ID.nl logo
Van A naar B: zo werken IP-adressen
© davidjancik - stock.adobe.com
Huis

Van A naar B: zo werken IP-adressen

Wanneer je iemand wilt bellen, heb je een telefoonnummer nodig. Stuur je een brief, dan kun je niet zonder postadres. Dit geldt ook wanneer je een webserver of een of ander netwerkapparaat wilt bereiken. Zonder (netwerk)adres kom je letterlijk nergens.

Na het lezen van dit artikel weet je alles over het IP-adres:

  • Hoe een IP-adres opgebouwd wordt
  • Het verschil tussen een publiek en privaat IP-adres
  • Wat DHCP en (D)DNS met het IP-adres te maken hebben

Lees zeker ook: Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten

Als je een website bezoekt of een bestand van je NAS-apparaat wilt opvragen, moet er zowel voor internet als voor je thuisnetwerk een manier zijn om een apparaat eenduidig te identificeren. Dit gebeurt (meestal) met behulp van IP-adressen. We leggen eerst uit hoe een IP-adres is opgebouwd en hoe de adressering werkt, en bekijken daarna enkele belangrijke IP-adrestypes.

IP-adres

Een IP-adres bestaat uit vier getallen, gescheiden door punten, bijvoorbeeld 192.168.1.100. Elk getal kan variëren van 0 tot 255, waardoor het bereik van IP-adressen loopt van 0.0.0.0 tot 255.255.255.255. Dit levert 256×256×256×256 adressen op, oftewel 256⁴ of 2³², wat neerkomt op 4.294.967.296. Meer dan 4 miljard adressen dus, waarvan circa 5% gereserveerd is (zie ook het kader ‘Opbouw IP-adressen’).

IP-adressen worden niet zomaar toegekend, maar toegewezen door het IANA (Internet Assigned Numbers Authority), een onderdeel van Amerikaanse non-profitorganisatie ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers).

Meer dan 4 miljard IP-adressen: het lijkt meer dan het is.

IP-adressering

‘IP’ in IP-adres staat voor Internet Protocol: een set regels die het formaat bepaalt van gegevens die via een netwerkapparaat over internet of een lokaal netwerk worden uitgewisseld. Je kunt het IP-protocol zien als een taal waarmee elke computer met een andere kan communiceren, op basis van IP-adressen. Deze adressering verloopt grotendeels op de achtergrond en gaat ongeveer als volgt.

Je pc verbindt eerst met een netwerk dat met internet is verbonden en dat je pc toegang tot internet verleent. Bij een thuis-pc is dat netwerk normaliter dat van je internetprovider (Internet Service Provider, ISP). Bij een werk-pc is dat wellicht het bedrijfsnetwerk. Het netwerk krijgt een uniek IP-adres van de ISP, die daarvoor uit een grote adressenpool kan putten. Deze werd door het IANA aan de ISP toegewezen, weliswaar via een regionale internet registry (kortweg RIR; in Europa is dit het RIPE NCC, Amsterdam).

Alle internetactiviteit (upstream) die je vervolgens onderneemt, zoals het bezoeken van een website of het benaderen van bestanden, gaat via het netwerk van je ISP, en deze stuurt netjes alle responses (downstream) terug naar je eigen netwerk op basis van je IP-adres.

RIPE NCC is een van de vijf mondiale RIR’s (beeld: Wikipedia, CC BY-SA 3.0).

Publiek IP-adres

Het IP-adres dat door je internetprovider aan je netwerk wordt toegekend, moet van buitenaf via internet bereikbaar zijn om data te kunnen (terug)sturen. Dit noemen we een extern of publiek IP-adres. Om het adres van je eigen netwerk te weten, kun je naar www.whatsmyip.com of www.iplocation.com surfen. Beide sites vermelden ook (de locatie van) je ISP.

De kans is reëel dat je publieke IP-adres na een tijd verandert. Dit komt omdat een internetprovider de meeste klanten een dynamisch IP-adres toekent (via DHCP, zie ook de paragraaf ‘IP-configuratie’) dat altijd kan wijzigen, bijvoorbeeld nadat je het modem hebt uit- en ingeschakeld. Een voordeel van een wisselend IP-adres is dat het iets moeilijker wordt in je netwerk in te breken. Een nadeel is dat het ook voor jezelf lastiger wordt een eigen server in je netwerk van buitenaf te bereiken (lees meer in de paragraaf ‘DDNS’).

Het publieke IP-adres van ons netwerk en de internetprovider waarmee we verbonden zijn.

Privaat IP-adres

Je weet nu hoe je het publieke IP-adres van je netwerk kunt opvragen, maar hoe zit het met de IP-adressen van apparaten binnen dit netwerk? Ook die moeten tenslotte over een uniek IP-adres beschikken. Op een Windows-pc kun je dit IP-adres opvragen via de Opdrachtprompt met het commando ipconfig. Je leest het IP-adres af bij de actieve netwerkadapter, achter IPv4 Address. Het interne IP-adres van je router staat vermeld achter Default Gateway.

Om snel de IP-adressen van alle apparaten op je netwerk te zien, moet je bij je router zijn. Typ het IP-adres van je router in de adresbalk van je browser, meld je aan en open een sectie als Attached Devices of Connected Clients. Deze IP-adressen zijn uniek binnen jouw netwerk, maar de kans is groot dat dezelfde IP-adressen ook op veel andere lokale netwerken worden gebruikt. We noemen dit interne of private IP-adressen. Ze kunnen niet worden doorgegeven door een router en zijn daarom niet bereikbaar vanuit een ander netwerk. Ze werden door het IANA vastgelegd en liggen binnen de volgende adresbereiken: 10.0.0.0 tot 10.255.255.255, 172.16.0.0 tot 172.32.255.255 en – vooral ook voor thuisnetwerken – 192.168.0.0 tot 192.168.255.255.

Stel, je bezoekt een website met je pc met het interne IP-adres 192.168.0.138. Via je router, die met het netwerk van je internetprovider is verbonden, wordt je publieke IP-adres doorgegeven en alle antwoorden keren terug naar dit publieke adres. Je router houdt ondertussen in een zogeheten NAT-tabel (Network Address Translation) bij welke pc de aanvraag heeft gedaan, zodat de antwoorden naar de juiste pc (in ons voorbeeld 192.168.0.138) doorgestuurd kunnen worden.

Je router somt de private IP-adressen op van de aangesloten netwerkapparaten.

IP-configuratie

Voor wie zich afvraagt hoe netwerkapparaten aan een uniek intern IP-adres komen: dit kan op twee manieren. Je kunt dit zelf instellen of het overlaten aan de router via zijn DHCP-service (Dynamic Host Configuration Protocol).

Op een Windows 11-pc kun je dit als volgt controleren en instellen. Start het Configuratiescherm op en ga via Netwerk en internet naar het Netwerkcentrum. Onder De actieve netwerken weergeven lees je de naam van je netwerkverbinding af. Klik aan de linkerkant op Adapterinstellingen wijzigen, klik met rechts op de actieve netwerkverbinding en kies Eigenschappen. Zoek naar Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4), selecteer dit en kies Eigenschappen. Als Automatisch een IP-adres laten toewijzen is ingesteld, zorgt de DHCP-service van je router voor de adrestoewijzing. Je kunt dit ook zelf doen door Het volgende IP-adres gebruiken te selecteren en een statisch, maar binnen je netwerk wel uniek IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway (het interne IP-adres van je router) in te vullen. Meer over het subnetmasker lees je in het kader ‘Opbouw IP-adressen’.

Je kunt ook zelf het IP-adres van een netwerkapparaat instellen. 

Opbouw IP-adressen

Je weet nu dat een IP-adres uit vier getallen van elk 0 tot 255 bestaat, maar dit gebeurt niet willekeurig. Een IP-adres bestaat namelijk uit twee delen. Neem bijvoorbeeld het adres 192.168.0.138 met het subnetmasker 255.255.255.0, zoals gebruikelijk is in thuisnetwerken. Dit masker geeft aan dat de eerste drie getallen het netwerkadres vormen en het laatste getal is het hostadres. Binnen dit netwerk zijn dus maximaal 256 hosts oftewel netwerkapparaten mogelijk (van 0 tot 255), maar in de praktijk zijn dit er slechts 254, omdat 0 en 255 gereserveerd zijn.

Stel dat je binnen je netwerk ongeveer 300 unieke IP-adressen nodig hebt, dan kun je het subnetmasker instellen op 255.255.254.0, omdat je dan 512 (verminderd met 2 gereserveerde) hostadressen hebt. Dit wordt duidelijk als je het masker in binaire vorm noteert: 11111111.11111111.11111110.00000000. De 23 1’en geven het netwerk-id aan en de 9 0’en de host-id, wat dus 29 oftewel unieke 512 hosts toelaat.

Een subnetmasker wordt vaak in de zogeheten CIDR-notatie weergegeven (Classless Inter-Domain Routing). In ons voorbeeld wordt dit dan 255.255.254.0/23, waarbij de netwerkprefix 23 het aantal bits voor het netwerkadres aangeeft.

Handig weetje: je kunt de optie Programmeur in de Rekenmachine van Windows gebruiken om met decimale en binaire getallen te rekenen.

Een overzicht van de IPv4 CIDR-adressering (ons voorbeeld is rood omkaderd).

Url’s en hostnamen

Al deze kennis over IP-adressering is dan wel interessant, maar de kans is groot dat je zelf niet eerder een IP-adres in je browser hebt ingetikt. Daarvoor gebruik je tenslotte altijd een url (https://www.site.nl/index.html?lang=nl). Hoewel je er eigenlijk niets van merkt, wordt ook dan onderliggend met IP-adressen gewerkt.

De url in ons voorbeeld bevat vier delen: https:// (het netwerkprotocol), www.site.nl (de hostnaam), index.html (de specifieke bron of pagina op de server) en ?lang=nl (extra parameters zoals een zoekstring).

Het belangrijkste deel om te weten welke pagina de browser moet openen, is de hostnaam. Intern moet deze naam hiervoor eerst worden omgezet naar het bijbehorende IP-adres en dat doet een DNS-server (Domain Name System), tenzij dit adres zich nog in het cachegeheugen van je browser, besturingssysteem of router bevindt. Normaliter zorgt de DNS-server van je internetprovider daarvoor, maar als het nodig is, geeft deze het verzoek door aan een hiërarchische keten van DNS-servers tot het juiste IP-adres is gevonden. Via je internetprovider wordt dit adres dan naar je browser teruggekoppeld.

Je kunt zo’n DNS-verzoek bekijken door in de Opdrachtprompt het commando nslookup <hostnaam> uit te voeren, zoals nslookup www.dig.nl. Of geef op Linux in: dig <hostnaam>. Met dig <hostnaam> +trace kun je de opeenvolgende stappen in de hiërarchische DNS-bevraging bekijken.

Een DNS-bevraging: links het korte antwoord; rechts nagenoeg het volledige antwoord.

DDNS

Als je de paragrafen ‘Publiek IP-adres’ en ‘Privaat IP-adres’ hebt gelezen, begrijp je waarom het lastig kan zijn om vanaf een andere locatie via het internet een eigen server (op een pc of NAS) in je thuisnetwerk te bereiken. Want eerst moet je het (dynamisch toegekende) publieke IP-adres van je router of netwerk bereiken, maar wat als je internetprovider dat inmiddels heeft gewijzigd?

Om dit probleem te omzeilen, kun je een DDNS-service gebruiken (dynamisch DNS), zoals het gratis Duck DNS (meld je aan met X of Google). Hiermee koppel je een hostnaam, zoals mijnservice.duckdns.org, aan het actuele publieke IP-adres van je netwerk. Vul hier gewoon je hostnaam in en bevestig met add domain. Ga vervolgens naar www.duckdns.org/install.jsp, selecteer je hostnaam en klik op het gewenste installatietype, zoals windows-gui. Volg de instructies op om de software (DuckDnsInst.exe) van www.etx.ca te downloaden en te configureren. Deze DuckDNS Updater zorgt ervoor dat elke wijziging aan je publieke IP-adres meteen aan de dienst wordt gemeld, zodat de koppeling tussen de hostnaam en het IP-adres intact blijft.

Via de hostnaam kun je nu al (het publieke IP-adres van) je router bereiken. Om ervoor te zorgen dat de router je aanvraag netjes doorstuurt naar (het interne IP-adres van) je server, gebruik je op je router de functie ‘poortdoorschakeling’. In het artikel Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten hebben we dit uitgebreid toegelicht, en op www.portforward.com vind je instructies voor talrijke routers.

Verbind een hostnaam aan je IP-adres en laat een updater deze koppeling intact houden.

VPN

Uit dit artikel is je ook duidelijk geworden dat hosts die je op het internet bezoekt, zoals webservers, over je publieke IP-adres moeten beschikken om op je verzoeken te kunnen reageren. Misschien voel je je hier niet altijd comfortabel bij als het om je privacy gaat, vooral omdat je internetprovider technisch gezien je identiteit aan dat publieke IP-adres kan koppelen.

Wil je liever niet je eigen IP-adres bekend maken, dan kun je een VPN (Virtual Private Network) gebruiken. Bij de meeste gratis diensten heb je te maken met snelheidsbeperkingen of restricties in de hoeveelheid te gebruiken data. Betaalde diensten zijn doorgaans betrouwbaarder en kosten ongeveer 5 euro per maand. Hiermee zet je een versleutelde verbinding op met een speciale VPN-dienst, en het is deze server die zijn IP-adres bekend maakt aan de bezochte websites. De antwoorden worden dan versleuteld naar jouw pc teruggestuurd. Je internetprovider weet dat je een VPN-dienst gebruikt, maar heeft geen inzage in wat je doet of waar je naartoe surft. Alleen de VPN-provider weet dit, maar als het goed is, houdt deze geen logs bij. Vergeet dit niet te checken!

Lees ook: Surf anoniem met de gratis VPN-dienst van Opera

Bij de meeste VPN-diensten kun je zelf de locatie van de VPN-server kiezen.

IPv6

In het artikel zijn we uitgegaan van IPv4-adressen, de vierde versie van het IP-protocol dat al meer dan 40 jaar in gebruik is. IPv4 gebruikt 32-bit adressen (4x8 bits), wat neerkomt op ruim 4 miljard unieke adressen. Dankzij interne adressen en NAT-routers heeft men de levensduur kunnen rekken, maar met miljarden apparaten op het internet zijn deze adressen bijna op.

IPv6 gebruikt daarom 128-bits adressen, zoals 2002:0db8:0000:0000:34f4:0000:0000:F3dd, wat neerkomt op een getal met 39 cijfers in decimale vorm, en theoretisch voldoende is om elk klein object op aarde een uniek adres te geven. Een ander voordeel van IPv6 is dat apparaten dankzij de automatische configuratie zichzelf eenvoudig een adres kunnen toewijzen. Bovendien heeft IPv6 ingebouwde end-to-endbeveiliging, zoals IPsec, zonder dat NAT nodig is. Helaas hebben we hier niet de ruimte om dieper in te gaan op de implementatie van IPv6.

De typische opbouw van een 128-bits IPv6-adres.

▼ Volgende artikel
Lenovo Legion R27qe gaming monitor - Razendsnel beeldscherm
© gorodenkoff
Huis

Lenovo Legion R27qe gaming monitor - Razendsnel beeldscherm

Wie een lekker potje wil gamen, doet er goed aan om een goede gaming monitor aan te schaffen. Dat zorgt er niet alleen voor dat je game er nog beter uitziet, je eigen prestaties gaan er ook van omhoog. De Lenovo Legion R27qe is een 27 inch beeldscherm met een hoge verversingssnelheid en een QHD-paneel. Hier lees je alles over de monitor.

Partnerbijdrage - In samenwerking met Lenovo

27 inch QHD

De Lenovo Legion R27qe heeft een diameter van 27 inch, oftewel een kleine 70 centimeter. Daarmee is het een relatief compact beeldscherm, maar nog steeds ruim voldoende groot om alle details goed te kunnen zien.

Het IPS-paneel zelf heeft een resolutie van 2560 x 1440 pixels, waarmee het een QHD-scherm is. Zo kun je games spelen op hoge kwaliteit, en zie je nog meer van wat er op je scherm gebeurt.

180 Hz verversingssnelheid

De verversingssnelheid of refresh rate is bij elk beeldscherm belangrijk, maar bij een gaming monitor is dat helemáál het geval – je wilt natuurlijk precies kunnen zien wat er binnen je game gebeurt. Bij de Legion R27qe is die snelheid maar liefst 180 Hz, oftewel: 180 verversingen per seconde. Dat is beduidend hoger dan bij veel andere gaming monitoren.

Met die hoge refresh rate lijkt het alsof je zelf midden in de actie zit, omdat alles veel vloeiender verloopt. Bovendien heb je een voordeeltje ten opzichte van je tegenstanders, omdat ook elk detail op je scherm net iets sneller ververst.

©Dragos Condrea

0,5 ms reactietijd

Niet alleen de refresh rate is een belangrijke factor bij gaming monitoren, ook de reactietijd speelt een rol. De reactietijd is de tijd die het duurt voor het scherm heeft gereageerd op bewegingen.

Voor veel gaming monitoren ligt die reactietijd rond de één à twee milliseconden. Bij de Legion R27qe is dat slechts een halve milliseconde: net even sneller dus, wat je ook weer een voordeel oplevert als je gaat gamen.

Daarbij beschikt de Legion R27qe over AMD Freesync. Dat is een techniek die ervoor zorgt dat screen tearing, het fenomeen waarbij het lijkt alsof er iemand met een schaar door je scherm is gegaan, tot het verleden behoort. Veel populaire gaming monitoren gebruiken die techniek, en de R27qe is daar geen uitzondering op.

450 nits helderheid

Een ander belangrijk punt om rekening mee te houden bij het kopen van een gamingbeeldscherm is de helderheid. Dat zorgt ervoor dat je details nog beter kunt zien, ook als je zelf in een goed verlichte ruimte zit en het beeld op het scherm juist donker is.

Gemiddelde beeldschermen hebben een helderheid van zo'n 300 nits, de eenheid die wordt gebruikt om de felheid van verlichting aan te geven. Bij de Legion R27qe is dat maar liefst 450 nits, genoeg om te kunnen blijven gamen, zelfs als de zon vol op het scherm gericht staat.

Verstelbare hoogte

Een nadeel van veel gaming monitoren is dat de voet niet in hoogte verstelbaar is, zodat je altijd afhankelijk bent van de vaste positie. Bij de R27qe is dat niet het geval: je kunt het scherm in alle hoeken draaien en keren.

Dat geldt zowel voor de hoogte als voor de positie. Het scherm is los van de voet te draaien, zelfs volledig verticaal, en te kantelen, zodat je altijd de perfecte hoek hebt.

Felle kleuren en diepe schaduwen

Ook qua kleurweergave is de R27qe een goede keuze. Het scherm kan overweg met meer dan een miljard kleuren, zodat je altijd een waarheidsgetrouw beeld voor je neus krijgt. Bovendien beschikt het beeldscherm over speciale technologieën die het licht en de schaduwen nog realistischer maken.

©RyanKing999

Low blue light

Blauw licht is funest als je lange tijd naar je beeldscherm wilt of moet staren: het zorgt ervoor dat je ogen sneller vermoeid raken, en je komt achteraf moeilijker in slaap. Toch zenden veel monitoren een behoorlijk fel blauw licht uit, omdat dat makkelijker af te lezen is.

De Lenovo Legion R27qe doet dat niet. Via de Low Blue Light technologie wordt het blauwe licht zoveel mogelijk gedempt, zodat je minder last krijgt van je ogen en langer door kunt gamen of werken.

Conclusie

Wie op zoek is naar een goede gaming monitor, moet zeker de Lenovo Legion R27qe overwegen. Het scherm geeft kleuren, licht en schaduwen zeer realistisch weer. Met de hoge verversingssnelheid en de lage reactietijd heb je altijd een voordeel ten opzichte van je tegenstanders.

De hoogte en de hoek van de monitor zijn makkelijk aan te passen, zodat je altijd recht voor het scherm zit. De Low Light technologie zorgt ervoor dat je minder last krijgt van je ogen, en 's avonds na je gamesessie makkelijker in slaap kunt komen.

Al met al is de Lenovo Legion R27qe een compacte, maar uitgebreide gaming monitor, waarmee je de nieuwste games in QHD-resolutie en zeer waarheidsgetrouw op het scherm tovert.

Ontdek de Lenovo Legion R27qe gaming monitor

op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Review Odido Klik&Klaar - De voor- en nadelen van 5G voor thuis
© Rens Blom
Huis

Review Odido Klik&Klaar - De voor- en nadelen van 5G voor thuis

Odido schudt de markt van vast internet voor thuis op met Klik&Klaar, een dienst van 25 euro per maand die 5G-signaal omzet naar wifi voor al je apparaten. Klik&Klaar is zo een alternatief voor internet via de kabel of glasvezel, en waarschijnlijk ook goedkoper dan wat je nu betaalt voor bekabeld internet. Wij hebben Klik&Klaar een maand getest in een appartement en delen de plus- en minpunten van de dienst met je.

Goed
Conclusie

Odido Klik&Klaar is kinderlijk eenvoudig te installeren, is – afhankelijk van je locatie – razendsnel en werkt over het algemeen goed. De verbindingsproblemen tijdens slecht weer zijn ons wel tegengevallen. Dit is voor ons reden om te blijven bij de stabielere vaste internetaansluiting in onze woning. Klik&Klaar lijkt ons wel ideaal voor een campingstandplaats, vakantiehuisje of andere plek zonder (betaalbare) vaste internetaansluiting.

Plus- en minpunten
  • Betaalbaar internet thuis
  • Maakt beloofde snelheid ruimschoots waar
  • Gebruiksvriendelijke installatie
  • Instabiel internet bij slecht weer
  • Problemen met wifirepeaters

De eerste plus is de prijs. Met 25 euro per maand is Klik&Klaar lekker betaalbaar. Heb je al een geselecteerd mobiel abonnement van Odido, dan betaal je slechts 20 euro per maand voor Klik&Klaar. De dienst is maandelijks opzegbaar, waardoor je lekker flexibel bent.

Het bestellen via de Odido-website is eenvoudig en we ontvingen het pakket na twee werkdagen thuis, in ons appartement in Castricum. In de doos vind je een Zyxel 5G-modem en een 5G-simkaart, die je in de router stopt om internet te ontvangen. Het blijft fascinerend hoe je al je apparaten van wifi kunt voorzien dankzij een simkaartje ter grootte van je nagel.

©Rens Blom

Het simkaartje dat je bij de router krijgt.

Installatie

Om Klik&Klaar te installeren, download je de gratis Klik&Klaar-app op je iPhone of Android-smartphone. Die loodst je binnen het beloofde kwartiertje door de installatie heen. De app laat duidelijk zien waar je de router het beste kunt neerzetten. Neem die instructies serieus, want weggestopt in een hoek ontvangt de router geen goed internetsignaal en heb je dus ook weinig aan de dienst. Na de eenvoudige installatie geef je je wifinetwerk een naam en verbind je je apparaten. Vervolgens zijn je smartphone, computer, tablet, smart-tv en andere gadgets online. Je hebt onbeperkt internet op de hoogst mogelijke snelheid, zoals je gewend bent van internet voor thuis.

©Rens Blom

De installatie van Klik&Klaar is eenvoudig.

Ervaringen

Na ruim een maand gebruik zijn we over het algemeen erg tevreden over Odido Klik&Klaar, maar sturen we de router toch terug. Dat ligt niet aan de internetsnelheden. Odido belooft via deze dekkingskaart dat de router op ons adres een snelheid van 300 Mbit/s of meer biedt en dat klopt. In de woonkamer – waar de router voor het raam staat – halen we tussen de 300 en 600 Mbps download en 70 tot 200 Mbps upload. Dat zijn uitstekende snelheden. In andere kamers, verder weg van de router, halen we nog steeds meer dan 100/50 Mbps. Netjes.

Ons probleem met Odido Klik&Klaar is de betrouwbaarheid. Niet alleen viel de router in een maand twee keer uit (om na een herstart weer te functioneren), tijdens flinke regenbuien en een najaarsstorm had de router grote moeite om een stabiel thuisnetwerk te bieden. Dipjes in het wifisignaal verstoorden onze videobelvergaderingen, onderbraken de muziek uit de Sonos-speakers en lieten onze telefoons af en toe automatisch overschakelen naar het mobiele netwerk. Ongemakken die we tijdens slecht weer niet ervaren via een vaste internetverbinding, en ongemakken waar we niet op zitten te wachten in het gure Nederland.

©Rens Blom

De Klik&Klaar-router uit de doos.

Goed om te weten: de router heeft twee 2,5Gbit/s-ethernetpoorten om apparaten bekabeld aan te sluiten. Wij hebben de smart-tv rechtstreeks aangesloten en de andere poort verbonden met een switch. De smart-tv heeft tijdens het kijken van Videoland, YouTube en NPO Plus nooit problemen met zijn internetverbinding gehad, ook niet tijdens slecht weer.  

Wifirepeaters

Voor een volledige test hebben we ook twee wifirepeaters van Odido Klik&Klaar besteld. Die heten Wifipunten, zijn optioneel en kosten 2,50 euro per stuk per maand. Je huurt ze en moet ze als ze niet bevallen of bij het stoppen van Klik&Klaar dus terugsturen.

©Rens Blom

©Rens Blom

De installatie van de Wifipunten.

Onze ervaringen met de kleine repeaters, die je neerzet in de vensterbank of op je bureau, zijn gemengd. Enerzijds verbeteren ze het wifisignaal in ons appartement duidelijk. Op onze werkplek, een vide boven de keuken/woonkamer en net buiten de directe zichtlijn van de router in de woonkamer, haalden we via router een downloadsnelheid van 270 Mbps en een uploadsnelheid van 120 Mbps. Na het installeren van een wifirepeater op de wifi, met bijna een zichtlijn op de router, schoot de downloadsnelheid omhoog naar 425 tot 616 Mbps – op basis van vier tests verspreid over een uur. De uploadsnelheid bedroeg bij deze tests 107 tot 110 Mbps en verbeterde dus niet ten opzichte van de oude situatie.

©Rens Blom

Een snelheidstest na het koppelen van een wifirepeater.

Een Wifipunt-wifirepeater heeft twee 2,5Gbit/s-lanpoorten om apparatuur bekabeld aan te sluiten. Onze computer op de werkplek tikte bekabeld op de repeater vrijwel dezelfde snelheden aan als via de wifi.

©Rens Blom

De wifirepeater is handzaam en daarom op veel plekken neer te zetten.

Opmerkelijk is dat heel wat van onze apparaten in de war raakten van de Wifipunten. Smartphones, laptops en tablets leken soms niet meer te weten met welk wifipunt (router, wifipunt één of wifipunt twee) ze het beste konden verbinden, wat leidde tot verbindingsproblemen. Dat terwijl we de repeaters geïnstalleerd hebben volgens de instructies van deKlik&Klaar-app, die in de weken erna steevast aangaf dat ons wifinetwerk er keurig uitzag. Na het verwijderen van de Wifipunten waren de verbindingsproblemen ook opgelost.

©Rens Blom

Conclusie

Odido Klik&Klaar is kinderlijk eenvoudig te installeren, is – afhankelijk van je locatie – razendsnel en werkt over het algemeen goed. De verbindingsproblemen tijdens slecht weer zijn ons wel tegengevallen. Dit is voor ons reden om te blijven bij de stabielere vaste internetaansluiting in onze woning. Klik&Klaar lijkt ons wel ideaal voor een campingstandplaats, vakantiehuisje of andere plek zonder (betaalbare) vaste internetaansluiting.