ID.nl logo
8 managed switches voor thuis getest
© Reshift Digital
Huis

8 managed switches voor thuis getest

Een managed switch geeft je meer handige mogelijkheden dan een ‘domme’ switch, zodat je meer controle over je netwerk krijgt. Je kunt bijvoorbeeld werken met VLAN’s, prioriteiten voor verkeer instellen zoals voip, of poorten bundelen voor extra bandbreedte – handig voor een nas. Is jouw netwerk ook toe aan zo’n upgrade? We hebben acht managed switches voor je binnenstebuiten gekeerd en praten je bij.

Heb je te weinig netwerkpoortjes of wil je meer mogelijkheden voor je netwerk? Met een managed switch vang je twee vliegen in één klap. Maar het aanbod is groot en de technische termen vliegen je om de oren. Daarom zochten we relatief eenvoudige en betaalbare (tot ongeveer 120 euro) managed switches voor thuis of een kleinzakelijk netwerk. Ze bieden vijf tot zestien gigabit-ethernetpoorten (en soms een verdwaalde glasvezelpoort), een handige webinterface en veel extra’s. Die heb je nu wellicht niet allemaal nodig, maar later misschien wel!

Zo hebben we switches getest

Een switch zet je meestal ergens uit het zicht en hoeft er dus niet per se mooi uit te zien. We letten in deze test eerder op de kwaliteit van de behuizing en bevestigingsmogelijkheden. Voor alle modellen hebben we bij het eerste gebruik de firmware bijgewerkt, wat vrijwel altijd valt aan te raden. Er worden namelijk soms mogelijkheden toegevoegd of veiligheidsgaten gedicht. Verder is het vooral belangrijk dat ze de opties ondersteunen die je als thuisgebruiker of klein bedrijfje zoekt, met een gebruiksvriendelijke webinterface om alles in te stellen. Veel managed switches zitten vol zakelijke handigheidjes die je waarschijnlijk niet snel nodig hebt en die we dan ook als bonus beschouwen. De mogelijkheid om met virtual lan’s ofwel VLAN’s te werken is wellicht één van de beste redenen om zo’n switch in huis te halen. We letten hier dan ook extra op. Voor de test gebruiken we een router met zowel een lan-poort als een trunk-poort met daarop drie VLAN’s. De router handelt het verkeer tussen VLAN’s onderling en richting internet af. Op de switch sluiten we enkele pc’s aan op de verschillende subnets. Daarnaast gebruiken we een accesspoint die met meerdere VLAN’s overweg kan, waarvoor we een trunk-poort met de gewenste VLAN’s gebruiken. Enkele van de geteste switches zijn al jaren te koop, maar we zijn doorgaans wel een paar hardwarerevisies en firmwareversies verder. Je zou dus kunnen stellen dat ze in ieder geval vrij toekomstbestendig zijn.

©PXimport

Stap naar multi-gigabit?

Je komt ze al meer tegen: switches die 10 gigabit per seconde verstouwen. Meestal gebeurt dat via één of meerdere glasvezelpoortjes van het type sfp+, maar het kan ook direct via een normale ethernetpoort. In deze test maakt één switch, het model van D-Link, gebruik van glasvezel, maar dat zijn sfp-poorten. De meerwaarde zit hem in dit geval niet in de snelheid (die is bij sfp gelijk aan gigabit-ethernet) maar de veel grotere afstand die je kunt overbruggen. Je zou het thuis kunnen gebruiken om bijvoorbeeld twee switches te verbinden, wat ook bij sfp+ een belangrijke toepassing is, maar de investering in modules en kabels weegt eigenlijk niet op tegen het gebruik van gewone koperdraadkabels.

De mogelijkheid om VLAN’s te gebruiken is één van de beste redenen om een switch in huis te halen.

-

Werken met VLAN’s

De mogelijkheid om VLAN’s te gebruiken is natuurlijk een meerwaarde van managed switches. We hebben het bij VLAN’s meestal over 802.1q, waarbij de switch op basis van VLAN-id (een labeltje op het verkeer) bepaalt bij welke poort het verkeer hoort. Een managed switch biedt natuurlijk meer handige features. Bijvoorbeeld QoS (quality of service) waarmee je per poort of op basis van 802.1p bepaald verkeer prioriteit geeft. Verder kun je vaak poorten bundelen dankzij statische of dynamische link-aggregatie. Die laatste heet ook wel lacp (link aggregation control protocol) en lost problemen zoals verkeerde bekabeling zelf op. Zo’n bundeling is handig tussen twee switches, maar kan ook bijvoorbeeld richting nas of server met meerdere netwerkpoorten gebruikt worden. Het geeft je doorgaans geen dubbele doorvoersnelheid maar juist meer bandbreedte: twee gebruikers kunnen op volle snelheid bestanden overbrengen, zolang de rest van de nas dat ook kan bijbenen natuurlijk. Bij veel modellen kun je IGMP Spoofing gebruiken voor het verbeteren van multicast-verkeer zoals een tv-signaal. Verder kunnen switches je netwerk beschermen tegen overvloedig verkeer (zoals broadcast, multicast of unicast). En met port mirroring kun je verkeer spiegelen naar een andere poort, bijvoorbeeld om het netwerkverkeer te monitoren.

Beheer van je switch

Je moet al die mooie features natuurlijk ook in kunnen stellen. Daarvoor hebben managed switches een webinterface. Veel managed switches nemen de ip-configuratie tegenwoordig via dhcp over, wat erg praktisch is. Er zijn ook switches die op een vast ip-adres zijn ingesteld en dat geeft meerdere problemen. Wellicht heb je al een pc in je netwerk op dat ip-adres. Daarnaast kun je er niet meerdere tegelijkertijd in gebruik nemen, al die switches zitten immers op hetzelfde ip-adres. Ten slotte moet je de netwerkconfiguratie van je beheer-pc ‘passend’ maken om er in te komen. Wat helpt is dat je enkele switches via software kunt opsporen in je netwerk en een passende ip-configuratie geven.

©PXimport

Power over Ethernet

Een van de belangrijkste trends van de laatste jaren is het voeden van randapparatuur met Power over Ethernet (PoE). De stroom gaat dan over de netwerkkabel zelf, ideaal voor bijvoorbeeld accesspoints. Veel switches zijn leverbaar met of zonder power-over-ethernet. Het drijft de prijs wel op, afhankelijk van het gewenste vermogen. De belangrijkste standaarden zijn 802.3af dat zijn 15 watt per poort kan leveren en 802.3at dat tot 30 watt kan leveren. Overigens wordt bij veel PoE-geschikte netwerkapparaten een zogeheten injector bijgeleverd: een voeding die je vlak voor de netwerkkabel kunt aansluiten en dan doorlussen naar de switch. Het maakt met zo’n injector eigenlijk niet uit of de switch zelf PoE biedt. Bij de test van de GS1200-5HP met PoE zullen we verder ingaan op deze voorziening en het nut ervan.

©PXimport

D-Link DGS-1210-10

In de DGS-1210-serie biedt D-Link gigabit-switches met 8, 16, 24 of 48 poorten, waarbij ook modellen met PoE leverbaar zijn. We bekijken de DGS-1210-10 zonder PoE. Er is ook een P-versie met PoE die een paar tientjes duurder is. Het is een stevige switch die zelfs groter is dan sommige 16poorts-modellen maar wel met het voordeel van een ingebouwde voeding. Je vindt er naast acht rj45-poorten ook nog twee sfp-poorten op voor een glasvezelverbinding. Je configureert ze zoals de andere poorten. Met de D-Link Network Assistant (DNA)-software (ook voor Windows verkrijgbaar), spoor je de switch gemakkelijk op in je netwerk en kun je bijvoorbeeld dhcp activeren, want dat is niet standaard het geval. Het opsnorren van de juiste firmware was een zoektochtje, maar de installatie gaf geen problemen. De webinterface werkt comfortabel, maar wie weinig netwerkervaring heeft gaat liefst recht op zijn doel af, zoals naar de VLAN-configuratie die verder weinig (extra) uitdagingen geeft. Het is de meest complete switch in deze test, al zijn de meeste extra’s vooral interessant in een bedrijfsomgeving, of natuurlijk om wat te leren. Erg belangrijk is dat je configuratiewijzigingen opslaat, want de switch valt na een herstart terug op die bewaarde instellingen. Als iets misgaat is er gelukkig een resetknopje dat - met wat gevoel voor timing – het apparaat terugzet naar fabrieksinstellingen.

©PXimport

D-Link DGS-1210-10 (Best getest)

Prijs
€ 90,-
Websitehttps://eu.dlink.com/nl/nl8Score80

  • Pluspunten

  • Ingebouwde voeding

  • Veel extra mogelijkheden

  • Minpunten

  • Vrij groot en zwaar

  • Minder toegankelijk voor beginners

Netgear GS108Ev3

De Netgear GS108PEv3 is één van de goedkoopste in de test en nauwelijks duurder dan sommige unmanaged modellen. Het degelijke kastje biedt bijna alle features die je van een ‘smart’ switch verwacht. De configuratietool voor Windows hebben we overgeslagen. Via de gestructureerde webinterface kun je eigenlijk alles vlot instellen. Wel liepen we in de Chromium-browser tegen wat problemen aan, maar door over te stappen op Chrome waren die gelijk opgelost. De instellingen wijzigen zichzelf meestal, al gaat het instellen van VLAN’s niet heel gebruiksvriendelijk. Je moet eerst de VLAN’s individueel toevoegen en daarna in een apart scherm per VLAN de poorten configureren, waarbij het overzicht ver te zoeken is. Het kan beter, maar als je het eenmaal goed hebt ingesteld zul je er wellicht niet meer naar omkijken. De switch biedt als enige van de geteste modellen geen link-aggregatie, daarvoor moet je naar de 16- of 24poorts-modellen kijken. In een thuissituatie zul je het niet zo snel missen, hooguit wellicht als je veel verkeer van verschillende apparaten naar een nas of server hebt, die dan ook nog over twee netwerkpoorten moeten beschikken.

©PXimport

Netgear GS108Ev3

Prijs
€ 40,-
Websitewww.netgear.nl7Score70

  • Pluspunten

  • Voordelig

  • Degelijke behuizing

  • Minpunten

  • Geen link-aggregatie

  • Instellen VLAN’s onoverzichtelijk

TP-Link TL-SG108E

De TL-SG108E is een voordelige en compacte switch die sterk op het model van Netgear lijkt. Er bestaan verschillende hardware-versies die weinig verschillen. Belangrijk is dat de switch sinds versie 2.0 over een webinterface beschikt voor het beheer. En de 4.0 die wij ontvingen is standaard op dhcp ingesteld, wat het in gebruik nemen makkelijker maakt. Ook handig: de configuratie blijft nu behouden na een firmware-upgrade. Een reset is ook gemakkelijk te doen: houd de resetknop tien seconden ingedrukt terwijl je de stroom aansluit. Zoals bij de meeste voordelige managed switches is de toegang tot de webinterface niet zo goed af te schermen, bijvoorbeeld door het op een apart VLAN te zetten, zodat je op zijn minst een sterk wachtwoord moet kiezen. De configuratie van VLAN’s is basic maar wel overzichtelijk. Link-aggregatie is ook van de partij, maar alleen statisch. En met twee groepen met tot vier poorten per groep zit je switch dan wel meteen vol. Let erop dat IGMP Snooping standaard aanstaat. Als er geen multicast-verkeer is, zoals ip-televisie of streams via AirPlay en Chromecast, kun je het beter uitzetten. Al met al een nette no-nonsense switch. Voor de liefhebber is er ook de TL-SG108PE met vier 802.af PoE-poorten en een budget van 55 watt, te verdelen over de eerste vier poorten.

©PXimport

TP-Link TL-SG108E (Redactietip)

Prijs
€ 35,-
Websitewww.tp-link.com/nl/8Score80

  • Pluspunten

  • Voordelig

  • Degelijke behuizing

  • Minpunten

  • Alleen statische link-aggregatie

TP-Link TL-SG1016DE

Een enkele keer zul je net wat meer netwerkpoorten nodig hebben. Vooral in de meterkast, waar je de meeste netwerkapparaten zult aansluiten en ook vaak de verbindingen naar andere plekken in huis samenkomen. De TL-SG1016DE lijkt dan een aantrekkelijke optie. Het is de goedkoopste managed gigabit 16poorts-switch op de markt. Qua uiterlijk is het bijna een kopie van de populaire unmanaged TL-SG1016D. Vanaf 16 poorten zie je wat vaker ventilatoren in switches, maar deze kan zonder en blijft daarmee stil én koel. De behuizing is verder degelijk, met haakjes om hem bijvoorbeeld in de meterkast vast te schroeven, al heb je dan in de breedte wel bijna een halve meter nodig. Een voeding is al ingebouwd. Functioneel zijn er vrijwel geen verschillen met de TL-SG108E dus je koopt hem vooral voor de extra poortjes. Het grootste gemis, als je er toch de poortjes voor hebt, is lacp voor dynamische link-aggregatie (statisch kan wel). Wie behalve met netwerkapparaten ook aan de gang wil met PoE kan de TL-SG1016PE overwegen. Die ondersteunt zowel PoE als PoE+ en met een flink vermogen van 110 watt. Het maakt hem ook bijna twee keer zo duur.

©PXimport

TP-Link TL-SG1016DE

Prijs
€ 80,-
Websitewww.tp-link.com/nl/8Score80

  • Pluspunten

  • Veel netwerkpoorten

  • Voeding is ingebouwd

  • Voordelig

  • Minpunten

  • Functioneel wat beperkt

Ubiquiti UniFi Switch 8

Ubiquiti heeft een heel ecosysteem van netwerkapparaten die mooi samenwerken. Je kunt ze centraal beheren en monitoren vanuit de uitgebreide UniFi Controller-software. We installeerden de software op een server, maar er zijn meer opties. Je hebt de software alleen nodig voor de configuratie, niet tijdens het gebruik. Qua netwerkterminologie wijkt de fabrikant soms af van het gangbare, maar het komt het gebruiksgemak meestal ten goede. En standaarden worden gevolgd, dus je kunt alles gewoon met andere netwerkapparatuur combineren. De configuratie van VLAN’s doe je eigenlijk los van de switch door ze apart toe te voegen als netwerk. Daarna kun je ze toekennen aan de netwerkpoorten, als je naar de UniFi-switch bladert die al automatisch in het netwerk is gevonden. Je ziet ook meteen welke apparaten met de switch zijn verbonden en met welke snelheid. De beheersoftware is wellicht wat overkill als je het houdt bij een 8-poort switch zoals hier getest, maar heeft absoluut meerwaarde als je gaat uitbreiden met bijvoorbeeld een UniFi-accesspoint. Die kan een unieke ssid uitzenden per VLAN (met maximum van vier). Wat hardware betreft valt er ook niets te klagen. De behuizing is degelijk en volledig stil, hooguit wat warm maar dat geeft geen problemen. Het stroomverbruik is bescheiden: we meten 5,6 watt met vier actieve apparaten. Naast de hier geteste US-8 met PoE-doorvoer is er ook de 8-60W met ‘echte’ PoE: 4 poorten voor 60 watt. Die versie is nauwelijks duurder, dus dat is een aantrekkelijk alternatief als je die extra’s denkt te kunnen gebruiken.

©PXimport

Ubiquiti UniFi Switch 8

Prijs
€ 100,-
Websitewww.ui.com8Score80

  • Pluspunten

  • Uitgebreide beheersoftware

  • Past mooi in ecosysteem

  • Minpunten

  • Prijzig

DrayTek VigorSwitch G1080

De G1080 lijkt als twee druppels water op de 8-poort modellen van TP-Link en Netgear en biedt ook dezelfde features, met een paar extra’s. Zo ondersteunt hij bijvoorbeeld (alleen) dynamische link-aggregatie (lacp), overigens met slechts één groep met twee poorten. Hoewel de switch volgens de handleiding een vast ip-adres heeft krijgt het dat na aansluiten gelukkig via dhcp. We kunnen dus direct door het gebruiksvriendelijke instellingenmenu bladeren. Vooral het instellen van VLAN’s gaat makkelijk én overzichtelijk: geholpen door kleuren lees je direct de instelling van alle poorten. Wat ook wel van pas kan komen is het tabelletje met mac-adressen van de aangesloten netwerkapparaten. Nieuwe firmware is gemakkelijk te vinden op de Nederlandse website van DrayTek. De upgrade van versie 1.04.05 naar 1.04.07 verliep soepel en bracht zelfs een mooie nieuwe functie: de mogelijkheid om poorten te isoleren. Je zorgt er dan feitelijk voor dat de apparaten op die poorten niet meer onderling kunnen communiceren, wat je merkt aan bijvoorbeeld een geblokkeerde ‘ping’ tussen de apparaten. Het wordt daarom ook wel private lan genoemd. Kortom, best wat leuke extra’s die voor een enkeling de meerprijs waard kunnen zijn.

©PXimport

DrayTek VigorSwitch G1080

Prijs
€ 55,-
Websitewww.draytek.nl8Score80

  • Pluspunten

  • Dynamische link-aggregatie

  • Poort-isolatie mogelijk

  • Overzichtelijke VLAN-configuratie

  • Minpunten

  • Relatief duur

ZyXEL GS1200-5

De GS1200 van ZyXEL is een typisch instapmodel en ligt qua prijs net wat boven het model van Netgear, gerekend naar het 8poorts-model. Wij testten de 5poorts-versie maar die is verder op de prijs na gelijk aan de GS1200-8. Voor de test kwamen we eigenlijk net een poortje te kort. Maar er zijn, als je toch je hele netwerk een upgrade met VLAN’s gaat geven, genoeg plekken waar dit meestal meer dan genoeg is. Bijvoorbeeld bij de televisie, waar je hem dankzij de compacte behuizing makkelijk wegstopt in bijvoorbeeld het televisiemeubel. De stevige metalen behuizing kan wel tegen een stootje en kun je eventueel ook aan de muur bevestigen. De switch kent een broertje met onder andere PoE, die we hierna bespreken. Klein minpuntje van de switches: er is standaard geen dhcp ingesteld. De webinterface vind je op 192.168.1.3 en dat is typisch een adres dat je wellicht al in gebruik hebt. Om er in te komen geef je je pc een ip-adres van bijvoorbeeld 192.168.1.4 met subnetmasker 255.255.255.0 waarna je de router in je netwerk kunt benaderen. Hierna kun je overigens alsnog de adrestoewijzing op dhcp zetten.

©PXimport

ZyXEL GS1200-5

Prijs
€ 30,-
Websitewww.zyxel.com7Score70

  • Pluspunten

  • Heel compacte behuizing

  • Stevig uitgevoerd

  • Voordelig

  • Minpunten

  • Geen dhcp

ZyXEL GS1200-5HP v2

De GS1200-5HP v2 is vergelijkbaar met bovenstaande GS1200-5 met toevoeging van PoE. Het kastje is zo’n anderhalf keer breder en zwaarder en wordt met veel forsere voeding geleverd (met aparte aan/uitschakelaar), nodig om netwerkapparaten direct vanuit de switch te kunnen voeden. Zowel PoE (802.3af) als PoE+ (802.3at) wordt ondersteund. Het is daarmee één van de voordeligste switches met ondersteuning voor beide PoE-standaarden. Bij PoE is 15 watt per poort mogelijk, bij PoE+ is dat 30 watt. Belangrijk is vooral het werkelijke verbruik. Je hebt namelijk een totaal ‘budget’ van 60 watt dat je kunt verdelen over in dit geval vier poorten. Welke poorten dat zijn zie je op de voorkant onder de aansluitingen. De 8poorts-GS1200-8HP heeft overigens hetzelfde budget en evenveel PoE-geschikte poorten. Het is in principe niet bezwaarlijk dat PoE standaard actief is voor alle poorten, er wordt namelijk onderhandeld over de vermogensvraag, maar we zetten het zelf liever uit als het niet wordt gebruikt. Dan naar het stroomverbruik. Als we een accesspoint aansluiten geeft de configuratiepagina van de switch netjes het verbruik daarvan aan (3,2 watt) en resterende budget (56,8 watt) voor andere apparaten. We zien het verbruik van de switch zelf oplopen van 3,1 watt zonder accesspoint, naar 8,9 watt met accesspoint. Als je geen PoE gebruikt is de GS1200-5 overigens iets zuiniger (2,2 watt).

©PXimport

ZyXEL GS1200-5HP v2

Prijs
€ 70,-
Websitewww.zyxel.nl8Score80

  • Pluspunten

  • Voordelige optie met PoE en PoE+

  • Handige verbruiksweergave

  • Koel en volledig stil ondanks PoE

  • Minpunten

  • Relatief grote behuizing

  • Zware voedingsadapter

Conclusie

Bij het kiezen van een switch staan de mogelijkheden eigenlijk voorop. Qua prestaties zul je geen noemenswaardige verschillen meten, zolang er geen ‘kink’ in de kabel zit. Veel van de geteste switches bieden nagenoeg dezelfde mogelijkheden en hebben ook nog eens een vrijwel identieke behuizing. Ze zijn allemaal volledig stil en verbruiken weinig stroom. Bij een paar mogelijkheden moet je opletten. Bijvoorbeeld link-aggregatie, dat niet altijd wordt ondersteund en soms alleen statisch of alleen dynamisch. Voor de meeste mensen zal de mogelijkheid om met VLAN’s te werken de grootste meerwaarde zijn en dat kan gelukkig met alle modellen. Het instellen gaat het makkelijkst op de switches van DrayTek en ZyXEL. Ubiquiti maakt het je ook gemakkelijk, maar dan moet je je wel eerst verdiepen in de bijna onvermijdelijke beheersoftware. Als dan de prijs de doorslag moet geven, dan tippen we de TP-Link TL-SG108E. Het model van D-Link is een goede optie als je nu of op termijn extra mogelijkheden zoekt. Een ingebouwde voeding is bovendien best praktisch. Maar de prijs ligt een stuk hoger en de meerwaarde van sfp-poorten is wat beperkt, tenzij je bijvoorbeeld rechtstreeks je glasvezelinternet wilt aansluiten. Wil je met PoE aan de slag dan is de ZyXEL GS1200-5HP v2 een aantrekkelijk geprijsde switch met zowel PoE als PoE+. Of je kiest meteen de wat completere (niet door ons geteste) 8poorts-GS1900-8HP.

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.