ID.nl logo
De route naar je eigen router
© PXimport
Huis

De route naar je eigen router

Als je een internetabonnement afsluit, dan verstrekt de provider meestal een eigen (modem/)router waarmee je de internetverbinding kunt gebruiken. Al jarenlang verschijnt er af en toe in het nieuws dat internetproviders verplicht worden om klanten in de gelegenheid te stellen in plaats daarvan hun eigen apparatuur te gebruiken. Ook dit jaar is de eigen router weer volop in het nieuws. Een klant van Ziggo won een zaak hierover bij de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten en afgelopen maand werd de knoop door de ACM doorgehakt: er komt in 2022 een vrije modemkeuze.

In de wet is sinds 2016 een besluit eindapparaten opgenomen. Dit besluit is gebaseerd op de Europese richtlijn 2008/63/EG, waarin wordt aangegeven dat gebruikers zelf eindapparaten kunnen aansluiten. Helaas is de praktijk weerbarstiger. In de wet staan bijvoorbeeld de termen eindapparaten en netwerkaansluitpunten, maar deze termen zijn niet sluitend gedefinieerd.

Dat is overigens wel geprobeerd. In 2017 was er vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een consultatie over de beleidsregel netwerkaansluitpunt. Na het afronden van de consultatie besloot staatssecretaris Mona Keijzer de beleidsregel toch niet te uit te voeren, omdat de bevoegdheid door nieuwe Europese regels bij toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) was komen te liggen. Hierdoor moest de hele procedure opnieuw beginnen.

Dit duurde uiteindelijk tot juli 2020, toen de ACM zijn conceptbeleidsregel netwerkaansluitpunt publiceerde. De ACM verwachtte toen dat de regel in 2021 van kracht zou worden, maar vervolgens werd het stil. Begin juli kwam de ACM met een tussentijdse update waarin de verwachting werd uitgesproken dat de beleidsregel deze zomer gepubliceerd gaat worden. Dat duurde niet lang, want al op 27 juli publiceerde de ACM hun Beleidsregel Handhaving Besluit Eindapparaten die je hier vindt.

©PXimport

Regulering netwerktoegang

De ACM onderzoekt momenteel ook of de toegang tot vaste telecomnetwerken moet worden gereguleerd. Hierbij gaat het om de voorwaarden voor toegang van telecomaanbieders zonder een eigen netwerk tot de netwerken van KPN en VodafoneZiggo, die wel (vrijwel) landelijke dekking bieden. De ACM oordeelde in het verleden dat KPN en VodafoneZiggo hun netwerk moesten openstellen voor de concurrentie. Vorig jaar is die regulering voor toegang vervallen na een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBp). Toegang tot het netwerk van KPN was tot die uitspraak gereguleerd en de ACM wilde dat ook laten gelden voor het netwerk van VodafoneZiggo. In het najaar publiceert de ACM een ontwerpbesluit waar telecomaanbieders op kunnen reageren. KPN biedt nog steeds toegang tot zijn netwerk, al zijn de toegangsvoorwaarden volgens de ACM na de uitspraak van het CBp wel aangepast.

Waar begint je netwerk?

De vraag die centraal staat, is waar het netwerk van de internetprovider eindigt en je eigen netwerk begint. In de praktijk zijn er drie keuzes: de eerste keuze is dat het aansluitpunt wordt gevormd door de afwerking van de kabel. De tweede keuze is een modem (of mediaconvertor) waar een eindgebruiker een eigen router of mediabox op kan aansluiten. De derde keuze is dat eindgebruikers alleen eigen apparatuur kunnen aansluiten na een (modem/)router.

De eerste optie, de afwerking van de kabel, is bij dsl de ISRA (Infrastructuur Randapparatuur), bij kabel het AOP (abonnee-overnamepunt) en bij glasvezel de FTU (fiber termination unit). Een kenmerk van alle drie deze overnamepunten is dat ze passief zijn: ze gebruiken geen door de consument betaalde energie.

De andere mogelijkheid is dus de keuze voor een punt waarop een standaard ethernetaansluiting mogelijk is. Dat kan in de vorm van een modem of mediaconvertor, of eventueel zelfs een (modem/)router. Hierbij gaat het dus om actieve componenten die energie gebruiken.

Keuze voor passief

De ACM baseert zijn beleidsregel op een richtlijn vanuit BEREC, de overkoepelende toezichthouder vanuit de Europese Unie. BEREC beveelt aan dat het aanwijzen van het passieve aansluitpunt als netwerkaansluitpunt het meest bevorderlijk is voor innovatie en concurrentie in de telecommarkt. Je vindt de richtlijn hier. In artikel 2 van de beleidsregel staat dan ook dat het netwerkaansluitpunt passief is. In de bijbehorende toelichting wordt genoemd dat het netwerkaansluitpunt niet wordt gevoed door een spanningbron op de locatie van de eindgebruiker. Verder moeten aanbieders de specificaties van een netwerkaansluitpunt openbaar maken, zodat derde partijen apparatuur kunnen leveren. Bovendien moet een aanbieder meewerken aan het realiseren van een passief aansluitpunt als een eindgebruiker daarom vraagt. Alle op het netwerkaansluitpunt aangesloten apparaten zijn eindapparaten die de gebruiker zelf kan kiezen.

Wel is er in de toelichting naar aanleiding van de reacties van aanbieders op de conceptbeleidsregel een voorbehoud opgenomen wat betreft de handhaving van mediaboxen. Dit omdat IP-televisie in zeer kleine mate gebruik maakt van gestandaardiseerde technologieën en het onwaarschijnlijk is dat fabrikanten van eindapparaten hiervoor alternatieve mediaboxen gaan ontwerpen. Aanbieders hebben bovendien aangegeven om IP-televisie zelf op andere apparaten beschikbaar te maken, bijvoorbeeld in de vorm van apps. Bij de evaluatie na twee jaar wordt opnieuw naar de positie van IP-televisie gekeken. 

©PXimport

Reacties

Na het publiceren van de conceptbeleidsregel netwerkaansluitpunt werden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. Je vind ze geanonimiseerd gebundeld per onderwerp in een Nota van bevindingen. Bij de eerdere consultatie vanuit het ministerie werden alle reacties wel gepubliceerd, je vind ze hier. Aanbieders stellen dat de door hun geleverde apparatuur noodzakelijk is voor het beheer en de veiligheid van het netwerk. De ACM gaat hier niet in mee en geeft als tegenreactie dat het monitoren van de kwaliteit van een verbinding onderdeel van de standaarden is. Apparatuur die niet voldoet aan de standaard of later het netwerk schaadt, kan geweigerd of afgesloten worden. Ook wordt er door aanbieders op gewezen dat het lastig is om mediaboxen voor IP-televisie open te stellen. Op dit onderdeel komt de ACM de aanbieders tegemoet, want er wordt (voorlopig) niet gehandhaafd op mediaboxen voor IP-televisie. Fabrikanten van apparatuur zijn juist blij, het Verbund der Telekommunikations-Endgerätehersteller (VTKE) waarin fabrikanten van onder andere modems en routers zich verenigd hebben, laat in een reactie weten verheugd te zijn over de uitspraak van de ACM. 

Wat kan er nu?

Sommige internetproviders die gebruikmaken van dsl of glasvezel, waaronder KPN, hebben zich (deels) al voorbereid op de verwachte regelgeving en gegevens gepubliceerd hoe een eigen (modem/)router aan te sluiten op hun netwerk. In het geval van een dsl-verbinding zijn er diverse modems en modem/routers te koop die je kunt gebruiken.

Een glasvezelverbinding wordt doorgaans afgewerkt met een NTU (network termination unit). Dit is een mediaconvertor die het glasvezelsignaal omzet naar een standaard ethernetsignaal waarop een router wordt aangesloten. Er zijn ook providers die een router leveren die zelf al is voorzien van een glasvezelaansluiting.

In theorie kun je de NTU vervangen door een eigen apparaat zoals een sfp-module in een geschikte router. Maar hoewel de technische specificaties voor een mediaconverter bij providers zijn op te vragen, blijkt die vervangtruc in de praktijk toch lastig: er zijn allerlei fysieke typen FTU door elkaar in gebruik. Door het gebrek aan fysieke standaardisatie is er een kans dat je de glasvezelaansluiting beschadigt als je bijvoorbeeld de verkeerde stekker gebruikt. Een NTU die is voorzien van een netwerkaansluiting heeft vanuit de gebruiker gelukkig weinig nadelen.

Overigens vormen de meest recente glasvezelnetwerken, onder andere aangelegd door KPN Netwerk, een uitzondering. Deze nieuwe glasvezelnetwerken maken gebruik van GPON-technologie (gigabit passive optical network), waarbij een glasvezel passief gesplitst wordt en meerdere woningen via dezelfde glasvezel op de actieve apparatuur zijn aangesloten. Hierdoor is in de centrale minder actieve apparatuur nodig en dat bespaart uiteraard geld, ruimte en energie.

Bij GPON-netwerken is de mediaconvertor (die ONT genoemd wordt) vooralsnog verplicht. Maar ook deze gaat onder de eigen keuze vallen. Een uitdaging bij het gebruik van een eigen router zit hem doorgaans niet in de internetverbinding, maar in het werkend krijgen van ip-televisie en eventueel telefonie.

©PXimport

Wachten op de ACM

Ziggo, de grootste internetprovider van Nederland, maakt voor zijn modems gebruik van de (Euro)DOCSIS-standaard. De internetprovider verstrekt geen gegevens om een eigen (Euro)DOCSIS-modem(/router) aan te sluiten.

Volgens VodafoneZiggo is het Ziggo-modem integraal onderdeel van het netwerk en vervult het een essentiële functie binnen het Ziggo-netwerk. Ook wordt het modem uitgebreid getest en regelmatig bijgewerkt met software-updates. “Wanneer klanten zouden kunnen kiezen welke modems zij op het netwerk willen aansluiten, brengt dit de continuïteit, veiligheid en integriteit van het netwerk in gevaar”, meldt een woordvoerder van VodafoneZiggo ons. Het enige dat de internetprovider wel aanbiedt, is een bridge-modus waarmee de modem/router enkel als modem fungeert.

Een klant van Ziggo was het hier niet mee eens en spande eind 2020 een zaak aan bij de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten. De Geschillencommissie heeft vooral gekeken naar de Europese regelgeving waaronder de eerder genoemde BEREC-richtlijn. Ook is rekening gehouden met het feit dat het in Duitsland en Italië al mogelijk is eigen apparatuur te gebruiken. Ziggo kon niet goed beargumenteren waarom dit vanuit een objectief technologische noodzaak niet zou kunnen, waarna de Geschillencommissie de klant in het gelijk stelde. Het oordeel was dat Ziggo binnen 21 dagen moest publiceren hoe een eigen modem/router op de coax-aansluiting aangesloten kan worden.

Ziggo was het hier niet mee eens en besloot naar de rechter te stappen. De woordvoerder liet ons voordat de ACM met hun definitieve beleidsregel kwam weten dat VodafoneZiggo er belang aan hecht dat de rechter zich uitspreekt over de vraag of de Geschillencommissie met deze uitspraak haar bevoegdheden overschrijdt. Volgens het bedrijf is dit een onderwerp waar alleen toezichthouder ACM uitsluitsel over kan geven.

Nadat de ACM de definitieve beleidsregel bekendmaakte, liet Ziggo ons weten dat ze deze aan het bestuderen zijn en zich voorbereiden op de implementatie.

©PXimport

Strikte standaarden

In Duitsland is er ook voor aanbieders van kabelinternet als Ziggo al een vrije modemkeuze. AVM is een van de fabrikanten die in Duitsland met zijn Fritz!Box-reeks modem/routers verkoopt op basis van de DOCSIS-standaard die bij kabelinternet gebruikt wordt.

Eric van Uden, countrymanager Nederland bij AVM, vraagt zich waar het grootste bezwaar zit vanuit Ziggo. “Alle DOCSIS-apparatuur wordt gecertificeerd door CableLabs en de standaard is goed gedefinieerd. Waar het vroeger wellicht kon om als consument zelf instellingen te veranderen om een hogere snelheid dan het abonnement mogelijk te maken, is dat tegenwoordig niet mogelijk.”

Daar komt bij dat er in Duitsland bij de internetprovider Vodafone, die je kunt beschouwen als zusterbedrijf van het Nederlandse VodafoneZiggo, er volgens Van Uden geen problemen zijn bij het gebruik van eigen modem/routers. De kabelinternettak van het Duitse Vodafone heette tot 2020 Unitymedia en was net als Ziggo onderdeel van Liberty Global, voordat het verkocht werd aan Vodafone.

©PXimport

Conclusie

Het invoeren van wat in de volksmond de ‘vrije modemkeuze’ heet, is een lang traject dat al jarenlang loopt en waar tot nu toe niet echt schot in zat. Toch laten de wetgeving en de verduidelijkende richtlijn vanuit BEREC, dat in zijn oordeel ook de Geschillencommissie aanhaalde, een duidelijke intentie zien. Die is door de ACM inmiddels omgezet in duidelijkheid. Aanbieders krijgen zes maanden de tijd om de regelgeving te implementeren waarna de ‘vrije modemkeuze’ echt ingaat. Het mag duidelijk zijn dat het laatste woord over dit onderwerp nog niet geschreven is, we houden het in de gaten.

Wifi 6E goedgekeurd

Ook op wifigebied is de regelgeving dit jaar veranderd. Inmiddels is de benodigde frequentieruimte voor de uitbreiding wifi 6E – die een extra frequentieband toevoegt – door de Europese Commissie goedgekeurd. Je leest hier meer over wifi 6E. Er wordt in Europa 480 MHz (5945-6425 MHz) in de 6GHz-band vrijgemaakt en het is de bedoeling dat lidstaten ervoor zorgen dat dit op 1 december 2021 ook daadwerkelijk is toegestaan. In het vrijgemaakte spectrum is ruimte voor drie gelijktijdige kanalen van 160 MHz breed. Dit is een flinke verbetering ten opzichte van de huidige situatie, maar komt nog niet in de buurt van de 1200 MHz die wifi 6E in potentie biedt. In de Verenigde Staten komt die volledige 1200 Mhz wel vrij; er is dan ruimte voor zeven kanalen van 160 MHz naast elkaar. Voor het daadwerkelijk gebruik van de 6GHz-band heb je wel geschikte apparatuur nodig. In de verenigde Staten zijn de eerste wifi 6E-routers al te koop en ook clients als laptops komen dit jaar op de markt.

▼ Volgende artikel
Review Ring Buitencamera Plus – Veelzijdig voor binnen en buiten
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Ring Buitencamera Plus – Veelzijdig voor binnen en buiten

Laat je niet misleiden door de naam van de Ring Buitencamera Plus, want dit model is ook gewoon binnen te gebruiken. Het is daarmee een van de meest veelzijdige beveiligingscamera's van dit moment, en dat voor een prijs van nét geen 100 euro.

Goed
Conclusie

Ring heeft met de Buitencamera Plus een typisch product neergezet. De beelden ogen scherp en kleurrijk (ook 's avonds), al is de HDR-stand net iets te veel van het goede. Je bent goed verstaanbaar door de speakers, terwijl de stemmen van andere mensen prettig opgepikt worden door de microfoon op het apparaat. De installatie is daarnaast ontzettend flexibel, voor zowel binnen als buiten, en de app-opties zijn zoals altijd een sterk punt. Echter, om volledig toegang te krijgen tot alles wat de Ring Buitencamera Plus biedt, dien je toch echt dat abonnement af te sluiten.

Plus- en minpunten
  • Hoge resolutie
  • Kleurrijke beelden
  • Gemakkelijke installatie
  • Overzichtelijke app
  • Groot kijkveld
  • Nachtzicht in kleur
  • Niet compleet zonder abonnement
  • Stand in HDR wat heftig

Wat de Ring Buitencamera Plus zo veelzijdig maakt, is het feit dat je hem zowel bedraad als op batterij kunt gebruiken. Je kunt hem daardoor vrijwel overal neerzetten of ophangen, ongeacht de locatie, ongeacht het stopcontact en ongeacht het oppervlak. Je plaatst hem moeiteloos op een plank, kast of vensterbank en kunt hem ook ophangen aan een muur of plafond. Het voetstuk van de camera kun je namelijk loskoppelen en aan de achterkant bevestigen. Plus: je kunt hem helemaal om z'n as draaien en in een gewenste hoek positioneren.

Dat is echter niet de belangrijkste boodschap van Ring. De grootste aanpassing heeft namelijk te maken met de resolutie. Die is verhoogd van 1920 bij 1080 pixels bij het vorige model (ooit de Stick Up Cam 3rd Gen, maar nu Buitencamera) naar 2560 bij 1440 pixels. De marketingafdeling van menig camerabedrijf maakt je wijs dat dit een 2K-resolutie is, maar niets is minder waar. De officiële term is Quad-HD, maar dat bekt minder lekker. Plus: 2K doet denken aan de helft van 4K. Dat is een positieve connotatie waar veel bedrijven gretig gebruik van willen maken.

©Wesley Akkerman

Ziet meer dan de voorganger

Het vervelende is echter dat je onterecht kunt denken dat 2K een verdubbeling is van 1080p. Maar ook dat klopt niet: voor 1080p kijken we naar het cijfer achter de x, terwijl we voor de marketingterm 2K naar het cijfer vóór x kijken. Dat is dus appels met peren vergelijken. Maar dat betekent niet dat er geen beeldwinst is. Horizontaal gezien zijn er 360 en verticaal 640 pixels bij gekomen. Dat verschil valt vooral op wanneer je bijvoorbeeld inzoomt op een persoon. Gezichten komen een stuk scherper in beeld, al moet je natuurlijk niet té ver inzoomen.

De kijkhoek is er daarnaast ook op vooruitgegaan. De Ring Buitencamera Plus ziet net iets meer dan zijn voorganger, met hoeken van 140 graden horizontaal, 80 graden verticaal en 160 graden diagonaal. De voorganger heeft respectievelijk 115, 59 en 143 graden. Daarnaast is er zowel nachtvisie in zowel kleur als in grijs-wit – net wat je prettiger vindt. In alle gevallen hebben we gemerkt dat we de omgeving hier goed hebben kunnen volgen. De beelden ogen duidelijk en scherp. In de HDR-modus ogen kleuren wel iets té verzadigd, maar die kun je uitschakelen.

©Wesley Akkerman

Ring Vision

De Ring Buitencamera Plus beschikt over Ring Vision, een nieuw onderdeel dat het merk begin 2025 aankondigde. Vision combineert verschillende hardwarecomponenten (zoals antireflecterend glas) met software-optimalisatie (zoals dynamische beeldverwerking) en de expertise van het team om de beste beelden te presenteren. Natuurlijk klinken dit soort dingen vaak mooier dan ze zijn, maar de beelden liegen er niet om. Zowel in het donker als overdag ogen de beelden rustig, kleurrijk en scherp. Precies zoals je zou willen.

Omdat dit geen high-end of dure camera is van Ring, mis je misschien wel een aantal zaken. Denk dan aan het vogelperspectief en de 3D-bewegingsdetectie. Eerlijk is eerlijk: die hebben we tijdens het testen niet echt gemist. Dat is wellicht ook afhankelijk van hoe je het systeem inzet en welke mate van beveiliging je zoekt. Daar staat dan wel weer een flexibele installatie tegenover. Zoals gezegd kun je de camera op allerlei manieren installeren; je kunt er ook voor kiezen om een zonnepaneel op aan te sluiten, zodat je er helemaal geen omkijken meer naar hebt.

©Wesley Akkerman

Met of zonder zonnepaneel

Als je de Ring Buitencamera Plus niet direct op het stroomnet aansluit, mis je een belangrijke functie: pre-roll in 1080p. Dat is een korte video waarin je ziet wat er gebeurde vlak vóór een bewegingsmelding of het aanbellen. Deze functie werkt alleen als de camera via een stekker op netstroom is aangesloten.

Goed om te weten: de Buitencamera Plus met zonnepaneel kost 159 euro. Een losse batterij kost meestal tussen de 20 en 30 euro. Je kunt de camera zowel met als zonder batterij aanschaffen, maar in beide gevallen betaal je 99,99 euro voor de basisversie.

Verder werkt deze camera zoals je van Ring gewend bent. Via de app kun je van alles instellen: van bewegingszones en het zwartmaken van delen van het beeld (zodat de camera daar geen beweging detecteert) tot het aanpassen van de gevoeligheid. Je kunt de bewegingssensor ook helemaal uitschakelen of alleen de meldingen dempen. Met een handig tijdschema bepaal je bovendien precies wanneer de camera actief moet zijn. Op dat vlak doet de Ring Buitencamera Plus zeker niet onder voor andere Ring-modellen.

Met of zonder abonnement?

De Ring Buitencamera Plus ondersteunt ook slimme meldingen. Daarmee bepaal je zelf waarvoor je een notificatie ontvangt – bijvoorbeeld bij detectie van een voertuig, persoon of pakket. De opgenomen beelden worden standaard in de cloud opgeslagen, maar die kun je alleen terugkijken als je een abonnement afsluit. Dat is typisch voor Ring: zonder abonnement fungeert de camera vooral als live meekijk-apparaat met microfoon en speaker, maar kun je geen opnames terugzien.

Heb je meerdere Ring-camera's en maak je er intensief gebruik van, dan kan een abonnement wel de moeite waard zijn. Met het duurdere pakket krijg je bijvoorbeeld toegang tot de beeld-in-beeldmodus en kun je meerdere camera's tegelijk volgen. Kies je voor het meest uitgebreide abonnement, dan worden ook 24/7-opnames mogelijk – al betaal je daar wel 19,99 euro per maand voor. De goedkoopste variant kost 3,99 euro per maand en geeft toegang tot basisfuncties in de cloud, die veel andere aanbieders tegenwoordig kosteloos leveren. Daardoor vallen de totale kosten van een Ring-camera uiteindelijk toch wat hoger uit.

©Ring

Ring Buitencamera Plus kopen?

Over de installatie hebben we in deze review bewust weinig gezegd – die is namelijk simpel en snel. Met de Buitencamera Plus levert Ring opnieuw een typisch Ring-product af: de videobeelden zijn scherp en kleurrijk, ook 's avonds. Wel is de HDR-modus wat aan de overdreven kant. De ingebouwde speaker zorgt ervoor dat je goed verstaanbaar bent, terwijl de microfoon stemmen van anderen helder oppikt. De installatie is bovendien flexibel en geschikt voor zowel binnen- als buitentoepassing, en de app biedt zoals altijd uitgebreide instelmogelijkheden.

Toch blijft het bekende pijnpunt: om alles uit de Ring Buitencamera Plus te halen, heb je een abonnement nodig. Dat is al vaker een zwakke plek geweest bij Ring, en voorlopig lijkt daar geen verandering in te komen. Als eenvoudige deurcamera is dit model aan de prijzige kant – er zijn goedkopere alternatieven beschikbaar. Maar heb je al een Ring-abonnement of ben je bereid daarin te investeren, dan is deze camera zeker het overwegen waard. Nu is het alleen nog wachten tot Ring ook echt werk maakt van lokale opslag.

▼ Volgende artikel
Review Google Pixel 9a – Fijne smartphone voor een fijne prijs
© Rens Blom
Huis

Review Google Pixel 9a – Fijne smartphone voor een fijne prijs

De Google Pixel 9a is een prettige en complete smartphone die zeven jaar softwareupdates krijgt. Heel wat mensen zijn met dit toestel daarom jaren onder de pannen, denken we. In deze review lees je onze bevindingen met de Google Pixel 9a na twee weken intensief testen.

Uitstekend
Conclusie

De Google Pixel 9a is een midrange smartphone die een goede indruk achterlaat. De telefoon is degelijk gebouwd, heeft complete specificaties en krijgt zeven jaar updates. Je kunt dus lang met het toestel doen, zeker als je eenmalig meer betaalt voor de 256 GB-versie. Er zijn in dit prijssegment echter ook veel andere goede smartphones, dus het loont om te vergelijken of een ander toestel nog beter bij jouw wensen aansluit.

Plus- en minpunten
  • Zeven jaar updates
  • Heel compleet
  • Lange accuduur
  • Houdt minder lekker vast
  • Basismodel slechts 128 GB opslagcapaciteit

De Pixel 9a is het nieuwste model in de Pixel 9-serie, die in augustus is uitgebracht in de vorm van de 9, 9 Pro, 9 Pro XL en 9 Pro Fold. Toestellen van bijna duizend euro tot bijna tweeduizend euro voor de vouwbare 9 Pro Fold. Toptoestellen, zo bleek uit onze reviews. Maar er zijn ook genoegen redenen om géén hele dure telefoon te nemen. Als jij maximaal 550 euro wilt uitgeven aan je volgende nieuwe smartphone, is de Pixel 9a het overwegen waard.

Google's Pixel 9a verschijnt in vier kleuren, waaronder knalroze, het fraaie geteste lila en meer zakelijke zwart en wit. Wij zijn enthousiast over de lila kleur van de smartphone en vinden het toestel premium genoeg overkomen. De matte kunststof achterkant toont nauwelijks vingerafdrukken, waardoor de telefoon er netjes blijft uitzien. Al kunnen we ons ook goed voorstellen dat je een hoesje om de Pixel 9a stopt voor de nodige bescherming. Een hoesje kan ook helpen om de ergonomie van de telefoon te verbeteren. De Pixel 9a is namelijk nogal vlak en ligt daarom wat minder prettig in de hand dan telefoons die een meer gebold ontwerp hebben. Google weet in ieder geval hoe dat moet, want de Pixel 8a van een jaar geleden had zo'n boller ontwerp en lag daarom ook zonder hoesje lekker in de hand.

©Rens Blom

Als we het nog even over bescherming hebben: de Pixel 9a heeft een iP68-certificering en kan daarom tegen (zoet) water en stof.

Je kunt de Pixel 9a redelijk goed met één hand bedienen, doordat het scherm met 6,3 inch relatief compact is. De 186 gram wegende smartphone is even breed als de Samsung Galaxy S25 en Apple iPhone 16, en een fractie hoger. Het Full-HD-oledscherm ziet er erg mooi uit en heeft een hoge verversingssnelheid van 120 Hz. Op zonnige lentedagen is het beeldscherm prima af te lezen.

©Rens Blom

Complete specificaties

Van een smartphone die 550 euro kost, verwachten we tegenwoordig een complete en soepele gebruikservaring. Zo'n toestel moet in principe jaren meekunnen. De Pixel 9a lijkt aan die verwachtingen te voldoen. Hij draait op dezelfde snelle Tensor G4-processor als zijn duurdere Pixel 9-broers, heeft 8 GB werkgeheugen en een 5100 mAh-accu die zonder zorgen een lange dag meegaat. Opladen kan vlot genoeg via usb-c (je dient zelf een adapter te regelen) of langzamer bij draadloos opladen.

Minder blij zijn we met Google's keuze om het instapmodel van de Pixel 9a uit te rusten met 128 GB opslagcapaciteit. Daar kun je in de praktijk namelijk geen 128 GB van gebruiken en als je jaren met het toestel wilt doen, is 128 GB voor veel mensen op de langere termijn onvoldoende. De opslag uitbreiden via een microSD-kaartje is niet mogelijk. Het loont daarom waarschijnlijk om eenmalig meer te betalen voor de 256 GB-variant van de Pixel 9a. Die kun je langer met een gerust hart gebruiken. Veel concurrerende smartphones hebben overigens standaard 256 GB.

©Rens Blom

Camera's

Achterop de Pixel 9a zitten twee camera's. Die zijn goed, maar in de meeste situaties niet beter dan de camera's van de Pixel 8a. Dat geeft weinig en in het donker doet de Pixel 9a het wél beter dan zijn voorganger. Snel bewegende huisdieren blijven lastig om scherp vast te leggen. Dat zie je ook op onderstaande foto: de kat is nét niet lekker scherp.

©Rens Blom

Met de groothoekcamera leg je een wijder deel van de omgeving vast. De Pixel 9a kan ook inzoomen, via de hoofdcamera. Op onderstaande serie zie je de verschillen in de praktijk.

©Rens Blom

De hoofdcamera, groothoekcamera en 2x zoom.

7 jaar updates

Google's bezuiniging om de Pixel 9a van slechts 128 GB opslagcapaciteit te voorzien, maakt dat er op andere vlakken meer ruimte is voor een premium ervaring. Een goed voorbeeld is de softwareondersteuning. Google geeft de smartphone liefst zeven jaar Android-upgrades en beveiligingsupdates. Dat is even lang als de veel duurdere Pixel 9-toestellen en ook even lang als Samsungs Galaxy-topsmartphones en Apple iPhones. Veel concurrenten van de Pixel 9a krijgen vier tot zes jaar updates. De Pixel 9a kan dus langer mee. Of je daadwerkelijk zeven jaar met een smartphone doet, is een tweede.

Ook fijn is dat Google de software lekker schoon levert en allerlei eigen AI-functies toevoegt. Die worden steeds handiger en zijn gratis beschikbaar.

©Rens Blom

Conclusie: Google Pixel 9a kopen?

De Google Pixel 9a is een midrange smartphone die een goede indruk achterlaat. De telefoon is degelijk gebouwd, heeft complete specificaties en krijgt zeven jaar updates. Je kunt dus lang met het toestel doen, zeker als je eenmalig meer betaalt voor de 256 GB-versie. Er zijn in dit prijssegment echter ook veel andere goede smartphones, dus het loont om te vergelijken of een ander toestel nog beter bij jouw wensen aansluit.