ID.nl logo
Beveilig je online accounts met wachtwoorden en meer
© PXimport
Huis

Beveilig je online accounts met wachtwoorden en meer

Accounts voor e-mail, sociale netwerken, clouddiensten of webshops: de gemiddelde computeraar gebruikt dagelijks talloze accounts die allemaal zijn beveiligd met een wachtwoord. Hoe meer gevoelige gegevens met een account gemoeid zijn (denk aan contactgegevens en betaalinformatie), des te interessanter het wordt voor hackers en criminelen. Goede accountbeveiliging is belangrijk, óók als je op het oog niets te verbergen hebt. Met deze tips verklein je de risico’s.

Wat gaan we doen?

We bekijken diverse manieren om de beveiliging van je accounts naar een hoger plan te tillen. Zo verklein je de kans dat hackers jouw gegevens buitmaken.

Tip 01: Sterke wachtwoorden

Stiekem weten we allemaal dat we voor elk account een uniek en sterk wachtwoord moeten kiezen. De afgelopen jaren maakten hackers door talloze lekken en zwakke wachtwoorden de gegevens buit van miljoenen gebruikers van diensten als iCloud, LinkedIn en Snapchat. Toch gebruiken veel mensen nog steeds hetzelfde, relatief makkelijk te raden wachtwoord. Denk aan wachtwoorden met je naam, geboortedatum, hobby’s of naam van je kind. Een slecht idee, zeker als je dit voor meerdere accounts doet. Je kunt jezelf nooit volledig beschermen tegen hacks, maar kunt het hackers wel een stuk lastiger maken. Bijvoorbeeld met een sterk wachtwoord dat bestaat uit een combinatie van letters, cijfers, tekens, hoofdletters en kleine letters. Gebruik bij voorkeur geen bestaande woorden, maar verbaster ze door bijvoorbeeld letters in cijfers te veranderen. Wil je toch zorgen dat het wachtwoord gemakkelijk te onthouden is, maak er dan een zin van. ‘Een ontzettend makkelijk te onthouden wachtwoord’ wordt bijvoorbeeld ‘eomtow’. Wijzig (hoofd)letters en voeg cijfers toe om het wachtwoord sterker te maken (bijvoorbeeld eOmTow_87). Hulp nodig? Gebruik dan een online wachtwoordgenerator als die van Norton.

Tip 02: Vervangen en testen

Voor een wachtwoord geldt hetzelfde als voor je tandenborstel: vervang hem elke zes maanden en geef hem aan niemand anders. Twijfel je of je wachtwoord sterk en uniek genoeg is, maak dan gebruik van een online wachtwoordtester. Hier voer je de code in, waarna je een score en advies krijgt. Ons voorbeeldwachtwoord ‘eOmTow_87’ heeft een score van 74 procent. Niet slecht, maar door ook symbolen toe te voegen en te voorkomen dat kleine letters en nummers elkaar opvolgen, maak je hem nét wat sterker. Houd er rekening mee dat een woord uit het woordenboek inclusief slechts een paar gewijzigde letters (bijvoorbeeld w4chtw00rd in plaats van wachtwoord) niet voldoende is. Hackers hebben vaak maar een paar minuten nodig om zo’n wachtwoord te kraken. Neem liever de eerste letters van de woorden in een makkelijk te onthouden zin als basis. Varieer met hoofdletters en kleine letters, wissel sommige letters om voor cijfers en voeg speciale tekens toe. Test daarna of je nieuwe wachtwoord sterk genoeg is. Zo maak je het zelfs ervaren cybercriminelen behoorlijk lastig.

Tip 03: Beveiligingsvragen

Om in te loggen of accountinformatie te wijzigen, is het soms nodig om beveiligingsvragen te beantwoorden. Als het goed is, heb je die gekozen toen je het desbetreffende account aanmaakte. Bedrijven als Microsoft, Apple en Google gebruiken beveiligingsvragen om te verifiëren of jij ook wel echt de rechtmatige eigenaar van een account bent. Het is belangrijk om vragen en antwoorden te kiezen die je kunt onthouden en die niet makkelijk door anderen zijn te raden. Kies liever niet voor vragen met betrekking tot je geboorteplaats, huisdier of partner. Dit soort informatie kan een cybercrimineel relatief eenvoudig achterhalen. Anderzijds is het slim om vragen te kiezen die familieleden wél kunnen beantwoorden. Bijvoorbeeld: “Wat is de naam van de straat waar je opgroeide?” Mocht er iets met je gebeuren, dan kan een familielid toegang krijgen tot je account en je gegevens veiligstellen. Zorg ervoor dat vragen ondubbelzinnig beantwoord kunnen worden, zodat je bij geheugenverlies niet het risico loopt dat je buitengesloten wordt van je account.

©PXimport

Wachtwoorden onthouden

In Tip 1 en 2 bespreken we het belang van sterke én unieke wachtwoorden voor elk account dat je gebruikt. Log je regelmatig op veel verschillende websites in, dan is het verleidelijk om steeds hetzelfde wachtwoord te gebruiken. Onverstandig, want als je wachtwoord een keer wordt gekaapt, lopen al je accounts gevaar. Zie het als een sleutel waarmee niet alleen je fiets, maar ook je auto en huis zijn te openen. Heb je hulp nodig bij het onthouden van veel verschillende wachtwoorden, maak dan gebruik van een wachtwoordenkluis (Tip 5). Je hoeft dan nog maar één hoofdwachtwoord te onthouden en kunt overal veilig inloggen. Veel browsers bieden ook de mogelijkheid om wachtwoorden voor je te bewaren, maar heel veilig is dat niet. Wil je om wat voor reden geen wachtwoordenkluis, bedenk dan een basiswachtwoord en vul dat aan met unieke (hoofd)letters, cijfers en symbolen voor elk account dat je gebruikt. Houd er echter rekening mee dat een sterk wachtwoord in principe moeilijk te onthouden moet zijn.

Tip 04: Beveilig je pc

De meeste computergebruikers hebben hun pc voorzien van een virusscanner en firewall. Een wachtwoord voor de computer zelf wordt echter nog weleens vergeten. Soms per ongeluk, vaak uit gemakzucht. Heb je op jouw computer nog geen wachtwoord ingesteld, dan raden we je met klem aan dit alsnog te doen. In Windows druk je op Ctrl+Alt+Del en vervolgens op Wachtwoord wijzigen om een nieuw wachtwoord in te stellen. Maak je gebruik van een Mac, open dan het Apple-menu en klik op Systeemvoorkeuren. Ga vervolgens naar Gebruikers en groepen en selecteer je gebruikersnaam. Klik op de knop Wijzig wachtwoord en volg de instructies op het scherm. Op beide platforms kun je er ook voor kiezen om meerdere (gast)accounts aan te maken. Handig als je familieleden in een andere omgeving wilt laten inloggen, zodat ze niet zomaar bij jouw inloggegevens kunnen. Op pc en Mac heb je tevens diverse opties voor ouderlijk toezicht en het afschermen van bepaalde systeemfuncties.

©PXimport

Tip 05: Wachtwoordenkluis

De gemiddelde internetter gebruikt dagelijks tussen de 10 en 50 wachtwoorden. Het gevaar dat je hetzelfde wachtwoord voor meerdere accounts gebruikt, ligt dan ook op de loer. Het is immers lastig om al die verschillende codes te onthouden. Een wachtwoordenkluis biedt in dat geval uitkomst. Dit is een digitale kluis waarin je al je wachtwoorden opslaat. De kluis open je met één sterk en lastig te raden hoofdwachtwoord dat je alleen voor de wachtwoordbeheerder gebruikt. Een gebruiksvriendelijke optie is LastPass (www.lastpass.com/nl/) dat gratis op één apparaat is te gebruiken. Wil je niet alleen op je pc, maar bijvoorbeeld ook op je laptop, smartphone of tablet toegang, dan betaal je 12 dollar (ca. 10,50 euro) per jaar. Voor dat bedrag krijg je een hoop handige functies, zoals de mogelijkheid om automatisch wachtwoorden in te vullen als je naar je favoriete sociale netwerk op webshop surft. De wachtwoordenkluis maakt gebruik van sterke encryptie om je inloggegevens te beschermen. Daarnaast kun je hem voorzien een extra beveiligingslaag in de vorm van tweestapsverificatie. In Tip 9 laten we zien wat dat precies inhoudt.

De gemiddelde internetter gebruikt meer dan 10 wachtwoorden

-

Tip 06: Kritisch op phishing

De afgelopen jaren zijn talloze computergebruikers slachtoffer geworden van internetfraude. Ze werden bijvoorbeeld door een zogenoemde phishing e-mail naar een valse (bank)website gelokt. Vaak is dit een kopie van de echte, vertrouwde website, maar met een flinke adder onder het gras. Log je in met je wachtwoord of je creditcardnummer, dan krijgt de cybercrimineel die gegevens in handen. Vervolgens kan hij dit gebruiken om op jouw naam dure aankopen te doen. Phishing-berichten herken je aan het feit dat ze vaak niet persoonlijk aan jou gericht zijn, taal- en stijlfouten bevatten, een afwijkende opmaak hebben met vreemde links. Daarnaast wordt vaak gesuggereerd dat je account geverifieerd moet worden door je inloggegevens te delen. Doe je dit niet meteen, dan zou dat verstrekkende gevolgen hebben. Veel instanties, zoals banken en verzekeraars, zullen je dat echter nooit per e-mail vragen. Pak bij twijfel de telefoon en neem contact op met het bedrijf waarvan de mail afkomstig lijkt te zijn. Wees tot slot kritisch op links of knoppen: leiden die naar een vreemd adres of een website die je niet kunt herleiden, klik er dan niet op.

©CIDimport

Tip 07: Veilig inloggen

Minstens zo belangrijk als een sterk wachtwoord is een veilige plek om in te loggen. Of een inlogpagina dat ook daadwerkelijk is, herken je aan verschillende kenmerken. Allereerst moet de URL van de website beginnen met ‘https://’, waarbij de s staat voor ‘secure’ (veilig). Daarnaast zie je een slotje in de adresbalk, aan het begin (Google Chrome) of einde (Internet Explorer). Door op het slotje te klikken, kun je controleren of de verbinding versleuteld en veilig is. Bij websites van banken zie je vaak in groene letters de naam van de bank. Hiermee wordt bevestigd dat de website eigendom is van de bank, en dat je deze kunt vertrouwen. Bij sommige internetbrowsers kleurt de adresbalk (gedeeltelijk) groen om aan te geven dat je veilig kunt inloggen. Blijf echter wel op je hoede en doe geen bankzaken op je (mobiele) apparaat als je bent verbonden met een open en onbeveiligd wifi-netwerk. Je loopt dan alsnog het risico dat je inloggegevens worden onderschept door iemand met snode plannen.

©PXimport

Tip 08: Overal https

De meeste websites die werken met gevoelige data, zoals wachtwoorden, bank- en adresgegevens, hebben inmiddels de overstap naar https gemaakt. Denk aan banken, overheidsinstanties en sociale netwerken. Hierdoor worden je gegevens versleuteld en onleesbaar voor derden. Wil je er zeker van zijn dat dit het geval is, maak dan gebruik van de plug-in HTTPS Everywhere. Deze handige extensie is gratis beschikbaar voor Chrome, Firefox en Opera en zorgt dat alle data die je uitwisselt wordt versleuteld. Daarnaast controleert het of je verbinding niet wordt omgeleid, bijvoorbeeld naar een server die in handen is van criminelen. Tot slot voorkomt HTTPS Everywhere dat data onderweg van jouw pc naar de server kan worden gewijzigd. Maakt een website niet of deels gebruik van https, dan kan de plug-in je helaas niet beschermen. Ook kan het niet je internetgedrag afschermen. Daarvoor zul je een anonieme internetbrowser als Tor Browser moeten gebruiken. Voor de gemiddelde internetter is het echter geen must om over te stappen op deze alternatieve browser.

©PXimport

Wees kritisch waar en met wie je je inloggegevens deelt

-

Tip 09: Tweestapsverificatie

Met een sterk en uniek wachtwoord maak je het cybercriminelen een stuk lastiger om je account te kraken. Tegenwoordig bieden veel partijen de mogelijkheid om je account nog beter te beveiligen met behulp van tweestapsverificatie. Onder meer Facebook, LinkedIn en Twitter bieden deze optie en het is ook te gebruiken voor je Google-account. Met tweestapsverificatie leg je een extra beveiligingslaag over je account, bijvoorbeeld in de vorm van een code. Log je vanaf een vreemde plek of een nieuw apparaat in, dan wordt de code via sms naar je telefoon verzonden. Die vul je vervolgens in om te verifiëren of jij het wel echt bent. Op deze manier voorkom je dat criminelen genoeg hebben aan je wachtwoord om in te breken op je account. Tweestapsverificatie is doorgaans te vinden via de instellingen van de dienst die je gebruikt. Om het voor je Google-account in te stellen, ga je naar accounts.google.com/SmsAuthConfig. Bij Facebook vind je de functie via Instellingen en Beveiliging. Schakel Aanmeldgoedkeuringen in en voortaan is een extra beveiligingscode nodig om vanaf een onbekend apparaat op je account in te loggen.

©CIDimport

Tip 10: Accountactiviteit

Maak je regelmatig gebruik van Google-diensten als Zoeken, Gmail en YouTube, dan is het de moeite waard om je accountactiviteit te controleren. Google heeft hiervoor een handig overzicht in het leven geroepen, genaamd ‘Mijn Account’ (myaccount.google.com). Als je naar deze website gaat en inlogt, zie je drie kolommen: Inloggen en Beveiliging, Persoonlijke informatie en Privacy en Accountvoorkeuren. Begin met de Beveiligingscheck en Privacycheck om ervoor te zorgen dat je account goed is beveiligd en je geen ongewenste gegevens met Google deelt. De zoekgigant weet praktisch alles over je, maar stelt wel hulpmiddelen beschikbaar om te bepalen wat je wel en niet wilt delen. Maak daar gebruik van! Door in Mijn Account op Apparaatactiviteit en meldingen te klikken, krijg je bovendien informatie over welke apparaten (zoals je pc, tablet of smartphone) wanneer én waar hebben ingelogd op je account. Heb je het idee dat er iets niet pluis is, dan kun je apparaten desgewenst de toegang tot je account ontzeggen.

©PXimport

Google laat je je beveiliging en privacy-instellingen controleren

-

Tip 11: Regelmatig updaten

Om te zorgen dat je computer en account optimaal beschermd zijn tegen bedreigingen van buitenaf, is het van belang om regelmatig te updaten. Zowel je besturingssysteem als je internetbrowser ontvangen geregeld updates die belangrijke beveiligingslekken dichten. Krijg je een melding om te updaten, zorg dan dat je dit zo snel mogelijk doet. Op Windows-pc’s ga je naar Instellingen en vervolgens Bijwerken en beveiliging om updates te bekijken en (desgewenst automatisch) door te voeren. Op een Mac kies je vanuit het Apple-menu voor Over deze Mac en Software-update. Van nieuwe updates krijg je automatisch een melding, waarna je zelf kiest op welk moment je ze installeert. Dat geldt ook voor internetbrowsers als Google Chrome en Internet Explorer, al kun je doorgaans via de instellingen bepalen hoe wordt omgegaan met updates. In Chrome klik je bijvoorbeeld op het icoon met de drie puntjes rechtsboven. Ga naar Instellingen en Over en schakel in dat de browser zich automatisch bijwerkt naar de nieuwste, veiligste versie.

©PXimport

Tip 12: Encryptie (Windows)

Beschik je over Windows 8 (of nieuwer) of de Enterprise- of Ultimate-editie van Windows 7/Vista, dan kun je gevoelige data op je harde schijf veilig versleutelen met behulp van BitLocker. Je kunt er een complete schijf mee coderen, maar bijvoorbeeld ook een usb-stick (met BitLocker To Go). Zo zorg je ervoor dat onbevoegden geen toegang hebben tot jouw gegevens. Ga naar Deze pc en klik met de rechtermuisknop op het gewenste gegevensstation. Klik op BitLocker inschakelen en volg de instructies op het scherm. Vervolgens zal BitLocker vragen hoe de schijf vrijgegeven dient te worden. Het gemakkelijkste is om hiervoor een wachtwoord te kiezen. Daarna kun je de herstelsleutel opslaan of afdrukken, voor het geval dat je het wachtwoord vergeet. Heb je alle stappen doorlopen, dan start BitLocker met de versleuteling van de schijf. Afhankelijk van de grootte van de schijf duurt dit enkele minuten of uren. Maak je gebruik van een laptop, zorg dan dat deze is aangesloten op het stopcontact.

©PXimport

Tip 13: Encryptie (Mac)

Ook als je in het bezit bent van een Mac heb je de optie om met behulp van encryptie onbevoegden buiten de deur te houden. Met FileVault is de opstartschijf van de Mac volledig te versleutelen. De tool is beschikbaar voor OS X Lion of hoger en te vinden via het Apple-menu en de optie Systeemvoorkeuren. Kies hier voor Beveiliging en privacy en ga naar het tabblad FileVault. Klik op het hangslot en voer de naam en het wachtwoord van de beheerder in. Vervolgens schakel je de functie in door op Schakel FileVault in te klikken. Klik indien nodig voor elke gebruiker op Schakel gebruiker in en voer het wachtwoord in van de gebruiker. Het systeem schakelt automatisch alle gebruikersaccounts in die je toevoegt nadat FileVault is ingeschakeld. Draait je Mac op OS X Yosemite of hoger, dan kun je je iCloud-account gebruiken om de schijf te ontgrendelen of het wachtwoord opnieuw in te stellen (als je het bent vergeten). Wil je iCloud niet gebruiken, maak dan een lokale herstelcode aan en bewaar die op een veilige plek, op een andere locatie dan de versleutelde opstartschijf. Houd er rekening mee dat je niet meer kunt inloggen op je Mac als je zowel je wachtwoord als de herstelcode bent vergeten.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!