ID.nl logo
Meer netwerkpoorten nodig? Kies de perfecte switch
© amazing studio - stock.adobe.com
Huis

Meer netwerkpoorten nodig? Kies de perfecte switch

De meeste routers hebben slechts vier netwerkaansluitingen en dat kan al snel te weinig zijn. Gelukkig kun je het aantal poorten eenvoudig uitbreiden met een switch. Switches zijn in allerlei soorten en maten te koop, en de goedkoopste exemplaren heb je al voor minder dan twee tientjes in huis.

In dit artikel laten we zien hoe je de juiste netwerkswitch kiest. Ga je voor een:

  • Unmanaged of managed switch?
  • Gigabit- of multigigabitswitch?
  • Switch met Power over Ethernet (PoE)?
  • Switch met 8, 16, 24 of 38 poorten?

Lees ook: 5 redenen waarom je toe bent aan een nieuwe router

Tip 1 Wat is een switch?

Een switch zorgt ervoor dat je meerdere netwerkapparaten met netwerkkabels met elkaar kunt verbinden en vormt dan ook de basis van je netwerk. Zonder switch heb je geen thuisnetwerk. Iedere consumentenrouter is daarom voorzien van een ingebouwde switch met doorgaans vier aansluitingen. Als je daar niet genoeg aan hebt, dan kun je kiezen voor een (extra) losse switch.

Switches zijn er in allerlei soorten en maten. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen unmanaged (onbeheerde) en managed (beheerde) switches. Er zijn compacte modellen met slechts vijf poorten voor thuis tot grote, professionele apparaten die in een serverrack thuishoren met wel 48 poorten. En alles ertussenin.

De keuze voor een switch is dus logisch als je netwerkaansluitingen tekort komt, maar kan ook handig zijn als je hooguit vier bedrade netwerkapparaten hebt die niet bij je router in de buurt staan. In plaats van vier lange kabels op je router aan te sluiten, heb je slechts één lange kabel nodig die je aansluit op je switch. Op die switch sluit je dan met kortere kabels je apparaten aan. Handig voor in je werkkamer of bij de televisie.

©metelevan - stock.adobe.com

De meeste routers zijn voorzien van een switch met slechts vier netwerkaansluitingen.

Betere wifi

Hoewel wifi handig is, kunnen de prestaties afnemen als er veel apparaten tegelijkertijd gebruikt worden. Door zo veel mogelijk apparaten via een netwerkkabel aan te sluiten, kun je de druk op je wifi-netwerk aanzienlijk verlagen. Zo reserveer je de wifi-bandbreedte voor apparaten die je alleen draadloos kunt gebruiken, zoals smartphones en tablets. Dit zorgt voor stabielere verbindingen en betere prestaties voor die draadloze apparaten.

Tip 2 Plug and play

De meeste switches voor thuisgebruik zijn unmanaged, wat betekent dat je ze zonder configuratie kunt gebruiken. Je sluit je apparaten aan en de switch doet de rest. Dit maakt ze bijzonder geschikt voor wie geen zin heeft in ingewikkelde instellingen of technische aanpassingen. De switch verdeelt het netwerkverkeer automatisch en zorgt ervoor dat alles soepel blijft werken, of je nu aan het streamen, werken of gamen bent. Het is letterlijk een kwestie van aansluiten en al je apparaten zijn verbonden met je netwerk.

©leungchopan - stock.adobe.com

Switches zijn plug and play: sluit je apparaten aan en ze zijn met elkaar verbonden.

Tip 3 Managed switch

De tegenhanger van de unmanaged ofwel onbeheerde switch is de managed ofwel beheerde switch. Een managed switch heeft een webinterface en soms een configuratietool waarmee je instellingen van de switch kunt veranderen. Voor thuisgebruik heeft dat vooral nut voor het creëren van VLAN’s: virtuele netwerken waarmee je verkeer op je netwerk kunt scheiden. Dat kan handig zijn voor bijvoorbeeld IoT-apparaten die je niet vertrouwt, maar veel routers en wifi-apparatuur voor consumenten bieden geen ondersteuning voor VLAN, waardoor je er dan alsnog weinig aan hebt.

Om je netwerk volledig te kunnen scheiden, moeten ook je router en eventuele extra wifi-accesspoints met VLAN kunnen omgaan. Wil je niet werken met VLAN’s, dan heb je een managed switch meestal niet nodig en kun je zonder problemen kiezen voor een unmanaged switch.

Wil je overigens werken met PoE (zie tip 5), dan raden we je ook als je geen VLAN wilt gebruiken juist toch een managed exemplaar aan. Je kunt dan namelijk in de webinterface aflezen hoeveel energie je PoE-apparaten gebruiken en dat kan handige informatie zijn om te weten. In de praktijk zijn veel goedkopere PoE-switches tot acht poorten ook managed, waardoor deze combinatie een logische aanschaf is. De meeste managed switches werken uit de doos hetzelfde als een unmanaged switch en kun je daarom zonder configuratie gebruiken.

Een managed switch heeft een webinterface waarmee je onder meer VLAN’s kunt beheren.

Tip 4 Multi-gigabit?

Switches zijn er in verschillende snelheidsklassen. Voor de meeste toepassingen is gigabit-ethernet nog steeds snel genoeg, zeker als je thuis nog geen multi-gigabitapparatuur of zelfs een internetabonnement sneller dan 1 Gbit/s hebt.

Er zijn wel steeds meer apparaten met multi-gigabitaansluitingen te koop, dus wellicht heb je al snellere apparatuur in huis. Zo zijn veel nieuwe moederborden en pc’s voorzien van netwerkaansluitingen met een snelheid van 2,5 Gbit/s en ook op NAS-apparaten zien we steeds vaker een snelle netwerkaansluiting.

Je hebt natuurlijk pas echt een multi-gigabitswitch nodig als je meerdere apparaten met een multi-gigabitaansluiting hebt die je daadwerkelijk op een hogere snelheid met elkaar wilt laten communiceren, denk aan een pc en een NAS. Vergeleken met gigabitswitches zijn multi-gigabitswitches nog altijd flink duurder. Volledig overstappen naar multi-gigabit kan in de papieren lopen, maar dat hoeft gelukkig niet. Je kunt prima switches met verschillende snelheden in één netwerk gebruiken. Zo kun je in een deel van je netwerk overstappen op multi-gigabitswitches, terwijl je in de rest van je netwerk gigabitswitches gebruikt. Wel moet je tussen twee apparaten met multi-gigabitaansluiting ervoor zorgen dat alle switches om kunnen gaan met de gewenste multi-gigabitsnelheid.

Multi-gigabitaansluitingen worden steeds normaler, zo is de QNAP TS216G NAS voorzien van een 2,5Gbit/s-aansluiting.

Tip 5 Power over Ethernet

Er is nog een eigenschap waar je op kunt letten als je een switch wilt kopen en dat is Power over Ethernet (PoE). De benodigde energie voor de voeding van een netwerkapparaat gaat dan over de netwerkkabel zelf, ideaal voor bijvoorbeeld accesspoints of beveiligingscamera’s. TP-Link verkoopt in de vorm van de Deco X50-PoE een wifi-mesh-set die je kunt voeden via PoE die de eenvoud van een mesh-systeem combineert met de voordelen van een netwerkkabel.

Uiteraard zorgt de toevoeging van PoE wel voor een hogere prijs, al hangt dat ook af van het gewenste vermogen. De belangrijkste standaarden zijn PoE of 802.3af, dat zo’n 15 watt per poort kan leveren, en Poe+ of 802.3at dat tot 30 watt per poort kan leveren. Nog hoger kan ook, zo kan PoE++ of 802.3bt minimaal 60 watt per poort leveren. Dat laatste is voor thuis echter zelden nodig en zulke switches zijn behalve prijzig doorgaans ook actief gekoeld.

Overigens hebben de meeste switches daarnaast ook een totaal maximaal vermogen voor alle poorten samen en dat kan (flink) lager liggen dan bijvoorbeeld vier keer 30 watt. Dat is niet heel erg, want veel PoE gevoede apparaten vragen veel minder dan 30 watt. Bij een gering aantal PoE-apparaten is een PoE-switch soms niet per se nodig. Bij sommige PoE-geschikte netwerkapparaten krijg je een zogeheten injector bijgeleverd: een voeding die je vlak voor de netwerkkabel kunt aansluiten en dan kunt doorlussen naar een switch zonder PoE. Heb je meerdere PoE-apparaten in gebruik, dan wordt dat wel al snel rommelig, al is het maar omdat iedere injector een stopcontact vereist, waardoor een PoE-switch dan een goede investering is.

©nikaz - stock.adobe.com

Met een PoE-switch kun je wifi-accesspoints of ip-camera’s vanaf een centraal punt voorzien van data én voeding.

Tip 6 Aantal poorten

Het aantal poorten op een netwerkswitch is een van de belangrijkste dingen om in gedachten te houden bij de aanschaf. Switches beginnen bij vijf poorten, maar we raden aan om minimaal een model met acht poorten te kiezen. Je hebt altijd één poort nodig om de switch aan te sluiten op je netwerk, meestal via je router. Een switch met vijf poorten geeft je dus eigenlijk maar vier bruikbare extra aansluitingen. Omdat een achtpoorts-switch vaak nauwelijks duurder is, krijg je voor een kleine meerprijs veel meer flexibiliteit.

Verwacht je groei of heb je al een groter netwerk? Dan is een switch met 16, 24 of zelfs 48 poorten een betere keuze. Dit voorkomt dat je later meerdere switches moet inzetten, wat het netwerk overzichtelijker en efficiënter maakt. Voor thuisgebruik zijn de normale RJ45-poorten goed genoeg. Sommige duurdere switches zijn daarnaast ook voorzien van SFP+-sloten waarin je SFP+-modules kunt schuiven. Zulke aansluitingen worden vaak gebruikt voor glasvezelnetwerken of om twee snelle switches met elkaar te verbinden. Voor normaal gebruik heb je geen SFP+ nodig.

©Daria Sol - stock.adobe.com

Er zijn switches met vijf poorten te koop, maar een switch met acht poorten geeft je meer flexibiliteit.

Muurmontage

Desktopswitches kun je meestal aan de muur bevestigen doordat er op de onderkant twee montagegaten aangebracht zijn. Handig om een switch in bijvoorbeeld de meterkast te hangen. Als er geen boormal wordt meegeleverd, kun je er zelf een maken. Leg hiervoor een vel papier op de achterkant en strijk met de zijkant van een potloodpunt de plek van de gaten heen. De positie van de gaten staan nu duidelijk op het vel papier.

Veel desktopswitches zijn voorzien van bevestigingsgaten waarmee je de switch op de muur kunt bevestigen.

Tip 7 IGMP-snooping

De meeste internetproviders leveren televisiezenders tegenwoordig via een eigen settopbox, die je het best bedraad kunt aansluiten. Omdat je bij de televisie waarschijnlijk nog wel meer apparaten hebt die je bedraad kunt aansluiten, zoals een spelcomputer of andere mediaspeler, is een switch een handige toevoeging aan je televisiemeubel. Let er vooral op dat als je een settopbox van een provider gebruikt dat je eigen switch de functie IGMP-snooping ondersteunt. Dit voorkomt dat je switch en netwerk vertraagt wordt als je internetprovider multicast-verkeer gebruikt voor de televisiestreams.

IGMP-snooping is een functie die ervoor zorgt dat multicast-verkeer binnen je netwerk alleen wordt doorgestuurd naar apparaten die hierom vragen. Zonder IGMP-snooping wordt al het multicast-verkeer naar elk apparaat in het netwerk gestuurd, wat kan leiden tot onnodige belasting en verminderde prestaties.

Dit is vooral handig bij het gebruik van diensten zoals ip-televisie (IPTV) via een settopbox. Televisie-apps op Android TV maken gebruik van unicast-verkeer en vereisen daarom geen IGMP-snooping voor een goede werking. Overigens kan als je IGMP-snooping nodig hebt een managed switch handiger zijn, omdat je dan controle hebt om de functionaliteit daadwerkelijk in te schakelen. KPN verkoopt bijvoorbeeld managed switches met vijf poorten in de vorm van de Netgear GS105E en TP-Link TL-SG105E die goed samenwerken met hun ip-televisieplatform.

Op managed switches kun je IGMP-snooping doorgaans specifiek inschakelen.

Tip 8 Opbouw

Bij het werken met meerdere switches moet je rekening houden met de prestaties van je netwerk. Daarbij is het handig om te weten dat verkeer van apparaten die op dezelfde switch zijn aangesloten, binnen de switch blijft. Hierdoor kunnen deze apparaten op volledige snelheid met elkaar communiceren. Wanneer je switches op elkaar aansluit, dan gaat al het verkeer tussen die switches meestal over één aansluiting; thuis is dat doorgaans een gigabitverbinding en dat zou bij zwaar gebruik een bottleneck kunnen vormen.

Werk bij de opbouw van je netwerk daarom met zo min mogelijk switches en zo veel als mogelijk met één centrale switch. Apparaten die voor het hele netwerk op de optimale snelheid bereikbaar moeten zijn, kun je het best op de centrale switch aansluiten. Denk dan bijvoorbeeld aan een NAS. Je kunt uiteraard wel switches aansluiten achter je centrale switch, bijvoorbeeld een switch in het kastje bij je televisie voor zaken als je spelcomputer, mediaspeler of smart-tv.

Iets waar je je bewust van moet zijn bij het werken met meerdere switches, is dat ieder onderdeel in theorie de betrouwbaarheid van je netwerk verlaagt. Als de eerder genoemde switch in je televisiekastje kapot gaat, zijn in één keer al die apparaten onbereikbaar. En als je nog verder gelaagd gaat werken, dus bijvoorbeeld drie switches achter elkaar, dan wordt die kans natuurlijk alleen maar groter. Daarom is drie achter elkaar aangesloten switches het maximum wat we je voor thuis adviseren.

De switch is idealiter het middelpunt van je netwerk.

Tip 9 Beheerd systeem

Een stap verder dan een managed switch is een switch die onderdeel is van een beheerd netwerksysteem, zoals TP-Link Omada of Ubiquiti Unifi. Zowel de Omada- als de Unifi-productreeks omvatten behalve switches ook andere netwerkapparaten, zoals accesspoints en routers. Als je van plan was om een via PoE gevoed accesspoint in huis te installeren en dat accesspoint valt in bijvoorbeeld de Omada-reeks, dan is het handig om ook te kiezen voor een managed switch die in dezelfde reeks valt, zodat je alles centraal kunt instellen.

De genoemde systemen zijn eigenlijk wel bedoeld voor kleine bedrijven en daarom relatief ingewikkeld in te stellen. Het zijn dus wellicht niet direct geschikte producten voor jou, maar het is handig om van het bestaan te weten als je op zoek bent naar een PoE-switch. Een alternatief voor kleinzakelijke en centraal beheerde via PoE gevoede accesspoints is de eerdergenoemde TP-Link Deco X50-PoE. Dit wifi-mesh-systeem werkt net zo eenvoudig als andere Deco-systemen, maar kun je wel centraal voeden via een PoE-switch.

In een beheerd systeem als TP-Link Omada beheer je onder meer switches en accesspoints vanuit één interface.

Kooptips

Heb je niet genoeg aansluitingen en meer netwerkpoorten nodig? Wij hebben drie switches voor je uitgezocht

Managed met PoE: TP-Link TL-SG108PE

TP-link biedt met de TL-SG108PE veel functionaliteit voor een scherpe prijs. Deze switch met acht gigabitaansluitingen is niet alleen managed en te configureren via een webinterface, maar biedt ook vier poorten met PoE+ (maximaal 30 watt per poort) met een totaal vermogen van 64 watt. Dat is genoeg voor een paar camera’s of accesspoints. Deze switch ondersteunt IGMP-snooping en is dus te gebruiken in combinatie met IP-televisie. De voeding is extern en er is geen ventilator ingebouwd waardoor de TL-SG108PE geruisloos zijn werk doet. De switch zelf heeft een compacte metalen behuizing en is netjes gebouwd. Je kunt de switch eventueel ook aan de muur monteren.

Simpel met acht poorten: Netgear ProSafe GS108

Ben je op zoek naar een simpele, onbeheerde gigabitswitch met acht poorten? Dan is de Netgear ProSafe al jarenlang een populair model. Niet voor niets, want deze energiezuinige switch werkt prima en heeft een bijzonder stevige metalen behuizing die volgens Netgear zelf gebouwd is als een tank. Je sluit hem aan en je hebt er verder geen omkijken naar want configureren is niet nodig. Dankzij montagegaten aan de achterkant kun je hem eventueel ook aan de muur bevestigen. Netgear biedt levenslange garantie op deze switch, maar helaas is de voedingsadapter hierbij uitgesloten en dat is uit ervaring het kwetsbaarste onderdeel.

Multi-gigabit: TP-Link TL-SG108-M2

We zien steeds vaker multi-gigabit-aansluitingen op nieuwe apparaten, maar daar heb je niks aan zonder een geschikte switch. Multi-gigabitswitches zijn nog een flink stuk duurder dan de gewone 1Gbit/s-versies. De managed varianten zijn voor thuis wat ons betreft nog te duur, maar de unmanaged modellen beginnen wel in het bereik van de thuisgebruiker te komen. Zo heeft deze TP-Link TL-SG108.M2 maar liefst acht netwerkaansluitingen met ondersteuning voor 2,5 Gbit/s, de multi-gigabitstandaard die je op veel nieuwere pc’s en NAS-apparaten aantreft. Je kunt nog wat geld besparen door te kiezen voor een model met vijf aansluitingen, zoals de TP-Link TL-SG105-M2.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 grote 65 inch 4K smart-tv's voor minder dan 600 euro
© jon anders wiken
Huis

Waar voor je geld: 5 grote 65 inch 4K smart-tv's voor minder dan 600 euro

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Waar je een paar jaar geleden nog de hoofdprijs betaalde voor een goede 65 inch smart-tv, zijn deze tv's nu al een stuk betaalbaarder. Wij vonden vijf exemplaren die voor minder dan 600 euro te koop zijn.

Een 65 inch 4K smart-tv is natuurlijk de ultieme televisie voor het kijken van series en films in de hoogste kwaliteit. Voordeel is verder ook dat je niet al te dicht op je scherm hoeft te zitten: voor een 65 inch televisie geldt een afstand vanaf zo'n drie tot drieënhalve meter. En dankzij de smart-functionaliteit heb je toegang tot tal van streamingdiensten. Wij bekeken de mooiste modellen die je voor minder dan 600 euro kunt kopen.

LG 65UR73006LA

Voor wie houdt van heldere beelden en natuurlijke kleuren is de LG 65UR73006LA.AEUQ een prima keuze. Het 4K-paneel met ondersteuning voor HDR10 en HLG laat films en series mooi uitkomen. Wat direct opvalt is het brede kijkhoekpaneel, zodat je vanuit elke hoek goed beeld hebt. Drie HDMI 2.1-poorten zijn aanwezig, handig voor bijvoorbeeld een spelcomputer of soundbar. Het geluid is degelijk, met 20 watt RMS, al kan een extra speaker geen kwaad. De televisie zelf is niet overdreven dik, ongeveer 57 mm, en draait op WebOS dat vlot en makkelijk werkt.

Besturingssysteem: WebOS
Aantal HDMI-poorten
: 3
Audio-output (RMS)
: 20W

TCL 65C655 Pro

Deze TCL 65C655 Pro is een goede keus als je graag series kijkt of een filmavond houdt. Dankzij de QLED-techniek komen de kleuren mooi tot leven en ook HDR10+ en Dolby Vision helpen mee voor extra diepte. Google TV zorgt ervoor dat je toegang hebt tot de meeste (streaming-)apps van Netflix tot YouTube. Het geluid springt eruit: met 50 watt RMS en een ingebouwde subwoofer krijg je een stevig geluid. De tv zelf is daardoor wel een tikje dikker, zo’n 80 mm. Er zijn drie HDMI-poorten voor het aansluiten van extra apparaten.

Besturingssysteem: Google TV
Aantal HDMI-poorten
: 3
Audio-output (RMS)
: 50W

Hisense 65A7NQ

Ben je iemand die vooral van gemak houdt? De Hisense 65A7NQ biedt precies dat. De tv is simpel in gebruik, draait op het VIDAA-besturingssysteem en start razendsnel op. Met zijn 4K-beeld en ondersteuning voor Dolby Vision zie je mooie kleuren en scherpe beelden. Er zijn drie HDMI-poorten, voldoende voor al je apparaten. De tv heeft een redelijk slank ontwerp, ongeveer 80 mm dik. Het geluid van 20 watt RMS is prima voor dagelijks gebruik, al klinkt het met een soundbar net even beter.

Besturingssysteem: VIDAA U
Aantal HDMI-poorten
: 3
Audio-output (RMS)
: 20W

Samsung QE65Q80DAT

Wat deze Samsung QE65Q80DAT meteen bijzonder maakt, is het strakke ontwerp en de Direct Full Array-achtergrondverlichting. Daardoor zijn de zwarttinten diep en het contrast sterk. De tv is heel geschikt voor wie sportwedstrijden of actiefilms kijkt. Hij heeft vier HDMI 2.1-poorten en een krachtig geluid van 40 watt RMS, wat zorgt voor een volle klank bij films. Het scherm is vrij dun, met 54 mm, en draait op het vertrouwde Tizen-besturingssysteem dat soepel werkt.

Besturingssysteem: Tizen
Aantal HDMI-poorten
: 4
Audio-output (RMS)
: 40W

Philips 65PUS7609/12

Bij de Philips 65PUS7609/12 draait het om eenvoud en betaalbaarheid. De beeldkwaliteit is prima voor dagelijks gebruik, met 4K-resolutie en ondersteuning voor Dolby Atmos voor beter geluid. De tv werkt met Titan OS, dat simpel is en vlot laadt. Er zijn drie HDMI 2.1-poorten, genoeg om bijvoorbeeld een spelcomputer of extra box aan te sluiten. De tv is iets dikker dan sommige andere modellen, ongeveer 92 mm, en levert 20 watt RMS geluid. Philips is voor deze serie afgestapt van Google TV en levert de modellen nu met Titan OS.

Besturingssysteem: Titan OS
Aantal HDMI-poorten
: 3
Audio-output (RMS)
: 20W

▼ Volgende artikel
Brug te laag? Bocht te krap? Met campernavigatie verloopt je reis wél probleemloos
© ID.nl
Mobiliteit

Brug te laag? Bocht te krap? Met campernavigatie verloopt je reis wél probleemloos

Ga je op vakantie met je camper of met de caravan? Dan wil je vooral ontspannen rijden, zonder zorgen over te lage viaducten, smalle haarspeldbochten of weggetjes waar je amper kunt keren. Toch gebruiken veel mensen nog steeds een standaard autonavigatie, terwijl die niet is afgestemd op de afmetingen en het rijgedrag van een groter of zwaarder voertuig. In dit artikel lees je wat campernavigatie anders doet – en waarom dat handig is.

📍 Wat het verschil is tussen gewone navigatie en campernavigatie 📍 Waarom standaard navigatie niet altijd geschikt is voor campers of caravans 📍 Welke problemen speciale campernavigatie voorkomt 📍 Welke extra functies campernavigatie biedt 📍 Wanneer campernavigatie echt nodig is 📍 Waar je op moet letten als je campernavigatie wilt kopen 📍 Waarom een groter scherm handig is in een camper

Lees ook: Een airco in je caravan of camper? Dit zijn de mogelijkheden!

Een gewone navigatie – los toestel of via smartphone – is gebouwd voor personenauto's. Je voert een bestemming in, kiest eventueel tussen snelste of kortste route, en krijgt aanwijzingen gebaseerd op normale verkeersregels en gangbare voertuigafmetingen. Voor dagelijks gebruik werkt dat prima. Maar zodra je met een grote camper of een caravan op pad gaat, kom je al snel beperkingen tegen. Denk aan tunnels met een beperkte doorrijhoogte, wegen met maximale asdruk of gewichtslimiet, scherpe bochten in bergachtig gebied of dorpskernen waar je amper kunt keren of parkeren. Een standaard navigatie houdt daar geen rekening mee. Dat kan onderweg voor behoorlijk wat stress zorgen, of in het slechtste geval zelfs voor schade.

Wat doet campernavigatie anders?

Een speciaal campernavigatiesysteem is ontworpen met campers en auto's met aanhanger in gedachten. Je voert vooraf de lengte, breedte, hoogte en het gewicht van je combinatie in. Op basis daarvan worden alleen routes getoond die ook echt geschikt zijn voor jouw voertuig. En dat maakt een wereld van verschil.

Zo vermijd je automatisch bruggen waar je niet onderdoor kunt, te smalle weggetjes in dorpjes of natuurgebieden, steile hellingen waar je niet comfortabel kunt rijden of keren en wegen waar een caravan officieel niet is toegestaan. Veel campernavigaties bieden ook aanvullende functies. Denk aan filters voor campings, servicepunten of camperplaatsen, kaarten die je offline kunt gebruiken in gebieden zonder bereik, weergave van hellingspercentages en scherpe bochten onderweg en waarschuwingen voor zijwind, milieuzones of tolwegen. Sommige systemen kun je zelfs koppelen aan een achteruitrijcamera, wat handig is bij parkeren of keren op krappe plekken.

Wat je bij campernavigatie ook vaak ziet: een groter scherm dan bij standaard modellen. Dat is geen luxe, maar een bewuste keuze. De zitpositie in een camper is meestal hoger en wat verder van het dashboard af. Een scherm van 7 inch of groter zorgt dan voor beter overzicht en leesbaarheid, zonder dat je moet turen of knijpen met je ogen. Zeker als je tijdens het rijden snel de kaart of de aanwijzingen wilt checken, is dat een voordeel.

©GARMIN International ©2022

Voorbeelden uit de praktijk

Stel: je rijdt met een camper door de Ardennen. De kortste route volgens je telefoon gaat dwars door een dorpje met een smal bruggetje en steile oprit. Een standaard navigatie stuurt je daar zonder waarschuwing heen. Een campernavigatie herkent de beperkingen en kiest een alternatieve route via een doorgaande weg, ook al is die iets langer. Of je rijdt in Zuid-Frankrijk met een caravan achter je auto. Je komt bij een tunnel waar voertuigen hoger dan 2,60 meter niet doorheen mogen. Een gewone navigatie weet dat niet – een campernavigatie voorkomt dit soort problemen.

Is het altijd nodig?

Als je met een compacte buscamper reist die nauwelijks groter is dan een gewone auto, heb je in de praktijk minder snel last van beperkingen. Maar zodra je camper langer of hoger is, of je met een flinke caravan rijdt, wordt specifieke navigatie al snel een stuk comfortabeler – en veiliger. Ook voor langere reizen of tochten buiten West-Europa is het verschil merkbaar. Niet elk land signaleert hoogte- of gewichtsbeperkingen even duidelijk. Dan is het prettig als je navigatie dat voor je bijhoudt.

Campernavigatie kopen? Hier moet je op letten

Niet elk navigatiesysteem voor campers biedt dezelfde functies. Let daarom goed op de specificaties voordat je iets aanschaft. Controleer of je de voertuigafmetingen (lengte, breedte, hoogte, gewicht) kunt invoeren. Alleen dan kan het systeem echt rekening houden met obstakels op de route. Kijk ook naar het kaartmateriaal: is het actueel en dekt het voldoende landen? Zeker als je buiten West-Europa reist, is dat belangrijk. Sommige modellen bieden gratis kaartupdates, anderen niet. Let daarnaast op of er specifieke camper-POI's in het systeem zitten, zoals camperplaatsen, servicestations of campings. Ook de gebruikersinterface speelt een rol: is het systeem vlot te bedienen, ook als je onderweg bent? En niet onbelangrijk: hoe groot is het scherm? Bij voorkeur is dat minstens 7 inch. Een groter scherm is niet alleen prettiger tijdens het rijden, maar maakt het ook makkelijker om in een oogopslag hellingen, bochten en alternatieven te overzien. Ten slotte: als je al een achteruitrijcamera hebt, controleer dan of deze te koppelen is aan het systeem. Dat maakt het manoeuvreren op een krappe camping een stuk makkelijker.

Fijne vakantie!

Een campernavigatie lijkt op het eerste gezicht misschien een extra uitgave, maar het levert je onderweg vooral rust en gemak op. Geen stress over bruggen, geen gedoe bij keren, en geen verrassingen bij tunnels of bergwegen. Zeker als je vaker met je camper of caravan op pad gaat, is het een investering die je reis een stuk comfortabeler en ontspannen maakt.

P.S. Ook handig als je vaak op pad bent:

Een compacte camping-wasmachine