ID.nl logo
De route naar je eigen router
© PXimport
Huis

De route naar je eigen router

Als je een internetabonnement afsluit, dan verstrekt de provider meestal een eigen (modem/)router waarmee je de internetverbinding kunt gebruiken. Al jarenlang verschijnt er af en toe in het nieuws dat internetproviders verplicht worden om klanten in de gelegenheid te stellen in plaats daarvan hun eigen apparatuur te gebruiken. Ook dit jaar is de eigen router weer volop in het nieuws. Een klant van Ziggo won een zaak hierover bij de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten en afgelopen maand werd de knoop door de ACM doorgehakt: er komt in 2022 een vrije modemkeuze.

In de wet is sinds 2016 een besluit eindapparaten opgenomen. Dit besluit is gebaseerd op de Europese richtlijn 2008/63/EG, waarin wordt aangegeven dat gebruikers zelf eindapparaten kunnen aansluiten. Helaas is de praktijk weerbarstiger. In de wet staan bijvoorbeeld de termen eindapparaten en netwerkaansluitpunten, maar deze termen zijn niet sluitend gedefinieerd.

Dat is overigens wel geprobeerd. In 2017 was er vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een consultatie over de beleidsregel netwerkaansluitpunt. Na het afronden van de consultatie besloot staatssecretaris Mona Keijzer de beleidsregel toch niet te uit te voeren, omdat de bevoegdheid door nieuwe Europese regels bij toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) was komen te liggen. Hierdoor moest de hele procedure opnieuw beginnen.

Dit duurde uiteindelijk tot juli 2020, toen de ACM zijn conceptbeleidsregel netwerkaansluitpunt publiceerde. De ACM verwachtte toen dat de regel in 2021 van kracht zou worden, maar vervolgens werd het stil. Begin juli kwam de ACM met een tussentijdse update waarin de verwachting werd uitgesproken dat de beleidsregel deze zomer gepubliceerd gaat worden. Dat duurde niet lang, want al op 27 juli publiceerde de ACM hun Beleidsregel Handhaving Besluit Eindapparaten die je hier vindt.

©PXimport

Regulering netwerktoegang

De ACM onderzoekt momenteel ook of de toegang tot vaste telecomnetwerken moet worden gereguleerd. Hierbij gaat het om de voorwaarden voor toegang van telecomaanbieders zonder een eigen netwerk tot de netwerken van KPN en VodafoneZiggo, die wel (vrijwel) landelijke dekking bieden. De ACM oordeelde in het verleden dat KPN en VodafoneZiggo hun netwerk moesten openstellen voor de concurrentie. Vorig jaar is die regulering voor toegang vervallen na een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBp). Toegang tot het netwerk van KPN was tot die uitspraak gereguleerd en de ACM wilde dat ook laten gelden voor het netwerk van VodafoneZiggo. In het najaar publiceert de ACM een ontwerpbesluit waar telecomaanbieders op kunnen reageren. KPN biedt nog steeds toegang tot zijn netwerk, al zijn de toegangsvoorwaarden volgens de ACM na de uitspraak van het CBp wel aangepast.

Waar begint je netwerk?

De vraag die centraal staat, is waar het netwerk van de internetprovider eindigt en je eigen netwerk begint. In de praktijk zijn er drie keuzes: de eerste keuze is dat het aansluitpunt wordt gevormd door de afwerking van de kabel. De tweede keuze is een modem (of mediaconvertor) waar een eindgebruiker een eigen router of mediabox op kan aansluiten. De derde keuze is dat eindgebruikers alleen eigen apparatuur kunnen aansluiten na een (modem/)router.

De eerste optie, de afwerking van de kabel, is bij dsl de ISRA (Infrastructuur Randapparatuur), bij kabel het AOP (abonnee-overnamepunt) en bij glasvezel de FTU (fiber termination unit). Een kenmerk van alle drie deze overnamepunten is dat ze passief zijn: ze gebruiken geen door de consument betaalde energie.

De andere mogelijkheid is dus de keuze voor een punt waarop een standaard ethernetaansluiting mogelijk is. Dat kan in de vorm van een modem of mediaconvertor, of eventueel zelfs een (modem/)router. Hierbij gaat het dus om actieve componenten die energie gebruiken.

Keuze voor passief

De ACM baseert zijn beleidsregel op een richtlijn vanuit BEREC, de overkoepelende toezichthouder vanuit de Europese Unie. BEREC beveelt aan dat het aanwijzen van het passieve aansluitpunt als netwerkaansluitpunt het meest bevorderlijk is voor innovatie en concurrentie in de telecommarkt. Je vindt de richtlijn hier. In artikel 2 van de beleidsregel staat dan ook dat het netwerkaansluitpunt passief is. In de bijbehorende toelichting wordt genoemd dat het netwerkaansluitpunt niet wordt gevoed door een spanningbron op de locatie van de eindgebruiker. Verder moeten aanbieders de specificaties van een netwerkaansluitpunt openbaar maken, zodat derde partijen apparatuur kunnen leveren. Bovendien moet een aanbieder meewerken aan het realiseren van een passief aansluitpunt als een eindgebruiker daarom vraagt. Alle op het netwerkaansluitpunt aangesloten apparaten zijn eindapparaten die de gebruiker zelf kan kiezen.

Wel is er in de toelichting naar aanleiding van de reacties van aanbieders op de conceptbeleidsregel een voorbehoud opgenomen wat betreft de handhaving van mediaboxen. Dit omdat IP-televisie in zeer kleine mate gebruik maakt van gestandaardiseerde technologieën en het onwaarschijnlijk is dat fabrikanten van eindapparaten hiervoor alternatieve mediaboxen gaan ontwerpen. Aanbieders hebben bovendien aangegeven om IP-televisie zelf op andere apparaten beschikbaar te maken, bijvoorbeeld in de vorm van apps. Bij de evaluatie na twee jaar wordt opnieuw naar de positie van IP-televisie gekeken. 

©PXimport

Reacties

Na het publiceren van de conceptbeleidsregel netwerkaansluitpunt werden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. Je vind ze geanonimiseerd gebundeld per onderwerp in een Nota van bevindingen. Bij de eerdere consultatie vanuit het ministerie werden alle reacties wel gepubliceerd, je vind ze hier. Aanbieders stellen dat de door hun geleverde apparatuur noodzakelijk is voor het beheer en de veiligheid van het netwerk. De ACM gaat hier niet in mee en geeft als tegenreactie dat het monitoren van de kwaliteit van een verbinding onderdeel van de standaarden is. Apparatuur die niet voldoet aan de standaard of later het netwerk schaadt, kan geweigerd of afgesloten worden. Ook wordt er door aanbieders op gewezen dat het lastig is om mediaboxen voor IP-televisie open te stellen. Op dit onderdeel komt de ACM de aanbieders tegemoet, want er wordt (voorlopig) niet gehandhaafd op mediaboxen voor IP-televisie. Fabrikanten van apparatuur zijn juist blij, het Verbund der Telekommunikations-Endgerätehersteller (VTKE) waarin fabrikanten van onder andere modems en routers zich verenigd hebben, laat in een reactie weten verheugd te zijn over de uitspraak van de ACM. 

Wat kan er nu?

Sommige internetproviders die gebruikmaken van dsl of glasvezel, waaronder KPN, hebben zich (deels) al voorbereid op de verwachte regelgeving en gegevens gepubliceerd hoe een eigen (modem/)router aan te sluiten op hun netwerk. In het geval van een dsl-verbinding zijn er diverse modems en modem/routers te koop die je kunt gebruiken.

Een glasvezelverbinding wordt doorgaans afgewerkt met een NTU (network termination unit). Dit is een mediaconvertor die het glasvezelsignaal omzet naar een standaard ethernetsignaal waarop een router wordt aangesloten. Er zijn ook providers die een router leveren die zelf al is voorzien van een glasvezelaansluiting.

In theorie kun je de NTU vervangen door een eigen apparaat zoals een sfp-module in een geschikte router. Maar hoewel de technische specificaties voor een mediaconverter bij providers zijn op te vragen, blijkt die vervangtruc in de praktijk toch lastig: er zijn allerlei fysieke typen FTU door elkaar in gebruik. Door het gebrek aan fysieke standaardisatie is er een kans dat je de glasvezelaansluiting beschadigt als je bijvoorbeeld de verkeerde stekker gebruikt. Een NTU die is voorzien van een netwerkaansluiting heeft vanuit de gebruiker gelukkig weinig nadelen.

Overigens vormen de meest recente glasvezelnetwerken, onder andere aangelegd door KPN Netwerk, een uitzondering. Deze nieuwe glasvezelnetwerken maken gebruik van GPON-technologie (gigabit passive optical network), waarbij een glasvezel passief gesplitst wordt en meerdere woningen via dezelfde glasvezel op de actieve apparatuur zijn aangesloten. Hierdoor is in de centrale minder actieve apparatuur nodig en dat bespaart uiteraard geld, ruimte en energie.

Bij GPON-netwerken is de mediaconvertor (die ONT genoemd wordt) vooralsnog verplicht. Maar ook deze gaat onder de eigen keuze vallen. Een uitdaging bij het gebruik van een eigen router zit hem doorgaans niet in de internetverbinding, maar in het werkend krijgen van ip-televisie en eventueel telefonie.

©PXimport

Wachten op de ACM

Ziggo, de grootste internetprovider van Nederland, maakt voor zijn modems gebruik van de (Euro)DOCSIS-standaard. De internetprovider verstrekt geen gegevens om een eigen (Euro)DOCSIS-modem(/router) aan te sluiten.

Volgens VodafoneZiggo is het Ziggo-modem integraal onderdeel van het netwerk en vervult het een essentiële functie binnen het Ziggo-netwerk. Ook wordt het modem uitgebreid getest en regelmatig bijgewerkt met software-updates. “Wanneer klanten zouden kunnen kiezen welke modems zij op het netwerk willen aansluiten, brengt dit de continuïteit, veiligheid en integriteit van het netwerk in gevaar”, meldt een woordvoerder van VodafoneZiggo ons. Het enige dat de internetprovider wel aanbiedt, is een bridge-modus waarmee de modem/router enkel als modem fungeert.

Een klant van Ziggo was het hier niet mee eens en spande eind 2020 een zaak aan bij de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten. De Geschillencommissie heeft vooral gekeken naar de Europese regelgeving waaronder de eerder genoemde BEREC-richtlijn. Ook is rekening gehouden met het feit dat het in Duitsland en Italië al mogelijk is eigen apparatuur te gebruiken. Ziggo kon niet goed beargumenteren waarom dit vanuit een objectief technologische noodzaak niet zou kunnen, waarna de Geschillencommissie de klant in het gelijk stelde. Het oordeel was dat Ziggo binnen 21 dagen moest publiceren hoe een eigen modem/router op de coax-aansluiting aangesloten kan worden.

Ziggo was het hier niet mee eens en besloot naar de rechter te stappen. De woordvoerder liet ons voordat de ACM met hun definitieve beleidsregel kwam weten dat VodafoneZiggo er belang aan hecht dat de rechter zich uitspreekt over de vraag of de Geschillencommissie met deze uitspraak haar bevoegdheden overschrijdt. Volgens het bedrijf is dit een onderwerp waar alleen toezichthouder ACM uitsluitsel over kan geven.

Nadat de ACM de definitieve beleidsregel bekendmaakte, liet Ziggo ons weten dat ze deze aan het bestuderen zijn en zich voorbereiden op de implementatie.

©PXimport

Strikte standaarden

In Duitsland is er ook voor aanbieders van kabelinternet als Ziggo al een vrije modemkeuze. AVM is een van de fabrikanten die in Duitsland met zijn Fritz!Box-reeks modem/routers verkoopt op basis van de DOCSIS-standaard die bij kabelinternet gebruikt wordt.

Eric van Uden, countrymanager Nederland bij AVM, vraagt zich waar het grootste bezwaar zit vanuit Ziggo. “Alle DOCSIS-apparatuur wordt gecertificeerd door CableLabs en de standaard is goed gedefinieerd. Waar het vroeger wellicht kon om als consument zelf instellingen te veranderen om een hogere snelheid dan het abonnement mogelijk te maken, is dat tegenwoordig niet mogelijk.”

Daar komt bij dat er in Duitsland bij de internetprovider Vodafone, die je kunt beschouwen als zusterbedrijf van het Nederlandse VodafoneZiggo, er volgens Van Uden geen problemen zijn bij het gebruik van eigen modem/routers. De kabelinternettak van het Duitse Vodafone heette tot 2020 Unitymedia en was net als Ziggo onderdeel van Liberty Global, voordat het verkocht werd aan Vodafone.

©PXimport

Conclusie

Het invoeren van wat in de volksmond de ‘vrije modemkeuze’ heet, is een lang traject dat al jarenlang loopt en waar tot nu toe niet echt schot in zat. Toch laten de wetgeving en de verduidelijkende richtlijn vanuit BEREC, dat in zijn oordeel ook de Geschillencommissie aanhaalde, een duidelijke intentie zien. Die is door de ACM inmiddels omgezet in duidelijkheid. Aanbieders krijgen zes maanden de tijd om de regelgeving te implementeren waarna de ‘vrije modemkeuze’ echt ingaat. Het mag duidelijk zijn dat het laatste woord over dit onderwerp nog niet geschreven is, we houden het in de gaten.

Wifi 6E goedgekeurd

Ook op wifigebied is de regelgeving dit jaar veranderd. Inmiddels is de benodigde frequentieruimte voor de uitbreiding wifi 6E – die een extra frequentieband toevoegt – door de Europese Commissie goedgekeurd. Je leest hier meer over wifi 6E. Er wordt in Europa 480 MHz (5945-6425 MHz) in de 6GHz-band vrijgemaakt en het is de bedoeling dat lidstaten ervoor zorgen dat dit op 1 december 2021 ook daadwerkelijk is toegestaan. In het vrijgemaakte spectrum is ruimte voor drie gelijktijdige kanalen van 160 MHz breed. Dit is een flinke verbetering ten opzichte van de huidige situatie, maar komt nog niet in de buurt van de 1200 MHz die wifi 6E in potentie biedt. In de Verenigde Staten komt die volledige 1200 Mhz wel vrij; er is dan ruimte voor zeven kanalen van 160 MHz naast elkaar. Voor het daadwerkelijk gebruik van de 6GHz-band heb je wel geschikte apparatuur nodig. In de verenigde Staten zijn de eerste wifi 6E-routers al te koop en ook clients als laptops komen dit jaar op de markt.

▼ Volgende artikel
Laptop mee op vakantie? Hier moet je op letten
© maglara
Huis

Laptop mee op vakantie? Hier moet je op letten

Een laptop meenemen op vakantie lijkt handig. Even foto's uitzoeken, een filmpje kijken of wat werk afronden. Maar afhankelijk van je bestemming en manier van reizen zijn er een paar dingen waar je van tevoren goed over na moet denken. Of je nu gaat kamperen in een tent, met de caravan op pad gaat of een huisje of hotel boekt, iedere situatie stelt z'n eigen eisen aan hoe je je laptop gebruikt, beschermt en voorbereidt.

⛺ Dit artikel in het kort

Laptop mee op vakantie? We vertellen waar je op moet letten wanneer je:

  • gaat kamperen in een tent
  • er met de caravan op uit trekt
  • een huisje of hotelkamer huurt
  • naar het buitenland gaat

Lees ook: Alternatieve checklist: 19 tips voor een zorgeloze vakantie

Kamperen: zonder stroom of wifi

Wie gaat kamperen in een tent, heeft meestal geen stroomvoorziening of wifi tot zijn beschikking. De laptop moet het dus doen op de accu, en je internetverbinding moet je zelf regelen. Zorg daarom dat je laptop volledig is opgeladen voordat je vertrekt. Als je meerdere dagen zonder stopcontact zit, kan een powerbank met een hoge capaciteit uitkomst bieden, al moet die dan wel geschikt zijn voor laptops. Niet elk model levert voldoende vermogen.

Wifi is er op de meeste campings wel, maar vaak alleen bij de receptie of het sanitairgebouw, en meestal niet gratis of stabiel. Wil je toch online kunnen, dan kun je je smartphone gebruiken als hotspot. Dat heet tethering: je telefoon fungeert dan als een soort draagbare wifi-router via je mobiele dataverbinding. Check vooraf bij je provider of je databundel groot genoeg is en of tethering is toegestaan in het buitenland. Grote downloads, zoals systeemupdates of cloudsynchronisatie, kunnen je databundel snel opslokken. Zet automatische updates daarom uit en pauzeer de synchronisatie met diensten als OneDrive of Google Drive zolang je via je telefoon online bent.

Houd er ook rekening mee dat in afgelegen gebieden mobiel internet soms traag of onbetrouwbaar is. Download daarom bij voorkeur alles wat je nodig denkt te hebben voor je vertrekt, van kaarten en routes tot films of series. Zo houd je grip op je verbruik én voorkom je onaangename verrassingen bij thuiskomst.

©TeTe Song

Caravan: iets meer luxe, maar nog steeds beperkingen

Wie met een caravan reist, heeft het vaak net wat makkelijker. Sommige staanplaatsen hebben een stroomaansluiting en er zijn meestal meer voorzieningen. Toch geldt ook hier dat je niet kunt rekenen op snel of onbeperkt internet. Installeer een VPN op je laptop als je gebruik wilt maken van publieke netwerken. Daarmee versleutel je je verbinding, zodat anderen niet zomaar kunnen meekijken of gegevens onderscheppen. Dit is vooral belangrijk als je e-mails checkt, online bankiert of inlogt op accounts.

Zelfs als je een wifi-netwerk kunt gebruiken, is het verstandig om automatische updates op je laptop tijdelijk uit te schakelen. Het klopt dat bij gebruik van wifi dataverbruik in principe geen rol speelt, tenzij je op een plek zit waar je moet betalen per MB of waar het netwerk bewust is afgeknepen. Wat wél vaak speelt op campings of in hotels: de verbinding is traag, instabiel of wordt gedeeld met veel andere gasten. Grote downloads zoals systeemupdates kunnen dan het netwerk zwaar belasten, waardoor alles tergend langzaam gaat of zelfs vastloopt. Door updates uit te stellen, houd je de verbinding werkbaar voor jezelf en anderen.

Heb je helemaal geen wifi tot je beschikking, dan ben je aangewezen op mobiel internet via je smartphone. Hoe je dat het beste aanpakt, heb je al eerder in dit artikel kunnen lezen.

©InsideCreativeHouse

Huisje of hotel: alles bij de hand, maar blijf alert

In een vakantiewoning of hotel hoef je je over de stroomvoorziening doorgaans geen zorgen te maken en ook is er meestal wel een wifinetwerk dat redelijk functioneert. Toch blijft het belangrijk om alert te zijn. De beveiliging van dit soort vakantienetwerken is vaak minimaal. Zonder VPN is je verbinding eenvoudig te onderscheppen. Gebruik daarom altijd een VPN-dienst of kies ervoor om vertrouwelijke zaken, zoals het inloggen op je bank, uit te stellen tot je op een vertrouwd netwerk zit.

Zorg ook in deze situatie voor een recente back-up. Denk aan synchronisatie met OneDrive, Google Drive of iCloud, maar ook aan een kopie op een externe ssd of usb-stick. Mocht je laptop gestolen worden of beschadigd raken, dan heb je in elk geval je bestanden nog.

Vooraf en onderweg back-uppen?

Snelle externe ssd's vind je bij

In het buitenland: adapter, handbagage en verzekering

Ga je naar het buitenland, dan zijn er extra zaken om op te letten. Niet elk land gebruikt dezelfde stopcontacten en netspanning. Een universele wereldstekker is daarom handig, zeker als je meerdere apparaten mee hebt. Voor sommige bestemmingen heb je ook een spanningsomvormer nodig, hoewel moderne opladers vaak meerdere voltages aankunnen. Check dit op het label van je oplader.

Bij vliegreizen moet je goed kijken naar de bagageregels. Bij budgetmaatschappijen zoals Ryanair of Easyjet mag je soms maar één stuk handbagage meenemen. Dat betekent kiezen: een rugzak met je laptop of een trolley met kleding. Wil je beide, dan moet je bijbetalen. Stop je laptop liever niet in ruimbagage. Niet alleen vanwege de kans op beschadiging, maar ook omdat lithiumbatterijen daar eigenlijk niet thuishoren en zelfs geweigerd kunnen worden. Als het echt niet anders kunt, gebruik dan een stevige hoes of laptoptas, leg je laptop midden in je bagage tussen kleding en meld bij het inchecken dat er elektronica in zit.

Schade, verlies of diefstal: hoe zit het met de verzekering?

Schade of verlies van je laptop tijdens de vakantie valt in sommige gevallen onder je reisverzekering. Vaak zit hier wel een maximumbedrag aan verbonden en gelden er voorwaarden, zoals aantoonbare braaksporen bij diefstal. Controleer daarom vooraf of je laptop verzekerd is en of je eventueel een aanvullende dekking nodig hebt. Bij sommige inboedelverzekeringen is tijdelijke dekking in het buitenland mogelijk. Maak ook foto's van je apparatuur en noteer serienummers. Dit helpt bij aangifte of schadeclaims.

Nog even dit: voorbereid op pad

Een goede voorbereiding voorkomt veel gedoe. Werk je besturingssysteem en antivirussoftware bij vóór vertrek, zodat je onderweg niet verrast wordt door verplichte updates. Kijk of je genoeg opslagruimte hebt voor je vakantiefoto's of -video's. Denk ook aan offline gebruik: stel je e-mailclient in op offline modus, download navigatiekaarten en sla films of series lokaal op. Apps als Netflix en Disney+ bieden standaard de mogelijkheid om titels offline te bewaren.

Pas ook je tweestapsverificatie aan voordat je vertrekt. Wie normaal via sms een code ontvangt, kan in het buitenland tegen problemen aanlopen, vooral als het Nederlandse nummer niet werkt of buiten bereik is. Gebruik liever een authenticator-app, zoals Google Authenticator of Authy. Daarmee ontvang je je inlogcodes ook zonder mobiele verbinding, zolang je je smartphone maar bij je hebt.

Tot slot: laat je laptop niet in de volle zon liggen, in een warme auto of op een vochtige plek in de tent. Hitte en vocht zijn funest voor de elektronica. Gebruik bij voorkeur een waterdichte hoes of sleeve en bewaar hem op een droge plek in de schaduw. Fijne vakantie!

 

▼ Volgende artikel
Hisense 65U7Q PRO – Prima middenklasser met een paar hardnekkige minpuntjes
© Hisense
Huis

Hisense 65U7Q PRO – Prima middenklasser met een paar hardnekkige minpuntjes

Hisense richt zijn pijlen op het middensegment, en deze 65U7Q Pro is daar een goed voorbeeld van. Het toestel verbetert een aantal zwakke punten van zijn voorganger en stoot daarmee duidelijk door naar de betere toestellen. Maar Hisense heeft niet alle minpunten weggewerkt. Bovendien toont de nieuwe versie van het VIDAA U-systeem dat niet alle aanpassingen een verbetering zijn.

Goed
Conclusie

De Hisense 65U7Q Pro biedt sterk contrast, goede HDR-prestaties en uitgebreide gamingmogelijkheden dankzij vier HDMI 2.1-poorten. De beeldkwaliteit is duidelijk verbeterd ten opzichte van zijn voorganger. Wel blijven de HDR-tonemapping wisselvallig en het VIDAA U-platform beperkt qua lokale apps en overzichtelijkheid.

Plus- en minpunten
  • Goede piekhelderheid
  • Verbeterd contrast en veel schaduwdetail
  • Prima bewegingsscherpte en 240Hz-modus
  • Goede beeldverwerking
  • Mooie HDR-beelden
  • Dolby Vision IQ met Precision Detail en HDR10+
  • VIDAA U werkt vlot
  • 4x HDMI 2.1 met alle gaming-features
  • Degelijke audiokwaliteit, Dolby Atmos en DTS:X
  • Dynamische tonemapping is niet altijd een verbetering
  • Lokale streaming-apps nog steeds niet allemaal beschikbaar
  • Thuisscherm kan verwarrend zijn
  • Matige kijkhoek
Specificaties

Adviesprijs: 1.399 euro Wat: Ultra HD LCD-tv (MiniLED FALD met 560 zones) Schermformaat: 65 inch (164 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (v2.1, eARC/ARC, ALLM, VRR, 4K120), 1x minijack (composiet video + stereo), 1x optisch digitaal uit, 2x usb, 1x hoofdtelefoon, 2x antenne, 1x ethernet, wifi 5 (802.11b/g/n/ac), bluetooth Extra's: Dolby Vision IQ with Precision Detail, HDR10+ Adaptive, HDR10, HLG, VIDAA U9 OS, USB/DLNA-mediaspeler, AirPlay 2, DVB-T2/C/S2, CI+-slot Afmetingen: 1446 x 896 x 326 mm (incl. voet) Gewicht: 21,6 kg (incl. voet) Verbruik: SDR 84 kWh/1000h (E) / HDR 180 kWh/1000h (G)

Wie in het middensegment voor een televisie shopt, levert onvermijdelijk wat in op het gebied van design. De U7Q Pro is daarop geen uitzondering. Het toestel oogt degelijk, maar springt niet in het oog als een staaltje van topdesign. In tegenstelling tot zijn voorganger heeft hij nu wel een relatief vlakke rug. Daardoor springt het 7,5 cm dikke profiel wat meer in het oog, al maskeren de schuine zijdes dat enigszins. Het toestel staat op een centrale voet die bestaat uit twee voetsteunen afgedekt met een kunststof plaat. Het resultaat oogt wat saai en verraadt zijn middenklasse-roots. De afwerking van het toestel zelf is degelijk, de voet mocht misschien iets geraffineerder.

Aansluitingen

Hisense is overgeschakeld op een nieuw hardwareplatform en dat komt in elk geval met één voordeel. De U7Q Pro beschikt nu over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 48 Gbit/s bandbreedte leveren. Dat is vooral voor hardcore gamers van belang. Die kunnen nu een soundbar aansluiten via ARC/eARC en hebben daarnaast de mogelijkheid om meerdere 4K120-bronnen te gebruiken.

Pc-gamers krijgen nog meer goed nieuws: zij kunnen nu een verversingsfrequentie tot 165 Hz in 4K gebruiken, en zelfs tot 288Hz in Full HD. De tv ondersteunt bovendien ALLM, HDMI VRR en AMD FreeSync, en is bovendien NVIDIA G-Sync Compatible. De input-lag scoort geen topresultaat, maar wel meer dan behoorlijk: 14,2 ms bij 4K60 en 10,1 ms bij 2K120.

De U7Q Pro is daarnaast uitgerust met twee usb-poorten, een minijack-ingang voor composiet video en stereo, een hoofdtelefoonaansluiting, optisch digitale audio-uitgang, ethernet, wifi 5 en bluetooth. Even opletten bij wandmontage, want de ethernetpoort, een van de usb-poorten en de optisch digitale audio-uitgang wijzen naar achteren. De rest van de aansluitingen bevindt zich aan de zijkant. De tv heeft een enkelvoudige DVB-T/T2/C-tuner, een DVB-S/S2-tuner en een CI+-slot. Met behulp van externe usb-opslag kun je live-tv pauzeren of opnemen.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Verbeterde piekhelderheid en contrast

Vorig jaar worstelde de U79NQ met een matig contrast en doorsnee piekhelderheid. De U7Q Pro probeert dat duidelijk te verbeteren. Net als de voorganger gebruikt hij een VA-paneel met miniled-achtergrondverlichting, maar het aantal zones is opgetrokken van 384 naar 560 (28 x 20). In de HDR Filmmaker-modus meten we 1537 nits piekhelderheid op het 10%-venster; dat is 40 procent verbetering ten opzichte van het voorgaande model. Daartegenover haalt het volledig witte scherm maar 423 nits, en dat is dan weer 25 procent lager dan vorig jaar. Mogelijk heeft Hisense de optimalisatie gericht op speculaire highlights in plaats van algemene helderheid.

Ook het contrast is verbeterd, al blijft het eigen ANSI-contrast van het VA-paneel onveranderd op een eerder bescheiden 3190:1. Maar in de Filmmaker-modus verbetert de local dimming (in de Laag-stand) dat naar een mooie 7100:1 en zelfs 18.930:1 op eenvoudiger testpatronen. Dat is een degelijk resultaat, maar loopt nog steeds wat achter op concurrenten.

De zone-aansturing is prima, hoewel aan de leidende randen van heldere objecten een subtiele dimming zichtbaar kan zijn, vooral tegen een erg donkere achtergrond. Hogere local dimming-instellingen bieden geen substantiële contrastverbetering, maar introduceren wel merkbaar verlies van zwartdetail en onderdrukking van kleinere lichtaccenten. De voorzichtige dimming-aanpak zorgt er ook voor dat vage halo-effecten zichtbaar blijven, met name op donkere achtergronden en in HDR-content.

Door de matige kijkhoek wordt dat duidelijk zichtbaar als je te ver opzij zit. Kijk je echt bij volledige verduistering, dan kun je overwegen om de lokale dimming naar de medium-stand te schakelen. Het paneel van ons testmodel had wat beperkte uniformiteitsproblemen, waardoor soms een 'dirty screen effect' zichtbaar was bij heldere beelden. Denk eraan dat dit kan variëren tussen individuele toestellen.

HDR-content en kalibratie

Met ondersteuning voor HDR10, HDR10+, Dolby Vision IQ met Precision Detail is de U7Q Pro perfect uitgerust voor het breedste aanbod aan HDR-content. Dolby Vision IQ levert consistent de beste resultaten met uitstekende diepte en nuance. HDR10-prestaties zijn dankzij betere tonemapping duidelijk mooier dan vorig jaar. Er blijft meer contrast in het beeld en het 92% P3-kleurbereik ondersteunt rijke, verzadigde kleuren.

De HDR Tonemapping geeft een wat gemengd resultaat. Het kan witdetail en heldere kleurtinten beter zichtbaar maken, maar donkere beelden worden donkerder, terwijl heldere fragmenten helderder worden. Dat is zelden gewenst, dus het gebruik van deze instelling blijft twijfelachtig.

Zowel de SDR als de HDR Filmmaker-modus zijn redelijk goed gekalibreerd; de fouten die we opmerken zijn zelden duidelijk zichtbaar. In SDR merken we dat de grijsschaal wat naar geel uitwijkt, maar gelukkig zonder kwalijke gevolgen op huidskleuren. In HDR is het resultaat beter: de grijsschaal is neutraal, maar iets te donker terwijl kleuren dan weer vaak wat te helder zijn. Beide leveren uitstekende schaduwdetails, alleen heel donkere HDR-beelden ondervinden wat last van het beperkte contrast.

©Hisense

Beeldverwerking

De Hi-View AI Engine Pro levert prestaties die grotendeels in lijn liggen met die van de vergelijkbare modellen van vorig jaar. Dat betekent prima deinterlacing van 1080i-content en prima ruisonderdrukking voor willekeurige ruis. De prestaties met blokruis (gevolg van MPEG-compressie) blijven echter wat aan de zwakke kant. De upscaling levert mooie resultaten die weliswaar relatief zachte beelden opleveren. Je kunt de scherpte-instelling iets verhogen of met behulp van de superresolutie-instelling wat extra detail zichtbaar maken.

Hoe dan ook blijft het opletten met dvd-beelden, omdat die van relatief lage kwaliteit zijn en fouten daardoor makkelijker zichtbaar zijn. Zo kan superresolutie daar voor een overmatig uitgevlakte look zorgen, of voor onnatuurlijk scherpe randen. Voor de meeste instellingen (ruisonderdrukking, superresolutie) is de laagste stand bovendien erg voorzichtig, terwijl de medium-stand soms juist wat te sterk is.

Goede punten zijn er voor de weergave van 10 bit-gradienten, zoals in HDR-content. Die zijn mooi geleidelijk zonder duidelijke strookvorming. In SDR-content zijn zichtbare kleurstroken weg te werken met de Kleurverloop-instelling. Je kunt ook deze het best op de laagste stand zetten, ook al werkt die niet alle problemen weg. De medium stand is ook hier iets te agressief en kan detail verwijderen.

Het paneel heeft een goede bewegingsscherpte, zeker met behulp van de optie 'Hoge Verversingssnelheid', die een verversingssnelheid van 240 Hz gebruikt in ruil voor het verlies van wat verticaal detail. Het is een prima optie voor sport en mogelijk zelfs voor film, al zien we daar minder noodzaak. Vind je het schokken bij lange camerabewegingen storend, activeer dan Ultra Smooth Motion; de processor creëert dan vloeiende beweging zonder veel beeldfouten.

Stevige audio

De audioconfiguratie is wat steviger dan vorig jaar. De 2.1-opstelling is uitgebreid met twee zijwaarts gerichte luidsprekers naar een 2.1.2-configuratie. Het totale vermogen gaat daarmee van 40 naar 50 watt. De Hisense haalt flink wat volume uit dat vermogen, maar heeft moeite om de controle te bewaren als je echt veel volume vraagt. Dan hoor je vervorming en af en toe zelfs wat klanken die doen vermoeden dat het chassis trilt.

De U7Q Pro ondersteunt Dolby Atmos en DTS:X, en met de zijwaarts gerichte luidsprekers is er een goed surround-effect en beperkt hoogte-effect. De woofer zorgt voor goede basondersteuning. In deze prijsklasse vinden we de prestaties goed; die zullen voor veel mensen dan ook volstaan.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Erg druk thuisscherm

VIDAA U9 brengt een aantal veranderingen, maar blijft wel bij zijn basisprincipes. Dit 2023-artikel met een volledig overzicht van VIDAA U7 geeft aan je wat je zoal kunt verwachten. Wat is er veranderd? Het lokale aanbod aan apps groeit, zij het erg traag. HBO Max en Streamz (BE) zijn aan de lijst toegevoegd, maar NOS Live, NPO Start, Pathé Thuis, Ziggo Go, VRT Max en GoPlay ontbreken nog steeds.

Op het thuisscherm staat de lijst met apps nu onderaan; centraal in beeld staat voortaan een lijst aanbevelingen. Die heeft nu helemaal links een tegel voor de meest recent gebruikte bron en een tegel voor de ingangen. Dat zijn redelijke wijzigingen. Wat we echter storend vinden, is dat de reclame-carrousel bovenaan erg snel van item wisselt. Dat is op zich al verwarrend: wie een item in de app-lijst selecteert, ziet die twee rijen van plaats verwisselen, terwijl er onderaan nogmaals een banner met reclame de kop opsteekt. Dat zorgt ervoor dat er te veel activiteit is op het thuisscherm, zodat de gebruikservaring onrustig wordt. Hisense pusht ook heel hard zijn associatie met FIFA, ook niet echt aangenaam. Het begint op overmatige reclame te lijken.

De afstandsbediening is op wat kleine wijzigingen na overgenomen van vorig jaar. Ze is aangenaam in gebruik, vooral door de toetsen met zachte maar duidelijke aanslag. De ingebouwde oplaadbare batterij wordt gevoed door een fotovoltaïsch (zonne)paneel. Doordat dat aan de voorzijde is geplaatst, is de afstandsbediening relatief lang van vorm, maar dat stoort eigenlijk nooit.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Conclusie

De Hisense 65U7Q Pro presenteert een duidelijk beter contrast dan zijn voorganger, die op dat vlak wat onderpresteerde. Een aantal minpunten is echter wel gebleven. Zo blijft dynamische tonemapping voor HDR een lastige zaak: soms verbetert het beeld, soms verslechtert het. VIDAA U heeft een paar extra lokale apps gekregen, maar redelijk wat lokale apps zijn na meerdere jaren nog steeds niet beschikbaar. De nieuwe layout van het thuisscherm lijkt ons ook te druk; dat kan verwarrend zijn.

Op het gebied van beeldkwaliteit is er duidelijke verbetering met sterkere contrastprestaties en meer piekhelderheid. Voor HDR heb je ruime formaat-ondersteuning en prima weergave met voldoende impact. Gamers krijgen extra mogelijkheden dankzij de vier HDMI 2.1-poorten en goede bewegingsscherpte met zelfs een optie om tot 4K165 of 2K288 te gaan. De nieuwe behuizing heeft ook plaats gegeven aan een iets ruimere audio-oplossing met degelijke resultaten. De 65U7Q Pro lijkt ons goed geprijsd voor wat hij biedt, maar heeft mogelijk wel stevige concurrentie van gelijkwaardige TCL-modellen.