ID.nl logo
De route naar je eigen router
© PXimport
Huis

De route naar je eigen router

Als je een internetabonnement afsluit, dan verstrekt de provider meestal een eigen (modem/)router waarmee je de internetverbinding kunt gebruiken. Al jarenlang verschijnt er af en toe in het nieuws dat internetproviders verplicht worden om klanten in de gelegenheid te stellen in plaats daarvan hun eigen apparatuur te gebruiken. Ook dit jaar is de eigen router weer volop in het nieuws. Een klant van Ziggo won een zaak hierover bij de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten en afgelopen maand werd de knoop door de ACM doorgehakt: er komt in 2022 een vrije modemkeuze.

In de wet is sinds 2016 een besluit eindapparaten opgenomen. Dit besluit is gebaseerd op de Europese richtlijn 2008/63/EG, waarin wordt aangegeven dat gebruikers zelf eindapparaten kunnen aansluiten. Helaas is de praktijk weerbarstiger. In de wet staan bijvoorbeeld de termen eindapparaten en netwerkaansluitpunten, maar deze termen zijn niet sluitend gedefinieerd.

Dat is overigens wel geprobeerd. In 2017 was er vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een consultatie over de beleidsregel netwerkaansluitpunt. Na het afronden van de consultatie besloot staatssecretaris Mona Keijzer de beleidsregel toch niet te uit te voeren, omdat de bevoegdheid door nieuwe Europese regels bij toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) was komen te liggen. Hierdoor moest de hele procedure opnieuw beginnen.

Dit duurde uiteindelijk tot juli 2020, toen de ACM zijn conceptbeleidsregel netwerkaansluitpunt publiceerde. De ACM verwachtte toen dat de regel in 2021 van kracht zou worden, maar vervolgens werd het stil. Begin juli kwam de ACM met een tussentijdse update waarin de verwachting werd uitgesproken dat de beleidsregel deze zomer gepubliceerd gaat worden. Dat duurde niet lang, want al op 27 juli publiceerde de ACM hun Beleidsregel Handhaving Besluit Eindapparaten die je hier vindt.

©PXimport

Regulering netwerktoegang

De ACM onderzoekt momenteel ook of de toegang tot vaste telecomnetwerken moet worden gereguleerd. Hierbij gaat het om de voorwaarden voor toegang van telecomaanbieders zonder een eigen netwerk tot de netwerken van KPN en VodafoneZiggo, die wel (vrijwel) landelijke dekking bieden. De ACM oordeelde in het verleden dat KPN en VodafoneZiggo hun netwerk moesten openstellen voor de concurrentie. Vorig jaar is die regulering voor toegang vervallen na een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBp). Toegang tot het netwerk van KPN was tot die uitspraak gereguleerd en de ACM wilde dat ook laten gelden voor het netwerk van VodafoneZiggo. In het najaar publiceert de ACM een ontwerpbesluit waar telecomaanbieders op kunnen reageren. KPN biedt nog steeds toegang tot zijn netwerk, al zijn de toegangsvoorwaarden volgens de ACM na de uitspraak van het CBp wel aangepast.

Waar begint je netwerk?

De vraag die centraal staat, is waar het netwerk van de internetprovider eindigt en je eigen netwerk begint. In de praktijk zijn er drie keuzes: de eerste keuze is dat het aansluitpunt wordt gevormd door de afwerking van de kabel. De tweede keuze is een modem (of mediaconvertor) waar een eindgebruiker een eigen router of mediabox op kan aansluiten. De derde keuze is dat eindgebruikers alleen eigen apparatuur kunnen aansluiten na een (modem/)router.

De eerste optie, de afwerking van de kabel, is bij dsl de ISRA (Infrastructuur Randapparatuur), bij kabel het AOP (abonnee-overnamepunt) en bij glasvezel de FTU (fiber termination unit). Een kenmerk van alle drie deze overnamepunten is dat ze passief zijn: ze gebruiken geen door de consument betaalde energie.

De andere mogelijkheid is dus de keuze voor een punt waarop een standaard ethernetaansluiting mogelijk is. Dat kan in de vorm van een modem of mediaconvertor, of eventueel zelfs een (modem/)router. Hierbij gaat het dus om actieve componenten die energie gebruiken.

Keuze voor passief

De ACM baseert zijn beleidsregel op een richtlijn vanuit BEREC, de overkoepelende toezichthouder vanuit de Europese Unie. BEREC beveelt aan dat het aanwijzen van het passieve aansluitpunt als netwerkaansluitpunt het meest bevorderlijk is voor innovatie en concurrentie in de telecommarkt. Je vindt de richtlijn hier. In artikel 2 van de beleidsregel staat dan ook dat het netwerkaansluitpunt passief is. In de bijbehorende toelichting wordt genoemd dat het netwerkaansluitpunt niet wordt gevoed door een spanningbron op de locatie van de eindgebruiker. Verder moeten aanbieders de specificaties van een netwerkaansluitpunt openbaar maken, zodat derde partijen apparatuur kunnen leveren. Bovendien moet een aanbieder meewerken aan het realiseren van een passief aansluitpunt als een eindgebruiker daarom vraagt. Alle op het netwerkaansluitpunt aangesloten apparaten zijn eindapparaten die de gebruiker zelf kan kiezen.

Wel is er in de toelichting naar aanleiding van de reacties van aanbieders op de conceptbeleidsregel een voorbehoud opgenomen wat betreft de handhaving van mediaboxen. Dit omdat IP-televisie in zeer kleine mate gebruik maakt van gestandaardiseerde technologieën en het onwaarschijnlijk is dat fabrikanten van eindapparaten hiervoor alternatieve mediaboxen gaan ontwerpen. Aanbieders hebben bovendien aangegeven om IP-televisie zelf op andere apparaten beschikbaar te maken, bijvoorbeeld in de vorm van apps. Bij de evaluatie na twee jaar wordt opnieuw naar de positie van IP-televisie gekeken. 

©PXimport

Reacties

Na het publiceren van de conceptbeleidsregel netwerkaansluitpunt werden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. Je vind ze geanonimiseerd gebundeld per onderwerp in een Nota van bevindingen. Bij de eerdere consultatie vanuit het ministerie werden alle reacties wel gepubliceerd, je vind ze hier. Aanbieders stellen dat de door hun geleverde apparatuur noodzakelijk is voor het beheer en de veiligheid van het netwerk. De ACM gaat hier niet in mee en geeft als tegenreactie dat het monitoren van de kwaliteit van een verbinding onderdeel van de standaarden is. Apparatuur die niet voldoet aan de standaard of later het netwerk schaadt, kan geweigerd of afgesloten worden. Ook wordt er door aanbieders op gewezen dat het lastig is om mediaboxen voor IP-televisie open te stellen. Op dit onderdeel komt de ACM de aanbieders tegemoet, want er wordt (voorlopig) niet gehandhaafd op mediaboxen voor IP-televisie. Fabrikanten van apparatuur zijn juist blij, het Verbund der Telekommunikations-Endgerätehersteller (VTKE) waarin fabrikanten van onder andere modems en routers zich verenigd hebben, laat in een reactie weten verheugd te zijn over de uitspraak van de ACM. 

Wat kan er nu?

Sommige internetproviders die gebruikmaken van dsl of glasvezel, waaronder KPN, hebben zich (deels) al voorbereid op de verwachte regelgeving en gegevens gepubliceerd hoe een eigen (modem/)router aan te sluiten op hun netwerk. In het geval van een dsl-verbinding zijn er diverse modems en modem/routers te koop die je kunt gebruiken.

Een glasvezelverbinding wordt doorgaans afgewerkt met een NTU (network termination unit). Dit is een mediaconvertor die het glasvezelsignaal omzet naar een standaard ethernetsignaal waarop een router wordt aangesloten. Er zijn ook providers die een router leveren die zelf al is voorzien van een glasvezelaansluiting.

In theorie kun je de NTU vervangen door een eigen apparaat zoals een sfp-module in een geschikte router. Maar hoewel de technische specificaties voor een mediaconverter bij providers zijn op te vragen, blijkt die vervangtruc in de praktijk toch lastig: er zijn allerlei fysieke typen FTU door elkaar in gebruik. Door het gebrek aan fysieke standaardisatie is er een kans dat je de glasvezelaansluiting beschadigt als je bijvoorbeeld de verkeerde stekker gebruikt. Een NTU die is voorzien van een netwerkaansluiting heeft vanuit de gebruiker gelukkig weinig nadelen.

Overigens vormen de meest recente glasvezelnetwerken, onder andere aangelegd door KPN Netwerk, een uitzondering. Deze nieuwe glasvezelnetwerken maken gebruik van GPON-technologie (gigabit passive optical network), waarbij een glasvezel passief gesplitst wordt en meerdere woningen via dezelfde glasvezel op de actieve apparatuur zijn aangesloten. Hierdoor is in de centrale minder actieve apparatuur nodig en dat bespaart uiteraard geld, ruimte en energie.

Bij GPON-netwerken is de mediaconvertor (die ONT genoemd wordt) vooralsnog verplicht. Maar ook deze gaat onder de eigen keuze vallen. Een uitdaging bij het gebruik van een eigen router zit hem doorgaans niet in de internetverbinding, maar in het werkend krijgen van ip-televisie en eventueel telefonie.

©PXimport

Wachten op de ACM

Ziggo, de grootste internetprovider van Nederland, maakt voor zijn modems gebruik van de (Euro)DOCSIS-standaard. De internetprovider verstrekt geen gegevens om een eigen (Euro)DOCSIS-modem(/router) aan te sluiten.

Volgens VodafoneZiggo is het Ziggo-modem integraal onderdeel van het netwerk en vervult het een essentiële functie binnen het Ziggo-netwerk. Ook wordt het modem uitgebreid getest en regelmatig bijgewerkt met software-updates. “Wanneer klanten zouden kunnen kiezen welke modems zij op het netwerk willen aansluiten, brengt dit de continuïteit, veiligheid en integriteit van het netwerk in gevaar”, meldt een woordvoerder van VodafoneZiggo ons. Het enige dat de internetprovider wel aanbiedt, is een bridge-modus waarmee de modem/router enkel als modem fungeert.

Een klant van Ziggo was het hier niet mee eens en spande eind 2020 een zaak aan bij de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten. De Geschillencommissie heeft vooral gekeken naar de Europese regelgeving waaronder de eerder genoemde BEREC-richtlijn. Ook is rekening gehouden met het feit dat het in Duitsland en Italië al mogelijk is eigen apparatuur te gebruiken. Ziggo kon niet goed beargumenteren waarom dit vanuit een objectief technologische noodzaak niet zou kunnen, waarna de Geschillencommissie de klant in het gelijk stelde. Het oordeel was dat Ziggo binnen 21 dagen moest publiceren hoe een eigen modem/router op de coax-aansluiting aangesloten kan worden.

Ziggo was het hier niet mee eens en besloot naar de rechter te stappen. De woordvoerder liet ons voordat de ACM met hun definitieve beleidsregel kwam weten dat VodafoneZiggo er belang aan hecht dat de rechter zich uitspreekt over de vraag of de Geschillencommissie met deze uitspraak haar bevoegdheden overschrijdt. Volgens het bedrijf is dit een onderwerp waar alleen toezichthouder ACM uitsluitsel over kan geven.

Nadat de ACM de definitieve beleidsregel bekendmaakte, liet Ziggo ons weten dat ze deze aan het bestuderen zijn en zich voorbereiden op de implementatie.

©PXimport

Strikte standaarden

In Duitsland is er ook voor aanbieders van kabelinternet als Ziggo al een vrije modemkeuze. AVM is een van de fabrikanten die in Duitsland met zijn Fritz!Box-reeks modem/routers verkoopt op basis van de DOCSIS-standaard die bij kabelinternet gebruikt wordt.

Eric van Uden, countrymanager Nederland bij AVM, vraagt zich waar het grootste bezwaar zit vanuit Ziggo. “Alle DOCSIS-apparatuur wordt gecertificeerd door CableLabs en de standaard is goed gedefinieerd. Waar het vroeger wellicht kon om als consument zelf instellingen te veranderen om een hogere snelheid dan het abonnement mogelijk te maken, is dat tegenwoordig niet mogelijk.”

Daar komt bij dat er in Duitsland bij de internetprovider Vodafone, die je kunt beschouwen als zusterbedrijf van het Nederlandse VodafoneZiggo, er volgens Van Uden geen problemen zijn bij het gebruik van eigen modem/routers. De kabelinternettak van het Duitse Vodafone heette tot 2020 Unitymedia en was net als Ziggo onderdeel van Liberty Global, voordat het verkocht werd aan Vodafone.

©PXimport

Conclusie

Het invoeren van wat in de volksmond de ‘vrije modemkeuze’ heet, is een lang traject dat al jarenlang loopt en waar tot nu toe niet echt schot in zat. Toch laten de wetgeving en de verduidelijkende richtlijn vanuit BEREC, dat in zijn oordeel ook de Geschillencommissie aanhaalde, een duidelijke intentie zien. Die is door de ACM inmiddels omgezet in duidelijkheid. Aanbieders krijgen zes maanden de tijd om de regelgeving te implementeren waarna de ‘vrije modemkeuze’ echt ingaat. Het mag duidelijk zijn dat het laatste woord over dit onderwerp nog niet geschreven is, we houden het in de gaten.

Wifi 6E goedgekeurd

Ook op wifigebied is de regelgeving dit jaar veranderd. Inmiddels is de benodigde frequentieruimte voor de uitbreiding wifi 6E – die een extra frequentieband toevoegt – door de Europese Commissie goedgekeurd. Je leest hier meer over wifi 6E. Er wordt in Europa 480 MHz (5945-6425 MHz) in de 6GHz-band vrijgemaakt en het is de bedoeling dat lidstaten ervoor zorgen dat dit op 1 december 2021 ook daadwerkelijk is toegestaan. In het vrijgemaakte spectrum is ruimte voor drie gelijktijdige kanalen van 160 MHz breed. Dit is een flinke verbetering ten opzichte van de huidige situatie, maar komt nog niet in de buurt van de 1200 MHz die wifi 6E in potentie biedt. In de Verenigde Staten komt die volledige 1200 Mhz wel vrij; er is dan ruimte voor zeven kanalen van 160 MHz naast elkaar. Voor het daadwerkelijk gebruik van de 6GHz-band heb je wel geschikte apparatuur nodig. In de verenigde Staten zijn de eerste wifi 6E-routers al te koop en ook clients als laptops komen dit jaar op de markt.

▼ Volgende artikel
Laptopgarantie: bij welke merken zit je het best?
© deagreez
Huis

Laptopgarantie: bij welke merken zit je het best?

Een laptop is een behoorlijk investering. Het is dus logisch dat je verwacht er meerdere jaren mee vooruit te kunnen. Maar het zijn ook best kwetsbare apparaten. Daarom is het belangrijk om rekening te houden met de garantievoorwaarden. Hoe zit dat per laptopmerk?

De garantievoorwaarden van laptopmerken verschillen onderling van elkaar. Bovendien betekent een duur model niet meteen dat de voorwaarden beter zijn of de garantietermijn langer is. En hoe zit het eigenlijk met tweedehands laptops? In dit artikel lees je alles over: • Verschil tussen wettelijke en fabrieksgarantie • De duur van de fabrieksgarantie per merk • Opvallende bevindingen en tweedehands laptops

Lees ook: Op zoek naar een nieuwe laptop? Dit is waar je op moet letten!

Wettelijke en fabrieksgarantie: hoe zit dat?

Garantievoorwaarden leiden regelmatig tot verwarring. Dat heeft ermee te maken dat wettelijke garantie en fabrieksgarantie naast elkaar bestaan. Het is belangrijk om te weten dat alleen fabrieksgarantie merkafhankelijk is. Bovendien is die veel concreter en heb je er min of meer automatisch recht op.

Ondertussen is wettelijke garantie niet heel concreet. Het kent bijvoorbeeld geen wettelijk vastgestelde duur. In de Europese Richtlijn 'Koop en Garantie' en het Nederlandse Burgerlijk Wetboek is aangegeven dat een consument recht heeft op een deugdelijk product. Het komt erop neer dat budgetvriendelijke laptops ongeveer drie jaar wettelijke garantie hebben en de duurste modellen rond de vijf jaar.

Het probleem met wettelijke garantie

Een laptop heeft dus standaard drie tot vijf jaar wettelijke garantie: waarom zou je dan nog verder kijken? Omdat er een aantal haken en ogen aan zitten. Gaan we alleen uit van wettelijke garantie en gaat een product na meer dan twaalf maanden kapot? Dan moet je als consument aantonen dat het niet jouw schuld was. Het is dus aan jou als koper om de verkoper te overtuigen dat deze moet opdraaien voor de kosten – iets dat deze partij natuurlijk liever niet doet.

Veel gezeur en lang wachten

Om aanspraak te maken op wettelijke garantie doorloop je een heel proces. Daar moet je lang op wachten, terwijl je liever niet te lang zonder laptop zit. Je zult er bovendien veel energie in moeten steken. Het helpt als je kennis hebt van het Nederlands consumentenrecht en een beetje brutaal bent.

©Valeriia Lukashova

Fabrieksgarantie heeft de voorkeur

Door de vage richtlijnen en regels rondom de wettelijke garantie is het nog altijd belangrijk om te kiezen voor producten met goede en lange fabrieksgarantie, vooral bij dure en kwetsbare apparaten zoals een laptop. De fabrieksgarantie die je standaard krijgt zegt meteen iets over het vertrouwen van de fabrikant in het eigen product. Want fabrikanten bepalen zelf hoe lang de termijn is.

Ga altijd naar de verkoper

Belangrijk om te weten is dat je voor de garantie altijd naar de verkoper van het product gaat. Je hoeft dus geen contact op te nemen met de fabrikant, zelfs niet als de verkoper dat adviseert.

Garantietermijnen per laptopmerk

In de onderstaande tabel vind je de garantietermijnen van de twaalf populairste laptopmerken in Nederland.

MerkFabrieksgarantieAanvullende garantieBijzonderheden
Apple1 jaarAppleCare+ (tot 3 jaar)Dure modellen met standaard een korte garantieperiode.
Asus2 jaarAsus Premium Care (tot 3 jaar)Wereldwijde garantie voor de ROG-serie.
Dell2 jaarProSupport (tot 5 jaar)Snelle vervanging bij defecten.
HP2 jaarHP Care Packs (tot 5 jaar)Zakelijke modellen hebben doorgaans langere garantie.
Lenovo2-3 jaarPremium Care, Accidental Damage ProtectionHigh-end ThinkPads komen met 3 jaar garantie.
Acer2 jaarAcer Advantage (tot 5 jaar)Accu-garantie vaak beperkt tot 1 jaar.
MSI2 jaarBeperkte verlengingsoptiesVerkoopt vooral laptops aan gamers.
Microsoft1 jaarMicrosoft Complete (tot 4 jaar)Accidentele schade wordt gedekt met Complete.
Razer2 jaarRazerCare (tot 3 jaar)Verkoopt alleen dure modellen voor gaming.
Medion2 jaarMedion-garantieprogramma's (tot 5 jaar)Budgetvriendelijk
Samsung2 jaarSamsung Care+ voor schade door ongevallen.Laptops met uitzonderlijk goede beeldschermen.
Gigabyte2 jaarExtended Warrenty (tot 4 jaar) voor (dure) AORUS-modellen.Verkoopt voornamelijk laptops voor gamers.

Opvallende bevindingen

Veel laptopmerken bieden standaard twee jaar garantie. Opvallend is dat Apple, dat alleen dure modellen verkoopt, slechts één jaar garantie biedt. Terwijl klanten van budgetmerk Medion standaard twee jaar krijgen. Microsoft is een ander gerenommeerd merk dat maar één jaar garantie aanbiedt op zijn laptops.

Vind je het niet erg om extra te betalen voor garantie? Dan zijn Medion, HP, Acer en Dell geschikte opties. Dat zijn merken met betaalbare laptops die voor een redelijke prijs verlenging van de garantietermijn tot vijf jaar aanbieden.

Hoe zit het met tweedehands laptops?

De garantie is verbonden aan een product, en niet aan de koper. Als je een tweedehands laptop koopt, neem je de garantie dus ook gewoon over. Vraag de verkoper altijd naar een officieel verkoopbewijs. Daarnaast is het slim om te informeren naar eventuele aanvullende garantievoorwaarden.

Hoe goed je garantie ook is

Extra bescherming is altijd slim

▼ Volgende artikel
Philips introduceert nieuwe tv-line-up en technieken voor 2025
Huis

Philips introduceert nieuwe tv-line-up en technieken voor 2025

Philips nodigde ons uit in Barcelona om alle tv-nieuws uit de doeken te doen. We zagen de nieuwe line-up, en kregen extra info over de nieuwste technologie. Maar ook de verdere groei van Titan OS werd toegelicht.

Vorig jaar introduceerde TP Vision op het grootste deel van zijn tv-toestellen een nieuw smart tv-systeem, Titan OS. Die introductie kwam met flinke beloftes over gebruiksgemak maar onze eerste indruk van Titan OS liet zien dat het systeem nog moest groeien. En dat doet het ook. Zo is het app-aanbod sinds die review al uitgebreid met HBO Max. Viaplay en Apple TV zouden snel volgen, en ook het lokale app-aanbod zal verder groeien. Casting blijft een belangrijk alternatief, je zal daarvoor geen app meer moeten starten vanaf 2025-modellen. Ook Apple AirPlay 2 staat op de wenslijst, maar het is niet zeker dat dit er komt.

©Eric Beeckmans | ID.nl

De zoekfunctie, die in onze test nog behoorlijk de bal missloeg, is flink verbeterd. De zoekopdracht per genre werkt nu correct, en geeft aan hoeveel films en/of tv-series gevonden zijn. Klik je een resultaat aan, dan geeft Titan OS aan in welke streamingdiensten je het kan vinden. Later wordt het ook mogelijk om Alexa te kunnen gebruiken, en zoekopdrachten in verschillende stappen kunnen verfijnen.

©Eric Beeckmans | ID.nl

In de nieuwe Games-tab vind je het cloudgaming-aanbod van de cloudgamingdiensten Blacknut en Boosteroid. Ook het aanbod van FAST-kanalen zou verbeteren, maar aangezien er lokaal veel verschillen kunnen zijn, is het nog even afwachten of dat ook voor ons het geval zal zijn.

Line-up

Alle toestellen krijgen een nieuwe versie. Voor The One, Philips’ populaire qled-model. is dat de 9000-reeks. Voor The Xtra, Philips top miniled model, is dat de MLED950. Er komt ook een MLED910 die tussen The One en The Xtra gepositioneerd is.

Beeld: Line-up (Bron: TP Vision)

Bij de oled-modellen wordt de top aangevoerd door de OLED+950 die zijn status dankt aan de 9e gen P5 Dual AI-processor. De OLED+910 gebruikt een 9e gen P5 AI-processor maar heeft een Bowers en Wilkins audio-oplossing. De OLED810-reeks is het meest populaire oled-model en de OLED760 geldt als instap oled-tv.

Nieuwe en verbeterde oled-panelen

In de topmodellen, OLED+950 en OLED+910, gebruikt Philips een gloednieuw META 3 oled-paneel. Dat gebruikt niet langer microlenzen, maar heeft nieuwe oled-materialen die de piekhelderheid aanzienlijk verbeteren. Op een klein schermoppervlak (10%) kan het paneel tot 3700 nits leveren en op een volledig scherm zelfs 350 nits. Dat zijn aanzienlijke verbeteringen tegenover vorig jaar (3000/250). Bovendien zouden deze panelen energiezuiniger zijn.

Bron: TV Vision / Eric Beeckmans

De OLED810 (55, 65 en 77 inch) ziet een kleine verbetering, het piekwit gaat naar 1500 nits (1300 nits vorig jaar), maar het volledig wit beeld blijft steken op 200 nits (onveranderd). De 42 en 48 inch versies van de OLED810, en de volledige OLED760-reeks zien geen verbeteringen (1000/150 nits).

Nieuwe features

Dit jaar lijken er vooral verfijningen van bestaande functies te zijn doorgevoerd, maar er zijn ook een aantal nieuwe mogelijkheden te vinden.

Op alle OLED-modellen en de ML950:

Adaptive Intelligence: AI wordt al langer gebruikt voor onder andere scène-herkenning, upscaling en scherpteverbetering. TP Vision combineert dit met extra gegevens zoals real-time analyse van elk frame, metadata die de videobron aanreikt, het type content (HDMI of streaming bijvoorbeeld), de lichtsensor en allerlei informatie die het leert uit big data-analyse van zijn toestellen. Zo kan het de beeldkwaliteit nog gerichter verbeteren.

TP Vision / Eric Beeckmans

AI Adaptive Gamut: Uit de gegevens waarover TP Vision beschikt, blijkt dat ongeveer 95% van de kijkers naar SDR-bronmateriaal kijkt. Het ruimere kleurbereik van deze tv’s wordt daarbij niet benut. AO Adaptive Gamut maakt de kleuren van SDR-beelden rijker en intenser, maar beschermt de huidskleuren die anders erg onnatuurlijk zouden zijn. Zo benut je toch de volledige capaciteit van je toestel. Bovendien kan je via de instellingen zelf aanpassen hoe sterk het effect is.

Op de OLED810, OLED+910 en OLED950:

AI Auto Game detectie: Het was al mogelijk om profielinstellingen te maken van beeldinstellingen per spel, maar deze functie herkent games nu automatisch en past de beeldweergave hierop aan. TP Vision gaf geen details, welke games het herkent of hoe het dat doet.

HDR10+ Gaming: een optimale HDR-ervaring voor de games die het ondersteunen op NVIDIA en Intel GPU’s.

De OLED+950 is als enige uitgerust met een 9e generatie dual P5 AI-processor. Naast de features hierboven kreeg deze nog extra nieuwigheden:

Specular Enhancer: een beeldverwerkingstechniek die de helderste (spiegelende) details in HDR-beelden benadrukt.

Minimap zoom: gamers kunnen een deel van het beeld, zoals de minimap, vergroten en eventueel zelfs verplaatsen en de transparantie aanpassen.

De Schaduwverbeteraar, waarmee je donker tinten helderder maakt, heeft een groter bereik gekregen. Bovendien kan je het beeld inverteren, al geven we toe dat we niet goed zien wat daar de zin van is.

Ambilight, nu met een eigen interface

TP Vision nam de opvallende beslissing om Ambilight Plus, de nieuwe versie die 2D-patronen kan creëren, alleen nog maar aan te bieden op de MLED950, The Extra. Dat toestel mikt op gamers, zij krijgen de meest meeslepende ervaring. Vorig jaar werd Ambilight Plus op de OLED+959 geïntroduceerd. De opvolgers, OLED+950 en OLED+910 krijgen een vierzijdige Ambilight.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Wat wel op alle modellen beschikbaar zal zijn, is de nieuwe interface voor Ambilight, Ambilight Suite. Daar kan je alle instellingen aanpassen en snel opties zoals Lounge, Sleep of Sunrise activeren. Alle Ambilight tv’s krijgen ook toegang tot een exclusieve Moments app. In die app maak je digitale foto-albums op basis van aangeboden sjablonen, eventueel tekst en muziek. Dat fotoalbum stuur je dan met een klik naar je Ambilight tv.