ID.nl logo
Meer netwerkpoorten nodig? Kies de perfecte switch
© amazing studio - stock.adobe.com
Huis

Meer netwerkpoorten nodig? Kies de perfecte switch

De meeste routers hebben slechts vier netwerkaansluitingen en dat kan al snel te weinig zijn. Gelukkig kun je het aantal poorten eenvoudig uitbreiden met een switch. Switches zijn in allerlei soorten en maten te koop, en de goedkoopste exemplaren heb je al voor minder dan twee tientjes in huis.

In dit artikel laten we zien hoe je de juiste netwerkswitch kiest. Ga je voor een:

  • Unmanaged of managed switch?
  • Gigabit- of multigigabitswitch?
  • Switch met Power over Ethernet (PoE)?
  • Switch met 8, 16, 24 of 38 poorten?

Lees ook: 5 redenen waarom je toe bent aan een nieuwe router

Tip 1 Wat is een switch?

Een switch zorgt ervoor dat je meerdere netwerkapparaten met netwerkkabels met elkaar kunt verbinden en vormt dan ook de basis van je netwerk. Zonder switch heb je geen thuisnetwerk. Iedere consumentenrouter is daarom voorzien van een ingebouwde switch met doorgaans vier aansluitingen. Als je daar niet genoeg aan hebt, dan kun je kiezen voor een (extra) losse switch.

Switches zijn er in allerlei soorten en maten. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen unmanaged (onbeheerde) en managed (beheerde) switches. Er zijn compacte modellen met slechts vijf poorten voor thuis tot grote, professionele apparaten die in een serverrack thuishoren met wel 48 poorten. En alles ertussenin.

De keuze voor een switch is dus logisch als je netwerkaansluitingen tekort komt, maar kan ook handig zijn als je hooguit vier bedrade netwerkapparaten hebt die niet bij je router in de buurt staan. In plaats van vier lange kabels op je router aan te sluiten, heb je slechts één lange kabel nodig die je aansluit op je switch. Op die switch sluit je dan met kortere kabels je apparaten aan. Handig voor in je werkkamer of bij de televisie.

©metelevan - stock.adobe.com

De meeste routers zijn voorzien van een switch met slechts vier netwerkaansluitingen.

Betere wifi

Hoewel wifi handig is, kunnen de prestaties afnemen als er veel apparaten tegelijkertijd gebruikt worden. Door zo veel mogelijk apparaten via een netwerkkabel aan te sluiten, kun je de druk op je wifi-netwerk aanzienlijk verlagen. Zo reserveer je de wifi-bandbreedte voor apparaten die je alleen draadloos kunt gebruiken, zoals smartphones en tablets. Dit zorgt voor stabielere verbindingen en betere prestaties voor die draadloze apparaten.

Tip 2 Plug and play

De meeste switches voor thuisgebruik zijn unmanaged, wat betekent dat je ze zonder configuratie kunt gebruiken. Je sluit je apparaten aan en de switch doet de rest. Dit maakt ze bijzonder geschikt voor wie geen zin heeft in ingewikkelde instellingen of technische aanpassingen. De switch verdeelt het netwerkverkeer automatisch en zorgt ervoor dat alles soepel blijft werken, of je nu aan het streamen, werken of gamen bent. Het is letterlijk een kwestie van aansluiten en al je apparaten zijn verbonden met je netwerk.

©leungchopan - stock.adobe.com

Switches zijn plug and play: sluit je apparaten aan en ze zijn met elkaar verbonden.

Tip 3 Managed switch

De tegenhanger van de unmanaged ofwel onbeheerde switch is de managed ofwel beheerde switch. Een managed switch heeft een webinterface en soms een configuratietool waarmee je instellingen van de switch kunt veranderen. Voor thuisgebruik heeft dat vooral nut voor het creëren van VLAN’s: virtuele netwerken waarmee je verkeer op je netwerk kunt scheiden. Dat kan handig zijn voor bijvoorbeeld IoT-apparaten die je niet vertrouwt, maar veel routers en wifi-apparatuur voor consumenten bieden geen ondersteuning voor VLAN, waardoor je er dan alsnog weinig aan hebt.

Om je netwerk volledig te kunnen scheiden, moeten ook je router en eventuele extra wifi-accesspoints met VLAN kunnen omgaan. Wil je niet werken met VLAN’s, dan heb je een managed switch meestal niet nodig en kun je zonder problemen kiezen voor een unmanaged switch.

Wil je overigens werken met PoE (zie tip 5), dan raden we je ook als je geen VLAN wilt gebruiken juist toch een managed exemplaar aan. Je kunt dan namelijk in de webinterface aflezen hoeveel energie je PoE-apparaten gebruiken en dat kan handige informatie zijn om te weten. In de praktijk zijn veel goedkopere PoE-switches tot acht poorten ook managed, waardoor deze combinatie een logische aanschaf is. De meeste managed switches werken uit de doos hetzelfde als een unmanaged switch en kun je daarom zonder configuratie gebruiken.

Een managed switch heeft een webinterface waarmee je onder meer VLAN’s kunt beheren.

Tip 4 Multi-gigabit?

Switches zijn er in verschillende snelheidsklassen. Voor de meeste toepassingen is gigabit-ethernet nog steeds snel genoeg, zeker als je thuis nog geen multi-gigabitapparatuur of zelfs een internetabonnement sneller dan 1 Gbit/s hebt.

Er zijn wel steeds meer apparaten met multi-gigabitaansluitingen te koop, dus wellicht heb je al snellere apparatuur in huis. Zo zijn veel nieuwe moederborden en pc’s voorzien van netwerkaansluitingen met een snelheid van 2,5 Gbit/s en ook op NAS-apparaten zien we steeds vaker een snelle netwerkaansluiting.

Je hebt natuurlijk pas echt een multi-gigabitswitch nodig als je meerdere apparaten met een multi-gigabitaansluiting hebt die je daadwerkelijk op een hogere snelheid met elkaar wilt laten communiceren, denk aan een pc en een NAS. Vergeleken met gigabitswitches zijn multi-gigabitswitches nog altijd flink duurder. Volledig overstappen naar multi-gigabit kan in de papieren lopen, maar dat hoeft gelukkig niet. Je kunt prima switches met verschillende snelheden in één netwerk gebruiken. Zo kun je in een deel van je netwerk overstappen op multi-gigabitswitches, terwijl je in de rest van je netwerk gigabitswitches gebruikt. Wel moet je tussen twee apparaten met multi-gigabitaansluiting ervoor zorgen dat alle switches om kunnen gaan met de gewenste multi-gigabitsnelheid.

Multi-gigabitaansluitingen worden steeds normaler, zo is de QNAP TS216G NAS voorzien van een 2,5Gbit/s-aansluiting.

Tip 5 Power over Ethernet

Er is nog een eigenschap waar je op kunt letten als je een switch wilt kopen en dat is Power over Ethernet (PoE). De benodigde energie voor de voeding van een netwerkapparaat gaat dan over de netwerkkabel zelf, ideaal voor bijvoorbeeld accesspoints of beveiligingscamera’s. TP-Link verkoopt in de vorm van de Deco X50-PoE een wifi-mesh-set die je kunt voeden via PoE die de eenvoud van een mesh-systeem combineert met de voordelen van een netwerkkabel.

Uiteraard zorgt de toevoeging van PoE wel voor een hogere prijs, al hangt dat ook af van het gewenste vermogen. De belangrijkste standaarden zijn PoE of 802.3af, dat zo’n 15 watt per poort kan leveren, en Poe+ of 802.3at dat tot 30 watt per poort kan leveren. Nog hoger kan ook, zo kan PoE++ of 802.3bt minimaal 60 watt per poort leveren. Dat laatste is voor thuis echter zelden nodig en zulke switches zijn behalve prijzig doorgaans ook actief gekoeld.

Overigens hebben de meeste switches daarnaast ook een totaal maximaal vermogen voor alle poorten samen en dat kan (flink) lager liggen dan bijvoorbeeld vier keer 30 watt. Dat is niet heel erg, want veel PoE gevoede apparaten vragen veel minder dan 30 watt. Bij een gering aantal PoE-apparaten is een PoE-switch soms niet per se nodig. Bij sommige PoE-geschikte netwerkapparaten krijg je een zogeheten injector bijgeleverd: een voeding die je vlak voor de netwerkkabel kunt aansluiten en dan kunt doorlussen naar een switch zonder PoE. Heb je meerdere PoE-apparaten in gebruik, dan wordt dat wel al snel rommelig, al is het maar omdat iedere injector een stopcontact vereist, waardoor een PoE-switch dan een goede investering is.

©nikaz - stock.adobe.com

Met een PoE-switch kun je wifi-accesspoints of ip-camera’s vanaf een centraal punt voorzien van data én voeding.

Tip 6 Aantal poorten

Het aantal poorten op een netwerkswitch is een van de belangrijkste dingen om in gedachten te houden bij de aanschaf. Switches beginnen bij vijf poorten, maar we raden aan om minimaal een model met acht poorten te kiezen. Je hebt altijd één poort nodig om de switch aan te sluiten op je netwerk, meestal via je router. Een switch met vijf poorten geeft je dus eigenlijk maar vier bruikbare extra aansluitingen. Omdat een achtpoorts-switch vaak nauwelijks duurder is, krijg je voor een kleine meerprijs veel meer flexibiliteit.

Verwacht je groei of heb je al een groter netwerk? Dan is een switch met 16, 24 of zelfs 48 poorten een betere keuze. Dit voorkomt dat je later meerdere switches moet inzetten, wat het netwerk overzichtelijker en efficiënter maakt. Voor thuisgebruik zijn de normale RJ45-poorten goed genoeg. Sommige duurdere switches zijn daarnaast ook voorzien van SFP+-sloten waarin je SFP+-modules kunt schuiven. Zulke aansluitingen worden vaak gebruikt voor glasvezelnetwerken of om twee snelle switches met elkaar te verbinden. Voor normaal gebruik heb je geen SFP+ nodig.

©Daria Sol - stock.adobe.com

Er zijn switches met vijf poorten te koop, maar een switch met acht poorten geeft je meer flexibiliteit.

Muurmontage

Desktopswitches kun je meestal aan de muur bevestigen doordat er op de onderkant twee montagegaten aangebracht zijn. Handig om een switch in bijvoorbeeld de meterkast te hangen. Als er geen boormal wordt meegeleverd, kun je er zelf een maken. Leg hiervoor een vel papier op de achterkant en strijk met de zijkant van een potloodpunt de plek van de gaten heen. De positie van de gaten staan nu duidelijk op het vel papier.

Veel desktopswitches zijn voorzien van bevestigingsgaten waarmee je de switch op de muur kunt bevestigen.

Tip 7 IGMP-snooping

De meeste internetproviders leveren televisiezenders tegenwoordig via een eigen settopbox, die je het best bedraad kunt aansluiten. Omdat je bij de televisie waarschijnlijk nog wel meer apparaten hebt die je bedraad kunt aansluiten, zoals een spelcomputer of andere mediaspeler, is een switch een handige toevoeging aan je televisiemeubel. Let er vooral op dat als je een settopbox van een provider gebruikt dat je eigen switch de functie IGMP-snooping ondersteunt. Dit voorkomt dat je switch en netwerk vertraagt wordt als je internetprovider multicast-verkeer gebruikt voor de televisiestreams.

IGMP-snooping is een functie die ervoor zorgt dat multicast-verkeer binnen je netwerk alleen wordt doorgestuurd naar apparaten die hierom vragen. Zonder IGMP-snooping wordt al het multicast-verkeer naar elk apparaat in het netwerk gestuurd, wat kan leiden tot onnodige belasting en verminderde prestaties.

Dit is vooral handig bij het gebruik van diensten zoals ip-televisie (IPTV) via een settopbox. Televisie-apps op Android TV maken gebruik van unicast-verkeer en vereisen daarom geen IGMP-snooping voor een goede werking. Overigens kan als je IGMP-snooping nodig hebt een managed switch handiger zijn, omdat je dan controle hebt om de functionaliteit daadwerkelijk in te schakelen. KPN verkoopt bijvoorbeeld managed switches met vijf poorten in de vorm van de Netgear GS105E en TP-Link TL-SG105E die goed samenwerken met hun ip-televisieplatform.

Op managed switches kun je IGMP-snooping doorgaans specifiek inschakelen.

Tip 8 Opbouw

Bij het werken met meerdere switches moet je rekening houden met de prestaties van je netwerk. Daarbij is het handig om te weten dat verkeer van apparaten die op dezelfde switch zijn aangesloten, binnen de switch blijft. Hierdoor kunnen deze apparaten op volledige snelheid met elkaar communiceren. Wanneer je switches op elkaar aansluit, dan gaat al het verkeer tussen die switches meestal over één aansluiting; thuis is dat doorgaans een gigabitverbinding en dat zou bij zwaar gebruik een bottleneck kunnen vormen.

Werk bij de opbouw van je netwerk daarom met zo min mogelijk switches en zo veel als mogelijk met één centrale switch. Apparaten die voor het hele netwerk op de optimale snelheid bereikbaar moeten zijn, kun je het best op de centrale switch aansluiten. Denk dan bijvoorbeeld aan een NAS. Je kunt uiteraard wel switches aansluiten achter je centrale switch, bijvoorbeeld een switch in het kastje bij je televisie voor zaken als je spelcomputer, mediaspeler of smart-tv.

Iets waar je je bewust van moet zijn bij het werken met meerdere switches, is dat ieder onderdeel in theorie de betrouwbaarheid van je netwerk verlaagt. Als de eerder genoemde switch in je televisiekastje kapot gaat, zijn in één keer al die apparaten onbereikbaar. En als je nog verder gelaagd gaat werken, dus bijvoorbeeld drie switches achter elkaar, dan wordt die kans natuurlijk alleen maar groter. Daarom is drie achter elkaar aangesloten switches het maximum wat we je voor thuis adviseren.

De switch is idealiter het middelpunt van je netwerk.

Tip 9 Beheerd systeem

Een stap verder dan een managed switch is een switch die onderdeel is van een beheerd netwerksysteem, zoals TP-Link Omada of Ubiquiti Unifi. Zowel de Omada- als de Unifi-productreeks omvatten behalve switches ook andere netwerkapparaten, zoals accesspoints en routers. Als je van plan was om een via PoE gevoed accesspoint in huis te installeren en dat accesspoint valt in bijvoorbeeld de Omada-reeks, dan is het handig om ook te kiezen voor een managed switch die in dezelfde reeks valt, zodat je alles centraal kunt instellen.

De genoemde systemen zijn eigenlijk wel bedoeld voor kleine bedrijven en daarom relatief ingewikkeld in te stellen. Het zijn dus wellicht niet direct geschikte producten voor jou, maar het is handig om van het bestaan te weten als je op zoek bent naar een PoE-switch. Een alternatief voor kleinzakelijke en centraal beheerde via PoE gevoede accesspoints is de eerdergenoemde TP-Link Deco X50-PoE. Dit wifi-mesh-systeem werkt net zo eenvoudig als andere Deco-systemen, maar kun je wel centraal voeden via een PoE-switch.

In een beheerd systeem als TP-Link Omada beheer je onder meer switches en accesspoints vanuit één interface.

Kooptips

Heb je niet genoeg aansluitingen en meer netwerkpoorten nodig? Wij hebben drie switches voor je uitgezocht

Managed met PoE: TP-Link TL-SG108PE

TP-link biedt met de TL-SG108PE veel functionaliteit voor een scherpe prijs. Deze switch met acht gigabitaansluitingen is niet alleen managed en te configureren via een webinterface, maar biedt ook vier poorten met PoE+ (maximaal 30 watt per poort) met een totaal vermogen van 64 watt. Dat is genoeg voor een paar camera’s of accesspoints. Deze switch ondersteunt IGMP-snooping en is dus te gebruiken in combinatie met IP-televisie. De voeding is extern en er is geen ventilator ingebouwd waardoor de TL-SG108PE geruisloos zijn werk doet. De switch zelf heeft een compacte metalen behuizing en is netjes gebouwd. Je kunt de switch eventueel ook aan de muur monteren.

Simpel met acht poorten: Netgear ProSafe GS108

Ben je op zoek naar een simpele, onbeheerde gigabitswitch met acht poorten? Dan is de Netgear ProSafe al jarenlang een populair model. Niet voor niets, want deze energiezuinige switch werkt prima en heeft een bijzonder stevige metalen behuizing die volgens Netgear zelf gebouwd is als een tank. Je sluit hem aan en je hebt er verder geen omkijken naar want configureren is niet nodig. Dankzij montagegaten aan de achterkant kun je hem eventueel ook aan de muur bevestigen. Netgear biedt levenslange garantie op deze switch, maar helaas is de voedingsadapter hierbij uitgesloten en dat is uit ervaring het kwetsbaarste onderdeel.

Multi-gigabit: TP-Link TL-SG108-M2

We zien steeds vaker multi-gigabit-aansluitingen op nieuwe apparaten, maar daar heb je niks aan zonder een geschikte switch. Multi-gigabitswitches zijn nog een flink stuk duurder dan de gewone 1Gbit/s-versies. De managed varianten zijn voor thuis wat ons betreft nog te duur, maar de unmanaged modellen beginnen wel in het bereik van de thuisgebruiker te komen. Zo heeft deze TP-Link TL-SG108.M2 maar liefst acht netwerkaansluitingen met ondersteuning voor 2,5 Gbit/s, de multi-gigabitstandaard die je op veel nieuwere pc’s en NAS-apparaten aantreft. Je kunt nog wat geld besparen door te kiezen voor een model met vijf aansluitingen, zoals de TP-Link TL-SG105-M2.

▼ Volgende artikel
Bestanden bewaren zonder tussenkomst van big tech? Maak kennis met Seafile
© jahidsuniverse
Huis

Bestanden bewaren zonder tussenkomst van big tech? Maak kennis met Seafile

Er zijn veel diensten voor dataopslag en bestandssynchronisatie, maar ze hebben één ding gemeen: je data worden in de cloud opgeslagen. Vind je dit geen prettige gedachte, dan kun je je eigen server hosten, voor volledige controle over je gegevens. Met Seafile kan dit ook nog helemaal gratis.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen cloudopslag host met Seafile:

  • Installeer de gratis Seafile Community Edition op een Linux-server of NAS
  • Configureer gebruikersrechten, encryptie en versiebeheer voor maximale controle
  • Synchroniseer bestanden tussen je pc, smartphone en tablet met Seafile-clients
  • Deel bestanden en mappen veilig via versleutelde links en toegangsrechten
  • Optimaliseer je Seafile-server met Docker, WSL of een Raspberry Pi

Is je privacy belangrijk? Lees dan zeker ook: WhatsApp of Signal: kies je voor meer functies of voor meer privacy?

Code downloaden

In dit artikel worden voorbeelden van diverse commando’s gegeven. Omdat het overtikken van dergelijke opdrachten erg foutgevoelig is, kun je ze beter downloaden en daarna bekijken of kopiëren. Zie het bestand seacode.txt (en de standaardversie van docker-compose.yml).

Dropbox, OneDrive en Google Drive zijn populaire opslagdiensten die je vast kent. Je kunt er veel data in de cloud opslaan, gratis of tegen een kleine vergoeding. Bij Google Drive bijvoorbeeld kost 200 GB 3 euro per maand. Je hebt op elk moment en via vrijwel elk apparaat toegang, via een browser of een losse app. De meeste diensten bieden bovendien handige opties om data te delen met specifieke machtigingen.

Waarom zou je dan de moeite nemen om zelf cloudopslag- en synchronisatiesoftware te installeren en te hosten? Omdat jij dan de volledige controle over je data behoudt, zonder afhankelijk te zijn van derde partijen. Voor wie privacy belangrijk vindt, is dit een groot pluspunt. En geef toe: het opzetten van een eigen server blijft altijd een leuke uitdaging, zeker als die ook nog eens nuttig blijkt te zijn.

Lees ook: Exit-strategie: zo verlaat je Google, Microsoft, Apple of Meta

1 Waarom Seafile?

In dit artikel laten we je kennismaken met de applicatie Seafile. Dit is een platform voor cloudopslag, delen en synchronisatie, vergelijkbaar met diensten als Nextcloud, ownCloud, Syncthing en Resilio Sync.

Seafile is wellicht iets minder bekend, maar dit is niet helemaal terecht. Het is namelijk niet alleen opensource, maar je kunt het ook gratis gebruiken. Verder biedt het een robuuste client-serveropzet, met een lichte en efficiënte architectuur, waardoor het minder serverbronnen gebruikt dan de meeste andere diensten.

Seafile ondersteunt ook standaard client-side-encryptie, zodat data versleuteld worden voordat ze de server bereiken. Daarnaast biedt de server sterke toegangscontrole-opties voor nauwgezet beheer van rechten en gedeelde toegang (zij het iets minder in de gratis editie).

Seafile heeft tevens een ingebouwd versiebeheersysteem, waarmee gebruikers snel eerdere bestandsversies kunnen herstellen. Voldoende redenen, zo lijkt ons, om Seafile nader te verkennen. Voor wie koudwatervrees heeft: op https://demo.seafile.com/demo kun je veilig aan de slag met een online demo-installatie.

Wil je snel weten of Seafile handig is? Probeer dan de demo-omgeving.

2 Installatie

Seafile is te vinden op www.seafile.com. De Community Edition is volledig gratis en geschikt om zelf te hosten. Op de website vind je bij Download de desktop-synchronisatieclients voor Windows, macOS en Linux, desktop-drive-clients (zonder synchronisatie) voor dezelfde besturingssystemen, en mobiele clients voor Android en iOS/iPadOS. In de laatste paragraaf komen we nog terug op die clients, maar eerst hebben we de servermodule nodig.

Klik hiervoor bij Server for generic Linux op Server Manual en selecteer in het menu links Seafile Community Setup on Linux – niet de Professional Setup, die niet gratis is en vanaf 4 tot 9 gebruikers jaarlijks 100 dollar (ca. 95 euro) kost. Als je op het kopje Outline klikt, lees je dat er twee installatiemethodes zijn. Handmatig, waarbij je zelf de nodige modules configureert, zoals database (MariaDB), geheugencaching (memcached) en webserver (Nginx/Apache). Of deels geautomatiseerd met Docker. Deze tweede methode is handigst en wordt aanbevolen, die volgen we hier.

Seafile bevat heel wat clientmodules, maar eerst hebben we een server nodig.

3 Windows Subsysteem voor Linux

In dit artikel bekijken we een deels geautomatiseerde installatie vanuit Linux. Dat kan een aparte Linux-machine zijn, maar je kunt ook ongeveer dezelfde methode via Docker gebruiken (zie volgende paragraaf) voor de installatie op een Windows-machine. Een native Linux-omgeving heeft wel de voorkeur, omdat er voor een Windows-omgeving extra voorbereiding en andere ingrepen nodig kunnen zijn (zie ook paragraaf 9).

Zo heb je, om Seafile op Windows te draaien, het Windows Subsysteem voor Linux (WSL) nodig. Op recente Windows-edities is het installeren van WSL of WSL 2 gelukkig eenvoudig: open de Opdrachtprompt als administrator en voer de opdracht wsl --install uit. Indien nodig kun je WSL ook downloaden via de Microsoft Store. Bijwerken van een bestaande WSL-installatie kan op elk moment met de opdracht wsl --update.

Controleer voor alle zekerheid het volgende: druk op Windows-toets+R, voer optionalfeatures uit, en controleer in het venster Windows-onderdelen in- of uitschakelen dat zowel de opties Virtual Machine Platform als Windows-subsysteem voor Linux zijn aangevinkt. Bevestig met OK en herstart je systeem indien nodig.

Het Windows Subsysteem voor Linux laat zich doorgaans snel en probleemloos installeren.

Meer alternatieve installaties

Wij installeren Seafile in een Linux-omgeving en binnen Ubuntu via WSL. Je kunt de software ook op andere systemen draaien, zoals een virtuele Linux-machine (bijvoorbeeld met VirtualBox), een Raspberry Pi of een NAS. Ook in deze omgevingen kun je een Docker-image voor Seafile gebruiken.

Voor een Raspberry Pi kun je met deze commando’s al veel bereiken:

sudo apt-get update

sudo apt-get dist-upgrade

curl -SL https://get.docker.com | sh

sudo usermod -aG docker $USER

newgrp docker

docker run hello-world

Hiermee ben je klaar om ARM(64)-compatibele Docker-images op je Raspberry Pi te installeren.

Ook op een Synology NAS kun je Seafile installeren via Docker in combinatie met Portainer, een beheertool voor containerplatformen. Voor goede stap-voor-stap instructies kun je terecht op de website Mariushosting.

4 Docker-voorbereiding

We gaan ervan uit dat je de Linux-terminal hebt opgestart en commando’s kunt invoeren. In Windows met WSL volstaat het om Ubuntu op te starten via het startmenu (Ubuntu wordt namelijk standaard met WSL 2 geïnstalleerd. In Ubuntu kun je de terminal openen met Ctrl+Alt+T.

Omdat we met de Docker-container voor Seafile gaan werken, moet Docker eerst worden geïnstalleerd. Om conflicten met eventuele restanten van eerdere Docker- (of Podman-)installaties te voorkomen, voer je voor alle zekerheid het volgende commando uit:

for pkg in docker.io docker-doc docker-compose docker-compose-v2 podman-docker containerd runc; do sudo apt-get remove $pkg; done

Na deze opschoning voeg je de officiële GPG-sleutel van Docker toe met de volgende commando’s:

sudo apt-get update
sudo apt-get install ca-certificates curl
sudo install -m 0755 -d /etc/apt/keyrings
sudo curl -fsSL https://download.docker.com/linux/ubuntu/gpg -o /etc/apt/keyrings/docker.asc
sudo chmod a+r /etc/apt/keyrings/docker.asc

Dit zorgt ervoor dat je Docker zonder problemen kunt installeren en dat de pakketbronnen correct geverifieerd worden.

Voor alle zekerheid gooi je eventuele restanten van oudere Docker-installaties eerst overboord.

5 Docker-installatie

Vervolgens voeg je de Docker-repository toe, waar de benodigde Docker-softwarepakketten en componenten worden bewaard, met deze twee commando’s:

echo "deb [arch=$(dpkg --print-architecture) signed-by=/etc/apt/keyrings/docker.asc] https://download.docker.com/linux/ubuntu \ $(. /etc/os-release && echo "$VERSION_CODENAME") stable" | sudo tee /etc/apt/sources.list.d/docker.list > /dev/null
sudo apt-get update

Daarna installeer je Docker zelf met:

sudo apt-get install docker-ce docker-ce-cli containerd.io docker-buildx-plugin docker-compose-plugin

Om Docker-commando’s ook zonder rootrechten uit te kunnen voeren, voer je de volgende drie commando’s uit (waarbij het eerste wellicht overbodig is):

sudo groupadd docker
sudo usermod -aG docker $USER
newgrp docker

Zoals gebruikelijk bij programmeurs kun je nu even de wereld gedag zeggen met:

sudo service docker start
sudo docker run hello-world

Ook zonder sudo zou dit commando nu moeten werken:

docker run hello-world

Je bent nu klaar om met Seafile aan de slag te gaan.

De melding ‘Hello from Docker’ is de bevestiging dat die software goed draait.

6 Downloaden yml-configuratiebestand

Voor het draaien van Seafile gebruik je een bestand genaamd docker-compose.yml. Zo’n bestand haalt de nodige Docker-images op, stelt omgevingsvariabelen in, koppelt volumes en netwerken, en definieert eventuele afhankelijkheden. Het zet deze onderdelen om naar containers die binnen een gedefinieerd netwerk samenwerken.

Maak eerst een submap aan (bijvoorbeeld /seafile) in je actuele gebruikersmap in Ubuntu/WSL. Gebruik hiervoor het commando mkdir seafile. Controleer de mapinhoud met de opdracht ls. Navigeer naar deze map met cd seafile en download het yml-bestand voor Seafile met het commando:

wget -O docker-compose.yml https://manual.seafile.com/11.0/docker/docker-compose/ce/11.0/docker-compose.yml

Hiermee haal je dus versie 11.0 van de Community Edition (CE) binnen.

Haal het juiste yml-bestand op en plaats het bij voorkeur in een aparte map.

7 Aanpassen yml-configuratiebestand

Het gedownloade bestand docker-compose.yml is bijna klaar voor gebruik, er zijn nog enkele aanpassingen nodig. Je past dit aan met de ingebouwde teksteditor Nano in Ubuntu (gebruik de pijltjestoetsen om te navigeren), vanuit de map /home/<gebruiker>/seafile. Gebruik dit commando:

nano docker-compose.yml

Pas bij het kopje volumes: de regel /opt/seafile-mysql/[…] aan naar de submap die je eerder hebt gemaakt: /home/<gebruikersnaam>/seafile/mysql/[…].

Met het commando whoami kun je eventueel je gebruikersnaam opvragen. De submap /mysql wordt bij het uitvoeren van het yml-bestand (zie volgende paragraaf) automatisch aangemaakt.

Pas verder bij het kopje volumes: de regel /opt/seafile-data:/shared aan naar: /home/<gebruikersnaam>/seafile/data:/shared.

Vervang het standaardwachtwoord db_dev bij MYSQL_ROOT_PASSWORD= en DB_ROOT_PASSWD= door een eigen sterk wachtwoord.

Bij het kopje ports: kun je het poortnummer wijzigen waarop de webinterface van je Seafile-server bereikbaar is (standaard is dit 80). Wil je bijvoorbeeld poort 8001 gebruiken, pas dan "80:80" aan naar "8001:80".

Wijzig TIME_ZONE=Etc/UTC in TIME_ZONE=Europe/Amsterdam (of Europe/Brussels), vul je eigen e-mailadres in achter SEAFILE_ADMIN_EMAIL= en wijzig het standaard wachtwoord ascret van de beheerder achter SEAFILE_ADMIN_PASSWORD= in een sterk wachtwoord.

Voeg de regel restart: always toe om ervoor te zorgen dat de container automatisch opnieuw start, ook bij een herstart van de host. Dit kun je bijvoorbeeld doen net voor de twee onderste regels:

networks:
  seafile-net:

Sla het bestand op met Ctrl+O, bevestig met Enter en sluit af met Ctrl+X.

Alle wijzigingen in het yml-bestand in één oogopslag binnen Nano. 

Https

In het standaard docker-compose.yml-bestand van Seafile zie je dat bij ports: de regel "443:443" is uitgeschakeld met een commentaarteken (#). Laat dit in eerste instantie zo staan. Wil je je Seafile-server ook extern bereikbaar maken, dan is het zeker aan te raden om de server via https (standaardpoort 443) te laten benaderen. Pas in dit yml-bestand de regel SEAFILE_SERVER_LETSENCRYPT=true aan (in plaats van =false) en stel bij SEAFILE_SERVER_HOSTNAME= de hostnaam (en het eventuele poortnummer) in waarmee de server via https te bereiken is. We hebben hier helaas niet de ruimte om uit te leggen hoe je een https-certificaat van bijvoorbeeld Let’s Encrypt koppelt aan de domeinnaam van je Seafile-server en wat er precies nodig is om de server via https bereikbaar te maken.

8 Seafile starten

Om het yml-configuratiebestand uit te voeren, heb je Docker Compose nodig. Dit is gelukkig al meegekomen met de Docker-installatie van paragraaf 5. Vanuit de map /home/<gebruikersnaam>/seafile voer je deze opdracht uit:

docker compose up

Je ziet nu de logs van de containers, wat handig is om foutmeldingen in dit stadium op te sporen. Ongeveer een halve minuut later verschijnt, als het goed is, onderaan de melding Seahub is started. Done.

Open een browser op dit systeem en tik het adres localhost in, of localhost:<poortnummer> als je een andere poort hebt ingesteld in het yml-configuratiebestand. Het inlogvenster van Seafile verschijnt (gebruik het e-mailadres en wachtwoord van de Seafile-admin, zoals in het yml-configuratiebestand aangegeven). Na je aanmelding verschijnt een welkomstvenster en beland je in je dashboard (zie ook paragraaf 10).

Als alles naar behoren werkt, kun je voor volgende sessies deze opdracht gebruiken om meldingen te onderdrukken en de containers op de achtergrond te laten draaien:

docker compose up -d

Met dit commando kun je op elk moment de status van de draaiende containers bekijken:

docker ps

Het grote moment: de webinterface van Seafile met inlogvenster verschijnt.

9 Extra stappen in WSL 2

We testten Seafile tevens uit in een WSL2-omgeving in Windows en stuitten daarbij op twee onverwachte problemen. De eerste foutmelding was dat het bestand docker-credential-desktop.exe niet gevonden werd. Dit konden we oplossen door het bestand config.json in de map ~/.docker leeg te maken, vermoedelijk was dit een gevolg van een eerdere Docker Desktop-installatie.

Een vervelender probleem is dat WSL 2 standaard een gevirtualiseerde netwerkadapter gebruikt die niet direct bereikbaar is vanaf andere apparaten op het thuisnetwerk. Door een poortproxy (portforwarding) in te stellen, kun je de Seafile-webserver wel vanaf andere apparaten benaderen via <LAN-ip-adres>:<poortnummer>.

Start op het systeem met de WSL2-Seafile-server de Windows Opdrachtprompt als administrator en voer het commando wsl hostname -I uit. Dit levert drie interne WSL-ip-adressen op, waarbij het eerste adres reageert op een ping-commando:

ping <eerste ip-adres>

Dit adres correspondeert met de Seafile-webserver. Met het volgende commando wordt verkeer naar de ingestelde poort op een van de fysieke netwerkinterfaces (0.0.0.0) doorgestuurd naar de poort op het interne ip-adres van de Seafile-server:

netsh interface portproxy add v4tov4 listenport=<poortnummer-fysiek> listenaddress=0.0.0.0 connectport=<poortnummer-Seafile> connectaddress=<interne IP-Seafile-server>

In ons voorbeeld werd dit:

netsh interface portproxy add v4tov4 listenport=80 listenaddress=0.0.0.0 connectport=8001 connectaddress=172.25.102.224

Hiermee was de Seafile-webserver bereikbaar via <LAN-ip-adres-Windows-pc>, bij ons: 192.168.0.164, op de standaardpoort 80.

We zetten een ‘poortproxy’ op om de WSL2-interne Seafile-server via het netwerk te kunnen bereiken.

10 Systeembeheer

Voordat we overgaan naar de synchronisatie met de clients, is het nuttig om enkele opties in het Seafile-serverdashboard te bekijken. Rechtsboven bevindt zich een profielknop waarmee je via de optie Instellingen onder meer de taal, het wachtwoord en de notificatiefrequentie kunt aanpassen. Hier vind je ook de opties Uitloggen en Systeembeheerder. Met de laatste optie open je een uitgebreid menu met systeemopties. De rubriek Statistic biedt bijvoorbeeld inzicht in opslaggebruik, gebruikers en verkeer, en maakt het genereren van rapporten mogelijk.

Het onderdeel Apparaten toont een overzicht van verbonden toestellen. Belangrijk is ook de sectie Instellingen. Hier moet je namelijk de velden SERVICE_URL en zeker ook FILE_SERVER_ROOT wijzigen van de standaard-url (http://docs.seafile.com) in die van je eigen server. In onze testopstelling was dat bijvoorbeeld respectievelijk http://192.168.0.164 en http://192.168.0.164/seafhttp (de submap /seafhttp is standaard bij gebruik van Nginx/Apache). Bevestig deze wijzigingen telkens door op het vinkje te klikken. Verder vind je hier nog opties om voorwaarden voor nieuwe gebruikers in te stellen, zoals wachtwoordvereisten of een activatiemail.

In de rubriek Gebruikers beheer je eenvoudig gebruikers, inclusief importeren en exporteren van gegevens van en naar Excel. Bij Groepen kun je gebruikersgroepen en de bijbehorende bibliotheken beheren.

We raden je aan om alle rubrieken en opties een keer zorgvuldig door te nemen.

Vergeet niet om de url’s op die van je eigen Seafile-server af te stemmen.

Ook interessant: Weg van big tech, dit is het fediverse 

11 Databeheer

Bij Seafile draait alles om data, waarbij bibliotheken het centrale concept vormen. Klik linksboven op het logo om naar je dashboard te gaan en open Mijn bibliotheken. Met de knop Nieuwe Bibliotheek maak je eenvoudig extra bibliotheken aan en kun je door een vinkje bij Versleutel de toegang beveiligen met een wachtwoord. Bovenaan kun je via Upload en Nieuw bestanden toevoegen aan een geopende bibliotheek. Geselecteerde bestanden kun je kopiëren, verplaatsen, verwijderen en naar je systeem downloaden.

Als je met de muis over een bibliotheek, map of bestand beweegt, verschijnen enkele pictogrammen. Naast Downloaden en Verwijderen zie je het pictogram Meer handelingen voor een extra optiemenu. Bij Bestanden biedt dit menu onder meer Tags (labels toevoegen om data sneller te herkennen), Openen via programma (je kiest zelf de gewenste applicatie voor dat bestandstype) en Geschiedenis. Deze laatste optie geeft toegang tot versiebeheer, zodat je oudere versies kunt terughalen via Downloaden. De opties Tags en Geschiedenis vind je trouwens ook op bibliotheekniveau, via knopjes rechts boven de bibliotheekinhoud.

Seafile biedt ook een krachtig versiebeheer aan.

12 Delen

In de sectie Bibliotheken vind je bovenaan en bij een geselecteerd item de optie Delen. Kies je het pictogram Delen naast een geselecteerd bestand, dan verschijnt een venster met de opties Deellink en Interne link.

We richten ons hier op de eerste optie (Interne link is alleen voor gebruikers met specifieke leesrechten). Klik op Generate Link of op Generate links in batch voor meerdere links tegelijk. Na het klikken op Genereer verschijnen twee links: één waarmee de gebruiker een bestand kan previewen (indien beschikbaar) en dan beslissen om te downloaden, en één voor een directe download. Beide links bieden een QR-code. Je kunt ook een wachtwoord instellen (via Wachtwoord beveiliging toevoegen) en een vervaldatum voor je link meegeven (via Voeg automatische vervaldatum toe).

Als je Delen kiest op bibliotheekniveau, heb je extra opties: Upload Link (voor gebruikers om bestanden in je bibliotheek te uploaden), Delen met gebruiker en Delen met een groep, waarbij je telkens machtigingen instelt op Alleen lezen of Lezen/schrijven. In je dashboard vind je linksonder de optie Delen beheer, waarmee je gedeelde bibliotheken, mappen en links nog sneller kunt beheren.

Gedeelde links, inclusief QR-code.

13 Clients

Een Seafile-server is pas nuttig als je over clients beschikt die daarmee kunnen samenwerken. Seafile biedt hiervoor verschillende apps, zowel desktop als mobiel, voor diverse besturingssystemen. We richten ons hier op de Windows-client, maar de werking van de verschillende clients is vergelijkbaar.

Start na installatie de app en kies een lokale hoofdmap voor je bewaren van je Seafile-bibliotheken. Meld je aan bij de Seafile-server met hostnaam of ip-adres, e-mail, wachtwoord en computernaam. Na het inloggen verschijnen de bibliotheken. Klik op Ja om de standaardbibliotheek direct te downloaden.

In het appvenster kun je via het contextmenu van een bibliotheek de optie Synchroniseer deze bibliotheek selecteren om de inhoud met je desktop te synchroniseren. Je kunt hiervoor ook een alternatieve map kiezen. Klik met rechts op de gesynchroniseerde bibliotheek voor opties als Set sync Interval en Uitschakelen auto sync.

Je kunt zo’n bibliotheek nu ook lokaal openen om bestanden en mappen toe te voegen of te verwijderen. De gewijzigde data worden daarna gesynchroniseerd met de cloud, zoals jij hebt ingesteld. Via het tandwielpictogram pas je nog allerlei andere instellingen aan, zoals eventuele download- en uploadlimieten, notificaties en taal.

Je bepaalt zelf of en hoe vaak je data worden gesynchroniseerd.

▼ Volgende artikel
Samsung kondigt Galaxy XCover7 Pro en Galaxy Tab Active5 Pro aan
Huis

Samsung kondigt Galaxy XCover7 Pro en Galaxy Tab Active5 Pro aan

Samsung heeft nieuwe toestellen aangekondigd die speciaal zijn ontworpen voor veeleisende werkomgevingen. De Galaxy XCover7 Pro smartphone en Galaxy Tab Active5 Pro tablet combineren stevigheid van militaire kwaliteit met zakelijke functies voor gebruik in sectoren zoals detailhandel, overheid, logistiek, gezondheidszorg en productie.

De nieuwe toestellen zijn uitgerust met 5G-connectiviteit, een verbeterde processor en meer geheugen voor betrouwbaardere prestaties. De XCover7 Pro beschikt over een stereoluidsprekersysteem met antifeedbacktechnologie voor duidelijkere communicatie, terwijl beide apparaten een verbeterde batterijcapaciteit bieden. De XCover7 Pro heeft een 4.350 mAh batterij en de Tab Active5 Pro een 10.100 mAh batterij. De tablet ondersteunt ook 'Dual Hot-Swap' voor batterijen, waardoor het mogelijk is de batterij te vervangen zonder het apparaat uit te schakelen.

"Bij Samsung begrijpen we dat eerstelijnsprofessionals toegang tot technologie moeten hebben die zich aan hun snelle en veeleisende werkomgeving aanpast", aldus Eric Seure, Hoofd B2B MX Business bij Samsung Electronics Benelux.

Beide apparaten hebben een IP68-certificering voor water- en stofbestendigheid en voldoen aan de MIL-STD-810H-standaard voor valbestendigheid, extreme temperaturen en trillingen. De Tab Active5 Pro is voorzien van Corning Gorilla Glass Victus+ voor betere bescherming tegen krassen en stoten. De verbeterde aanraakgevoeligheid maakt het mogelijk om de toestellen ook met handschoenen te bedienen. De S Pen van de Tab Active5 Pro is eveneens IP68-gecertificeerd.

Communicatie en connectiviteit

De toestellen beschikken over verbeterde luidsprekertechnologie met antifeedbackruisonderdrukking, wat belangrijk is voor teams die afhankelijk zijn van portofoonachtige communicatie. Vision Booster verbetert de zichtbaarheid buiten door de leesbaarheid van het scherm in lichte omgevingen te verbeteren. De Tab Active5 Pro heeft een schermhelderheid tot 600 nits, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van het vorige model. Beide toestellen ondersteunen 5G-connectiviteit, Wi-Fi 6E en 'network slicing'. De Tab Active5 Pro biedt ook ondersteuning voor dubbele SIM-kaarten en introduceert 'front-facing NFC Tagging' voor toepassingen in retail, horeca en logistiek.

Slimmere functies voor productiviteit

De apparaten beschikken over AI-gestuurde verbeteringen zoals Circle to Search met Google, Object Eraser, AI Select en Read Aloud, die bijdragen aan een efficiëntere workflow. De XCover7 Pro wordt aangedreven door de Snapdragon 7s Gen 3 Mobile Platform-chipset, terwijl de Tab Active5 Pro dezelfde chip heeft met meer geheugen en opslagmogelijkheden. Samsung DeX wordt ondersteund voor een desktop-achtige ervaring wanneer de toestellen worden aangesloten op een monitor of pc. Programmeerbare toetsen maken het mogelijk om snelkoppelingen toe te wijzen aan veelgebruikte functies. De beveiliging wordt verzorgd door Samsung Knox Vault, met geavanceerde encryptie en authenticatie. Real-time Kernel Protection en DEFEX bieden extra beschermingslagen voor gevoelige gegevens.

Beschikbaarheid en prijzen

De nieuwe Galaxy XCover7 Pro en Galaxy Tab Active5 Pro zijn vanaf 21 april verkrijgbaar in de Benelux. De adviesprijs van de Galaxy XCover7 Pro is 609 euro en van de Galaxy Tab Active5 Pro 879 euro.

Bekijk hier andere Samsung-toestellen op Kieskeurig.nl: