt dan ook cd’s en (onbeveiligde) dvd’s naar de computer rippen. Gebruik hiervoor respectievelijk de programma’s fre:ac en HandBrake.

Back-up

Hét voordeel van digitale gegevens is natuurlijk dat je ze onbeperkt kunt vermenigvuldigen. Doe dat dan ook en maak van de gedigitaliseerde foto’s, video’s en muziek back-ups. Voor maximale veiligheid bewaar je jouw dierbaarste bestanden in de cloud, zoals Google Drive, Microsoft OneDrive of Strato HiDrive. Je slaat de data daarmee op in een zwaarbewaakt datacenter.

Watch on YouTube