ID.nl logo
Raspberry Pi als VPN-server inzetten
© PXimport
Huis

Raspberry Pi als VPN-server inzetten

Een VPN-verbinding is cruciaal als je veilig wilt internetten op openbare wifi-netwerken of als je landrestricties van bijvoorbeeld Uitzending Gemist wilt omzeilen wanneer je in het buitenland bent. Een Raspberry Pi kan je helpen. We maken van het minicomputertje een VPN-router en VPN-server.

Deze kun je ook laten verbinden met een andere VPN-router, zodat je je andere apparaten thuis verbindt met de Raspberry Pi om bijvoorbeeld buitenlandse streams te bekijken.

01 VPN-router

Als je een VPN wilt gebruiken, moet je dat op elk apparaat configureren (zie ook de basiscursus VPN). Wil je op meerdere apparaten in huis landrestricties omzeilen, dan is dat omslachtig. Daarom stellen we een andere aanpak voor: we maken van een Raspberry Pi een draadloos toegangspunt. Daarna zetten we op de Pi een VPN-verbinding op, zodat elk apparaat dat via het toegangspunt surft, automatisch op het VPN zit. Je hebt hiervoor een usb-wifi-adapter nodig die compatibel is met de Raspberry Pi.

©PXimport

02 Toegangspunt

Eerst maken we een draadloos toegangspunt van onze Pi. Daarvoor verwijzen we naar de vorige workshop over de Raspberry Pi als Tor-router. Volg de uitleg in de eerste 12 stappen van die workshop. Zodra je al die stappen correct hebt uitgevoerd, probeer dan met een draadloos apparaat op het SSID van je Pi te verbinden. Kijk bij problemen eens hier om te controleren of je wifi-adapter op de Pi ondersteund is en of je eventueel andere drivers moet downloaden of speciale configuratiestappen moet uitvoeren.

©PXimport

03 Tor verwijderen

Als je in de vorige workshop geen Tor-router van je Raspberry Pi gemaakt hebt, ga dan verder naar stap 5. In het andere geval moeten we eerst nog enkele stappen van toen ongedaan maken. Eerst stellen we in dat de verbindingen op het wifi-netwerk rechtstreeks via de ethernetinterface gaan in plaats van via de Tor-software. We verwijderen de oude NAT-regels met sudo iptables -F en sudo iptables -t nat -F. En we verwijderen de Tor-software met sudo apt-get remove tor.

©PXimport

04 Tor verwijderen (2)

Daarna geven we met de volgende opdrachten de nieuwe NAT-regels in: sudo iptables -t nat -A POSTROUTING -o eth0 -j MASQUERADE, sudo iptables -A FORWARD -i eth0 -o wlan0 -m state --state RELATED,ESTABLISHED -j ACCEPT en sudo iptables -A FORWARD -i wlan0 -o eth0 -j ACCEPT. Sla de configuratie op met sudo sh -c "iptables-save > /etc/iptables.ipv4.nat". We hebben er in de vorige workshop al voor gezorgd dat die configuratie bij het booten van je Pi ingelezen wordt. Nu hebben we alle Tor-specifieke aspecten van de vorige workshop ongedaan gemaakt.

©PXimport

05 VPN-configuratie

Nu maken we van onze Raspberry Pi een OpenVPN-client. Daarvoor heb je een account bij een VPN-provider nodig die het OpenVPN-protocol ondersteunt. Met wat geluk levert je provider ook een configuratiebestand voor OpenVPN. Rechtsklik op de url van het bestand in je browser en kopieer de link. Typ dan in je PuTTY-venster op de Raspberry Pi wget ", plak de url, voeg er " aan toe en druk op Enter. Krijg je geen configuratiebestand, kopieer dan een voorbeeldbestand met cp /usr/share/doc/openvpn/examples/sample-config-files/client.conf client.ovpn en lees hier wat je daarin verandert.

©PXimport

06 OpenVPN installeren

Installeer daarna de OpenVPN-software: sudo apt-get install openvpn resolvconf. Bevestig met Enter. Krijg je een foutmelding, probeer dan eerst de pakketlijst te verversen met sudo apt-get update en probeer het opnieuw. De software kan als client én als server werken, afhankelijk van de inhoud van het configuratiebestand. We moeten enkel het configuratiebestand van onze VPN-provider op de juiste plaats zetten: dat kan met sudo cp CONFIG.ovpn /etc/openvpn/client.conf, waarbij CONFIG de bestandsnaam van het gedownloade configuratiebestand is.

©PXimport

07 Andere bestanden

Gebruikt je VPN-provider certificaten om in te loggen, dan worden die vaak als afzonderlijke bestanden aangeboden op de website. Download ook deze naar je Pi zoals we in stap 5 met het configuratiebestand deden, en kopieer ze naar dezelfde map als het configuratiebestand: sudo cp CA /etc/openvpn/, waarbij CA de naam van het bestand is (voor de certificate authority). In andere gevallen heb je geen certificaat maar enkel een wachtwoord, en is dat in het configuratiebestand gedefinieerd. Soms zijn ook de certificaten in het configuratiebestand opgenomen.

©PXimport

08 Configuratie aanpassen

Aan het configuratiebestand dat je van je VPN-provider gekregen hebt, moet je waarschijnlijk nog iets aanpassen. Open het daarom met Nano: sudo nano /etc/openvpn/client.conf. Als er een regel dev tun in het configuratiebestand staat, verander die dan in dev tun0. Voeg nog twee regels toe: up /etc/openvpn/update-resolv-conf en down /etc/openvpn/update-resolv-conf. Lees ook de rest van het bestand eens na. Sla het bestand op met Ctrl+O en sluit het af met Ctrl+X. Verwijder de huidige NAT-regels nu weer met sudo iptables -F en sudo iptables -t nat -F.

©PXimport

09 Omleiding

Nu moeten we de apparaten die op het draadloze netwerk verbonden zijn via de OpenVPN-verbinding omleiden. Dat kan met een nieuwe NAT-regel: sudo iptables -t nat -A POSTROUTING -o tun0 -j MASQUERADE. Sla de configuratie op met sudo sh -c "iptables-save > /etc/iptables.ipv4.nat". Voer sudo nano /etc/default/openvpn uit, voeg de regel AUTOSTART="client" toe en wijzig de regel die begint met OPTARGS in OPTARGS="--script-security 2". Laat OpenVPN daarna automatisch starten bij het booten met sudo update-rc.d openvpn enable. Herstart je Pi en probeer je VPN-router uit.

©PXimport

10 VPN-server

Tot nu toe hebben we van onze Pi een VPN-router gemaakt die een verbinding met een externe VPN-server kan delen met alle apparaten in je lokale netwerk. Maar we kunnen de Pi ook zelf als VPN-server inzetten. Dat is handig als je op vakantie Uitzending Gemist wilt bekijken: dan zet je op je laptop in het buitenland een VPN-verbinding op naar je Raspberry Pi thuis, waardoor de websites die je bezoekt het (Nederlandse) IP-adres van je internetverbinding thuis te zien krijgen. Zo word je dus niet geblokkeerd door de landrestrictie.

©PXimport

11 Verwijder toegangspunt

Als je van je Pi geen toegangspunt, Tor-router of VPN-router gemaakt hebt, ga dan verder naar stap 12. In het andere geval moeten we enkele stappen ongedaan maken. Voer de opdrachten in stap 3 uit om de NAT-regels en eventueel de Tor-software weer te verwijderen, evenals sudo sh -c "iptables-save > /etc/iptables.ipv4.nat" om de nieuwe (lege) NAT-regels na een herstart te houden. De wifi-stick heb je ook niet meer nodig, dus die kun je uit de Pi halen. Verwijder dan ook de programma's die van je Pi een toegangspunt maakten: sudo apt-get remove isc-dhcp-server hostapd.

©PXimport

12 Certificaten

De OpenVPN-software hebben we in stap 6 al geïnstalleerd voor de VPN-router, en anders installeer je die met sudo apt-get install openvpn. Om OpenVPN als server te gebruiken, moeten we echter onze eigen certificaten aanmaken. Ga daarvoor naar de OpenVPN-configuratiedirectory met cd /etc/openvpn en voer sudo make-cadir easy-rsa uit. Omdat we nu voor de rest van de workshop allemaal opdrachten met sudo moeten uitvoeren, voeren we één keer sudo -s uit, zodat we de volgende keren geen sudo meer moeten opgeven. De opdrachtregel begint nu met root in plaats van met pi.

©PXimport

13 Variabelen

Ga nu naar de directory easy-rsa met cd easy-rsa en open het bestand vars met nano vars. We geven nu een aantal variabelen een waarde, zodat we bij het aanmaken van certificaten later niet telkens dezelfde waarden moeten ingeven. Wijzig de inhoud van de variabelen KEY_COUNTRY, KEY_PROVINCE, KEY_CITY, KEY_ORG, KEY_EMAIL en KEY. Voor het land vul je een tweeletterige landcode in (nl), voor de andere waarden is de inhoud vrij. Verander KEY_SIZE in 1024, want de standaardwaarde 2048 is te zwaar voor de Pi. Zie voor een voorbeeld de afbeelding. Sla op en sluit af met Ctrl+O en Ctrl+X.

©PXimport

14 CA

Normaal brengt een certificate authority (CA) certificaten uit waarmee het eigenaarschap van een publieke sleutel bewezen wordt, maar we kunnen dat evengoed zelf doen. We maken daarom een CA-certificaat aan. Met source ./vars laden we de variabelen in die we hierboven aangepast hebben, met ./clean-all verwijderen we alle sleutels die al aanwezig zijn en met ./build-ca maken we uiteindelijk het CA-certificaat aan. Druk bij elke vraag op Enter om de standaardwaarde te aanvaarden, ook bij de Common Name en Name.

©PXimport

15 Servercertificaat

Daarna maken we een certificaat en sleutel aan voor onze OpenVPN-server. Dat kan met ./build-key-server Frambozentaart, waarbij Frambozentaart de naam van onze server is. Aanvaard weer de standaardwaardes, zeker voor Common Name, die gelijk moet zijn aan de naam van de server die je aan build-key-server doorgegeven hebt. De vraag voor een challenge password antwoord je met Enter, waardoor het leeg blijft en ook de optionele bedrijfsnaam laat je leeg. Op de vraag Sign the certificate? antwoord je bevestigend met y, evenals op de vraag erna.

©PXimport

16 Clientcertificaten

Nu we de serverkant in orde hebben, moeten we voor elke client een certificaat en sleutel aanmaken met de opdracht ./build-key client1, waarbij client1 de naam van de client is. Accepteer weer dezelfde standaardwaarden en kies zeker bij Common Name de voorgestelde waarde, namelijk de naam van de client, zoals client1. Voor de rest antwoord je hetzelfde als bij de server. Herhaal dit voor alle apparaten waarmee je met het VPN wilt verbinden en zorg dat je voor elke client een unieke naam gebruikt. Tot slot voer je nog de opdracht ./build-dh aan (dat hoeft slechts één keer).

©PXimport

17 Serverconfiguratie

Kopieer nu de sleutels naar /etc/openvpn: cp keys/ca.crt keys/Frambozentaart.crt keys/Frambozentaart.key keys/dh1024.pem /etc/openvpn. Kopieer de voorbeeldconfiguratie: zcat /usr/share/doc/openvpn/examples/sample-config-files/server.conf.gz > /etc/openvpn/server.conf. Open het bestand met nano /etc/openvpn/server.conf en zoek naar de regels die achtereenvolgens beginnen met ca, cert, key en dh. Geef daarachter de juiste naam van de bestanden, zoals ca ca.crt, cert Frambozentaart.crt, key Frambozentaart.key en dh dh1024.pem.

©PXimport

18 Serverconfiguratie (2)

Zoek in het configuratiebestand naar de regel ;push "redirect-gateway def1 bypass-dhcp" en verwijder de puntkomma (;) vooraan de regel zodat deze actief wordt. Daardoor wordt je VPN-server de default gateway van de aangesloten clients, zodat ze via de VPN-verbinding kunnen surfen. Verwijder ook de ; vooraan de regel ;push "dhcp-option DNS 208.67.222.222" en de bijna identieke regel erna. Die twee regels zorgen dat de clients de DNS-servers van OpenDNS gebruiken. Sla tot slot het bestand op met Ctrl+O en sluit het af met Ctrl+X.

©PXimport

SD-kaart

Eén manier om bestanden van je Pi (zoals certificaat- en configuratiebestanden van OpenVPN) met je computer te delen is door de Pi uit te schakelen, het SD-kaartje in de kaartlezer van de computer te steken en de benodigde bestanden te kopiëren. Daarvoor moet je wel Ext2Fsd op Windows installeren om het Linux-bestandssysteem in te kunnen lezen. Je moet er ook telkens je Pi voor uitschakelen!

Samba

Een andere manier om bestanden van je Pi naar je computer te verplaatsen is met Samba. Je installeert dat programma op de Pi, zie hiervoor de workshop over de Raspberry Pi als downloadmachine. In het configuratiebestand van Samba definieer je welke map je op het netwerk deelt. Kopieer de bestanden die je wilt delen naar die map en open die in de verkenner van je Windows-pc.

©PXimport

Port forwarding

De Raspberry Pi is pas vanaf buiten je thuisnetwerk bereikbaar als je poort 1194 op je internetmodem/router laat doorsturen (forwarden) naar je Pi. Daarvoor moet je op de beheerpagina van je internetmodem/router naar de functionaliteit voor port forwarding gaan. In sommige interfaces heet dit 'LAN servers' of iets dergelijks. Geef de regel een naam (bijvoorbeeld 'vpn'), geef als poort 1194 op (of wat je in de OpenVPN-serverconfiguratie gekozen hebt), als protocol UDP en als lokaal IP-adres het interne IP-adres van je Pi.

IP-adressen

Port forwarding werkt enkel als je Pi altijd hetzelfde lokale IP-adres heeft. In je router heb je meestal ook een manier om een apparaat altijd hetzelfde IP-adres te geven. Vaak vind je dat onder het kopje DHCP. Geef daar het MAC-adres van je Pi in (te vinden na HWaddr als je ifconfig eth0 intypt in de opdrachtprompt van je Pi) en het gewenste IP-adres. Verder stel je in je router best ook een DynDNS-dienst in, zodat je VPN-server altijd onder dezelfde domeinnaam bereikbaar is.

©PXimport

19 Start OpenVPN

Om nu OpenVPN te starten, moeten we naar het juiste configuratiebestand verwijzen. Voer daarom nano /etc/default/openvpn uit en voeg AUTOSTART="server" toe. Als je eerder in deze workshop een VPN-router van je Pi gemaakt heb, moet je de AUTOSTART="client" hierdoor vervangen. Sla op en sluit af met Ctrl+O en Ctrl+X. Laat OpenVPN daarna automatisch starten bij het booten met sudo update-rc.d openvpn enable. Herstart je Pi. Kijk dan in de basiscursus over VPN op hoe je op je client met je OpenVPN-server verbindt.

©PXimport

20 Mobiele clients

Als je met je VPN-server wilt verbinden op Android- of iOS-apparaten, dan moet je nog enkele stappen uitvoeren. Die lees je hier onder de titel "Debian Server with Android / iOS devices" vanaf de tekst "Create client profile file...". De opdrachten daar plaatsen de CA, het clientcertificaat en de clientsleutel in het configuratiebestand van de client zelf, zodat de app OpenVPN Connect ze kan openen.

©PXimport

21 Hulp

OpenVPN heeft heel wat meer mogelijkheden dan we hier getoond hebben. Op deze webpagina vind je enkele tips. Maar ook de website van OpenVPN zelf staat boordevol met informatie. Klik links op Documentation om de uitgebreide documentatie te bekijken. Ook de voorbeeldconfiguratiebestanden staan overigens vol met informatie die uitlegt waarvoor alle opgenomen regels dienen. En als er iets misloopt, kijk dan eens naar foutmeldingen in de uitvoer van grep ovpn /var/log/syslog.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Motorola Edge 60 Fusion – Betaalbaar en compleet
© Rens Blom
Huis

Review Motorola Edge 60 Fusion – Betaalbaar en compleet

Een 'gewoon prima' smartphone hoeft echt geen vele honderden euro's te kosten, weten we inmiddels. De nieuwe Motorola Edge 60 Fusion is daar een mooi voorbeeld van, lees je in deze review. Voor een adviesprijs van 329 euro krijg je een telefoon die luxe oogt, fijne specificaties heeft en zes jaar updates ontvangt.

Uitstekend
Conclusie

De Motorola Edge 60 Fusion is niet de snelste smartphone in zijn prijsklasse, maar scoort op alle andere belangrijke punten wel (erg) goed. We zijn ook blij met het updatebeleid van zes jaar. Voor iets meer dan 300 euro koop je zo een telefoon waar je veel plezier aan kunt beleven.

Plus- en minpunten
  • Eigen, luxe ontwerp
  • Goed scherm
  • Zes jaar beveiligingsupdates
  • Prijs-kwaliteitverhouding
  • Niet de snelste in zijn klasse
  • Moto AI niet altijd nuttig

De Edge 60 Fusion is het goedkoopste model in Motorola's Edge 60-serie en verkrijgbaar in drie kleuren: blauw, roze en het geteste turquoise. Niet de meeste alledaagse kleuren voor een smartphone, en het veilige grijs, zwart en wit ontbreken. Wij kunnen dat wel waarderen.

Opvallend ontwerp

De Edge 60 Fusion valt lekker op in de saaie massa. Een hoesje kan handig zijn om de telefoon beter te beschermen, maar is niet nodig voor grip. De nepleren achterkant biedt namelijk veel grip. Motorola schermt bovendien met een MIL-STD-810H-certificering, die aangeeft dat de Edge 60 Fusion niet stuk zou moeten gaan door een val van maximaal 1,2 meter hoogte.

©Rens Blom

De Edge 60 Fusion valt lekker op.

De gebruikservaring van de Motorola-smartphone is uitstekend. Met 178 gram is het toestel relatief licht, door de gekromde randen aan de zijkanten heb je het idee dat je een hele dure telefoon in handen hebt en het 6,67 inch-oledscherm ziet ook heel goed uit. De verversingssnelheid is 120 Hz en de resolutie wat hoger dan Full-HD, waardoor het scherm scherp oogt.

Complete smartphone

We zijn ook blij dat Motorola de scherp geprijsde smartphone zo compleet heeft gemaakt. De Edge 60 Fusion is bijvoorbeeld waterbestendig, ondersteunt een e-sim en heeft lekker veel (256 GB) opslagcapaciteit. Ook het werkgeheugen is van gebruikelijke grootte (8 GB) en de gangbare accucapaciteit van 5200 mAh levert een meer dan prima accuduur op. Wij kunnen de smartphone bij redelijk intensief gebruik, ook buiten de deur, zeker een lange dag gebruiken. 's Avonds opladen kan, maar de volgende ochtend redt het toestel ook.

©Rens Blom

Het grote scherm ziet er goed uit

Je dient wel zelf een oplaadadapter te regelen, en het liefst een krachtige. Motorola levert – vanwege nieuwe EU-wetgeving – namelijk alleen een usb-c-kabel in de doos van de Edge 60 Fusion mee. Met de juiste adapter kan de smartphone overigens lekker rap opladen, namelijk met 68 watt. Wat dat zegt? Dat het drie kwartier duurt om de telefoon van 0 naar 100 procent te brengen.

Is de Edge 60 Fusion zonder compromissen? Nee. De gebruikte MediaTek-processor is niet zo snel, waardoor de telefoon ons af en toe niet kan bijhouden. Geen ramp, maar wel een aandachtspunt. Toestellen worden door de jaren heen namelijk wat trager door alle apps en bestanden die je erop hebt gezet, en de Edge 60 Fusion is dus vanaf dag één al niet de snelste in zijn segment.

©Rens Blom

Camera's

De camera's van de smartphone zijn wat verwarrend. Achterop lijken drie cameralenzen te zitten, aangevuld met een flitser. Er zijn echter maar twee camera's: een hoofdcamera en een groothoekcamera. De Edge 60 Fusion kan ook inzoomen, maar gebruikt daar zijn hoofdcamera voor. Hoewel de camera's prima zijn gelet op de prijs, merken we duidelijk dat duurdere smartphones betere kiekjes schieten. Een begrijpelijk compromis, en we zijn blij dat Motorola de groothoeklens voorzien heeft van een macrofunctie, om van heel dichtbij te fotograferen. Dat kunnen lang niet alle telefoons in dit prijssegment.

Hieronder zie je twee fotoseries met van links naar rechts de hoofdcamera, groothoekcamera en zoomfunctie (2x) aan het werk.

©Rens Blom

©Rens Blom

Zes jaar updates

Prettig aan de Motorola Edge 60 Fusion is dat de telefoon drie Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates krijgt. Je kunt het toestel dus heel lang veilig gebruiken. Motorola installeert ook heel wat AI-functies op het toestel. Sommige functies zijn nuttig, andere niet. Vertrouwd prettig blijven de gebaren om de smartphone efficiënt te bedienen. Motorola's tijdlijn met artikelen in allerlei categorieën toont ons om onduidelijke redenen alleen Engelstalige content, aangevuld met advertenties. Google's nieuwsfeed blijft dus relevanter.

©Rens Blom

Sommige onderdelen van Motorola's software bevallen goed, andere delen minder.

Conclusie: Motorola Edge 60 Fusion kopen?

De Motorola Edge 60 Fusion is niet de snelste smartphone in zijn prijsklasse, maar scoort op alle andere belangrijke punten wel (erg) goed. We zijn ook blij met het updatebeleid van zes jaar. Voor iets meer dan 300 euro koop je zo een telefoon waar je veel plezier aan kunt beleven.

▼ Volgende artikel
WhatsApp, Google Maps en DigiD populairste apps in Nederland
© ID.nl
Huis

WhatsApp, Google Maps en DigiD populairste apps in Nederland

WhatsApp is de meest geïnstalleerde app op Nederlandse smartphones, gevolgd door Google Maps, DigiD en YouTube. Dat blijkt uit het Mobile App Trends Report 2025 van Framna. Voor dit rapport zijn 600 apps geanalyseerd en 9.000 gebruikers ondervraagd.

Praktisch wint het van nieuws

De Top 20 laat een duidelijke voorkeur zien voor praktische apps, zoals 9292, NS, PostNL en Buienradar. Ook supermarktapps als die van Albert Heijn en Lidl Plus zijn vertegenwoordigd; terwijl ook Marktplaats, Bol en Spotify populair zijn.Nieuwsapps van onder andere NU.nl, NOS en De Telegraaf ontbreken. Daarin verschilt Nederland bijvoorbeeld van Scandinavische landen als Zweden en Denemarken, waarin de categorie nieuwsapps sterker scoort.

Kijken we naar sociale media, dan staan Facebook, Instagram en LinkedIn wel in de Top 20, maar TikTok ontbreekt.

Hoge waardering ≠ (automatisch) vaak geïnstalleerd

Framna keek niet alleen naar hoeveel een app wordt geïnstalleerd, maar ook naar de mate van waardering. De zogeheten "App Pulse-score" is gebaseerd op tevredenheid, gebruikswaarde, relevantie en het imago van de aanbieder. Op basis van die score staan WhatsApp, Spotify en ChatGPT bovenaan. Opvallend: sommige apps met een hoge App Pulse-score – zoals ChatGPT en Teletekst – komen niet voor in de lijst van meest geïnstalleerde apps.

WhatsApp niet weg te denken

WhatsApp is met een gebruikspercentage van 97 procent met afstand de populairste app in Nederland. De app wordt zowel privé als zakelijk gebruikt, onder meer voor klantenservice, groepsgesprekken en afspraakherinneringen. Daarmee speelt WhatsApp een centrale rol in de digitale communicatie van veel Nederlanders.

DigiD en Tikkie onmisbaar geworden

Ook DigiD en Tikkie zijn breed ingeburgerd. DigiD is de standaard geworden voor online toegang tot overheidsdiensten en zorginstanties. Tikkie wordt veel gebruikt voor het eenvoudig terugbetalen van bedragen onderling. Beide apps combineren gebruiksgemak met een duidelijke functie, waardoor ze inmiddels voor veel gebruikers tot de vaste uitrusting van hun telefoon behoren.

Social media dagelijks het meest geopend

In het onderzoek is ook gekeken naar het daadwerkelijke gebruik van apps. Social media worden het vaakst dagelijks geopend (door 62 procent van de ondervraagden), gevolgd door nieuwsapps (61 procent), financiële apps (31 procent) en entertainmentapps (28 procent). Toch halen nieuwsapps de top 20 van meest gebruikte apps niet.

De 20 meest gedownloade apps in Nederland

1: WhatsApp

2: Google Maps

3: DigiD

4: YouTube

5: Facebook

6: Marktplaats

7: Instagram

8: Albert Heijn

9: Spotify

10: Bol

11: PostNL

12: Messenger

13: NS

14: Netflix

15: Buienradar

16: Tikkie

17: Lidl Plus

18: LinkedIn

19: 9292

20: ING