ID.nl logo
Meer netwerkpoorten nodig? Kies de perfecte switch
© amazing studio - stock.adobe.com
Huis

Meer netwerkpoorten nodig? Kies de perfecte switch

De meeste routers hebben slechts vier netwerkaansluitingen en dat kan al snel te weinig zijn. Gelukkig kun je het aantal poorten eenvoudig uitbreiden met een switch. Switches zijn in allerlei soorten en maten te koop, en de goedkoopste exemplaren heb je al voor minder dan twee tientjes in huis.

In dit artikel laten we zien hoe je de juiste netwerkswitch kiest. Ga je voor een:

  • Unmanaged of managed switch?
  • Gigabit- of multigigabitswitch?
  • Switch met Power over Ethernet (PoE)?
  • Switch met 8, 16, 24 of 38 poorten?

Lees ook: 5 redenen waarom je toe bent aan een nieuwe router

Tip 1 Wat is een switch?

Een switch zorgt ervoor dat je meerdere netwerkapparaten met netwerkkabels met elkaar kunt verbinden en vormt dan ook de basis van je netwerk. Zonder switch heb je geen thuisnetwerk. Iedere consumentenrouter is daarom voorzien van een ingebouwde switch met doorgaans vier aansluitingen. Als je daar niet genoeg aan hebt, dan kun je kiezen voor een (extra) losse switch.

Switches zijn er in allerlei soorten en maten. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen unmanaged (onbeheerde) en managed (beheerde) switches. Er zijn compacte modellen met slechts vijf poorten voor thuis tot grote, professionele apparaten die in een serverrack thuishoren met wel 48 poorten. En alles ertussenin.

De keuze voor een switch is dus logisch als je netwerkaansluitingen tekort komt, maar kan ook handig zijn als je hooguit vier bedrade netwerkapparaten hebt die niet bij je router in de buurt staan. In plaats van vier lange kabels op je router aan te sluiten, heb je slechts één lange kabel nodig die je aansluit op je switch. Op die switch sluit je dan met kortere kabels je apparaten aan. Handig voor in je werkkamer of bij de televisie.

©metelevan - stock.adobe.com

De meeste routers zijn voorzien van een switch met slechts vier netwerkaansluitingen.

Betere wifi

Hoewel wifi handig is, kunnen de prestaties afnemen als er veel apparaten tegelijkertijd gebruikt worden. Door zo veel mogelijk apparaten via een netwerkkabel aan te sluiten, kun je de druk op je wifi-netwerk aanzienlijk verlagen. Zo reserveer je de wifi-bandbreedte voor apparaten die je alleen draadloos kunt gebruiken, zoals smartphones en tablets. Dit zorgt voor stabielere verbindingen en betere prestaties voor die draadloze apparaten.

Tip 2 Plug and play

De meeste switches voor thuisgebruik zijn unmanaged, wat betekent dat je ze zonder configuratie kunt gebruiken. Je sluit je apparaten aan en de switch doet de rest. Dit maakt ze bijzonder geschikt voor wie geen zin heeft in ingewikkelde instellingen of technische aanpassingen. De switch verdeelt het netwerkverkeer automatisch en zorgt ervoor dat alles soepel blijft werken, of je nu aan het streamen, werken of gamen bent. Het is letterlijk een kwestie van aansluiten en al je apparaten zijn verbonden met je netwerk.

©leungchopan - stock.adobe.com

Switches zijn plug and play: sluit je apparaten aan en ze zijn met elkaar verbonden.

Tip 3 Managed switch

De tegenhanger van de unmanaged ofwel onbeheerde switch is de managed ofwel beheerde switch. Een managed switch heeft een webinterface en soms een configuratietool waarmee je instellingen van de switch kunt veranderen. Voor thuisgebruik heeft dat vooral nut voor het creëren van VLAN’s: virtuele netwerken waarmee je verkeer op je netwerk kunt scheiden. Dat kan handig zijn voor bijvoorbeeld IoT-apparaten die je niet vertrouwt, maar veel routers en wifi-apparatuur voor consumenten bieden geen ondersteuning voor VLAN, waardoor je er dan alsnog weinig aan hebt.

Om je netwerk volledig te kunnen scheiden, moeten ook je router en eventuele extra wifi-accesspoints met VLAN kunnen omgaan. Wil je niet werken met VLAN’s, dan heb je een managed switch meestal niet nodig en kun je zonder problemen kiezen voor een unmanaged switch.

Wil je overigens werken met PoE (zie tip 5), dan raden we je ook als je geen VLAN wilt gebruiken juist toch een managed exemplaar aan. Je kunt dan namelijk in de webinterface aflezen hoeveel energie je PoE-apparaten gebruiken en dat kan handige informatie zijn om te weten. In de praktijk zijn veel goedkopere PoE-switches tot acht poorten ook managed, waardoor deze combinatie een logische aanschaf is. De meeste managed switches werken uit de doos hetzelfde als een unmanaged switch en kun je daarom zonder configuratie gebruiken.

Een managed switch heeft een webinterface waarmee je onder meer VLAN’s kunt beheren.

Tip 4 Multi-gigabit?

Switches zijn er in verschillende snelheidsklassen. Voor de meeste toepassingen is gigabit-ethernet nog steeds snel genoeg, zeker als je thuis nog geen multi-gigabitapparatuur of zelfs een internetabonnement sneller dan 1 Gbit/s hebt.

Er zijn wel steeds meer apparaten met multi-gigabitaansluitingen te koop, dus wellicht heb je al snellere apparatuur in huis. Zo zijn veel nieuwe moederborden en pc’s voorzien van netwerkaansluitingen met een snelheid van 2,5 Gbit/s en ook op NAS-apparaten zien we steeds vaker een snelle netwerkaansluiting.

Je hebt natuurlijk pas echt een multi-gigabitswitch nodig als je meerdere apparaten met een multi-gigabitaansluiting hebt die je daadwerkelijk op een hogere snelheid met elkaar wilt laten communiceren, denk aan een pc en een NAS. Vergeleken met gigabitswitches zijn multi-gigabitswitches nog altijd flink duurder. Volledig overstappen naar multi-gigabit kan in de papieren lopen, maar dat hoeft gelukkig niet. Je kunt prima switches met verschillende snelheden in één netwerk gebruiken. Zo kun je in een deel van je netwerk overstappen op multi-gigabitswitches, terwijl je in de rest van je netwerk gigabitswitches gebruikt. Wel moet je tussen twee apparaten met multi-gigabitaansluiting ervoor zorgen dat alle switches om kunnen gaan met de gewenste multi-gigabitsnelheid.

Multi-gigabitaansluitingen worden steeds normaler, zo is de QNAP TS216G NAS voorzien van een 2,5Gbit/s-aansluiting.

Tip 5 Power over Ethernet

Er is nog een eigenschap waar je op kunt letten als je een switch wilt kopen en dat is Power over Ethernet (PoE). De benodigde energie voor de voeding van een netwerkapparaat gaat dan over de netwerkkabel zelf, ideaal voor bijvoorbeeld accesspoints of beveiligingscamera’s. TP-Link verkoopt in de vorm van de Deco X50-PoE een wifi-mesh-set die je kunt voeden via PoE die de eenvoud van een mesh-systeem combineert met de voordelen van een netwerkkabel.

Uiteraard zorgt de toevoeging van PoE wel voor een hogere prijs, al hangt dat ook af van het gewenste vermogen. De belangrijkste standaarden zijn PoE of 802.3af, dat zo’n 15 watt per poort kan leveren, en Poe+ of 802.3at dat tot 30 watt per poort kan leveren. Nog hoger kan ook, zo kan PoE++ of 802.3bt minimaal 60 watt per poort leveren. Dat laatste is voor thuis echter zelden nodig en zulke switches zijn behalve prijzig doorgaans ook actief gekoeld.

Overigens hebben de meeste switches daarnaast ook een totaal maximaal vermogen voor alle poorten samen en dat kan (flink) lager liggen dan bijvoorbeeld vier keer 30 watt. Dat is niet heel erg, want veel PoE gevoede apparaten vragen veel minder dan 30 watt. Bij een gering aantal PoE-apparaten is een PoE-switch soms niet per se nodig. Bij sommige PoE-geschikte netwerkapparaten krijg je een zogeheten injector bijgeleverd: een voeding die je vlak voor de netwerkkabel kunt aansluiten en dan kunt doorlussen naar een switch zonder PoE. Heb je meerdere PoE-apparaten in gebruik, dan wordt dat wel al snel rommelig, al is het maar omdat iedere injector een stopcontact vereist, waardoor een PoE-switch dan een goede investering is.

©nikaz - stock.adobe.com

Met een PoE-switch kun je wifi-accesspoints of ip-camera’s vanaf een centraal punt voorzien van data én voeding.

Tip 6 Aantal poorten

Het aantal poorten op een netwerkswitch is een van de belangrijkste dingen om in gedachten te houden bij de aanschaf. Switches beginnen bij vijf poorten, maar we raden aan om minimaal een model met acht poorten te kiezen. Je hebt altijd één poort nodig om de switch aan te sluiten op je netwerk, meestal via je router. Een switch met vijf poorten geeft je dus eigenlijk maar vier bruikbare extra aansluitingen. Omdat een achtpoorts-switch vaak nauwelijks duurder is, krijg je voor een kleine meerprijs veel meer flexibiliteit.

Verwacht je groei of heb je al een groter netwerk? Dan is een switch met 16, 24 of zelfs 48 poorten een betere keuze. Dit voorkomt dat je later meerdere switches moet inzetten, wat het netwerk overzichtelijker en efficiënter maakt. Voor thuisgebruik zijn de normale RJ45-poorten goed genoeg. Sommige duurdere switches zijn daarnaast ook voorzien van SFP+-sloten waarin je SFP+-modules kunt schuiven. Zulke aansluitingen worden vaak gebruikt voor glasvezelnetwerken of om twee snelle switches met elkaar te verbinden. Voor normaal gebruik heb je geen SFP+ nodig.

©Daria Sol - stock.adobe.com

Er zijn switches met vijf poorten te koop, maar een switch met acht poorten geeft je meer flexibiliteit.

Muurmontage

Desktopswitches kun je meestal aan de muur bevestigen doordat er op de onderkant twee montagegaten aangebracht zijn. Handig om een switch in bijvoorbeeld de meterkast te hangen. Als er geen boormal wordt meegeleverd, kun je er zelf een maken. Leg hiervoor een vel papier op de achterkant en strijk met de zijkant van een potloodpunt de plek van de gaten heen. De positie van de gaten staan nu duidelijk op het vel papier.

Veel desktopswitches zijn voorzien van bevestigingsgaten waarmee je de switch op de muur kunt bevestigen.

Tip 7 IGMP-snooping

De meeste internetproviders leveren televisiezenders tegenwoordig via een eigen settopbox, die je het best bedraad kunt aansluiten. Omdat je bij de televisie waarschijnlijk nog wel meer apparaten hebt die je bedraad kunt aansluiten, zoals een spelcomputer of andere mediaspeler, is een switch een handige toevoeging aan je televisiemeubel. Let er vooral op dat als je een settopbox van een provider gebruikt dat je eigen switch de functie IGMP-snooping ondersteunt. Dit voorkomt dat je switch en netwerk vertraagt wordt als je internetprovider multicast-verkeer gebruikt voor de televisiestreams.

IGMP-snooping is een functie die ervoor zorgt dat multicast-verkeer binnen je netwerk alleen wordt doorgestuurd naar apparaten die hierom vragen. Zonder IGMP-snooping wordt al het multicast-verkeer naar elk apparaat in het netwerk gestuurd, wat kan leiden tot onnodige belasting en verminderde prestaties.

Dit is vooral handig bij het gebruik van diensten zoals ip-televisie (IPTV) via een settopbox. Televisie-apps op Android TV maken gebruik van unicast-verkeer en vereisen daarom geen IGMP-snooping voor een goede werking. Overigens kan als je IGMP-snooping nodig hebt een managed switch handiger zijn, omdat je dan controle hebt om de functionaliteit daadwerkelijk in te schakelen. KPN verkoopt bijvoorbeeld managed switches met vijf poorten in de vorm van de Netgear GS105E en TP-Link TL-SG105E die goed samenwerken met hun ip-televisieplatform.

Op managed switches kun je IGMP-snooping doorgaans specifiek inschakelen.

Tip 8 Opbouw

Bij het werken met meerdere switches moet je rekening houden met de prestaties van je netwerk. Daarbij is het handig om te weten dat verkeer van apparaten die op dezelfde switch zijn aangesloten, binnen de switch blijft. Hierdoor kunnen deze apparaten op volledige snelheid met elkaar communiceren. Wanneer je switches op elkaar aansluit, dan gaat al het verkeer tussen die switches meestal over één aansluiting; thuis is dat doorgaans een gigabitverbinding en dat zou bij zwaar gebruik een bottleneck kunnen vormen.

Werk bij de opbouw van je netwerk daarom met zo min mogelijk switches en zo veel als mogelijk met één centrale switch. Apparaten die voor het hele netwerk op de optimale snelheid bereikbaar moeten zijn, kun je het best op de centrale switch aansluiten. Denk dan bijvoorbeeld aan een NAS. Je kunt uiteraard wel switches aansluiten achter je centrale switch, bijvoorbeeld een switch in het kastje bij je televisie voor zaken als je spelcomputer, mediaspeler of smart-tv.

Iets waar je je bewust van moet zijn bij het werken met meerdere switches, is dat ieder onderdeel in theorie de betrouwbaarheid van je netwerk verlaagt. Als de eerder genoemde switch in je televisiekastje kapot gaat, zijn in één keer al die apparaten onbereikbaar. En als je nog verder gelaagd gaat werken, dus bijvoorbeeld drie switches achter elkaar, dan wordt die kans natuurlijk alleen maar groter. Daarom is drie achter elkaar aangesloten switches het maximum wat we je voor thuis adviseren.

De switch is idealiter het middelpunt van je netwerk.

Tip 9 Beheerd systeem

Een stap verder dan een managed switch is een switch die onderdeel is van een beheerd netwerksysteem, zoals TP-Link Omada of Ubiquiti Unifi. Zowel de Omada- als de Unifi-productreeks omvatten behalve switches ook andere netwerkapparaten, zoals accesspoints en routers. Als je van plan was om een via PoE gevoed accesspoint in huis te installeren en dat accesspoint valt in bijvoorbeeld de Omada-reeks, dan is het handig om ook te kiezen voor een managed switch die in dezelfde reeks valt, zodat je alles centraal kunt instellen.

De genoemde systemen zijn eigenlijk wel bedoeld voor kleine bedrijven en daarom relatief ingewikkeld in te stellen. Het zijn dus wellicht niet direct geschikte producten voor jou, maar het is handig om van het bestaan te weten als je op zoek bent naar een PoE-switch. Een alternatief voor kleinzakelijke en centraal beheerde via PoE gevoede accesspoints is de eerdergenoemde TP-Link Deco X50-PoE. Dit wifi-mesh-systeem werkt net zo eenvoudig als andere Deco-systemen, maar kun je wel centraal voeden via een PoE-switch.

In een beheerd systeem als TP-Link Omada beheer je onder meer switches en accesspoints vanuit één interface.

Kooptips

Heb je niet genoeg aansluitingen en meer netwerkpoorten nodig? Wij hebben drie switches voor je uitgezocht

Managed met PoE: TP-Link TL-SG108PE

TP-link biedt met de TL-SG108PE veel functionaliteit voor een scherpe prijs. Deze switch met acht gigabitaansluitingen is niet alleen managed en te configureren via een webinterface, maar biedt ook vier poorten met PoE+ (maximaal 30 watt per poort) met een totaal vermogen van 64 watt. Dat is genoeg voor een paar camera’s of accesspoints. Deze switch ondersteunt IGMP-snooping en is dus te gebruiken in combinatie met IP-televisie. De voeding is extern en er is geen ventilator ingebouwd waardoor de TL-SG108PE geruisloos zijn werk doet. De switch zelf heeft een compacte metalen behuizing en is netjes gebouwd. Je kunt de switch eventueel ook aan de muur monteren.

Simpel met acht poorten: Netgear ProSafe GS108

Ben je op zoek naar een simpele, onbeheerde gigabitswitch met acht poorten? Dan is de Netgear ProSafe al jarenlang een populair model. Niet voor niets, want deze energiezuinige switch werkt prima en heeft een bijzonder stevige metalen behuizing die volgens Netgear zelf gebouwd is als een tank. Je sluit hem aan en je hebt er verder geen omkijken naar want configureren is niet nodig. Dankzij montagegaten aan de achterkant kun je hem eventueel ook aan de muur bevestigen. Netgear biedt levenslange garantie op deze switch, maar helaas is de voedingsadapter hierbij uitgesloten en dat is uit ervaring het kwetsbaarste onderdeel.

Multi-gigabit: TP-Link TL-SG108-M2

We zien steeds vaker multi-gigabit-aansluitingen op nieuwe apparaten, maar daar heb je niks aan zonder een geschikte switch. Multi-gigabitswitches zijn nog een flink stuk duurder dan de gewone 1Gbit/s-versies. De managed varianten zijn voor thuis wat ons betreft nog te duur, maar de unmanaged modellen beginnen wel in het bereik van de thuisgebruiker te komen. Zo heeft deze TP-Link TL-SG108.M2 maar liefst acht netwerkaansluitingen met ondersteuning voor 2,5 Gbit/s, de multi-gigabitstandaard die je op veel nieuwere pc’s en NAS-apparaten aantreft. Je kunt nog wat geld besparen door te kiezen voor een model met vijf aansluitingen, zoals de TP-Link TL-SG105-M2.

▼ Volgende artikel
Koelkast optimaal indelen: zo blijft je eten langer vers
© Odua Images
Huis

Koelkast optimaal indelen: zo blijft je eten langer vers

De temperatuur in je koelkast is niet overal hetzelfde. Zet je alles zomaar ergens neer, dan is de kans groot dat eten sneller bederft of je onnodig ruimte verspilt. Door bewust te kiezen wat je waar plaatst, blijft je eten langer vers en houd je je koelkast overzichtelijk.

Onderin de koelkast is het kouder dan bovenin. Zet je alles op de juiste plek, dan blijft je eten langer vers. In dit artikel leggen we uit hoe de temperatuurzones in je koelkast werken en wat je het beste waar kunt neerzetten.

Lees ook: Is het tijd voor een nieuwe koelkast?

Hoe koud moet je koelkast eigenlijk zijn?

Op veel verpakkingen staat dat je voedingsmiddelen koel moet bewaren, bijvoorbeeld onder de 7 graden. Maar dat is eigenlijk te warm. De ideale temperatuur in de koelkast is 4 graden. Nieuwe koelkasten kun je vaak zelf instellen op een exacte temperatuur. Bij oudere koelkasten stel je de temperatuur in met een draaiknop, meestal van 1 tot 5 of 1 tot 7. Veel mensen denken dat stand 1 het koudst is, maar het is juist andersom: hoe hoger de stand, hoe kouder de koelkast. Staat je koelkast op 1 en is het niet koel genoeg? Kies dan een hogere stand.

Hoe koud of warm het precies is, kun je aan zo'n draaistand helaas niet aflezen. Een koelkastthermometer biedt dan uitkomst. Die laat zien of je de koeling moet bijstellen.

©Christopher Habermann

Waar in de koelkast is het het koudst?

Elke koelkast is zo ontworpen dat het onderin het koudst is. Ook achterin is het kouder dan voorin. Hoe hoger je komt, hoe minder koud het wordt – relatief gezien dan. De deur is de warmste plek, omdat je die vaak opent en sluit. Daardoor stroomt er telkens warme lucht naar binnen, wat de temperatuur op die plek minder constant maakt. Onderin, vlak boven de groentelade, bewaar je dus het best bederfelijke producten zoals vlees, vis en vleeswaren. Laat die het liefst in de originele verpakking of doe ze in een goed afgesloten zakje, zoals een ziplock. Heb je verstelbare planken? Zorg dan dat je genoeg ruimte maakt op deze onderste plank.

De groentela is voor: groenten!

Bij veel mensen liggen er flessen frisdrank of blikjes bier in de groentela. Logisch, want liggend past dat vaak net wat makkelijker en je pakt het snel. Wil je je groenten langer vers houden? Dan kun je die flessen en blikjes beter ergens anders bewaren en de groentela gebruiken waarvoor hij bedoeld is!

Wel of niet in de koelkast bewaren?

Hieronder vind je een lijst met populaire groenten en fruit die je wel en niet in de koelkast bewaart. Dit helpt bij het tegengaan van bederf én smaakverlies. Tip: twijfel je? Kijk of de groente of het fruit in de supermarkt buiten de koeling ligt. Dat is vaak een goede aanwijzing.

✅ Wel in de koelkast bewaren

  • Bladgroenten zoals sla, spinazie en andijvie

  • Broccoli en bloemkool

  • Wortels

  • Radijs

  • Prei

  • Boontjes

  • Asperges

  • Champignons

  • Andijvie

  • Rode biet

  • Bosui

  • Kool (wit, rood, spitskool)

  • Bessen, aardbeien, frambozen (kort bewaren, bij voorkeur in het originele bakje)

❌ Niet in de koelkast bewaren

  • Tomaten (worden melig en verliezen aroma)

  • Komkommer (gevoelig voor kou, krijgt snel plekken)

  • Paprika (kan rimpelen en zachter worden)

  • Courgette

  • Avocado (tenzij rijp en nog niet gegeten)

  • Uien (liever droog en donker bewaren)

  • Knoflook

  • Aardappels

  • Pompoen

  • Aubergine

  • Tropisch fruit zoals bananen, mango, ananas

  • Citrusvruchten

Wat zet je op de andere planken?

Helemaal bovenin is een handige plek voor blikjes, pakjes en flesjes drinken. Ook sauzen en geopende potjes, zoals augurken of pesto, zet je hier overzichtelijk bij elkaar. Een plankje lager leg je producten als kaas, humus en andere spreads. Ook margarine, roomboter en bakboter kunnen daar prima staan — niet te koud en niet te warm.

Dit bewaar je in de deur van de koelkast

Onderin de deur van de meeste koelkasten zit een rek voor flessen en pakken. Daar zet je bijvoorbeeld melk, yoghurt, drinkzuivel, sap of witte wijn. Let er wel op dat de koelkast eigenlijk te koud is om wijn direct op drinktemperatuur te houden. Haal de fles dus op tijd uit de koeling.

Verder naar boven zit meestal een eierrekje en een paar smalle plankjes. Die zijn handig voor potjes mosterd, kleine flesjes met kappertjes of andere smaakmakers. Helemaal bovenin in de deur leg je Parmezaanse kaas of zakjes geraspte kaas

Ook interessant: Tips voor een lager verbruik van je koelkast en vriezer

Houd het netjes!

Vind je het lastig om je koelkast netjes te houden? Dan kunnen speciale koelkastdozen uitkomst bieden. Daarmee houd je bijvoorbeeld alle beleg bij elkaar, of kleine potjes. Er zijn ook handige mandjes die je onder een plank kunt hangen – ideaal om bijvoorbeeld tubes overzichtelijk te bewaren.

©Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio

Algemene indelingstips

Na het herindelen ziet je koelkast er weer netjes uit. Maar om dat zo te houden, is wat discipline nodig. Zet gelijksoortige potten en flesjes bij elkaar en plaats aangebroken verpakkingen vooraan, zodat je ze als eerste gebruikt. Nieuwe potten saus hoeven nog niet in de koelkast; pas na openen zet je ze erbij. Heb je meerdere soorten vleeswaren of plakken kaas? Dan is een belegdoos met meerdere vakjes handig. Zo houd je alles overzichtelijk én goed afgesloten. Doe je net boodschappen en vul je een grotendeels lege koelkast weer helemaal? Zet dan tijdelijk de temperatuur iets lager, zodat alle producten snel afkoelen. En zet geen warme restjes rechtstreeks in de koelkast: die zorgen voor temperatuurstijging, wat slecht is voor de houdbaarheid van de andere etenswaren.

Toe aan een nieuwe koelkast?

Wil je vanaf het eerste moment een opgeruimde koelkast, denk dan vooraf goed na over hoeveel ruimte je nodig hebt. Hoe groot is je huishouden? Koop je vaak in één keer veel boodschappen of juist vaker kleine beetjes? Op witgoedsites kun je makkelijk filteren op inhoud van het koel- en vriesgedeelte. Let niet alleen op de inhoud in liters, maar ook op de indeling. Een slimme indeling met verstelbare planken of lades maakt vaak meer verschil dan een paar liter extra ruimte. Ook kun je meteen filteren op modellen die speciale vershoudzones hebben, voor groente/fruit en/of vlees en vis. Zo zie je meteen welke modellen passen bij jouw situatie.

▼ Volgende artikel
Houd je Google Drive georganiseerd: tips voor een overzichtelijke cloud
© Andreas Prott - stock.adobe.com
Huis

Houd je Google Drive georganiseerd: tips voor een overzichtelijke cloud

Google Drive is populair en dat is geen wonder. Je ontvangt 15 GB gratis opslagruimte, verdeeld over Gmail, Google Drive en Google Foto’s. Bovendien beschik je over een online kantoorpakket met Google Documenten, Spreadsheets, Presentaties en Formulieren. Toch ontaardt Drive bij veel mensen in een digitale opslagcontainer zonder structuur. Met deze tips breng je er weer orde in aan.

In dit artikel laten we zien hoe je Google Drive overzichtelijk en efficiënt houdt:

  • Consistente naamgeving
  • Gebruik snelkoppelingen
  • Loische mappenstructuur
  • Bestanden markeren met sterren
  • Beschrijvingen toevoegen
  • Kleurcodes toepassen

Ruimte tekort? Lees dan: Dubbel de Dropbox: met deze trucjes profiteer je van gratis opslagruimte

Sommige mensen denken dat Drive alleen bestemd is voor Google-items. Dat is niet juist, je kunt elk type bestand uploaden naar deze cloudservice. Denk aan documenten, afbeeldingen, muziek en video’s. Zo’n grote opslagruimte is een belangrijke plus. Alleen om een of andere onverklaarbare reden springen gebruikers met deze cloudopslag veel minder gedisciplineerd om dan met de opslagruimte van hun computer. Gelukkig zijn er manieren en tools om het overzicht te bewaren.

Consistente naamgeving

Naamgevingsconventie is hoe je je bestanden een naam geeft. Het is een ouderwetse tip, maar hij blijft geldig. Wees consequent en duidelijk in de naamgeving van documenten. Houd de namen kort, simpel en betekenisvol. Dit is zelfs nog belangrijker voor bestanden die je deelt met anderen. Heb je bijvoorbeeld verschillende mappen die bedoeld zijn voor andere teams, dan kun je de naam van het team tussen haakjes zetten. Op die manier ziet iedereen meteen voor wie de inhoud is bedoeld. Gebruik afkortingen die gemakkelijk te onthouden zijn. Je kunt ook datums, tags of nummers gebruiken om bestanden en mappen in de juiste volgorde te zetten in plaats van de vaak gebruikte alfabetische indeling.

Zorg dat je helder en eenduidig bent in de naamgeving van de documenten en mappen.

Waar stond ook alweer wat?

Voorzie je documenten van felgekleurde tabs

Gebruik snelkoppelingen

Soms hoort een bestand thuis in verschillende projecten. Je kunt uiteraard een bestand kopiëren en in verschillende mappen plakken, maar het is slimmer om een snelkoppeling van het bestand in de andere mappen te plaatsen. Op die manier werk je altijd in het oorspronkelijke bestand. Als je met echte kopieën werkt, dan loop je het risico dat de ene versie van de andere afwijkt.

Klik met rechts op het bestand waarvan je een snelkoppeling wilt maken en kies in het contextmenu de opdracht Ordenen / Snelkoppeling toevoegen. Vervolgens verschijnt er een pop-up om de locatie te selecteren waar die snelkoppeling moet komen.

Je moet telkens de map selecteren waar je de snelkoppeling wilt opslaan.

Structuur en categorieën

Google Drive maakt zelf vier categorieën aan: Mijn Drive, Gedeeld met mij, Recent en Met ster. In de categorie Mijn Drive kun je creatief zijn. Hierin zet je een structuur op zoals je de harde schijf van je computer organiseert. Begin met het maken van een toplevel en splits op in categorieën, zoals Professioneel, Buurtcomité en Familie. Je werkmap kan dan weer submappen bevatten, zoals Documenten, Rapporten en Presentaties. Bij Recent zie je alle actuele documenten staan die je hebt geopend; ze staan op datum en tijd. Deze categorie is dus erg handig als je snel verder wilt werken aan een document waar je gisteren nog mee bezig bent geweest.

Bouw een heldere boomstructuur op.

Opgelet met ‘Gedeeld met mij’

In de linkerkolom vind je ook de categorie Gedeeld met mij. Hier zitten alle bestanden en alle mappen die anderen met jou hebben gedeeld en alle bestanden die je via een deellink van anderen hebt ontvangen. Alles wat je hier ziet, telt niet mee in de berekening van je persoonlijke opslag. Je wint dus geen Google-opslagruimte door hier grote schoonmaak te houden. De bestanden blijven eigendom van degene die ze oorspronkelijk heeft geüpload en tellen mee in diens quotum.

Er is zelfs geen eenvoudige manier om te zien hoe groot de map Gedeeld met mij is. Het opschonen van deze speciale categorie is verleidelijk, maar soms is het beter om dit niet te doen. Als je hier bestanden verwijdert, kan dit problemen opleveren voor anderen. Beschouw deze categorie als een extra nuttige functie en niet als een rommeltje.

De categorie ‘Gedeeld met mij’ mag chaotisch ogen, maar deze bestanden nemen geen ruimte in van je opslagcapaciteit.

Sterren

De sterren van Google Drive besparen je veel zoekwerk. Door een document een ster te geven, kun je een bestand snel terugvinden zelfs wanneer het diep in de mappenstructuur is begraven. Klik op de categorie Met ster en je krijgt uitsluitend deze gemarkeerde bestanden te zien.

Je geeft een document een ster door met rechts op een document te klikken en dan Ordenen / Toevoegen aan Met ster te selecteren. Je kunt ook het bestand selecteren en dan op het sterpictogram klikken dat in de regel van dit bestand staat. Voor wie van sneltoetsen houdt: op Windows plaats je een ster met Ctrl+Alt+S en op de Mac Option+Cmd+S. Vermijd om te veel bestanden een ster te geven, want dan maak je het lastig om de bestanden te vinden die er echt toe doen.

De categorie ‘Met ster’ haalt uit alle mappen de bestanden die je van een ster hebt voorzien.

Extra beschrijving

Een functie die veel gebruikers niet kennen, is de mogelijkheid om extra informatie of richtlijnen aan mappen en bestanden toe te voegen. Dat is vooral handig als je bestanden en mappen deelt met anderen.

Klik met rechts op het bestand waarover het gaat en kies Bestandsgegevens / Details. Er verschijnt rechts een kolom waar je standaardinformatie leest over het bestand, maar onderaan kun je bij Beschrijving zelf tekst typen, zelfs tot maximaal 25.000 tekens. Als het gaat om een map, dan gebruik je de rechtermuisknop en kies je Mapgegevens / Details en daarna kun je hetzelfde doen.

Elke map en elk bestand kun je voorzien van informatie en richtlijnen.

Gekleurde mappen

Wanneer je de mappenstructuur van iemand opent en je ziet dat er kleurcodes op de mappen zijn toegepast, dan weet je dat je met orde te maken hebt. Bedenk een logica voor de verschillende kleuren die je kunt toepassen, bijvoorbeeld rood voor werk, blauw voor de hockeyclub en groen voor familie. De kleuren zorgen voor een extra laag visuele organisatie.

Om de mappen een kleur te geven, klik je er met de rechtermuisknop op. Daarna kies je de opdracht Ordenen en dan krijg je de 24 verschillende kleuren te zien die je kunt toepassen. De kleurcodes werken alleen bij mappen, niet bij bestanden.

Geef de mappen een kleur voor categorieën die je zelf bedenkt.

ZIP Extractor

Extraheren

Een van die zaken waar Google Drive niet zo vlot mee omgaat, is het openen van gecomprimeerde bestanden in het zip- en rar-formaat. Als je ze rechtstreeks vanuit Google Drive probeert te openen, krijg je vaak een lege map. Een handige oplossing is ZIP Extractor. Je hoeft niets te installeren. Op de webpagina klik je op de blauwe knop Open ZIP from Google Drive. Daarna verbind je de online app met je Google-account. In het volgende venster beslis je of je ZIP Extractor toegang geeft tot alle bestanden in Google Drive of slechts tot specifieke mappen.

Open daarna Google Drive met je browser en selecteer daar een gecomprimeerd bestand. Klik er met de rechtermuisknop op en kies de opdracht Openen met / Zip Extractor. Er verschijnt een nieuw tabblad waarin je de inhoud al kunt bekijken van het zip- of rar-bestand. Plaats een vinkje bij de bestanden die je wilt extraheren en klik op de blauwe knop Extract to Drive. Wanneer de extractie afgelopen is, klik je op View Files in Drive.

Met de rechtermuisknop kun je ZIP Extractor aanspreken in Google Drive.

Comprimeren

Je kunt niet alleen zip- en rar-mappen uitpakken. Het is met ZIP Extractor ook mogelijk om bestanden te comprimeren in Google Drive. Selecteer door de Shift-toets of de Ctrl-toets in te drukken de bestanden die je samen wilt comprimeren. Klik met rechts op de selectie en kies de opdracht Openen met / ZIP Extractor. In een nieuw venster volg je hoe de bestanden worden toegevoegd aan het nieuwe zip-bestand. Daarna verschijnen er knoppen om nog andere mappen of bestanden aan dit zip-bestand toe te voegen.

Er is ook een knop Add Password om zip-bestanden te versleutelen met een wachtwoord. Om af te sluiten klik je op Done of op de drie puntjes. Hiermee kun je het zip-bestand een andere naam geven, opslaan op Google Drive of downloaden naar je pc.

Elk zip-bestand kun je in Google Drive opslaan of downloaden.

Andere tools

Scannen met Filerev

Met één scan van Filerev krijg je een overzicht van alle documenten en afbeeldingen die in de mappen van Google Drive zitten. Dit is ook een prima tool om de dubbele bestanden te detecteren en te verwijderen die zich in de loop van de tijd hebben opgestapeld. Je krijgt bovendien een duidelijk beeld van hoe de opslag wordt verdeeld tussen Google Drive, Gmail en Google Foto’s en je ziet welke mappen en welke bestandsindelingen de grote ruimteslokoppen zijn.

Je kunt deze tool zelfs inzetten om lege mappen, verborgen bestanden, erg grote bestanden en zeer oude bestanden te vinden en op te schonen. Met de gratis versie mag je één scan per maand uitvoeren. Dat betekent dat je tot één miljoen items kunt scannen en daarna mag je tot vijfhonderd verplaatsingen en verwijderingen uitvoeren. Voor de meeste thuisgebruikers volstaat dat ruimschoots. Ben je een intensieve Google Drive-gebruiker? Dan is het mogelijk om te upgraden naar een betaald plan waarvoor je 48 dollar per jaar betaalt. Filerev communiceert via een beveiligde ssl-verbinding en alle accountgegevens worden versleuteld.

Onze Google Foto’s nemen meer plaats in beslag dan de bestanden in Google Drive.

Snel opslaan op Drive

Heb je tijdens het surfen iets interessants gezien dan kun je dat uiteraard vastleggen met een bladwijzerbeheerder zoals Raindrop. Je kunt ook op Google Drive een online opslagmap gebruiken om allerlei informatie in te droppen die je tijdens het surfen met Chrome vindt. Haal hiervoor de gratis extensie Save to Google Drive op via de Chrome web Store.

In de instellingen van deze extensie selecteer je de doelmap op Drive. Wanneer je bijvoorbeeld een afbeelding wilt opslaan van een Chrome-tabblad klik je met de rechtermuisknop op de afbeelding en selecteer je Save image to Google Drive. Deze gratis tool kan je veel tijd besparen. Het is ook mogelijk om een webpagina als webarchief op te slaan, of als Google-document.

In de voorkeuren van Save to Google Drive leg je eerst een doelmap vast.

Orde in tabs met Workona

Wanneer je in een Google Document online werkt en je hebt gegevens nodig uit een ander document of Google Spreadsheet, dan wil je meestal in meerdere tabbladen werken. Het is moeilijk om deze met elkaar te verbinden en als je te veel tabbladen open hebt staan, raak je het overzicht gemakkelijk kwijt. Met Workona, een add-on voor Chrome, Firefox en Edge, visualiseer je al die tabbladen als onderdelen van één centrale werkruimte.

Met Workona voeg je ook verschillende subtabbladen toe en creëer je één werkomgeving waar alle afbeeldingen, spreadsheets, documenten en presentaties samenkomen. Per project maak je dan een nieuwe werkruimte. Elke tab kun je synchroniseren tussen verschillende apparaten en er is een zoekfunctie die tegelijk in verschillende werkruimten en tabs zoekt. Workona is niet gratis, met een betaald abonnement van 7 dollar per maand kun je onbeperkte werkruimte gebruiken.

Maak een werkruimte waarin je verschillende tabbladen toevoegt.

Snelweg naar Drive

Elke keer wanneer je Google Drive wilt gebruiken, moet je in de browser een extra tabblad openen. Een kleine, maar handige oplossing om razendsnel in je Google Drive te duiken, is de extensie Checker Plus. Hiermee krijg je een extra knop in de Chrome-browser waarmee je met één muisklik Google Drive als een pop-up opent. Van daaruit kun je onder meer door alle bestanden en mappen bladeren, nieuwe documenten maken en mappen en bestanden verplaatsen. Deze app stuurt bovendien live meldingen wanneer een document wordt bewerkt door iemand waarmee je het bestand hebt gedeeld.

Met één muisklik open je een pop-up waarin de inhoud van je Google Drive te zien is.

Watch on YouTube