ID.nl logo
Van A naar B: zo werken IP-adressen
© davidjancik - stock.adobe.com
Huis

Van A naar B: zo werken IP-adressen

Wanneer je iemand wilt bellen, heb je een telefoonnummer nodig. Stuur je een brief, dan kun je niet zonder postadres. Dit geldt ook wanneer je een webserver of een of ander netwerkapparaat wilt bereiken. Zonder (netwerk)adres kom je letterlijk nergens.

Na het lezen van dit artikel weet je alles over het IP-adres:

  • Hoe een IP-adres opgebouwd wordt
  • Het verschil tussen een publiek en privaat IP-adres
  • Wat DHCP en (D)DNS met het IP-adres te maken hebben

Lees zeker ook: Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten

Als je een website bezoekt of een bestand van je NAS-apparaat wilt opvragen, moet er zowel voor internet als voor je thuisnetwerk een manier zijn om een apparaat eenduidig te identificeren. Dit gebeurt (meestal) met behulp van IP-adressen. We leggen eerst uit hoe een IP-adres is opgebouwd en hoe de adressering werkt, en bekijken daarna enkele belangrijke IP-adrestypes.

IP-adres

Een IP-adres bestaat uit vier getallen, gescheiden door punten, bijvoorbeeld 192.168.1.100. Elk getal kan variëren van 0 tot 255, waardoor het bereik van IP-adressen loopt van 0.0.0.0 tot 255.255.255.255. Dit levert 256×256×256×256 adressen op, oftewel 256⁴ of 2³², wat neerkomt op 4.294.967.296. Meer dan 4 miljard adressen dus, waarvan circa 5% gereserveerd is (zie ook het kader ‘Opbouw IP-adressen’).

IP-adressen worden niet zomaar toegekend, maar toegewezen door het IANA (Internet Assigned Numbers Authority), een onderdeel van Amerikaanse non-profitorganisatie ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers).

Meer dan 4 miljard IP-adressen: het lijkt meer dan het is.

IP-adressering

‘IP’ in IP-adres staat voor Internet Protocol: een set regels die het formaat bepaalt van gegevens die via een netwerkapparaat over internet of een lokaal netwerk worden uitgewisseld. Je kunt het IP-protocol zien als een taal waarmee elke computer met een andere kan communiceren, op basis van IP-adressen. Deze adressering verloopt grotendeels op de achtergrond en gaat ongeveer als volgt.

Je pc verbindt eerst met een netwerk dat met internet is verbonden en dat je pc toegang tot internet verleent. Bij een thuis-pc is dat netwerk normaliter dat van je internetprovider (Internet Service Provider, ISP). Bij een werk-pc is dat wellicht het bedrijfsnetwerk. Het netwerk krijgt een uniek IP-adres van de ISP, die daarvoor uit een grote adressenpool kan putten. Deze werd door het IANA aan de ISP toegewezen, weliswaar via een regionale internet registry (kortweg RIR; in Europa is dit het RIPE NCC, Amsterdam).

Alle internetactiviteit (upstream) die je vervolgens onderneemt, zoals het bezoeken van een website of het benaderen van bestanden, gaat via het netwerk van je ISP, en deze stuurt netjes alle responses (downstream) terug naar je eigen netwerk op basis van je IP-adres.

RIPE NCC is een van de vijf mondiale RIR’s (beeld: Wikipedia, CC BY-SA 3.0).

Publiek IP-adres

Het IP-adres dat door je internetprovider aan je netwerk wordt toegekend, moet van buitenaf via internet bereikbaar zijn om data te kunnen (terug)sturen. Dit noemen we een extern of publiek IP-adres. Om het adres van je eigen netwerk te weten, kun je naar www.whatsmyip.com of www.iplocation.com surfen. Beide sites vermelden ook (de locatie van) je ISP.

De kans is reëel dat je publieke IP-adres na een tijd verandert. Dit komt omdat een internetprovider de meeste klanten een dynamisch IP-adres toekent (via DHCP, zie ook de paragraaf ‘IP-configuratie’) dat altijd kan wijzigen, bijvoorbeeld nadat je het modem hebt uit- en ingeschakeld. Een voordeel van een wisselend IP-adres is dat het iets moeilijker wordt in je netwerk in te breken. Een nadeel is dat het ook voor jezelf lastiger wordt een eigen server in je netwerk van buitenaf te bereiken (lees meer in de paragraaf ‘DDNS’).

Het publieke IP-adres van ons netwerk en de internetprovider waarmee we verbonden zijn.

Privaat IP-adres

Je weet nu hoe je het publieke IP-adres van je netwerk kunt opvragen, maar hoe zit het met de IP-adressen van apparaten binnen dit netwerk? Ook die moeten tenslotte over een uniek IP-adres beschikken. Op een Windows-pc kun je dit IP-adres opvragen via de Opdrachtprompt met het commando ipconfig. Je leest het IP-adres af bij de actieve netwerkadapter, achter IPv4 Address. Het interne IP-adres van je router staat vermeld achter Default Gateway.

Om snel de IP-adressen van alle apparaten op je netwerk te zien, moet je bij je router zijn. Typ het IP-adres van je router in de adresbalk van je browser, meld je aan en open een sectie als Attached Devices of Connected Clients. Deze IP-adressen zijn uniek binnen jouw netwerk, maar de kans is groot dat dezelfde IP-adressen ook op veel andere lokale netwerken worden gebruikt. We noemen dit interne of private IP-adressen. Ze kunnen niet worden doorgegeven door een router en zijn daarom niet bereikbaar vanuit een ander netwerk. Ze werden door het IANA vastgelegd en liggen binnen de volgende adresbereiken: 10.0.0.0 tot 10.255.255.255, 172.16.0.0 tot 172.32.255.255 en – vooral ook voor thuisnetwerken – 192.168.0.0 tot 192.168.255.255.

Stel, je bezoekt een website met je pc met het interne IP-adres 192.168.0.138. Via je router, die met het netwerk van je internetprovider is verbonden, wordt je publieke IP-adres doorgegeven en alle antwoorden keren terug naar dit publieke adres. Je router houdt ondertussen in een zogeheten NAT-tabel (Network Address Translation) bij welke pc de aanvraag heeft gedaan, zodat de antwoorden naar de juiste pc (in ons voorbeeld 192.168.0.138) doorgestuurd kunnen worden.

Je router somt de private IP-adressen op van de aangesloten netwerkapparaten.

IP-configuratie

Voor wie zich afvraagt hoe netwerkapparaten aan een uniek intern IP-adres komen: dit kan op twee manieren. Je kunt dit zelf instellen of het overlaten aan de router via zijn DHCP-service (Dynamic Host Configuration Protocol).

Op een Windows 11-pc kun je dit als volgt controleren en instellen. Start het Configuratiescherm op en ga via Netwerk en internet naar het Netwerkcentrum. Onder De actieve netwerken weergeven lees jede naam van je netwerkverbinding af. Klik aan de linkerkant op Adapterinstellingen wijzigen, klik met rechts op de actieve netwerkverbinding en kies Eigenschappen. Zoek naar Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4), selecteer dit en kies Eigenschappen. Als Automatisch een IP-adres laten toewijzen is ingesteld, zorgt de DHCP-service van je router voor de adrestoewijzing. Je kunt dit ook zelf doen door Het volgende IP-adres gebruiken te selecteren en een statisch, maar binnen je netwerk wel uniek IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway (het interne IP-adres van je router) in te vullen. Meer over het subnetmasker lees je in het kader ‘Opbouw IP-adressen’.

Je kunt ook zelf het IP-adres van een netwerkapparaat instellen. 

Opbouw IP-adressen

Je weet nu dat een IP-adres uit vier getallen van elk 0 tot 255 bestaat, maar dit gebeurt niet willekeurig. Een IP-adres bestaat namelijk uit twee delen. Neem bijvoorbeeld het adres 192.168.0.138 met het subnetmasker 255.255.255.0, zoals gebruikelijk is in thuisnetwerken. Dit masker geeft aan dat de eerste drie getallen het netwerkadres vormen en het laatste getal is het hostadres. Binnen dit netwerk zijn dus maximaal 256 hosts oftewel netwerkapparaten mogelijk (van 0 tot 255), maar in de praktijk zijn dit er slechts 254, omdat 0 en 255 gereserveerd zijn.

Stel dat je binnen je netwerk ongeveer 300 unieke IP-adressen nodig hebt, dan kun je het subnetmasker instellen op 255.255.254.0, omdat je dan 512 (verminderd met 2 gereserveerde) hostadressen hebt. Dit wordt duidelijk als je het masker in binaire vorm noteert: 11111111.11111111.11111110.00000000. De 23 1’en geven het netwerk-id aan en de 9 0’en de host-id, wat dus 29 oftewel unieke 512 hosts toelaat.

Een subnetmasker wordt vaak in de zogeheten CIDR-notatie weergegeven (Classless Inter-Domain Routing). In ons voorbeeld wordt dit dan 255.255.254.0/23, waarbij de netwerkprefix 23 het aantal bits voor het netwerkadres aangeeft.

Handig weetje: je kunt de optie Programmeur in de Rekenmachine van Windows gebruiken om met decimale en binaire getallen te rekenen.

Een overzicht van de IPv4 CIDR-adressering (ons voorbeeld is rood omkaderd).

Url’s en hostnamen

Al deze kennis over IP-adressering is dan wel interessant, maar de kans is groot dat je zelf niet eerder een IP-adres in je browser hebt ingetikt. Daarvoor gebruik je tenslotte altijd een url (https://www.site.nl/index.html?lang=nl). Hoewel je er eigenlijk niets van merkt, wordt ook dan onderliggend met IP-adressen gewerkt.

De url in ons voorbeeld bevat vier delen: https:// (het netwerkprotocol), www.site.nl (de hostnaam), index.html (de specifieke bron of pagina op de server) en ?lang=nl (extra parameters zoals een zoekstring).

Het belangrijkste deel om te weten welke pagina de browser moet openen, is de hostnaam. Intern moet deze naam hiervoor eerst worden omgezet naar het bijbehorende IP-adres en dat doet een DNS-server (Domain Name System), tenzij dit adres zich nog in het cachegeheugen van je browser, besturingssysteem of router bevindt. Normaliter zorgt de DNS-server van je internetprovider daarvoor, maar als het nodig is, geeft deze het verzoek door aan een hiërarchische keten van DNS-servers tot het juiste IP-adres is gevonden. Via je internetprovider wordt dit adres dan naar je browser teruggekoppeld.

Je kunt zo’n DNS-verzoek bekijken door in de Opdrachtprompt het commando nslookup <hostnaam> uit te voeren, zoals nslookup www.dig.nl. Of geef op Linux in: dig <hostnaam>. Met dig <hostnaam> +trace kun je de opeenvolgende stappen in de hiërarchische DNS-bevraging bekijken.

Een DNS-bevraging: links het korte antwoord; rechts nagenoeg het volledige antwoord.

DDNS

Als je de paragrafen ‘Publiek IP-adres’ en ‘Privaat IP-adres’ hebt gelezen, begrijp je waarom het lastig kan zijn om vanaf een andere locatie via het internet een eigen server (op een pc of NAS) in je thuisnetwerk te bereiken. Want eerst moet je het (dynamisch toegekende) publieke IP-adres van je router of netwerk bereiken, maar wat als je internetprovider dat inmiddels heeft gewijzigd?

Om dit probleem te omzeilen, kun je een DDNS-service gebruiken (dynamisch DNS), zoals het gratis Duck DNS (meld je aan met X of Google). Hiermee koppel je een hostnaam, zoals mijnservice.duckdns.org, aan het actuele publieke IP-adres van je netwerk. Vul hier gewoon je hostnaam in en bevestig met add domain. Ga vervolgens naar www.duckdns.org/install.jsp, selecteer je hostnaam en klik op het gewenste installatietype, zoals windows-gui. Volg de instructies op om de software (DuckDnsInst.exe) van www.etx.ca te downloaden en te configureren. Deze DuckDNS Updater zorgt ervoor dat elke wijziging aan je publieke IP-adres meteen aan de dienst wordt gemeld, zodat de koppeling tussen de hostnaam en het IP-adres intact blijft.

Via de hostnaam kun je nu al (het publieke IP-adres van) je router bereiken. Om ervoor te zorgen dat de router je aanvraag netjes doorstuurt naar (het interne IP-adres van) je server, gebruik je op je router de functie ‘poortdoorschakeling’. In het artikel Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten hebben we dit uitgebreid toegelicht, en op www.portforward.com vind je instructies voor talrijke routers.

Verbind een hostnaam aan je IP-adres en laat een updater deze koppeling intact houden.

VPN

Uit dit artikel is je ook duidelijk geworden dat hosts die je op het internet bezoekt, zoals webservers, over je publieke IP-adres moeten beschikken om op je verzoeken te kunnen reageren. Misschien voel je je hier niet altijd comfortabel bij als het om je privacy gaat, vooral omdat je internetprovider technisch gezien je identiteit aan dat publieke IP-adres kan koppelen.

Wil je liever niet je eigen IP-adres bekend maken, dan kun je een VPN (Virtual Private Network) gebruiken. Bij de meeste gratis diensten heb je te maken met snelheidsbeperkingen of restricties in de hoeveelheid te gebruiken data. Betaalde diensten zijn doorgaans betrouwbaarder en kosten ongeveer 5 euro per maand. Hiermee zet je een versleutelde verbinding op met een speciale VPN-dienst, en het is deze server die zijn IP-adres bekend maakt aan de bezochte websites. De antwoorden worden dan versleuteld naar jouw pc teruggestuurd. Je internetprovider weet dat je een VPN-dienst gebruikt, maar heeft geen inzage in wat je doet of waar je naartoe surft. Alleen de VPN-provider weet dit, maar als het goed is, houdt deze geen logs bij. Vergeet dit niet te checken!

Lees ook: Surf anoniem met de gratis VPN-dienst van Opera

Bij de meeste VPN-diensten kun je zelf de locatie van de VPN-server kiezen.

IPv6

In het artikel zijn we uitgegaan van IPv4-adressen, de vierde versie van het IP-protocol dat al meer dan 40 jaar in gebruik is. IPv4 gebruikt 32-bit adressen (4x8 bits), wat neerkomt op ruim 4 miljard unieke adressen. Dankzij interne adressen en NAT-routers heeft men de levensduur kunnen rekken, maar met miljarden apparaten op het internet zijn deze adressen bijna op.

IPv6 gebruikt daarom 128-bits adressen, zoals 2002:0db8:0000:0000:34f4:0000:0000:F3dd, wat neerkomt op een getal met 39 cijfers in decimale vorm, en theoretisch voldoende is om elk klein object op aarde een uniek adres te geven. Een ander voordeel van IPv6 is dat apparaten dankzij de automatische configuratie zichzelf eenvoudig een adres kunnen toewijzen. Bovendien heeft IPv6 ingebouwde end-to-endbeveiliging, zoals IPsec, zonder dat NAT nodig is. Helaas hebben we hier niet de ruimte om dieper in te gaan op de implementatie van IPv6.

De typische opbouw van een 128-bits IPv6-adres.

▼ Volgende artikel
JBL introduceert de Grip, een speaker zo klein als een blikje
© JBL
Huis

JBL introduceert de Grip, een speaker zo klein als een blikje

Een speaker die je zo in je handpalm kunt zetten, maar toch genoeg 'oomf' heeft om een feestje op poten te zetten. Dat is de nieuwe JBL Grip. Het apparaat is zo groot als een blikje bier (of frisdrank) en past dus makkelijk in een tas of aan je fiets. Toch moet hij genoeg vermogen, slimme functies en een stevig ontwerp bieden om mee te gaan op elk vrolijk avontuur.

De Grip levert 16 watt aan geluid en gebruikt een techniek die AI Sound Boost heet. Daarmee wordt de muziek live geanalyseerd en bijgesteld, zodat de bassen voller klinken zonder dat het geluid vervormt of kraakt. Wie zin heeft in meer volume kan twee speakers koppelen voor stereogeluid, of via Auracast meerdere modellen aan elkaar linken. Zo tover je het compacte speakertje al snel om tot een groter geluidssysteem.

©JBL

Gemaakt om mee te nemen

Met de geïntegreerde lus klik je de Grip eenvoudig vast aan een rugzak, een fiets of zelfs een kajak. Dankzij de IP68-classificatie kan hij bovendien tegen een spatje water, stofje stof of gewoon een stootje. Daarmee mikt JBL duidelijk op buitengebruik: festivals, stranddagen of een lange picknick in het park. De speaker is daarnaast licht en handzaam, waardoor je hem eigenlijk overal kwijt kunt.

Op de achterkant van het apparaatje zit subtiele verlichting die je via de JBL Portable-app kunt aanpassen. Kleuren en intensiteit kunnen worden afgestemd op je afspeellijst of de sfeer van het moment. Oké, het zal niet genoeg zijn om een heel feest van de benodigde verlichting te voorzien, maar het geeft nét een extra laagje beleving. Toch leuk.

©JBL

Accu en extra uurtjes

De Grip gaat ongeveer 12 uur mee op één lading. Wie langer door wil, kan Playtime Boost inschakelen, een functie die nog eens 2 uur extra uit de accu haalt. Daarbij past de speaker zich aan voor een harder en efficiënter geluid. Voor een dag buiten of een lange avond muziek draaien is dat een heel handige toevoeging.

De speaker verschijnt in zeven varianten, van neutraal zwart en wit tot paars, camo en felroze. Er is gekozen voor gerecycled plastic en een verpakking van FSC-gecertificeerd papier. Daarmee sluit de Grip aan bij de trend om dit soort gadgets duurzamer te maken. De adviesprijs bedraagt 99,99 euro en het model is direct verkrijgbaar via JBL.com en verschillende (web)winkels.

▼ Volgende artikel
Nóg betere notities maken? Dit zijn de handigste add-ins voor OneNote
© dennizn - stock.adobe.com
Huis

Nóg betere notities maken? Dit zijn de handigste add-ins voor OneNote

Met OneNote kun je op een gestroomlijnde manier snel notities maken en afbeeldingen, audio en ideeën vastleggen. De handige app is onderdeel van de Microsoft Office-suite. Wist je dat het mogelijk is om met uitbreidingen het functioneren van OneNote te verbeteren? Met de volgende add-ins word je notitie-ervaring daarmee nog beter.

Voordat je begint: dit moet je weten

Microsoft OneNote is een krachtpatser als het gaat om het organiseren van ideeën die je te binnen schieten. Alle functies zijn erop gericht om al je losse notities systematisch te ordenen in virtuele notitieboeken, secties en pagina's. Deze veelzijdige tool kun je via invoegtoepassingen aan je eigen specifieke behoeften aanpassen. Alle add-ins die we hier noemen, installeer je via een download op de webpagina die we telkens vermelden. Er is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Word of Excel, geen manier om zo'n invoegtoepassing rechtstreeks in de desktopversie van OneNote binnen te halen.

OneMore: meer functies

OneMore is een degelijke opensource-add-in die een verzameling kwaliteitsfuncties aan OneNote toevoegt. Nadat je de gratis add-in (https://onemoreaddin.com/) hebt geïnstalleerd, wordt er een nieuwe groep functies in het tabblad Start toegevoegd. Die groep heet op een Nederlands systeem: Meer.

Vanaf hier kun je afbeeldingen roteren en bijsnijden, bijschriften toevoegen, afbeeldingen stileren zonder dat je een externe editor nodig hebt. Werk je met tabellen in OneNote, dan bevat het menu Tafel mogelijkheden om formules in de cellen toe te passen die doen denken aan Excel. Je beschikt over een opdracht Zoeken en vervangen. Er is een Navigator die onder meer je recent bezochte pagina's bijhoudt, en een optie biedt om herinneringen toe te voegen en te bewerken. Er is nog veel meer mogelijk. OneMore is een gratis add-in die je nooit meer wilt missen.

Door OneMore te installeren, beschik je over veel meer functies.

Onetastic: welkom in Macroland

Liefhebbers van macro's zullen smullen van Onetastic (https://getonetastic.com). Je mag gratis twintig macro's downloaden die je vijfhonderd keer mag gebruiken. Wil je onbeperkt macro's binnenhalen en gebruiken, dan kost dit 15 dollar per jaar. Zo'n macro is een miniprogramma waarmee je veel tijd bespaart, omdat het herhalende taken met een paar muisklikken uitvoert. Op die manier laat je een macro naar tekst op meerdere pagina's zoeken en vervangen, een inhoudsopgave samenstellen voor je notitieboek, of maandelijks een kalender samenstellen met een takenlijst.

De bibliotheek met inmiddels 687 macro's heet Macroland. Je kunt de collectie raadplegen op populariteit, of op recente toevoegingen, maar het handigste lijkt ons de ordening per categorie.

De bibliotheek van Macroland bevat momenteel bijna zevenhonderd macro's.

OneCalendar: agenda met notities

OneCalendar (https://getonetastic.com/onecal) is een speelse tool die jouw OneNote-pagina's weergeeft op basis van het moment dat je ze hebt toegevoegd of gewijzigd. Op die manier kun je gemakkelijk aantekeningen terugvinden. Wanneer je met de muisaanwijzer over zo'n kalenderitem gaat, krijg je een preview van de pagina. Door op een titel in de kalender te klikken, open je de pagina rechtstreeks in OneNote. Je kunt de aantekeningen per dag, week of maand bekijken.

Merk je dat de items die je zojuist hebt ingevoerd nog niet in OneCalendar te zien zijn? Druk dan je op F5 om de weergave te vernieuwen. Of je nu een fanatieke planner bent of gewoon je afspraken in je notities wilt bijhouden, deze add-in verbindt je notities naadloos met je agenda.

Je notities worden in de kalender weergegeven.

Office Lens: content scannen

Profiteer van de uitstekende samenwerking tussen Office Lens met OneNote. Microsoft Office Lens is gratis beschikbaar voor de iPhone, Android en Windows Phone. Tijdens een vergadering kun je bijvoorbeeld foto's maken met de app en die doorsturen naar OneNote. Op die manier haal je de gegevens binnen van whiteboards, kattenbelletjes of handgeschreven documenten. Open de mobiele app en kies onderaan of je een document, een whiteboard, een visitekaartje of een foto wilt scannen. Dankzij de zoekfunctie van OneNote kun je zelfs tekstfragmenten in de foto's herkennen.

Office Lens bewaart je scans automatisch op OneDrive.

OneNote Web Clipper: internetclips

OneNote Web Clipper is een gratis musthave voor de internetbrowser om de inhoud van webpagina's rechtstreeks in OneNote-notitieblokken op te slaan. Dit is een prima manier om internetinformatie te organiseren. Het is mogelijk om notities en markeringen aan te brengen op de clips. Zo heb je toegang tot de clips, zelfs als je niet verbonden bent met het internet.

Om Web Clipper te installeren, ga je eerst naar www.onenote.com/clipper. Daar klik je op de knop OneNote Web Clipper installeren. Daarna volg je de instructies afhankelijk van de browser die je het liefst gebruikt, want dit hulpmiddel werkt met een browserextensie. De eerste keer dat je deze tool gaat gebruiken, moet je je aanmelden met je Microsoft-account zodat Web Clipper de verbinding kan maken met je OneNote-app. Vervolgens kies je of je een clip wilt maken van de volledige webpagina, een bepaalde regio, een artikel of de bladwijzer. Tot slot geef je aan in welk OneNote-notitieblok en op welke pagina de clip moet worden opgeslagen.

Selecteer de OneNote-pagina waar de clip wordt opgeslagen.

Audio Note

OneNote heeft een ingebouwde technologie om tekst die je typt te koppelen aan audio. Dat doe je via het tabblad Invoegen en dan ga je naar de groep Opnemen. Daar selecteer je Transcriberen en Opnemen. Audio Note zorgt voor de naadloze integratie van de audio en de notities die je ondertussen typt.

Veronderstel dat je iemands woorden opneemt, terwijl je ondertussen in bulletpoints de onderwerpen noteert die in diens betoog aan bod komen. Vanaf dan wordt de audio met de bulletpoints gesynchroniseerd. Wanneer je achteraf de tekst beluistert en je klikt op de knop Afspelen weergeven, markeert OneNote automatisch de bulletpoints die je hebt getypt.

Andersom werkt dat ook. Je kunt op de aantekeningen klikken om de bijbehorende audio van dat moment te beluisteren. Audio Note heeft ook afspeelfuncties om de snelheid aan te passen, om terug te spoelen of om te pauzeren, zodat je gemakkelijk naar een specifiek onderdeel van de vergadering kunt gaan. Je kunt ook nog datums en tags toevoegen aan je audionotities.

OneNote Tagging Kit: beter tagbeheer

De ingebouwde tags zijn handig voor het markeren van alinea's. Standaard plaats je de muisaanwijzer op de tekstregel die je wilt taggen en dan kies je een pictogram uit de collectie Tags. Met OneNote Tagging Kit (https://wethat.github.io/OnenoteTaggingKit/) heb je zelfs de mogelijkheid om hele pagina's te taggen. Daarna kun je efficiënter zoeken op basis van deze tags.

Deze invoegtoepassing doet zijn werk op de achtergrond en de tags zijn compatibel met de standaard OneNote-alineatags. Je moet het nieuwe venster niet in het tabblad Tag zoeken, maar wel in het tabblad Start. Daar vind je in de groep Page Tags de knoppen: Tag Pages, Update Page, Find Pages en Settings. Krijg je tijdens het zoeken te veel resultaten? Dan kun je de zoekopdracht verfijnen door extra paginatags toe te voegen.

Het is zelfs mogelijk om volledige pagina's te taggen.

Scan&Paste (in Office 365): mobiele scanner

Scan&Paste (www.scanandpaste.com) is de combinatie van een mobiele app en een add-on waarmee je moeiteloos afbeeldingen, QR-codes en OCR-tekst toevoegt aan Microsoft Word, PowerPoint en OneNote. Wanneer je de app hebt gedownload, scan je het document of de afbeelding met je telefoon. Zorg dat de invoegtoepassing is geïnstalleerd in de Office 365-toepassing. Voor Word en PowerPoint kan dat in de lokale desktop-versie.

Voor OneNote moet je uitwijken naar de online variant. Dan kun je via Invoegen / Office-toepassingen de add-in installeren. Daarna koppel je de invoegtoepassing in OneNote met de mobiele app en kun je de gescande foto's uit de cloudopslag halen. Op die manier gebruik je Scan&Paste als draagbare scanner. Je hoeft geen account aan te maken om de afbeeldingen te downloaden. Dat betekent dat je anoniem blijft bij Scan&Paste, terwijl de gescande afbeeldingen wel veilig en alleen beschikbaar zijn voor jou. De gescande afbeeldingen worden zeven dagen bewaard, daarna worden ze automatisch verwijderd.

Koppel met een QR-code je mobiel aan OneNote, zodat je de bestanden kunt overdragen.

Emoji Keyboard: stickers in alle maten

De liefhebbers van emoji en stickers hebben in OneNote niet te klagen. Er zijn drie manieren om die toe te voegen. In het tabblad Invoegen zit bijvoorbeeld rechts de knop Stickers waarmee je plaatjes aan je notities toevoegt, als je tenminste houdt van katten, aapjes of kleine monstertjes. Het aanbod is niet groot.

Het emojipalet tover je tevoorschijn door de Windows-toets en de punttoets samen in te drukken. Hier krijg je een veel ruimer aanbod dat verdeeld is in categorieën. Gelukkig is er een zoekvak om heel snel bijvoorbeeld de 'strandparasol' of de 'regenworm' te vinden.

De derde bron is Emoji Keyboard (www.kwikr.nl/emkey). Dit is een gratis add-on met meer dan dertienhonderd emoji's voor Word, PowerPoint en OneNote. Bij de eerste twee toepassingen kun je Emoji Keyboard in de desktopversie inladen; bij OneNote werkt deze add-on in de online versie. De emoji's kunnen ingevoegd worden als tekst, of als plaatje van verschillende afmetingen, gaande van ultraklein 16px tot XXL (1024 px). Van ieder poppetje kun je de huidskleur in zes tinten instellen.

Je kunt de emoji zelfs in het XXL-formaat binnenhalen.

Online beheren

In de online versie van OneNote is het gemakkelijk om de add-ons te beheren. In de online versie noemen ze dit invoegtoepassingen. Klik in het tabblad Invoegen op de knop Office-invoegtoepassingen. Dan kom je in een venster met twee tabbladen: Mijn invoegtoepassingen en Store. De eerste dient om de invoegtoepassingen te beheren die je al hebt geactiveerd. Wil je een geïnstalleerde add-on verwijderen, dan klik je er met de rechtermuisknop op en kies je de opdracht Verwijderen. In het tweede tabblad kun je invoegtoepassingen zoeken in de Microsoft Store. Als je er een interessante hebt gevonden, dan klik je op de knop Toevoegen.

CloudHQ: brede cloudintegratie

Met deze invoegtoepassing integreer je OneNote met verschillende cloudopslagdiensten zoals Google Drive, Dropbox en Evernote. CloudHQ (www.cloudhq.net/onenote) zorgt voor de realtime synchronisatie van notities en bestanden op meerdere platformen, zodat je overal toegang hebt tot je documenten. Deze dienst maakt ook automatisch een back-up en synchroniseert tussen OneNote en andere cloudopslagdiensten. Er is een gratis versie met beperkte cloudintegratie. Professionals die onbeperkte back-ups en synchronisatie willen gebruiken, betalen 149 dollar per gebruiker.

Wanneer de ene collega werkt met OneNote en de andere met Evernote of Salesforce, dan kunnen ze dankzij deze tussenstap toch samenwerken. En als iemand in de samenwerking opzettelijk of per ongeluk zijn notitieboek verwijdert, hoeven de anderen met wie dit gedeeld is via CloudHQ het werk niet opnieuw doen.

We koppelen OneNote aan Dropbox door middel van CloudHQ.

Beheer op je desktop

Het beheren van invoegtoepassingen in de desktopversie is iets complexer dan in de online variant, omdat OneNote niet in al zijn versies de weg van Invoegen / Invoegtoepassing volgt. Mogelijk moet je via het menu Bestand de Opties selecteren en dan naar Invoegtoepassingen gaan. Selecteer daar onderaan COM-invoegtoepassingen en klik dan op de knop Start. Selecteer de invoegtoepassing die niet aan je verwachtingen voldoet en gebruik de knop Verwijderen om de installatie ongedaan te maken. Of klik op Toevoegen om een invoegtoepassing te installeren die je hebt gedownload en opgeslagen op je pc. Houd er rekening mee dat je voor sommige downloads moet weten of je een 32bit- of 64bit-versie van OneNote hebt. Je vindt dit als je Bestand / Account / Info over OneNote selecteert. Kijk bovenaan op de pagina om te zien welke versie je hebt.

Ben je toch meer van het papier?

Notitieblokken en -boeken