ID.nl logo
Huis

De beste tools voor netwerksnelheid testen

Netwerksnelheid testen? Dat kan op verschillende manieren en online kom je er een hoop tools voor tegen. In dit artikel leggen we je software voor die wat ons betreft in geen enkel netwerkbeheerder-arsenaal mag ontbreken.

Lees ook:Tips om een traag netwerk te optimaliseren

Tools als ping en tracert (zie bovenstaand artikel) zijn weliswaar handig om mogelijke knelpunten in het netwerkverkeer op te sporen, maar ze halen hun informatie eigenlijk alleen uit zogenoemde ‘layer 3’-apparaten: routers dus en eventueel switches met routeringsmogelijkheden, maar deze laatste tref je vooral in wat grotere bedrijfsnetwerken aan. Stel dat het pakketverlies zich voordoet bij de eerste hop, waarbij zich tussen het testtoestel en die hop apparaten bevinden als een switch of draadloos toegangspunt, dan zijn aanvullende tests vereist om de oorzaak vast te stellen.

In dat geval kun je beginnen met het pingen van het toegangspunt. Treedt hier al pakketverlies op, dan kun je een wifi-analyzer als het gratis NetSpot inzetten. Uit de dBm-waarden zou dan weleens kunnen blijken dat het signaal te zwak is, of dat het wordt verstoord, bijvoorbeeld door een naburig draadloos netwerk dat op hetzelfde kanaal opereert.

Blijkt alles in orde, ping dan een clienttoestel dat je met dezelfde switch als dat van je toegangspunt hebt verbonden. Stel je hier pakketverlies vast, dan zou het om een slechte kabel tussen toegangspunt en switch kunnen gaan of – ietwat uitzonderlijk – om een gebrekkige switchpoort, maar net zo goed om foutief ingestelde duplex-modus (een zogenoemde duplex-mismatch). Hierbij zou het ene apparaat op ‘autonegotiation’ (automatisch onderhandelen) kunnen ingesteld zijn, terwijl het andere handmatig is ingesteld op full-duplex. Doorgaans stel je beide apparaten best in op automatisch onderhandelen.

My TraceRoute

Er zijn tools die nog grondiger te werk gaan of die je meer informatie kunnen bezorgen. Eén ervan is het al wat oudere MTR (My TraceRoute), beschikbaar voor diverse platformen. MTR is goed vergelijkbaar met pathping, maar de gebruiker bepaalt zelf hoe vaak de route (opnieuw) wordt getraceerd. Je krijgt bij elke router onder meer de gemiddelde round-trip-time en het percentage pakketverlies te zien.

©PXimport

We kunnen ons zo voorstellen dat heel wat lezers zich afvragen waar Wireshark in dit plaatje past. Nu is het wel zo dat deze populaire en uiterst krachtige tool zich vooral leent voor het analyseren van netwerkdata, maar je kunt die uiteraard ook inzetten voor het meten van latentie (en doorvoersnelheid: zie volgende paragraaf). Heel in kort kun je als volgt aan de slag gaan.

Start Wireshark, open het menu Edit en kies Preferences. Open de rubriek Appearance en selecteer Columns. Druk op het plusknopje, geef de kolom een geschikte titel mee en dubbelklik op het standaardtype (Number) waarna je in het uitklapmenu Delta time selecteert. De zogenoemde delta-tijden verschijnen nu in een afzonderlijke kolom, wat het makkelijk maakt de timings te checken. Via displayfilters kun je nu uiteraard nog verder inzoomen op bepaalde datapakketten.

Doorvoersnelheid meten

Meer dan de latentietijd springt vooral de doorvoersnelheid in het oog bij het evalueren van de netwerkprestaties. Ook daar bestaan verschillende degelijke – en gratis – tools voor. Blijven we nog even bij Wireshark, waar dat op verschillende manieren kan gebeuren. Om zo’n test uit te voeren kun je een capture-sessie initiëren, terwijl je bijvoorbeeld een groot bestand van een of andere website downloadt. Na afloop activeer je desgewenst een display-filter. Vervolgens klik je een geschikt pakket met de rechtermuisknop aan en kies je Conversation filter / TCP om het beoogde verkeer te isoleren.

Om de doorvoersnelheid te zien, open je daarna het menu Statistics en kies je Protocol Hierarchy. Je krijgt nu de doorvoersnelheid per protocol te zien, waarna je maar naar het gewenste protocol hoeft te gaan, zoals TCP. Je leest de snelheid af bij (M)bits/s. Een snellere manier is via Statistics / Capture File Properties, waar je de gezochte informatie vindt bij Average (M)bits/s.

NetStress

Vind je Wireshark toch wat overkill voor het meten van de doorvoersnelheid van je netwerk, dan kun je een meer specifieke tool inzetten. Er zijn genoeg (ook gratis) tools beschikbaar, waaronder NetStress, Netperf, iPerf en TTCP. We lichten NetStress en iPerf kort toe.

NetStress is bedoeld voor Windows en komt met een fraaie grafische interface. Om ermee aan de slag te kunnen moet je wel eerst .NET Framework 3.5 activeren in Windows: dat doe je vanuit het Configuratiescherm waar je achtereenvolgens Programma’s en onderdelen / Windows-onderdelen in- of uitschakelen selecteert en de optie .NET Framework 3.5 (inclusief .NET 2.0 en 3.0) inschakelt. Je zult je firewall ook duidelijk moeten maken dat NetStress wel degelijk een bonafide tool is.

©PXimport

NetStress werkt, zoals veel vergelijkbare tools, met een zender en ontvanger om zo de netwerkprestaties tussen twee clients te kunnen meten door datatransfers zowel via tcp als udp te genereren. Die data zijn afkomstig uit gebufferd geheugen zodat schijflatentie vermeden wordt.

Wil je het ene toestel als ‘zender’ laten fungeren, dan moet je op die computer bovenaan 0.0.0.0 (bij Remote Receiver IP) aanklikken en daar het ip-adres van de bedoelde ontvanger invullen. Vervolgens kun je de meting starten: de dataflow is wel unidirectioneel en alleen ipv4 wordt getest. Via het instellingenvenster kun je zowel de pakketgrootte, het aantal pakketten per seconde (pps) voor zowel tcp- als udp-streams, als de ‘maximum transmission unit’ (mtu) aanpassen. Deze laatste waarde laat je normaliter wel best ingesteld op de standaardwaarde (1500 bytes voor breedbandconnecties; een bezoek aan Speedguide vertelt je de actuele waarde).

iPerf

Het portable iPerf is iets minder gelikt, maar is wel beschikbaar voor zowat alle mogelijke platformen (Linux, macOS, Windows, iOS, Android). We tonen hoe je met iPerf3 aan de slag gaat. Deze tool meet de doorvoersnelheid van tcp, sctp en udp, zowel via ipv4 als ipv6, en laat zich via allerlei parameters (rond timing, protocollen en buffers) nauwgezet fijnregelen. iPerf3 werkt volgens het server-client-model. Aan ‘serverzijde’ voer je dan een commando uit als iperf3 -s > testiperf3sv.txt.

Dat houdt in dat alles wat iPerf3 op deze machine van de client ontvangt in het bestand testiperf3sv.txt in de actuele map wordt gelogd. Op de clientmachine voer je een commando uit als iperf3 -c <ip-adres iperf-server> > testiperf3cl.txt. Standaard neemt zo’n test 10 seconden in beslag, maar dat valt aan te passen: iperf3 -t 300 bijvoorbeeld zorgt voor een test van 5 minuten (300 seconden).

©PXimport

Op deze pagina vind je alle mogelijke parameters waarmee iPerf3 zich vanaf de opdrachtregel laat aansturen. We raden je aan die lijst zeker even door te lopen, want zoals gezegd zijn heel wat opties instelbaar. Enkele voorbeelden aan clientzijde:

-u (gebruik udp in plaats van tcp);

-k n (aantal te versturen pakketten);

-P n (het aantal simultane verbindingen die je met de server wilt opzetten; standaard is dat één connectie);

-6 (gebruik alleen ipv6).

Jammer genoeg vinden heel wat gebruikers pas de weg naar zulke tools op het moment dat ze netwerk(prestaties)problemen ondervinden. Toch doe je goed aan zulke tests ook enkele keren uit te voeren wanneer je netwerk wel optimaal presteert. Immers, je kunt die testresultaten dan gebruiken als ijkpunt wanneer je zo’n test nogmaals uitvoert op een moment dat je netwerk het minder lijkt te doen.

Smartphone-apps

Tot nog toe zijn in dit artikel mobiele tools voor netwerkanalyse nauwelijks aan bod gekomen – op een kleine verwijzing naar de iPerf-apps na. Toch bestaan er tegenwoordig heel aardige apps waarmee je ook flink wat netwerkproblemen kunt analyseren. Veel van deze apps zijn bovendien gratis, hoewel je dan vaak de nodige advertenties voor lief moet nemen. Een prima app die zowel voor Android als iOS beschikbaar is, is het gratis Fing, weliswaar alleen geschikt voor ipv4.

Bij een scan worden alle gedetecteerde netwerkapparaten overzichtelijk opgesomd, inclusief hostnaam, ip-adres, producent, mac-adres. Tik je zo’n apparaat aan, dan verschijnen extra functies als wake-on-lan, ping en traceroute. Je kunt het apparaat ook laten scannen op beschikbare netwerkservices als ftp, telnet, http, netbios, enz. Die kun je dan inzetten om bepaalde diensten of functies te troubleshooten.

Een andere veelzijdige tool voor Android en iOS is he.net (Network Tools, Hurricane Electric). Op het dashboard tref je heel wat tools aan, waaronder iPerf (2 en 3), poortscanner, een arp- en ndp-browser (voor het vinden van lokale apparaten, respectievelijk via ipv4 en ipv6), dns-lookup, en uiteraard ook de obligate ping en traceroute.

Een echte monitoringfunctie tref je in he.net niet aan, maar die vind je dan wel weer bij de gratis PingTools Network Utilities, beschikbaar voor Android en ook weer boordevol handige functies. Blijken bepaalde apparaten niet langer bereikbaar, dan kun je via de optie Monitor een systeemmelding ontvangen. iOS-gebruikers kunnen hiervoor de gratis Joe’s Network Diagnostics & Scanner Utility overwegen.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.