ID.nl logo
Alles over nieuwe en veilige FTP-varianten
Huis

Alles over nieuwe en veilige FTP-varianten

FTP is een handige en populaire methode voor het versturen van bestanden. Het protocol is helaas al flink op leeftijd en hoe handig het ook is, het is allerminst veilig, want er wordt geen enkele encryptie gebruikt. Daarom zijn er alternatieven ontwikkeld die je dataoverdracht veiliger maken, bijvoorbeeld FTPS of SFTP: FTP met de ‘S’ van secure.

FTP (File Transfer Protocol) bestaat al heel lang en is zelfs ouder dan het TCP-protocol. De eerste RFC (Request For Comments) dateert al van 1971 en dat verklaart waarom FTP ontworpen was om via het NCP-protocol (Network Control Program) te werken. Dit is een zogeheten simplex protocol dat twee verbindingen opzet op verschillende poorten om tweerichtingscommunicatie mogelijk te maken. Met TCP is dit niet langer nodig, maar om compatibiliteitsredenen blijft FTP twee poorten gebruiken.

Bij de actieve modus verbindt de FTP-client zich vanaf een toevallig gekozen poort P (boven 1024) met controlepoort 21 van de FTP-server, waarna de client luistert op poort P+1. Vervolgens zal de server een verbinding opzetten vanaf zijn datapoort (poort 20) met P+1 van de client. De client stuurt ACK’s (acknowledgments ofwel bevestigingen) vanaf P+1 naar datapoort 20.

De actieve modus blijkt in de praktijk vaak nukkig. Immers, de client legt zelf geen verbinding met de datapoort van de server, maar meldt slechts aan de server op welke poort deze luistert. Wanneer de server vervolgens een verbinding op deze poort initieert, ziet de firewall of NAT (Network Address Translation) aan clientzijde dit als een verdacht verbindingsverzoek en wordt dit geblokkeerd. Voor NAT komt daarbij dat het doorgegeven ip-adres en poortnummer naar het interne netwerk verwijst in plaats van naar het publieke netwerk.

Om dit te omzeilen kun je een zogeheten ALG (Application-level Gateway of Application Layer Gateway) configureren, maar een makkelijkere oplossing is de passieve modus. Hierbij zet de client zelf beide connecties met de server op. In plaats van met een simpel PORT-commando de datapoort aan de server te communiceren, stuurt de client een PASV-commando door. Hierdoor zal de server een willekeurige poort aan de client doorgeven waarna deze laatste hiermee zelf de verbinding initieert. Er kleven twee mogelijke nadelen aan deze modus: de server moet voor zijn clients vaak veel poorten ter beschikking houden en de client moet deze modus ondersteunen.

Een wat omslachtige methode dus, maar erger nog is de inherente onveiligheid. Immers, de server kan wel zo worden geconfigureerd dat een gebruikersnaam en wachtwoord zijn vereist, maar deze inloggegevens, evenals de eigenlijke data die naderhand worden doorgestuurd, gaan onversleuteld over het netwerk. Je kunt dit makkelijk zelf testen. In Windows bijvoorbeeld zet je snel een FTP-server op, bijvoorbeeld met FileZilla-server, waarna je aan clientzijde op een opdrachtregel het commando ftp uitvoert, gevolgd door de volgende commando’s:

open <ip-adres_van_ftp-server>

<gebruikersnaam>

<wachtwoord>

Met dir vraag je een bestandsoverzicht op en met get <bestand> en put <bestand> kun je bestanden uitwisselen.

Tegelijk start je een sessie op via Wireshark en vang je de netwerkdata op. Na afloop stel je ftp als weergavefilter in. Je zult merken dat alle data, wachtwoord inclusief, onversleuteld worden verzonden. Er zijn trouwens nog andere kwetsbaarheden ontdekt (zie ook RFC 2577 via www.kwikr.nl/rfc2577). Dit alles verklaart ook waarom er nauwelijks nog browsers zijn die FTP ondersteunen.

Het is dus aan te raden een veilig kanaal voor je datatransfers te gebruiken, en doorgaans worden hiervoor FTPS of SFTP ingezet. Beide gebruiken publieke sleutels over versleutelde tunnels voor de authenticatie en maken gebruik van betrouwbare encryptie. Maar er zijn ook wezenlijke verschillen, vooral op het vlak van het transportmechanisme.

FTP is een onveilig protocol gezien alle data onversleuteld het netwerk opgaan.

FTPS staat voor FTP over SSL/TLS (Secure Sockets Layer/Transport Layer Security), een cryptografisch protocol dat ook voor andere communicatievormen wordt gebruikt, zoals bij e-mailen en surfen.

Het komt erop neer dat FTPS je verbinding gewoonlijk authentiseert via een certificaat of soms (ook) een gebruikers-ID. Is dit ondertekend door een erkende CA (Certificate Authority) of gaat het om een zelf-ondertekend certificaat waarvan je een kopie ter verificatie hebt opgeslagen, dan kan de verbinding doorgaan. FTPS werkt net als FTP met twee verbindingen, via een controle- en data-kanaal.

Bij de meeste FTPS-clients moet je aangeven of je impliciete dan wel expliciete encryptie wenst. Aangezien bij FTPSI (impliciet) er vóór de authenticatie geen onderhandeling over de SSL/TLS-connectie mogelijk is, is deze modus meestal vervangen door FTPSE (expliciet), waarbij zo’n onderhandeling wel mogelijk is.

Om een en ander zelf uit te proberen, kun je bijvoorbeeld het gratis WinSCP als client gebruiken en verbinding maken met FileZilla Server, die standaard in zo’n zelf-ondertekend certificaat voorziet.

Welke encryptiemodus kies je voor TLS/SSL: impliciet of expliciet?

SFTP staat voor SSH FTP (Secure Shell FTP). Terwijl FTPS een extra laag toevoegt aan het FTP-protocol, is SFTP eigenlijk geheel verschillend van FTP. In de meeste gevallen authentiseert een client zich bij de SFTP-server via SSH-sleutels. De client bezorgt zijn publieke sleutel (vooraf) aan de SFTP-server, die het met het client-account zal associëren. De client zal die sleutel tijdens de authenticatie dan doorsturen en als die overeenkomt met de bijbehorende private sleutel – eventueel in combinatie met een gebruikersnaam en wachtwoord (die eveneens versleuteld worden verstuurd) – is de authenticatie geslaagd en kan de connectie worden opgezet. In tegenstelling tot FTP(S) zet SFTP slechts een enkele connectie op, voor zowel authenticatie, commando’s als dataoverdrachten. Dit maakt SFTP ook handiger voor gebruik achter firewalls.

1971 Introductie van FTP (RFC 114).

1980 TCP/IP-versie van FTP (in plaats van NCP).

1985 Basis van huidige FTP-versie (RFC 959).

1994 Introductie passieve modus.

1996 Introductie van FTPS.

1997 Introductie van SFTP.

1998 Ondersteuning van IPv6 door FTP.

2021 Belangrijkste browsers ondersteunen FTP niet langer.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.

▼ Volgende artikel
Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand
© ER | ID.nl
Huis

Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand

Een apparaat op afstand bedienen hoeft geen geld te kosten en is verrassend eenvoudig. Of je nu bestanden wilt openen, technische problemen wilt oplossen of meerdere toestellen wilt beheren: met Chrome Remote Desktop kan het allemaal, gratis en zonder gedoe.

De helper begint

Een groot voordeel van Chrome Remote Desktop is de brede compatibiliteit: het werkt met Windows, macOS, Linux en ChromeOS. Bovendien is het veilig – verbindingen worden versleuteld – en je hebt alleen een Chrome-browser nodig. We beginnen aan de kant van degene die op afstand toegang wilt tot een andere computer, degene die ondersteuning biedt vanaf computer A. Op computer A opent de gebruiker Chrome en surft naar https://remotedesktop.google.com. Daar verschijnen twee opties: Dit scherm delen en Verbinding maken met een andere computer. Omdat computer A support wil geven aan een extern apparaat, kiest de gebruiker voor de tweede optie. In dat scherm verschijnt een veld om een toegangscode in te geven, de code volgt zo meteen.

Degene die support geeft, gebruikt het onderste vak.

Acties voor de hulpvrager

Op computer B, de computer die toegang zal verlenen, moet de gebruiker ook in Chrome surfen naar dezelfde website. Daar kiest hij voor de optie Dit scherm delen. Voordat dat mogelijk is, moet Chrome Remote Desktop eerst worden gedownload en geïnstalleerd. De gebruiker klikt daarvoor op de ronde blauwe knop met het witte downloadpijltje. Hiermee wordt een Chrome-extensie geïnstalleerd. Na de installatie verschijnt in het vak Dit scherm delen een blauwe knop met de tekst Code genereren. Wanneer de gebruiker daarop klikt, wordt een toegangscode van 12 cijfers aangemaakt. Die code geeft hij of zij door aan gebruiker A.

Wie support krijgt, moet de code via een berichtje of telefoontje doorgeven.

Scherm delen

Op computer A geeft de gebruiker de code op in Chrome Remote Desktop. Vervolgens wacht hij tot gebruiker B bevestigt dat A toegang mag krijgen tot zijn scherm. Zodra dat is gebeurd, verschijnt het volledige bureaublad van computer B in een nieuw Chrome-venster op computer A. Door dit venster schermvullend weer te geven, kan A probleemloos handelingen uitvoeren op de pc van B. Voor de veiligheid beschikken beide gebruikers over een knop om de sessie op elk moment te beëindigen. Uiteraard is een stabiele internetverbinding noodzakelijk. Daarnaast krijgen beide partijen de melding dat ze klembordsynchronisatie kunnen inschakelen. Hiermee wordt het mogelijk om eenvoudig tekst of bestanden te kopiëren en te plakken tussen beide apparaten.

Gebruiker A krijgt het volledige scherm van B in een Chrome-venster te zien.