ID.nl logo
Huis

Router instellen: Termen en afkortingen uitgelegd

Ga je je router instellen, dan kun je raadselachtige termen en instellingen tegenkomen. Wat doe je met die lan- en wan-poorten? Wat betekenen NAT en dhcp? En wat is het nut van een statisch ip-adres? In dit artikel leggen we de meest voorkomende terminologie en afkortingen aan je uit.

Op internet krijgt elke gebruiker een uniek ip (Internet Protocol)-adres. Zonder ip-adres besta je immers niet op internet. Er bestaan echter openbare ip-adressen en ip-adressen voor intern gebruik. Het openbare of publieke ip-adres word je toegewezen door de provider en via dit adres communiceer je voortaan met de buitenwereld.

Op je eigen thuisnetwerk worden de ip-adressen voor de gebruikers en apparaten uitgegeven door de router en via de router delen alle gebruikers het openbare ip-adres. De functie die het delen en doorsturen verzorgt wordt NAT genoemd.

Lan en wan

Een router of modem/router heeft doorgaans vier lan-poorten en een wan-poort. Lan staat voor Local Area Network en via de lan-poorten verbind je de computers en de apparatuur binnenshuis met ethernetkabels. Binnen het lan kun je dan eenvoudig bestanden en apparaten delen met andere aangesloten gebruikers. Wan staat voor Wide Area Network en de wan-poort zorgt ervoor dat je verbinding maakt met de buitenwereld en meestal zal dit het internet zijn.

Deze poort staat meestal los van de overige poorten en heeft een ander kleurtje. Vaak staat er WAN of Internet bij genoteerd. Heb je een aparte modem en router, dan verbind je een lan-poort van de modem met de wan-poort op de router. In de afgelopen jaren is wlan, Wireless Local Area Network, veel belangrijker geworden dan gewoon lan. Wlan heeft dezelfde functionaliteit als lan, maar dan draadloos via de wifi-antennes op de router. Een draadloos netwerk is in principe door iedereen te zien, zodat hierbij beveiliging essentieel is.

NAT

NAT staat voor Network Address Translation en is een techniek die in routers is geïmplementeerd toen duidelijk werd dat de voorraad van 4 miljard ipv4-adressen wel eens op zou kunnen raken. Door NAT hoeft niet elk aangesloten apparaat een publiek ip-adres te hebben, maar wordt het ip-adres dat je van de provider hebt gekregen gedeeld. De router kent dan een eigen intern ipv4-adres toe aan een apparaat dat verbinding wil maken met het internet. Voor intern gebruik zijn enkele blokken ip-adressen gereserveerd, waarvan de reeks 192.168.xxx.xxx het meest wordt gebruikt.

Met deze adressen houdt de router de computers in je thuisnetwerk uit elkaar. Als een gebruiker op het thuisnetwerk nu een webpagina opvraagt en de site bezoekt, vervangt de router het interne ip-adres door het openbare ip-adres. Op deze manier kunnen tientallen apparaten met een intern privé-adres als 192.168.1.2 of 192.168.1.3 hetzelfde publieke ip-adres benutten.

Voor de aangesloten apparaten met een NAT-adres lijkt het alsof ze met een eigen openbaar ip-adres werken. Bijkomend voordeel is dat het ook veiliger is, omdat de verschillende computers in het thuisnetwerk niet afzonderlijk zichtbaar zijn vanaf het internet.

Dhcp

©PXimport

Meestal hoef je je over de interne ip-adressen niet druk te maken. De pc’s, laptops en smartphones in je netwerk krijgen automatisch een ip-adres toegewezen door de dhcp-server van de router. Dhcp staat voor Dynamic Host Configuration Protocol. De dhcp-server kijkt steeds in zijn pool met vrije ip-adressen en kent het eerstvolgende ip-adres dat vrij is toe aan de computer of het apparaat dat verbinding met het thuisnetwerk maakt, bekabeld of draadloos.

De omvang van de pool is meestal in te stellen op een Lokaal Netwerk-pagina, waar je het eerst te gebruiken ip-adres en het aantal gebruikers opgeeft. Standaard worden de DNS (Domain Name System) servers geregeld door je provider, maar je kunt hier ook de adressen van een alternatieve of OpenDNS server invullen. Wordt het contact verbroken dan wordt het ip-adres na de ingestelde leasetijd weer vrijgegeven. Dat betekent ook dat het ip-adres van een apparaat elke keer dat je opnieuw contact met het netwerk maakt, anders kan zijn. Dhcp biedt geen zekerheid dat een apparaat altijd hetzelfde ip-adres krijgt toegewezen.

Vast ip-adres

Soms is het wenselijk een computer of een apparaat in het netwerk wel een vast ip-adres, ofwel een statisch ip-adres te geven. Voor nas’en, netwerkprinters en webcamera’s bijvoorbeeld is het handig als steeds hetzelfde ip-adres wordt gebruikt. Ook als je thuis een ftp- of mailserver draait is het essentieel dat de router het binnenkomende verkeer steeds naar een vast adres stuurt. Zou de server een wisselend dynamisch adres hebben dan zou deze niet altijd bereikbaar kunnen zijn.

Om een pc of laptop een statisch adres te geven ga je naar Netwerkinstellingen en selecteer je Adapteropties wijzigen waar je bij Internet Protocol Version 4 een eigen ip-adres kunt invoeren. Voorwaarde is dat het vaste ip-adres in het subnet van de router ligt en buiten de dhcp-pool.

Poortnummers

©PXimport

Bij elk soort communicatie over een lan wordt een poortnummer toegevoegd dat aangeeft voor welke softwarematige poort een pakketje bestemd is. De bekendste poort is wellicht de http-poort 80, de poort waarmee je het internet op gaat. Andere bekende nummers als 110 of 995 voor pop3 en 25 of 587 voor smpt zijn de meesten van ons wellicht wel eens tegengekomen bij het configureren van een e-mailaccount. Voor deze standaardservices zijn de poorten tot 1023 gereserveerd.

Elke gebruiker krijgt voor elk communicatieproces door het besturingssysteem ook een intern poortnummer toegewezen. Dit ligt in de reeks ‘geregistreerde’ poorten tussen de nummers 1024 en 49151. En net zoals het ip-adres vervangt de router ook dit poortnummer in de tcp/ip-header door een ‘dynamisch’ poortnummer om mee naar buiten te treden. Deze vertaalslag wordt Port Address Translation genoemd. De router onthoudt in de NAT-tabel welke computer met welk poortnummer een bepaalde website heeft opgevraagd.

Wanneer er nu antwoord van die site komt doet de router het omgekeerde. Het externe poortnummer wordt vervangen door het oorspronkelijke herkomstpoortnummer en het publieke adres wordt vervangen door het interne adres van de pc in het thuisnetwerk die de aanvraag indiende. In het voorbeeld bezoeken twee gebruikers tegelijk een website; de een zoekt een koopje bij Bol.com, de ander is bij ING aan het internetbankieren.

Tcp/ip protocol

Het internet maakt gebruik van het tcp/ip-protocol (Transmission Control Protocol/ Internet Protocol) om gegevens uit te wisselen. Tcp/ip is een pakketgeschakeld protocol waarbij de gegevens in kleine pakketjes onafhankelijk van elkaar langs verschillende wegen worden verzonden. Een beter inzicht in het tcp/ip-protocol waarmee de internetverbindingen werken maakt veel zaken duidelijk. Het protocol is onder te verdelen in vijf lagen. In drie daarvan wordt een header toegevoegd aan de datapakketjes. In de bovenste laag – de applicatielaag – bevinden zich de internettoepassingen, zoals http, ftp en pop3.

De transportlaag daaronder verzorgt de communicatie en de datatransmissie tussen de endpoints. Als de transportlaag een tcp-segment overgeeft aan de onderliggende netwerklaag, dan wordt de ip-header toegevoegd. De netwerklaag, ook wel Layer 3 genoemd, verzorgt de adressering en de routering van pakketten. Ook de NAT-vertaling gebeurt op de netwerklaag.

Op de daaronder liggende datalinklaag, ook bekend als Layer 2, wordt een ip-pakket verder ingepakt in een frame. Ook wordt er weer een header toegevoegd waarin onder meer de mac (Medium Access Control)-adressen staan voor het verkeer over een lan. De frames worden ten slotte via ethernetkabels, glasvezel of draadloze wifi over de fysieke laag (de hardware, ofwel Layer 1) gestuurd. Bij het versturen komt er op bijna elke laag dus een header bij. Bij de ontvangst van een frame of een pakket haalt elke laag er in omgekeerde volgorde weer een header af.

Het praktische tcp/ip-protocol heeft veel overeenkomsten met het theoretische OSI-model (Open Systems Interconnection), dat zeven lagen kent. De toepassingslaag uit het tcp/ip-protocol wordt hierin opgesplitst in drie lagen: toepassing, presentatie en sessie, zoals in de afbeelding te zien is.

©PXimport

Mac-adres

Mac-adressen horen bij de datalinklaag van het tcp/ip-protocol. Een mac-adres is een hardware-adres en bedoeld om een specifiek apparaat te vinden. Het mac (Media Access Control)-adres is een unieke cijfer- en letterreeks die ieder netwerkapparaat van zijn fabrikant heeft gekregen en waarmee het zich onderscheidt van andere apparaten in een netwerk. Het mac-adres bestaat uit zes hexadecimale getallen gescheiden door een dubbele punt, bijvoorbeeld C0:11:6E:D2:2F:A3. Het mac-adres van je eigen lan-controller vind je met ipconfig/all, het mac-adres van een apparaat staat doorgaans op een sticker achter op het apparaat.

Als nu een pakketje voor een bepaald ip arriveert, moet de router nog weten waar dat adres zich fysiek bevindt. Daartoe bestaat het ARP (Address Resolution Protocol), dat mac-adressen met elkaar in contact brengt. Met dit protocol wordt een bestemmings-mac-adres achterhaald door middel van een broadcast-bericht aan alle aangesloten apparaten. Uitsluitend de computer die zijn eigen ip-adres herkent zal op grond daarvan het bericht beantwoorden en zijn mac-adres doorgeven. D

Op de meeste routers zijn de mac-adressen ook in te zetten filter. Je kunt dan een whitelist of een blacklist opstellen met toegestane of te blokkeren apparaten. Je kunt hier echter niet blind op vertrouwen, want een mac-adres is vrij makkelijk te hacken. De ARP-broadcast is de achilleshiel van het tcp/ip-protocol.

De datalinklaag is kwetsbaar voor ARP-spoofing waarbij een hacker door een vals ARP-verzoek datapakketjes die voor een bepaald ip-adres zijn bedoeld naar een eigen mac-adres kan routeren. In een zogeheten man-in-the-middle-attack kan hij dan het verkeer tussen twee gebruikers onderscheppen. Met dhcp-reservering of ARP-binding kan je er iets tegen doen, maar ook dit kan spoofing niet geheel voorkomen.it wordt dan in de header van het ethernetframe gezet en naar het betreffende apparaat gestuurd.

Port-forwarding

©PXimport

Bij de communicatie over internet worden niet alleen ip-adressen, maar zoals gezegd ook poorten gebruikt. Elk type communicatie gebruikt een andere poort. Zo gaat het webverkeer via poort 80, terwijl voor de e-mail poorten 110 (POP3) of 143 (IMAP) worden gebruikt. Gewoonlijk zijn op een ip-adres alle poorten dicht en gaan deze alleen open als het bijbehorende programma draait. Na het beëindigen van de applicatie worden met het oog op de veiligheid de poorten standaard weer gesloten, zodat iemand niet zomaar van buitenaf toegang tot een computer kan krijgen.

Als je een pakketje verstuurt krijg je antwoord op hetzelfde adres, omdat de router je ip-adres en het poortnummer heeft genoteerd en onthouden. Bij normaal internetgebruik hoef je daarom geen poorten open te zetten als je zelf een actie initieert. Als een ander jou echter spontaan een pakketje stuurt, dan komt dat wel aan op het publieke ip-adres van je internetaansluiting, maar weet de router niet wat hij ermee aan moet en negeert hij het pakketje. Als jouw computer voor anderen vanaf internet bereikbaar moet zijn, dan dien je zelf een of meer poorten open te zetten.

Dit proces wordt port forwarding genoemd. Als je bijvoorbeeld thuis een webserver draait of enkele webcamera’s hebt geïnstalleerd, moet je daarmee verbinding kunnen maken zonder te worden tegengehouden door de NAT-firewall. Port triggering is een variant op port forwarding waarbij de forwarding wordt geregeld door een on/off-switch op een andere poort.

Ipv6

Ipv6 is het nieuwe internetprotocol dat ipv4 in de komende jaren moet gaan vervangen. De twee zijn echter niet compatibel en verschillen sterk van elkaar. Om te beginnen in de adresruimte. Waar ipv4 het met 32 bits moet stellen, werkt het nieuwe ipv6 protocol met 128bit-adressen, wat betekent dat onder ipv6 de astronomische hoeveelheid van 3,4 x 10^38 ip-adressen beschikbaar komt, uitgeschreven 340 sextiljoen adressen. Waar ipv4 dus niet eens alle mensen op de wereld een adres kan geven, kan ipv6 als het ware elk zandkorreltje op aarde van een adres voorzien.

Dit maakt NAT volkomen overbodig, met ipv6 kan ieder apparaat zijn eigen unieke publieke ip-adres hebben. De router hoeft de interne adressen niet meer naar een publiek adres te vertalen en bij te houden welk verkeer aan welk apparaat toebehoort. Ook de noodzaak van een dhcp-server vervalt, omdat ipv6-apparaten zichzelf een adres kunnen toekennen.

Een ipv6-adres ziet er totaal anders uit dan een ipv4-adres en bestaat uit acht blokken van vier hexadecimale cijfers die door een dubbele punt worden gescheiden, bijvoorbeeld: 2001:0db8:3c4d:0015:0000:0000:1a2f:1a2b. Normaal gesproken wordt een ipv6 adres opgesplitst in een netwerk-ID of Prefix van 64 bits en een Interface-ID van 64 bits. De Prefix wordt weer opgedeeld in een netwerk-ID van 48 bits en een subnet-ID van 16 bits. De Interface Identifier is gebaseerd op het mac-adres van de node en maakt het adres uniek.

©PXimport

Naast het grote adresbereik en het overbodig maken van NAT biedt ipv6 een veel betere gegevensbeveiliging. Waar bij ipv4 de beveiliging er als het ware met ducttape is aangeplakt, is ipv6 vanaf de grond opgebouwd met veiligheid in gedachten. Zo ondersteunt ipv6 standaard end-to-end IPSec-encryptie, iets wat bij ipv4 enkel met een toevoeging als vpn of https op de applicatielaag mogelijk is.

Een andere verbetering van de veiligheid is dat er geen gebruik meer wordt gemaakt van het ARP op de linklaag, maar van het veiliger Neighbor Discovery Protocol. Het komt er op neer dat een router eerst verkent welke apparaten er op de linklaag aanwezig zijn in plaats van een broadcast-signaal uit te zenden en op antwoord te wachten.

Veel nieuwe routers zijn al voorbereid op ipv6 en ipv6-apparaten hebben vaak ‘dual stack’ aan boord, wat maakt dat ze met beide protocollen kunnen werken. Mogelijk heb je wel een firmware-upgrade nodig. Echt overstappen kun je pas als je provider native ipv6 beschikbaar stelt - en dan niet de 6RD-tussenoplossing. Nederland blijft echter ver achter met de uitrol van ipv6. Inmiddels kan dertien procent van de internetgebruikers over ipv6 beschikken, terwijl dit in België al meer dan vijftig procent is.

Wat is mijn ip-adres?

Wil je weten wat je publieke of externe ip-adres is waarmee je met de buitenwereld communiceert? Ga dan eens naar www.myip.nl. Bovenin staat je wan of externe ip-adres. Daaronder kun je aflezen welke browser je gebruikt en met welk poortnummer je de site hebt gezocht.

Wat is mijn lan-ip- of mac-adres?

Wil je weten wat je interne ip-adres of je mac-adres is? Ga dan naar het opdrachtpromptscherm, typ ipconfig /all in en druk op Enter. Misschien zullen niet alle gegevens je even duidelijk zijn, maar het ip-adres van je computer vind je in de regel ipv4 Address.

Bij een dynamisch ip-adres kan dat iedere keer als je de computer aanzet veranderen, bij een vast IP-adres blijft dit gelijk. Het mac-adres staat in de regel Physical Address. De Default Gateway komt steeds overeen met het eigen ip-adres van de router. Het ip-adres ligt meestal in de gereserveerde reeks 192.168.x.x. Om alle opties van je router te benutten log je met dit adres in op de interne webinterface van de router.

Tekst: Hans Niepoth

▼ Volgende artikel
Review Motorola Edge 60 Pro – AI werpt z’n schaduw
© Wesley Akkerman
Huis

Review Motorola Edge 60 Pro – AI werpt z’n schaduw

De laatste paar maanden verschijnen er steeds potentere midrange smartphones. Nu zit je met de Motorola Edge 60 Pro wel aan de bovenste kant van die markt, maar dat neemt niet weg dat je nog steeds veel waar voor je geld kunt krijgen.

Oké
Conclusie

Hoewel de Motorola Edge 60 Pro op hardwarevlak lekker scoort met zijn krachtige processor, uitstekende accuduur en een over het algemeen goed display, wordt de algehele gebruikerservaring onderuit geschoffeld door de software. Waar Motorola voorheen uitblonk met een relatief schone Android-ervaring, stelt de Edge 60 Pro teleur met een toename aan vooraf geïnstalleerde apps en een AI-integratie die nog niet volwassen is en de Nederlandse taal mist.

Plus- en minpunten
  • Prachtig p-oledscherm
  • Uitmuntende accuduur
  • Relatief snel op te laden
  • Potente processor
  • Prima game-smartphone
  • Veel nadruk op AI
  • AI werkt niet volledig in het Nederlands
  • Sommige functies vereisen een abonnement
  • Veel dataverzameling
  • Camera's met wisselende kwaliteit
  • Beeldstabilisatie

De Motorola Edge 60 Pro ligt in de winkels voor een adviesprijs van 599,99 euro. Voor dat geld krijg je een royale 12 GB werkgeheugen en 512 GB opslagruimte – een uitstekende deal dus. De prijs is gelijk gebleven aan die van zijn voorganger, maar onder de motorkap is er wel het nodige veranderd. De nieuwe Edge heeft een snellere processor, een krachtiger accu, een volledig vernieuwd camerasysteem en – opvallend – een flinke upgrade van het oplaadvermogen.

Net als eerdere modellen is de Edge 60 Pro slank, licht en compact, met een luxe uitstraling dankzij de aflopende schermranden. Met een gewicht van 186 gram ligt het toestel prettig in de hand. De achterkant is bekleed met veganistisch leer, wat niet alleen zorgt voor extra grip, maar ook voorkomt dat je last hebt van vingerafdrukken. En met zowel een IP68- als IP69-certificering is de smartphone uitstekend bestand tegen water en stof.

©Wesley Akkerman

Duurzaam en prachtig display

Terwijl veel andere fabrikanten de gebogen schermranden inmiddels links laten liggen, gaat Motorola er juist vol voor. Het geeft de Edge 60 Pro een premium uitstraling, maar brengt ook een klein nadeel met zich mee: in fel licht kunnen de randen reflecteren, iets waar je bij een plat scherm geen last van hebt. Storend is het niet direct, maar het valt wel op. Gelukkig maakt het p-oledscherm veel goed. Kleuren spatten van het display, het contrast is uitstekend en content kijken is dan ook een genot.

De vingerafdrukscanner zit netjes in het scherm verwerkt en reageert snel. Het display zelf biedt een scherpe resolutie van 2712 bij 1220 pixels en een verversingssnelheid tot 120 Hertz, wat zorgt voor soepele beelden. Ook de helderheid is dik in orde, zelfs op zonnige dagen. Mooi meegenomen is de keuze voor het stevige Gorilla Glass 7i aan de voorkant, een krasbestendige laag die tegen een stootje kan en het scherm goed beschermt bij dagelijks gebruik.

©Wesley Akkerman

Capabele processor voor gaming

De Motorola Edge 60 Pro draait op de Mediatek Dimensity 8350 Extreme, en dat is een flinke stap vooruit ten opzichte van de Edge 50 Pro. Vooral voor wie graag games op zijn smartphone speelt, is dit goed nieuws. Maar ook bij alledaags gebruik – van appen en mailen tot bellen, browsen en foto's maken – draait het toestel soepel. Tijdens het testen zijn we geen haperingen, vertragingen of andere storende zaken tegengekomen.

Ben je van plan om te gamen op de Edge 60 Pro, houd er dan wel rekening mee dat het toestel bij intensief gebruik warm kan worden. Dat gebeurt niet snel, maar bij grafisch zware 3D-games kan de temperatuur merkbaar oplopen, wat de prestaties wel iets kan beïnvloeden. De meeste casual games draaien probleemloos, maar bij zwaardere titels uit de Play Store speel je doorgaans op medium instellingen. Dat is niet ongebruikelijk in deze prijsklasse, en het toestel houdt zich daar prima staande.

©Wesley Akkerman

Meer energie, iets langere laadtijd

Een van de grootste veranderingen ten opzichte van het vorige model is de accu. Die heeft nu een indrukwekkende capaciteit van 6000 mAh, terwijl de voorganger met 4500 mAh al prima presteerde. Met de Edge 60 Pro haal je moeiteloos het einde van dag twee, zelfs als je af en toe een potje gamet. Die extra accuduur komt echter met een kleine keerzijde: de oplaadsnelheid is verlaagd van 125 naar 90 watt. Nog steeds snel, maar wel een stapje terug.

In de praktijk merk je daar weinig van. Tenzij je de Edge 60 Pro direct naast zijn voorganger legt, zul je het verschil nauwelijks opmerken. Opladen van 0 naar 100 procent duurt minder dan 50 minuten, en met een halfuurtje zit je vaak al rond de 75 procent. Draadloos laden is wél flink afgeremd: dat gaat nu met maximaal 15 watt, terwijl dat bij het vorige model nog 50 watt was. Een duidelijke concessie, al zal het voor veel gebruikers geen breekpunt zijn.

©Wesley Akkerman

De software was altijd zo goed…

Op softwaregebied heeft Motorola een aantal veranderingen doorgevoerd die niet voor iedereen positief zullen uitpakken. Zo staan er nu meer vooraf geïnstalleerde apps op het toestel, en is er een nieuwe AI-omgeving toegevoegd, ontwikkeld in samenwerking met Perplexity AI. Net als bij de Nothing Phone 3a krijg je daar via een aparte knop snel toegang toe. Daarmee kun je bijvoorbeeld meldingen laten samenvatten of informatie opvragen.

Leuk in theorie, maar in de praktijk werkt dat nog niet met alle apps. Toch zitten er handige functies tussen: zo kun je de assistent vragen om iets voor je te onthouden, zoals een foto of screenshot, die je later eenvoudig kunt terugvinden. Een duidelijke beperking is echter dat deze AI-functies alleen in het Engels werken. En hoewel we in Nederland vaak prima overweg kunnen met die taal, gaat dat ongetwijfeld ten koste van de toegankelijkheid voor sommige gebruikers.

©Wesley Akkerman

50x

Veel AI-opties

Een andere nieuwe functie is Playlist Studio. Daarmee kun je een afspeellijst laten samenstellen op basis van je eigen prompt. Klinkt veelbelovend, maar er zit een flinke beperking aan: het werkt alleen met Amazon Music, en dan ook nog uitsluitend als je een actief abonnement hebt. Daardoor zal deze functie voor veel gebruikers nauwelijks bruikbaar zijn. Image Studio – eveneens in samenwerking met Perplexity – is wél geslaagd. Hiermee maak je eenvoudig achtergronden, stickers en andere visuals, precies zoals je zou verwachten.

Daarnaast kun je rekenen op de kracht van Google Gemini, die je activeert door de powerknop ingedrukt te houden. Daarmee stel je vragen of geef je opdrachten, net als bij Google Assistant. Ook Circle to Search is aanwezig, een handige manier om snel informatie op te vragen over elementen uit foto's of screenshots. De nieuwe Moto AI-knop aan de linkerkant van het toestel is speciaal bedoeld voor deze AI-functies, maar is helaas niet aanpasbaar. Zonde, vooral voor wie weinig gebruikmaakt van Motorola's eigen AI-platform.

3x

2x

Veel dataverzameling

Opvallend is dat Motorola twee verschillende nieuwsoverzichten in zijn software-omgeving aanbiedt. Veeg je op het thuisscherm naar rechts, dan verschijnt de vertrouwde Google-feed – al kun je die eventueel uitschakelen. Daarnaast is er binnen het app-overzicht nóg een nieuwsoverzicht, afkomstig van een andere aanbieder. Het maakt duidelijk dat er veel gebeurt op het gebied van dataverzameling en -verwerking. Dat is op zich niets nieuws, maar Motorola zet het nu opvallend zichtbaar neer.

De Edge 60 Pro draait op Android 15 en krijgt drie jaar lang software-upgrades en vier jaar beveiligingsupdates. Daarmee loopt Motorola duidelijk achter op merken als Samsung en Google, die ruimere termijnen hanteren. Volgens Motorola sluit dit beleid echter aan op het werkelijke gebruik van hun toestellen. Intern onderzoek zou uitwijzen dat gebruikers hier tevreden mee zijn – reden genoeg voor het bedrijf om daar niets aan te veranderen. Toch voelt het als een gemiste kans: het drukt de langetermijnwaarde van een verder prima smartphone.

1x

0,5x

Solide camera’s, maar…

Het camerasysteem van de Motorola Edge 60 Pro levert over het algemeen degelijke fotoprestaties. De hoofdcamera heeft een resolutie van 50 megapixel, net als de ultragroothoeklens die ook dienstdoet als macrocamera. Daarnaast is er een telelens van 10 megapixel, goed voor 3x optische zoom en tot 50 keer digitale zoom. Aan de voorkant vind je een selfiecamera van eveneens 50 megapixel, met een lichtsensor die zorgt voor betere belichting en witbalans.

De lenzen produceren heldere, scherpe foto's, en dankzij de samenwerking met Pantone ogen kleuren meestal natuurlijk en accuraat, ook bij beweging of in lastige lichtomstandigheden. De HDR-prestaties zijn sterk, met veel detail in zowel lichte als donkere delen. Een minpunt is de neiging tot overbewerking: sommige foto's worden te sterk verscherpt, waardoor ze kunstmatig aanvoelen. Dat doet wat denken aan de beeldverwerking van sommige Samsung-toestellen.

0,5x

1x

Problemen in het donker

De hoofdcamera doet het prima bij daglicht, maar zodra het donker wordt, levert hij zichtbaar in op scherpte en detail. De ultragroothoeklens schiet bij goed licht acceptabele foto's, al vertaalt de sensor-upgrade zich niet altijd in betere beeldkwaliteit. In situaties met weinig licht vallen de prestaties flink tegen. De grootste tegenvaller is de telelens. Door de kleine sensor heeft die moeite met helderheid en dynamisch bereik, en de digitale zoom kun je sowieso beter links laten liggen.

De selfiecamera scoort daarentegen wél punten, met realistische huidtinten en scherpe beelden. Het bokeh-effect – waarbij de achtergrond onscherp wordt – is wisselend, en ook kun je kleurverschillen opmerken tussen de verschillende lenzen. Het zwakste punt van de Edge 60 Pro is echter de videokwaliteit. De beeldstabilisatie schiet tekort, waardoor video's al snel schokkerig aanvoelen. Onbruikbaar is het niet, maar op dit prijsniveau had Motorola meer mogen bieden.

2x

3x

Motorola Edge 60 Pro kopen?

De Motorola Edge 60 Pro scoort op hardwarevlak overtuigend, met een krachtige processor, een indrukwekkende accuduur en een helder, prettig scherm. Toch wordt de gebruikerservaring flink geremd door de software. Waar Motorola vroeger bekendstond om zijn schone Android-ervaring, oogt de Edge 60 Pro rommeliger dan ooit. De hoeveelheid voorgeïnstalleerde apps is toegenomen, en de AI-integratie voelt onaf – zeker omdat ondersteuning voor de Nederlandse taal ontbreekt.

De niet-aanpasbare AI-knop, de dubbele nieuwsfeeds met bijbehorende dataverzameling en het magere updatebeleid van drie jaar werpen een flinke schaduw over de solide hardwarebasis. Deze softwarematige concessies zorgen ervoor dat het toestel niet de verfijnde, toegankelijke ervaring biedt die je van Motorola zou verwachten. Zonder alle onvolwassen AI-toeters en bellen – en ondanks de wisselende camerakwaliteit – hadden we de Edge 60 Pro met gemak kunnen aanraden. Maar nu blijft er vooral een gevoel van gemiste kansen hangen.

▼ Volgende artikel
Weg met die waas: zo maak je de ruit van je oven of magnetron schoon
© AK | ID.nl
Huis

Weg met die waas: zo maak je de ruit van je oven of magnetron schoon

Een oven wordt flink heet tijdens het gebruik, en ook in een magnetron met grill- of ovenfunctie kan de temperatuur behoorlijk oplopen. Daardoor verdampt vet of spettert eten sneller tegen de binnenkant van de deur. Zelfs bij een gewone magnetron kunnen spetters en condens zich ophopen op het ruitje. Na een tijdje is het glas zo vettig of bruin dat je nauwelijks nog naar binnen kunt kijken. Niet gevaarlijk, wél vervelend. Gelukkig is het schoonmaken van die ruit minder lastig dan je denkt!

Dit artikel in het kort:

  • Hoe ontstaat die aanslag eigenlijk?
  • Wat heb je nodig?
  • Stap voor stap schoonmaken
  • Let op bij zelfreinigende ovens
  • Wat moet je níet doen?
  • En daarna? Zo houd je het ruitje schoon

Lees ook: Magnetron kopen? Dit is waar je op moet letten

Hoe ontstaat die vettige aanslag eigenlijk?

Tijdens het verwarmen van eten verdampt vet. In een oven branden die vetdruppeltjes langzaam in op het glas, zeker bij temperaturen boven de 180 graden. Ook etensresten die over de rand borrelen of spetteren kunnen tegen het ruitje aankomen. In een magnetron gebeurt min of meer hetzelfde, al speelt condens daar ook een rol. Het resultaat is een doffe waas die met alleen een vaatdoekje niet meer weggaat.

Wat heb je nodig?

Met een paar alledaagse schoonmaakmiddelen kun je die bruine aanslag al te lijf gaan:

🞐 Warm water
🞐 Scheutje afwasmiddel
🞐 Zachte doek (liefst microvezel)
🞐 Oude tandenborstel
🞐 Klein beetje baking soda
🞐 Schoonmaakazijn of citroensap
🞐 Eventueel een plastic schrapertje (géén metaal)

Let op: laat de oven of magnetron altijd goed afkoelen voor je begint.

Stap voor stap schoonmaken

Begin met de buitenkant van de ruit. Maak een lauwwarm sopje met afwasmiddel en veeg het glas schoon met een microvezeldoek. Hardnekkige plekken? Maak een dik papje van baking soda en een beetje water. Smeer dit op de vlekken en laat het tien minuten zitten. Daarna veeg je het eenvoudig weg met een vochtige doek.

Voor de binnenkant helpt het om vet eerst los te weken. Maak een doek nat met heet water en een flinke scheut azijn of citroensap. Houd deze een paar minuten tegen de binnenkant van het ruitje aan – of leg de doek er voorzichtig op, als dat lukt. De warmte en het zuur helpen om het vet los te weken. Gebruik daarna een tandenborstel om voorzichtig langs de randjes te schrobben.

Sommige ovens hebben een dubbele glasplaat. In veel gevallen kun je die losmaken om ook daar tussen schoon te maken. Kijk hiervoor in de handleiding van je oven: vaak zitten er klemmetjes of schroeven aan de bovenrand van de ovendeur. Wees voorzichtig en zorg dat je alles stevig terugplaatst.

©Андрей Журавлев

Let op bij zelfreinigende ovens

Heb je een zelfreinigende oven? Dan werkt het schoonmaken net even anders. Sommige ovens hebben een pyrolysefunctie: hierbij wordt de oven verhit tot zo'n 500 graden, waardoor vet en vuil veranderen in as. Dat kun je daarna eenvoudig opvegen met een doek. Andere modellen gebruiken katalyse of stoomreiniging. In al deze gevallen geldt: gebruik géén agressieve middelen op de wanden of het glas, want daarmee kun je de speciale coating beschadigen.

Ook belangrijk: de ruit kan tijdens zo'n reinigingsprogramma flink heet worden. Wacht dus altijd tot de oven volledig is afgekoeld voor je eraan begint. En poets het glas alleen met zachte doeken en neutrale middelen, zoals lauw water met een druppeltje afwasmiddel. Baking soda of citroen kun je in dit geval beter vermijden, tenzij je zeker weet dat jouw oven geen speciale coating heeft.

Wat moet je níet doen?

Gebruik geen schuursponsjes of staalwol. Ook ovenreiniger en agressieve sprays zijn geen goed idee op glas: ze kunnen het ruitje beschadigen of dof maken. Gebruik bij voorkeur ook geen mesjes of metalen schrapers – hoe verleidelijk dat soms ook is. Krassen zijn snel gemaakt en vrijwel niet meer weg te werken.

En daarna? Zo houd je het ruitje schoon

Veeg de ruit na elk gebruik even kort na met een vochtige doek, vooral als je ziet dat er gespetterd is. Dat kost je amper tijd en voorkomt dat vuil zich opbouwt. Gebruik je ovenschalen die kunnen overkoken? Zet er een lekbak onder. En voor magnetrons werkt een eenvoudig spatdekseltje echt verrassend goed – die vangt het meeste op.