ID.nl logo
Van A naar B: zo werken IP-adressen
Huis

Van A naar B: zo werken IP-adressen

Wanneer je iemand wilt bellen, heb je een telefoonnummer nodig. Stuur je een brief, dan kun je niet zonder postadres. Dit geldt ook wanneer je een webserver of een of ander netwerkapparaat wilt bereiken. Zonder (netwerk)adres kom je letterlijk nergens.

Na het lezen van dit artikel weet je alles over het IP-adres:

  • Hoe een IP-adres opgebouwd wordt
  • Het verschil tussen een publiek en privaat IP-adres
  • Wat DHCP en (D)DNS met het IP-adres te maken hebben

Lees zeker ook: Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten

Als je een website bezoekt of een bestand van je NAS-apparaat wilt opvragen, moet er zowel voor internet als voor je thuisnetwerk een manier zijn om een apparaat eenduidig te identificeren. Dit gebeurt (meestal) met behulp van IP-adressen. We leggen eerst uit hoe een IP-adres is opgebouwd en hoe de adressering werkt, en bekijken daarna enkele belangrijke IP-adrestypes.

IP-adres

Een IP-adres bestaat uit vier getallen, gescheiden door punten, bijvoorbeeld 192.168.1.100. Elk getal kan variëren van 0 tot 255, waardoor het bereik van IP-adressen loopt van 0.0.0.0 tot 255.255.255.255. Dit levert 256×256×256×256 adressen op, oftewel 256⁴ of 2³², wat neerkomt op 4.294.967.296. Meer dan 4 miljard adressen dus, waarvan circa 5% gereserveerd is (zie ook het kader ‘Opbouw IP-adressen’).

IP-adressen worden niet zomaar toegekend, maar toegewezen door het IANA (Internet Assigned Numbers Authority), een onderdeel van Amerikaanse non-profitorganisatie ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers).

Meer dan 4 miljard IP-adressen: het lijkt meer dan het is.

IP-adressering

‘IP’ in IP-adres staat voor Internet Protocol: een set regels die het formaat bepaalt van gegevens die via een netwerkapparaat over internet of een lokaal netwerk worden uitgewisseld. Je kunt het IP-protocol zien als een taal waarmee elke computer met een andere kan communiceren, op basis van IP-adressen. Deze adressering verloopt grotendeels op de achtergrond en gaat ongeveer als volgt.

Je pc verbindt eerst met een netwerk dat met internet is verbonden en dat je pc toegang tot internet verleent. Bij een thuis-pc is dat netwerk normaliter dat van je internetprovider (Internet Service Provider, ISP). Bij een werk-pc is dat wellicht het bedrijfsnetwerk. Het netwerk krijgt een uniek IP-adres van de ISP, die daarvoor uit een grote adressenpool kan putten. Deze werd door het IANA aan de ISP toegewezen, weliswaar via een regionale internet registry (kortweg RIR; in Europa is dit het RIPE NCC, Amsterdam).

Alle internetactiviteit (upstream) die je vervolgens onderneemt, zoals het bezoeken van een website of het benaderen van bestanden, gaat via het netwerk van je ISP, en deze stuurt netjes alle responses (downstream) terug naar je eigen netwerk op basis van je IP-adres.

RIPE NCC is een van de vijf mondiale RIR’s (beeld: Wikipedia, CC BY-SA 3.0).

Publiek IP-adres

Het IP-adres dat door je internetprovider aan je netwerk wordt toegekend, moet van buitenaf via internet bereikbaar zijn om data te kunnen (terug)sturen. Dit noemen we een extern of publiek IP-adres. Om het adres van je eigen netwerk te weten, kun je naar www.whatsmyip.com of www.iplocation.com surfen. Beide sites vermelden ook (de locatie van) je ISP.

De kans is reëel dat je publieke IP-adres na een tijd verandert. Dit komt omdat een internetprovider de meeste klanten een dynamisch IP-adres toekent (via DHCP, zie ook de paragraaf ‘IP-configuratie’) dat altijd kan wijzigen, bijvoorbeeld nadat je het modem hebt uit- en ingeschakeld. Een voordeel van een wisselend IP-adres is dat het iets moeilijker wordt in je netwerk in te breken. Een nadeel is dat het ook voor jezelf lastiger wordt een eigen server in je netwerk van buitenaf te bereiken (lees meer in de paragraaf ‘DDNS’).

Het publieke IP-adres van ons netwerk en de internetprovider waarmee we verbonden zijn.

Privaat IP-adres

Je weet nu hoe je het publieke IP-adres van je netwerk kunt opvragen, maar hoe zit het met de IP-adressen van apparaten binnen dit netwerk? Ook die moeten tenslotte over een uniek IP-adres beschikken. Op een Windows-pc kun je dit IP-adres opvragen via de Opdrachtprompt met het commando ipconfig. Je leest het IP-adres af bij de actieve netwerkadapter, achter IPv4 Address. Het interne IP-adres van je router staat vermeld achter Default Gateway.

Om snel de IP-adressen van alle apparaten op je netwerk te zien, moet je bij je router zijn. Typ het IP-adres van je router in de adresbalk van je browser, meld je aan en open een sectie als Attached Devices of Connected Clients. Deze IP-adressen zijn uniek binnen jouw netwerk, maar de kans is groot dat dezelfde IP-adressen ook op veel andere lokale netwerken worden gebruikt. We noemen dit interne of private IP-adressen. Ze kunnen niet worden doorgegeven door een router en zijn daarom niet bereikbaar vanuit een ander netwerk. Ze werden door het IANA vastgelegd en liggen binnen de volgende adresbereiken: 10.0.0.0 tot 10.255.255.255, 172.16.0.0 tot 172.32.255.255 en – vooral ook voor thuisnetwerken – 192.168.0.0 tot 192.168.255.255.

Stel, je bezoekt een website met je pc met het interne IP-adres 192.168.0.138. Via je router, die met het netwerk van je internetprovider is verbonden, wordt je publieke IP-adres doorgegeven en alle antwoorden keren terug naar dit publieke adres. Je router houdt ondertussen in een zogeheten NAT-tabel (Network Address Translation) bij welke pc de aanvraag heeft gedaan, zodat de antwoorden naar de juiste pc (in ons voorbeeld 192.168.0.138) doorgestuurd kunnen worden.

Je router somt de private IP-adressen op van de aangesloten netwerkapparaten.

IP-configuratie

Voor wie zich afvraagt hoe netwerkapparaten aan een uniek intern IP-adres komen: dit kan op twee manieren. Je kunt dit zelf instellen of het overlaten aan de router via zijn DHCP-service (Dynamic Host Configuration Protocol).

Op een Windows 11-pc kun je dit als volgt controleren en instellen. Start het Configuratiescherm op en ga via Netwerk en internet naar het Netwerkcentrum. Onder De actieve netwerken weergeven lees je de naam van je netwerkverbinding af. Klik aan de linkerkant op Adapterinstellingen wijzigen, klik met rechts op de actieve netwerkverbinding en kies Eigenschappen. Zoek naar Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4), selecteer dit en kies Eigenschappen. Als Automatisch een IP-adres laten toewijzen is ingesteld, zorgt de DHCP-service van je router voor de adrestoewijzing. Je kunt dit ook zelf doen door Het volgende IP-adres gebruiken te selecteren en een statisch, maar binnen je netwerk wel uniek IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway (het interne IP-adres van je router) in te vullen. Meer over het subnetmasker lees je in het kader ‘Opbouw IP-adressen’.

Je kunt ook zelf het IP-adres van een netwerkapparaat instellen. 

Opbouw IP-adressen

Je weet nu dat een IP-adres uit vier getallen van elk 0 tot 255 bestaat, maar dit gebeurt niet willekeurig. Een IP-adres bestaat namelijk uit twee delen. Neem bijvoorbeeld het adres 192.168.0.138 met het subnetmasker 255.255.255.0, zoals gebruikelijk is in thuisnetwerken. Dit masker geeft aan dat de eerste drie getallen het netwerkadres vormen en het laatste getal is het hostadres. Binnen dit netwerk zijn dus maximaal 256 hosts oftewel netwerkapparaten mogelijk (van 0 tot 255), maar in de praktijk zijn dit er slechts 254, omdat 0 en 255 gereserveerd zijn.

Stel dat je binnen je netwerk ongeveer 300 unieke IP-adressen nodig hebt, dan kun je het subnetmasker instellen op 255.255.254.0, omdat je dan 512 (verminderd met 2 gereserveerde) hostadressen hebt. Dit wordt duidelijk als je het masker in binaire vorm noteert: 11111111.11111111.11111110.00000000. De 23 1’en geven het netwerk-id aan en de 9 0’en de host-id, wat dus 29 oftewel unieke 512 hosts toelaat.

Een subnetmasker wordt vaak in de zogeheten CIDR-notatie weergegeven (Classless Inter-Domain Routing). In ons voorbeeld wordt dit dan 255.255.254.0/23, waarbij de netwerkprefix 23 het aantal bits voor het netwerkadres aangeeft.

Handig weetje: je kunt de optie Programmeur in de Rekenmachine van Windows gebruiken om met decimale en binaire getallen te rekenen.

Een overzicht van de IPv4 CIDR-adressering (ons voorbeeld is rood omkaderd).

Url’s en hostnamen

Al deze kennis over IP-adressering is dan wel interessant, maar de kans is groot dat je zelf niet eerder een IP-adres in je browser hebt ingetikt. Daarvoor gebruik je tenslotte altijd een url (https://www.site.nl/index.html?lang=nl). Hoewel je er eigenlijk niets van merkt, wordt ook dan onderliggend met IP-adressen gewerkt.

De url in ons voorbeeld bevat vier delen: https:// (het netwerkprotocol), www.site.nl (de hostnaam), index.html (de specifieke bron of pagina op de server) en ?lang=nl (extra parameters zoals een zoekstring).

Het belangrijkste deel om te weten welke pagina de browser moet openen, is de hostnaam. Intern moet deze naam hiervoor eerst worden omgezet naar het bijbehorende IP-adres en dat doet een DNS-server (Domain Name System), tenzij dit adres zich nog in het cachegeheugen van je browser, besturingssysteem of router bevindt. Normaliter zorgt de DNS-server van je internetprovider daarvoor, maar als het nodig is, geeft deze het verzoek door aan een hiërarchische keten van DNS-servers tot het juiste IP-adres is gevonden. Via je internetprovider wordt dit adres dan naar je browser teruggekoppeld.

Je kunt zo’n DNS-verzoek bekijken door in de Opdrachtprompt het commando nslookup <hostnaam> uit te voeren, zoals nslookup www.dig.nl. Of geef op Linux in: dig <hostnaam>. Met dig <hostnaam> +trace kun je de opeenvolgende stappen in de hiërarchische DNS-bevraging bekijken.

Een DNS-bevraging: links het korte antwoord; rechts nagenoeg het volledige antwoord.

DDNS

Als je de paragrafen ‘Publiek IP-adres’ en ‘Privaat IP-adres’ hebt gelezen, begrijp je waarom het lastig kan zijn om vanaf een andere locatie via het internet een eigen server (op een pc of NAS) in je thuisnetwerk te bereiken. Want eerst moet je het (dynamisch toegekende) publieke IP-adres van je router of netwerk bereiken, maar wat als je internetprovider dat inmiddels heeft gewijzigd?

Om dit probleem te omzeilen, kun je een DDNS-service gebruiken (dynamisch DNS), zoals het gratis Duck DNS (meld je aan met X of Google). Hiermee koppel je een hostnaam, zoals mijnservice.duckdns.org, aan het actuele publieke IP-adres van je netwerk. Vul hier gewoon je hostnaam in en bevestig met add domain. Ga vervolgens naar www.duckdns.org/install.jsp, selecteer je hostnaam en klik op het gewenste installatietype, zoals windows-gui. Volg de instructies op om de software (DuckDnsInst.exe) van www.etx.ca te downloaden en te configureren. Deze DuckDNS Updater zorgt ervoor dat elke wijziging aan je publieke IP-adres meteen aan de dienst wordt gemeld, zodat de koppeling tussen de hostnaam en het IP-adres intact blijft.

Via de hostnaam kun je nu al (het publieke IP-adres van) je router bereiken. Om ervoor te zorgen dat de router je aanvraag netjes doorstuurt naar (het interne IP-adres van) je server, gebruik je op je router de functie ‘poortdoorschakeling’. In het artikel Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten hebben we dit uitgebreid toegelicht, en op www.portforward.com vind je instructies voor talrijke routers.

Verbind een hostnaam aan je IP-adres en laat een updater deze koppeling intact houden.

VPN

Uit dit artikel is je ook duidelijk geworden dat hosts die je op het internet bezoekt, zoals webservers, over je publieke IP-adres moeten beschikken om op je verzoeken te kunnen reageren. Misschien voel je je hier niet altijd comfortabel bij als het om je privacy gaat, vooral omdat je internetprovider technisch gezien je identiteit aan dat publieke IP-adres kan koppelen.

Wil je liever niet je eigen IP-adres bekend maken, dan kun je een VPN (Virtual Private Network) gebruiken. Bij de meeste gratis diensten heb je te maken met snelheidsbeperkingen of restricties in de hoeveelheid te gebruiken data. Betaalde diensten zijn doorgaans betrouwbaarder en kosten ongeveer 5 euro per maand. Hiermee zet je een versleutelde verbinding op met een speciale VPN-dienst, en het is deze server die zijn IP-adres bekend maakt aan de bezochte websites. De antwoorden worden dan versleuteld naar jouw pc teruggestuurd. Je internetprovider weet dat je een VPN-dienst gebruikt, maar heeft geen inzage in wat je doet of waar je naartoe surft. Alleen de VPN-provider weet dit, maar als het goed is, houdt deze geen logs bij. Vergeet dit niet te checken!

Lees ook: Surf anoniem met de gratis VPN-dienst van Opera

Bij de meeste VPN-diensten kun je zelf de locatie van de VPN-server kiezen.

IPv6

In het artikel zijn we uitgegaan van IPv4-adressen, de vierde versie van het IP-protocol dat al meer dan 40 jaar in gebruik is. IPv4 gebruikt 32-bit adressen (4x8 bits), wat neerkomt op ruim 4 miljard unieke adressen. Dankzij interne adressen en NAT-routers heeft men de levensduur kunnen rekken, maar met miljarden apparaten op het internet zijn deze adressen bijna op.

IPv6 gebruikt daarom 128-bits adressen, zoals 2002:0db8:0000:0000:34f4:0000:0000:F3dd, wat neerkomt op een getal met 39 cijfers in decimale vorm, en theoretisch voldoende is om elk klein object op aarde een uniek adres te geven. Een ander voordeel van IPv6 is dat apparaten dankzij de automatische configuratie zichzelf eenvoudig een adres kunnen toewijzen. Bovendien heeft IPv6 ingebouwde end-to-endbeveiliging, zoals IPsec, zonder dat NAT nodig is. Helaas hebben we hier niet de ruimte om dieper in te gaan op de implementatie van IPv6.

De typische opbouw van een 128-bits IPv6-adres.

▼ Volgende artikel
Video | De nieuwe Alpine A290 rijdt nog beter dan de Renault 5
Mobiliteit

Video | De nieuwe Alpine A290 rijdt nog beter dan de Renault 5

Als de nieuwe Renault 5 al zo goed rijdt, hoe kan een Alpine op dezelfde basis dan nóg beter rijden? Onlangs toog Irwin van InstaAutoVlog naar Mallorca om de eerste kilometers met de kersverse Franse trots te rijden.

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Dit artikel in het kort:

In dit artikel en bijbehorende video vertelt Irwin Versteegh-Duijnstee je alles over de nieuwe Alpine A290. Volgens hem een auto die zomaar voor een vervijf-, vertien-, of wellicht zelfs wel verhonderdvoudiging van het aantal Alpine-registraties in Nederland kan leiden.

Meer lezen over Alpine? Check dan ook: Ontdek de Alpine A390: een elektrische fastback in het C-Segment

Zelfde basis als Renault 5

En ja, het is dus beslist geen geheim dat de nieuwe Renault 5 als basis voor de Alpine A290 dient. Niet alleen qua bodemplaat, maar ook de basisvorm. Alpine wist dankzij zes centimeter meer spoorbreedte, een vijf centimeter bredere carrosserie (dankzij wielkastverbreders) en standaard 19inch-lichtmetalen wielen een soort super-Renault 5 neer te zetten. 

©DPPI

Stylingkenmerken

Ook dit model is voorzien van kenmerkende onderdelen als dubbele koplampen, een zogeheten swoosh (designkenmerken aan de zijkant van de auto) en een subtiele ducktailspoiler op de achterklep. Voor de test is gereden met de GTS-uitvoering. Deze is te herkennen aan een chroomzwart Alpine-embleem op het zijscherm en 19-inch Noir lichtmetalen wielen, type Snowflake. 

©DPPI

Accubereik

Qua techniek leunt de A290 sterk op de Renault 5. Zo zien we een 52kWh-batterij, een 11kW-driefasen-boordlader, DC-snellaadfunctie van 100kW en een warmtepomp inclusief actieve batterijverwarming en -koeling. In plaats van een 150pk-elektromotor vind je in de A290 echter een minimaal 180pk sterke elektromotor. De GT Performance biedt 220pk en 300Nm op de voorwielen. Het bereik? Zo'n 385 kilometer op een volle batterij.

🚘Had je dit al gelezen? Rijden met de nieuwe Renault 5: Overtreft alle verwachtingen

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Rijgedrag

Met de krachtige motor van de GTS accelereert de Alpine A290 in 6,4 seconden naar 100 km/u. Deze hot hatch vraagt om stuurmanskunst; ondanks de grip van de Michelin Pilot Sport 5-banden zoekt de A290 bij krachtige acceleratie steeds naar meer tractie, waardoor het typisch klinische EV-gevoel verdwijnt.

Op het circuit zorgt de gewichtsverdeling (57 procent voor, 43 procent achter) voor een dynamisch, speels rijgedrag. De achterkant is soepel, wat onderstuur voorkomt en scherpe bochten mogelijk maakt. Een verbeterpunt is de stuurfeedback, die iets preciezer zou mogen zijn.

©DPPI

Niet stug, zelfs comfortabel

De A290 biedt ondanks zijn speelse karakter verrassend veel comfort. Dankzij technieken zoals hydraulische bumpstops en een multilink-ophanging achter, rijdt deze hot hatch soepel, zonder stug te zijn. Dit is extra indrukwekkend gezien het hoge gewicht van 1479 kilo en de 19inch-wielen. Qua comfort doet hij niet onder voor de Renault 5.

©DPPI

Alpine A290 op beeld

Alle details over de rijeigenschappen van de nieuwe Alpine A290 zien? Bekijk hieronder dan de video van InstaAutoVlog. 

Watch on YouTube

 

 

 

▼ Volgende artikel
Review Motorola Moto G55 – Goedkoop, capabel en degelijk
Huis

Review Motorola Moto G55 – Goedkoop, capabel en degelijk

Met een adviesprijs van 249,99 euro is de Motorola Moto G55 geen dure smartphone. Je moet er dan vanzelfsprekend rekening mee houden dat je niet het nieuwste of het beste in huis haalt. Maar voor mensen die niet al te veeleisend zijn, kan dit een prima optie zijn.

Goed
Conclusie

We houden er in deze beoordeling rekening mee dat dit een toestel van 250 euro is, maar dan nog speelt de camera het toestel parten. Die maakt vaak ondermaatse foto's en is dus het grootste struikelblok. Het scherm, het ontwerp, de bouwkwaliteit, de accu, de opslag en het werkgeheugen scoren gelukkig allemaal een dikke voldoende, en de processor is daarnaast heel capabel voor dagelijkse taken. Tot slot vinden we het updatebeleid te mager. Desondanks voelt de Motorola Moto G55 compleet genoeg om hem minimaal te overwegen als volgende budgetaankoop.

Plus- en minpunten
  • Degelijke processor
  • Prima scherm
  • Genoeg werkgeheugen
  • Veel opslagruimte
  • Goede accu
  • Camerasysteem
  • Updatebeleid
  • Plastic frame

Afwerking toestel

Dankzij het plastic frame voelt de Motorola Moto G55 gelukkig licht aan. En door het eco-leer achterop heb je niet het idee met een echt goedkoop toestel te maken. Die achterkant heeft nog een voordeel: daardoor glipt het apparaat niet gemakkelijk uit je handen. Hoewel Motorola er standaard een plastic hoesje omheen doet, vinden we dat eigenlijk zonde. Zowel voor het ontwerp als voor het glijden.

©Wesley Akkerman

Verder is het vervelend – doch begrijpelijk – dat de smartphone niet water- en stofdicht is. Wel is er helemaal onderop een koptelefoonaansluiting aanwezig.

©Wesley Akkerman

Voorop treffen we een groot lcd-display van 6,49 inch aan. De telefoon beschikt over een hoge verversingssnelheid van 120 Hertz, HDR en een resolutie van 1080 × 2400 pixels (ook wel FHD+ genoemd). Het scherm kan redelijk helder ingesteld worden en wordt beschermd door een stevige laag Gorilla Glass 5-glas. De kleuren komen mooi en prettig naar voren, maar de kijkhoek is matig. Het enige wat echt opvalt in nadelige zin is dat er een luchtlaag zichtbaar is. Daardoor werpt de behuizing een schaduw op het display, en dat oogt heel goedkoop.

©Wesley Akkerman

Degelijke processor

De smartphone wordt aangedreven door de Mediatek Dimensity 7025. Die valt qua prestaties ergens tussen de Snapdragon 7s Gen 2 (zoals in de Redmi Note 13 Pro) en Snapdragon 6s Gen 3 (zoals in de Moto G85) in. Voor gaming is dit niet echt een goede processor, maar voor dagelijks gebruik hebben we weinig te klagen. We hebben ook niet het idee dat de cpu het scherm niet kan bijbenen. Het kan zijn dat je tijdens het scrollen het toestel betrapt op een korte vertraging, maar dat kan ook komen doordat bijvoorbeeld een site of app net wat meer van het systeem vraagt.

Voor deze prijs vinden we de hoeveelheid opslagruimte en werkgeheugen heel riant. Je krijgt namelijk respectievelijk 256 GB en 8 GB voorgeschoteld. Het toestel draait nu op Android 14 en biedt bovendien de kenmerkende kale Android-ervaring aan. Houd wel rekening met wat vooraf geïnstalleerde apps, die je in sommige gevallen kunt verwijderen. Helaas krijgt de Motorola Moto G55 slechts twee Android-upgrades en vier jaar aan beveiligingsupdates. Dat is echt ontzettend karig, maar heeft mogelijk iets te maken met de keuze voor de processor.

Lees ook: Waar voor je geld: 5 uitgebreide smartphones voor max 500 euro

Tegenvallende camera's

De 50 megapixelcamera achterop legt weliswaar kleuren redelijk natuurlijkgetrouw vast, maar eigenlijk zien we twee problemen waar we ons niet overheen kunnen zetten. De beelden ogen een beetje flets en plat, terwijl we aan de zijkanten soms een gebrek aan scherpte opmerken. In de avond maakt de Motorola Moto G55 al snel overbelichte foto's, waardoor kleuren niet stralen en details snel wegvallen. Je kunt dit soort foto's prima gebruiken voor op Facebook of andere sociale media, maar we zouden ze niet printen en daarna in een familiealbum stoppen.





Wat ons verder opvalt aan de groothoeklens, van acht megapixel, is dat die anders omgaat met kleuren. Die komen niet helemaal overeen met de werkelijkheid en missen bezieling. Ook kan het zijn dat felle delen, zoals een wolkendek, kenmerkende detaillering missen.

Avondfotografie is echt ondermaats, en het helpt daarnaast niet dat de lens geen toegang heeft tot de optische beeldstabilisatie. De macro-optie (van de groothoeklens) maakt tot slot soms té scherpe foto's, waardoor randen hard ogen en een witte gloed krijgen. De camera's laten dus te wensen over.





Motorola Moto G55 kopen?

De accu doet gelukkig wel een hoop goed. Dankzij een vermogen van 5000 mAh kun je het soms wel twee dagen (of meer, afhankelijk van gebruik) uithouden. En met een 30watt-lader kun je het toestel vaak binnen anderhalf helemaal volladen. Die oplader moet je dan wel zelf aanschaffen, want die zit niet in de doos. Dat komt niet door Motorola, maar vanwege regels uit Europa. Met een half uurtje laden is het toestel voor de helft gevuld, dus daarin is het toestel betrouwbaar. Verder is het goed om te weten dat er geen draadloos opladen beschikbaar is.

We houden er rekening mee dat dit een toestel van 250 euro is, maar dan nog speelt de camera het apparaat parten. Die maakt vaak ondermaatse foto's en is dus het grootste struikelblok. Het scherm, het ontwerp, de bouwkwaliteit, de accu, de opslag en het werkgeheugen scoren gelukkig allemaal een dikke voldoende, en de processor is daarnaast heel capabel voor dagelijkse taken. Tot slot vinden we het updatebeleid te mager. Desondanks voelt de Motorola Moto G55 compleet genoeg om hem minimaal te overwegen als volgende budgetaankoop.