ID.nl logo
Van A naar B: zo werken IP-adressen
© davidjancik - stock.adobe.com
Huis

Van A naar B: zo werken IP-adressen

Wanneer je iemand wilt bellen, heb je een telefoonnummer nodig. Stuur je een brief, dan kun je niet zonder postadres. Dit geldt ook wanneer je een webserver of een of ander netwerkapparaat wilt bereiken. Zonder (netwerk)adres kom je letterlijk nergens.

Na het lezen van dit artikel weet je alles over het IP-adres:

  • Hoe een IP-adres opgebouwd wordt
  • Het verschil tussen een publiek en privaat IP-adres
  • Wat DHCP en (D)DNS met het IP-adres te maken hebben

Lees zeker ook: Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten

Als je een website bezoekt of een bestand van je NAS-apparaat wilt opvragen, moet er zowel voor internet als voor je thuisnetwerk een manier zijn om een apparaat eenduidig te identificeren. Dit gebeurt (meestal) met behulp van IP-adressen. We leggen eerst uit hoe een IP-adres is opgebouwd en hoe de adressering werkt, en bekijken daarna enkele belangrijke IP-adrestypes.

IP-adres

Een IP-adres bestaat uit vier getallen, gescheiden door punten, bijvoorbeeld 192.168.1.100. Elk getal kan variëren van 0 tot 255, waardoor het bereik van IP-adressen loopt van 0.0.0.0 tot 255.255.255.255. Dit levert 256×256×256×256 adressen op, oftewel 256⁴ of 2³², wat neerkomt op 4.294.967.296. Meer dan 4 miljard adressen dus, waarvan circa 5% gereserveerd is (zie ook het kader ‘Opbouw IP-adressen’).

IP-adressen worden niet zomaar toegekend, maar toegewezen door het IANA (Internet Assigned Numbers Authority), een onderdeel van Amerikaanse non-profitorganisatie ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers).

Meer dan 4 miljard IP-adressen: het lijkt meer dan het is.

IP-adressering

‘IP’ in IP-adres staat voor Internet Protocol: een set regels die het formaat bepaalt van gegevens die via een netwerkapparaat over internet of een lokaal netwerk worden uitgewisseld. Je kunt het IP-protocol zien als een taal waarmee elke computer met een andere kan communiceren, op basis van IP-adressen. Deze adressering verloopt grotendeels op de achtergrond en gaat ongeveer als volgt.

Je pc verbindt eerst met een netwerk dat met internet is verbonden en dat je pc toegang tot internet verleent. Bij een thuis-pc is dat netwerk normaliter dat van je internetprovider (Internet Service Provider, ISP). Bij een werk-pc is dat wellicht het bedrijfsnetwerk. Het netwerk krijgt een uniek IP-adres van de ISP, die daarvoor uit een grote adressenpool kan putten. Deze werd door het IANA aan de ISP toegewezen, weliswaar via een regionale internet registry (kortweg RIR; in Europa is dit het RIPE NCC, Amsterdam).

Alle internetactiviteit (upstream) die je vervolgens onderneemt, zoals het bezoeken van een website of het benaderen van bestanden, gaat via het netwerk van je ISP, en deze stuurt netjes alle responses (downstream) terug naar je eigen netwerk op basis van je IP-adres.

RIPE NCC is een van de vijf mondiale RIR’s (beeld: Wikipedia, CC BY-SA 3.0).

Publiek IP-adres

Het IP-adres dat door je internetprovider aan je netwerk wordt toegekend, moet van buitenaf via internet bereikbaar zijn om data te kunnen (terug)sturen. Dit noemen we een extern of publiek IP-adres. Om het adres van je eigen netwerk te weten, kun je naar www.whatsmyip.com of www.iplocation.com surfen. Beide sites vermelden ook (de locatie van) je ISP.

De kans is reëel dat je publieke IP-adres na een tijd verandert. Dit komt omdat een internetprovider de meeste klanten een dynamisch IP-adres toekent (via DHCP, zie ook de paragraaf ‘IP-configuratie’) dat altijd kan wijzigen, bijvoorbeeld nadat je het modem hebt uit- en ingeschakeld. Een voordeel van een wisselend IP-adres is dat het iets moeilijker wordt in je netwerk in te breken. Een nadeel is dat het ook voor jezelf lastiger wordt een eigen server in je netwerk van buitenaf te bereiken (lees meer in de paragraaf ‘DDNS’).

Het publieke IP-adres van ons netwerk en de internetprovider waarmee we verbonden zijn.

Privaat IP-adres

Je weet nu hoe je het publieke IP-adres van je netwerk kunt opvragen, maar hoe zit het met de IP-adressen van apparaten binnen dit netwerk? Ook die moeten tenslotte over een uniek IP-adres beschikken. Op een Windows-pc kun je dit IP-adres opvragen via de Opdrachtprompt met het commando ipconfig. Je leest het IP-adres af bij de actieve netwerkadapter, achter IPv4 Address. Het interne IP-adres van je router staat vermeld achter Default Gateway.

Om snel de IP-adressen van alle apparaten op je netwerk te zien, moet je bij je router zijn. Typ het IP-adres van je router in de adresbalk van je browser, meld je aan en open een sectie als Attached Devices of Connected Clients. Deze IP-adressen zijn uniek binnen jouw netwerk, maar de kans is groot dat dezelfde IP-adressen ook op veel andere lokale netwerken worden gebruikt. We noemen dit interne of private IP-adressen. Ze kunnen niet worden doorgegeven door een router en zijn daarom niet bereikbaar vanuit een ander netwerk. Ze werden door het IANA vastgelegd en liggen binnen de volgende adresbereiken: 10.0.0.0 tot 10.255.255.255, 172.16.0.0 tot 172.32.255.255 en – vooral ook voor thuisnetwerken – 192.168.0.0 tot 192.168.255.255.

Stel, je bezoekt een website met je pc met het interne IP-adres 192.168.0.138. Via je router, die met het netwerk van je internetprovider is verbonden, wordt je publieke IP-adres doorgegeven en alle antwoorden keren terug naar dit publieke adres. Je router houdt ondertussen in een zogeheten NAT-tabel (Network Address Translation) bij welke pc de aanvraag heeft gedaan, zodat de antwoorden naar de juiste pc (in ons voorbeeld 192.168.0.138) doorgestuurd kunnen worden.

Je router somt de private IP-adressen op van de aangesloten netwerkapparaten.

IP-configuratie

Voor wie zich afvraagt hoe netwerkapparaten aan een uniek intern IP-adres komen: dit kan op twee manieren. Je kunt dit zelf instellen of het overlaten aan de router via zijn DHCP-service (Dynamic Host Configuration Protocol).

Op een Windows 11-pc kun je dit als volgt controleren en instellen. Start het Configuratiescherm op en ga via Netwerk en internet naar het Netwerkcentrum. Onder De actieve netwerken weergeven lees jede naam van je netwerkverbinding af. Klik aan de linkerkant op Adapterinstellingen wijzigen, klik met rechts op de actieve netwerkverbinding en kies Eigenschappen. Zoek naar Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4), selecteer dit en kies Eigenschappen. Als Automatisch een IP-adres laten toewijzen is ingesteld, zorgt de DHCP-service van je router voor de adrestoewijzing. Je kunt dit ook zelf doen door Het volgende IP-adres gebruiken te selecteren en een statisch, maar binnen je netwerk wel uniek IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway (het interne IP-adres van je router) in te vullen. Meer over het subnetmasker lees je in het kader ‘Opbouw IP-adressen’.

Je kunt ook zelf het IP-adres van een netwerkapparaat instellen. 

Opbouw IP-adressen

Je weet nu dat een IP-adres uit vier getallen van elk 0 tot 255 bestaat, maar dit gebeurt niet willekeurig. Een IP-adres bestaat namelijk uit twee delen. Neem bijvoorbeeld het adres 192.168.0.138 met het subnetmasker 255.255.255.0, zoals gebruikelijk is in thuisnetwerken. Dit masker geeft aan dat de eerste drie getallen het netwerkadres vormen en het laatste getal is het hostadres. Binnen dit netwerk zijn dus maximaal 256 hosts oftewel netwerkapparaten mogelijk (van 0 tot 255), maar in de praktijk zijn dit er slechts 254, omdat 0 en 255 gereserveerd zijn.

Stel dat je binnen je netwerk ongeveer 300 unieke IP-adressen nodig hebt, dan kun je het subnetmasker instellen op 255.255.254.0, omdat je dan 512 (verminderd met 2 gereserveerde) hostadressen hebt. Dit wordt duidelijk als je het masker in binaire vorm noteert: 11111111.11111111.11111110.00000000. De 23 1’en geven het netwerk-id aan en de 9 0’en de host-id, wat dus 29 oftewel unieke 512 hosts toelaat.

Een subnetmasker wordt vaak in de zogeheten CIDR-notatie weergegeven (Classless Inter-Domain Routing). In ons voorbeeld wordt dit dan 255.255.254.0/23, waarbij de netwerkprefix 23 het aantal bits voor het netwerkadres aangeeft.

Handig weetje: je kunt de optie Programmeur in de Rekenmachine van Windows gebruiken om met decimale en binaire getallen te rekenen.

Een overzicht van de IPv4 CIDR-adressering (ons voorbeeld is rood omkaderd).

Url’s en hostnamen

Al deze kennis over IP-adressering is dan wel interessant, maar de kans is groot dat je zelf niet eerder een IP-adres in je browser hebt ingetikt. Daarvoor gebruik je tenslotte altijd een url (https://www.site.nl/index.html?lang=nl). Hoewel je er eigenlijk niets van merkt, wordt ook dan onderliggend met IP-adressen gewerkt.

De url in ons voorbeeld bevat vier delen: https:// (het netwerkprotocol), www.site.nl (de hostnaam), index.html (de specifieke bron of pagina op de server) en ?lang=nl (extra parameters zoals een zoekstring).

Het belangrijkste deel om te weten welke pagina de browser moet openen, is de hostnaam. Intern moet deze naam hiervoor eerst worden omgezet naar het bijbehorende IP-adres en dat doet een DNS-server (Domain Name System), tenzij dit adres zich nog in het cachegeheugen van je browser, besturingssysteem of router bevindt. Normaliter zorgt de DNS-server van je internetprovider daarvoor, maar als het nodig is, geeft deze het verzoek door aan een hiërarchische keten van DNS-servers tot het juiste IP-adres is gevonden. Via je internetprovider wordt dit adres dan naar je browser teruggekoppeld.

Je kunt zo’n DNS-verzoek bekijken door in de Opdrachtprompt het commando nslookup <hostnaam> uit te voeren, zoals nslookup www.dig.nl. Of geef op Linux in: dig <hostnaam>. Met dig <hostnaam> +trace kun je de opeenvolgende stappen in de hiërarchische DNS-bevraging bekijken.

Een DNS-bevraging: links het korte antwoord; rechts nagenoeg het volledige antwoord.

DDNS

Als je de paragrafen ‘Publiek IP-adres’ en ‘Privaat IP-adres’ hebt gelezen, begrijp je waarom het lastig kan zijn om vanaf een andere locatie via het internet een eigen server (op een pc of NAS) in je thuisnetwerk te bereiken. Want eerst moet je het (dynamisch toegekende) publieke IP-adres van je router of netwerk bereiken, maar wat als je internetprovider dat inmiddels heeft gewijzigd?

Om dit probleem te omzeilen, kun je een DDNS-service gebruiken (dynamisch DNS), zoals het gratis Duck DNS (meld je aan met X of Google). Hiermee koppel je een hostnaam, zoals mijnservice.duckdns.org, aan het actuele publieke IP-adres van je netwerk. Vul hier gewoon je hostnaam in en bevestig met add domain. Ga vervolgens naar www.duckdns.org/install.jsp, selecteer je hostnaam en klik op het gewenste installatietype, zoals windows-gui. Volg de instructies op om de software (DuckDnsInst.exe) van www.etx.ca te downloaden en te configureren. Deze DuckDNS Updater zorgt ervoor dat elke wijziging aan je publieke IP-adres meteen aan de dienst wordt gemeld, zodat de koppeling tussen de hostnaam en het IP-adres intact blijft.

Via de hostnaam kun je nu al (het publieke IP-adres van) je router bereiken. Om ervoor te zorgen dat de router je aanvraag netjes doorstuurt naar (het interne IP-adres van) je server, gebruik je op je router de functie ‘poortdoorschakeling’. In het artikel Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten hebben we dit uitgebreid toegelicht, en op www.portforward.com vind je instructies voor talrijke routers.

Verbind een hostnaam aan je IP-adres en laat een updater deze koppeling intact houden.

VPN

Uit dit artikel is je ook duidelijk geworden dat hosts die je op het internet bezoekt, zoals webservers, over je publieke IP-adres moeten beschikken om op je verzoeken te kunnen reageren. Misschien voel je je hier niet altijd comfortabel bij als het om je privacy gaat, vooral omdat je internetprovider technisch gezien je identiteit aan dat publieke IP-adres kan koppelen.

Wil je liever niet je eigen IP-adres bekend maken, dan kun je een VPN (Virtual Private Network) gebruiken. Bij de meeste gratis diensten heb je te maken met snelheidsbeperkingen of restricties in de hoeveelheid te gebruiken data. Betaalde diensten zijn doorgaans betrouwbaarder en kosten ongeveer 5 euro per maand. Hiermee zet je een versleutelde verbinding op met een speciale VPN-dienst, en het is deze server die zijn IP-adres bekend maakt aan de bezochte websites. De antwoorden worden dan versleuteld naar jouw pc teruggestuurd. Je internetprovider weet dat je een VPN-dienst gebruikt, maar heeft geen inzage in wat je doet of waar je naartoe surft. Alleen de VPN-provider weet dit, maar als het goed is, houdt deze geen logs bij. Vergeet dit niet te checken!

Lees ook: Surf anoniem met de gratis VPN-dienst van Opera

Bij de meeste VPN-diensten kun je zelf de locatie van de VPN-server kiezen.

IPv6

In het artikel zijn we uitgegaan van IPv4-adressen, de vierde versie van het IP-protocol dat al meer dan 40 jaar in gebruik is. IPv4 gebruikt 32-bit adressen (4x8 bits), wat neerkomt op ruim 4 miljard unieke adressen. Dankzij interne adressen en NAT-routers heeft men de levensduur kunnen rekken, maar met miljarden apparaten op het internet zijn deze adressen bijna op.

IPv6 gebruikt daarom 128-bits adressen, zoals 2002:0db8:0000:0000:34f4:0000:0000:F3dd, wat neerkomt op een getal met 39 cijfers in decimale vorm, en theoretisch voldoende is om elk klein object op aarde een uniek adres te geven. Een ander voordeel van IPv6 is dat apparaten dankzij de automatische configuratie zichzelf eenvoudig een adres kunnen toewijzen. Bovendien heeft IPv6 ingebouwde end-to-endbeveiliging, zoals IPsec, zonder dat NAT nodig is. Helaas hebben we hier niet de ruimte om dieper in te gaan op de implementatie van IPv6.

De typische opbouw van een 128-bits IPv6-adres.

▼ Volgende artikel
Black Friday 2025 met ZinVolt: hét moment om slim te starten met energieopslag
Energie

Black Friday 2025 met ZinVolt: hét moment om slim te starten met energieopslag

Black Friday is dit jaar méér dan een dag vol gadgets en grote schermen. Voor wie zonnepanelen heeft en slimmer wil omgaan met eigen energie, is het hét moment om een thuisbatterij te overwegen. Zeker nu de ZinVolt Power tijdelijk met 15 procent korting verkrijgbaar is. In dit artikel lees je hoe de energieregels richting 2027 veranderen en wat een plug & play-thuisbatterij voor je kan betekenen.

Partnerbijdrage - in samenwerking met ZinVolt

Black Friday is al jaren het moment waarop mensen grote aankopen doen. Maar in 2025 verschuift de aandacht merkbaar: steeds meer huishoudens kijken niet naar tv’s of laptops, maar naar manieren om hun energierekening te verlagen. En dat heeft alles te maken met de salderingsregeling die in 2027 stopt, stijgende terugleverkosten en het groeiende besef dat je met een thuisbatterij veel van je eigen zonnestroom kunt vasthouden.

In die context introduceert ZinVolt dit jaar een aantrekkelijke Black Friday-deal: 15 procent korting op de ZinVolt Power, een draagbare thuisbatterij die je in één minuut installeert. Daarmee wordt de stap naar energieopslag niet alleen eenvoudiger, maar ook financieel een stuk aantrekkelijker.

Let op: deze aanbieding is geldig tot en met 1 december, dus wees er snel bij!

©ZinVolt

Waarom juist nú interessant?

Als je zonnepanelen hebt, weet je hoe grillig de energiemarkt geworden is. Overdag lever je vaak méér terug dan je zelf nodig hebt, terwijl je ’s avonds juist weer stroom moet inkopen tegen een hoger tarief. Tot eind 2026 kun je dat nog deels wegstrepen dankzij de salderingsregeling, maar die regeling loopt richting zijn einde. Vanaf 2027 krijg je alleen nog een beperkte vergoeding voor wat je terug het net in stuurt.

Dat betekent dat je steeds minder hebt aan 'gratis' teruglevering en steeds meer aan het zelf gebruiken van je eigen stroom. Een thuisbatterij maakt dat mogelijk. En als je die aanschaf toch al overwoog, dan is deze aanbieding met 15 procent korting natuurlijk het ideale moment om in te stappen.

Subsidies en regelingen in 2026

Een landelijke subsidie voor thuisbatterijen wordt in 2026 niet verwacht. Maar als je een thuisbatterij combineert met een dynamisch energiecontract, kun je de 21 procent btw terugvragen. Dat voordeel maakt de stap aanzienlijk interessanter. Daarnaast loont het om lokale regelingen te controleren: sommige gemeentes bieden namelijk tijdelijke ondersteuning.

©ZinVolt

ZinVolt Power: een kleine batterij met groot effect

De ZinVolt Power is anders dan de meeste thuisbatterijen. Traditionele systemen hebben bijvoorbeeld installatie in de meterkast nodig en kampen vaak met lange levertijd. De ZinVolt Power werkt echter volledig plug & play. Je steekt hem in het stopcontact, koppelt de P1-dongle aan je slimme meter en hij begint direct met laden. Binnen één minuut actief, zonder gereedschap of installateur. Bovendien heb je hem na bestelling de volgende dag al binnen!

Met een capaciteit van 1 kWh, uit te breiden tot 6 kWh via de losse ZinVolt Mates, kun je precies zo veel opslaan als past bij je huishouden. Overdag laad je op terwijl je zonnepanelen produceren, ’s avonds gebruik je diezelfde energie zelf. Daarnaast kan de Power via de drie ingebouwde stopcontacten als noodstroomvoorziening dienen; ideaal bij een storing of werkzaamheden aan het net.

Het grootste voordeel? Je hoeft niet meteen groot in te stappen. Je kunt klein beginnen en later rustig uitbreiden. En tijdens Black Friday pak je daarmee ook direct de laagste prijs van het jaar mee!

De ZinVolt Power in het kort

Plug & play: Sluit 'm aan via de P1-dongle, binnen één minuut actief

Uitbreidbaar: Vergroot de capaciteit tot 6 kWh met extra ZinVolt Mates

Slim laden: Laadt automatisch tijdens goedkope uren, levert stroom tijdens piekuren

Noodstroomfunctie: Drie ingebouwde stopcontacten houden je belangrijkste apparaten draaiend bij een storing

Draagbaar en stil: Geschikt voor thuis, camping of werkplaats

©ZinVolt


Persoonlijk advies van ZinVolt

Weet je nog niet precies wanneer voor jou het juiste moment is? Dan kun je bij ZinVolt vrijblijvend een gesprek inplannen. Samen kijk je naar je verbruik, zonnepanelen en toekomstplannen. Geen verkooppraat, gewoon duidelijkheid.

Meer weten?

Vraag hier vrijblijvend een adviesgesprek met ZinVolt aan!
▼ Volgende artikel
Review OnePlus 15 – Smartphone die je niet elke nacht hoeft op te laden
© Rens Blom
Huis

Review OnePlus 15 – Smartphone die je niet elke nacht hoeft op te laden

De OnePlus 15 is een premium smartphone met een megabatterij en dat merk je. Je kunt dit toestel bijna twee volle dagen gebruiken voordat je hem moet opladen, ook bij intensiever gebruik. Een mooi pluspunt, maar wat heeft de telefoon nog meer te bieden? Je leest het in deze OnePlus 15-review.

Uitstekend
Conclusie

De OnePlus 15 is een premium smartphone met iets minder goede camera's en een korter updatebeleid dan sommige concurrenten, maar zet daar een fantastische accuduur en bloedsnelle prestaties tegenover. De adviesprijs vanaf 949 euro vinden we voor een vlaggenschip sympathiek.

Plus- en minpunten
  • Fantastische accuduur
  • Bloedsnel
  • Goedkoper dan veel andere vlaggenschepen
  • Minder goede camera's
  • Korter updatebeleid
  • Snelladen alleen met OnePlus-gadgets

Het klopt dat er na de OnePlus 13 geen 14 is verschenen. Volgens OnePlus is de 15 niet één, maar twee generaties beter en heet hij daarom de 15. Dat is mooie marketingpraat, want het getal 14 is in thuisland China een ongeluksgetal en wordt daarom vermeden in hotels, adressen en dus ook smartphoneseries. De 15 is dus gewoon de opvolger van de 13, maar voert wel degelijk boeiende vernieuwingen door.

©Rens Blom

Enorme accu...

De reusachtige batterij springt het meest in het oog. De OnePlus 13 had al een bovengemiddeld grote accucapaciteit van 6000 mAh, maar in de 15 zit een 7300mAh-accu. De topsmartphone heeft daarmee ook een veel grotere accu dan de Apple iPhone 17 Pro Max (4823 mAh), Samsung Galaxy S25 Ultra (5000 mAh), Google Pixel 10 Pro XL (5200 mAh) en vrijwel alle andere vlaggenschepen. Enkel Oppo's nieuwe Find X9 Pro – die een adviesprijs heeft van 1299 euro – gaat met zijn 7500mAh-accu de OnePlus 15 voorbij.

Leidt die enorme accu in de OnePlus 15 ook tot een geweldige accuduur? Ja, gelukkig wel. Wij kunnen de smartphone zonder zorgen een hele lange dag intensief gebruiken en dan is hij zeker nog niet leeg als we naar bed gaan. Bij regulier gebruik kun je deze telefoon prima twee dagen gebruiken voordat je laat op de tweede avond een oplader nodig hebt.

... laadt ook snel op

Opladen kan via usb-c of draadloos. Beide methoden komen met een addertje onder het gras. Bedraad opladen kan namelijk met een duizelingwekkende 120 watt, maar alleen als je zelf de juiste OnePlus-adapter koopt. Via een andere goede usb-c-adapter is het laden beperkt tot 36 watt. Niet langzaam, maar ook niet indrukwekkend snel. Voor draadloos geldt hetzelfde. Met een draadloze OnePlus-lader kun je met 50 watt laden, met een andere moderne oplader langzamer. Let erop dat de smartphone geen magnetisch draadloos opladen ondersteunt, tenzij je een geschikt hoesje (met ingebouwde magneetring) koopt. Met zo'n hoesje, bijvoorbeeld van OnePlus zelf, kun je de OnePlus 15 wél aan een MagSafe-oplader hangen. Dat werkt prima, kunnen we uit ervaring zeggen.

©Rens Blom

Bloedsnelle hardware

In een nieuwe premium smartphone verwacht je de beste, nieuwste hardware. OnePlus maakt die belofte waar. De OnePlus 15 draait als een van de eerste telefoons op de Qualcomm Snapdragon 8 Elite Gen 5-processor en die is bloedsnel. Zeker in combinatie met 16 GB werkgeheugen en 512 GB opslagcapaciteit in ons testtoestel. Dit is overigens de duurdere configuratie (1099 euro). In de basisversie (949 euro) zit 12 GB en 256 GB – ook ruim voldoende.

©Rens Blom

Het ontwerp van de smartphone laat eveneens een fijne indruk achter. De OnePlus 15 houdt comfortabel vast, heeft een geweldige vingerafdrukscanner in het display en beschikt over een prachtig oledscherm. Het scherm is met 6,78 inch aan de grote kant, waardoor je het toestel moeilijk met één hand kunt gebruiken. Op de linkerzijkant zit een speciale knop om AI-functies te starten. Als je dat niets vindt, zit de knop niet in de weg.

©Rens Blom

Goede camera's

De OnePlus 15 heeft een hoofdcamera, groothoekcamera en zoomcamera, allemaal met 50megapixel-sensoren. De camera's zijn goed en veelzijdig, maar jammer genoeg niet echt beter dan die van de OnePlus 13. Het nieuwe vlaggenschip moet ook concurrenten als de iPhone 17 Pro en Google Pixel 10 Pro voor zich dulden, met name als het gaat om ver inzoomen en de groothoeklens. Storend? Naar onze mening niet, tenzij je de beste camerasmartphone van dit moment zoekt. Dan is de OnePlus 15 niet de topper voor jou.

Hieronder zetten we een paar fotoseries gemaakt met de OnePlus 15 op een rijtje.

©Rens Blom

©Rens Blom

Updatebeleid kan nog steeds beter

OnePlus heeft zijn updatebeleid voor dure smartphones in de afgelopen jaren verbeterd, maar kan met de OnePlus 15 nog steeds niet tippen aan sommige concurrenten. Het toestel krijgt vier jaar Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. Samsung, Apple en Google geven hun dure telefoons zeven jaar complete updates. Bijzonder is dat de Oppo Find X9 Pro vijf om zes jaar updates krijgt, terwijl Oppo en OnePlus zusterbedrijven zijn en dezelfde ColorOS-softwareschil gebruiken. Alhoewel, OnePlus noemt zijn schil OxygenOS. In de praktijk verschilt de software echter nauwelijks met de ColorOS-schil van de Oppo Find X9 Pro, die we na de OnePlus 15 getest hebben.

©Rens Blom

Conclusie: OnePlus 15 kopen?

De OnePlus 15 is een premium smartphone met iets minder goede camera's en een korter updatebeleid dan sommige concurrenten, maar zet daar een fantastische accuduur en bloedsnelle prestaties tegenover. De adviesprijs vanaf 949 euro vinden we voor een vlaggenschip sympathiek.