ID.nl logo
8 managed switches voor thuis getest
© Reshift Digital
Huis

8 managed switches voor thuis getest

Een managed switch geeft je meer handige mogelijkheden dan een ‘domme’ switch, zodat je meer controle over je netwerk krijgt. Je kunt bijvoorbeeld werken met VLAN’s, prioriteiten voor verkeer instellen zoals voip, of poorten bundelen voor extra bandbreedte – handig voor een nas. Is jouw netwerk ook toe aan zo’n upgrade? We hebben acht managed switches voor je binnenstebuiten gekeerd en praten je bij.

Heb je te weinig netwerkpoortjes of wil je meer mogelijkheden voor je netwerk? Met een managed switch vang je twee vliegen in één klap. Maar het aanbod is groot en de technische termen vliegen je om de oren. Daarom zochten we relatief eenvoudige en betaalbare (tot ongeveer 120 euro) managed switches voor thuis of een kleinzakelijk netwerk. Ze bieden vijf tot zestien gigabit-ethernetpoorten (en soms een verdwaalde glasvezelpoort), een handige webinterface en veel extra’s. Die heb je nu wellicht niet allemaal nodig, maar later misschien wel!

Zo hebben we switches getest

Een switch zet je meestal ergens uit het zicht en hoeft er dus niet per se mooi uit te zien. We letten in deze test eerder op de kwaliteit van de behuizing en bevestigingsmogelijkheden. Voor alle modellen hebben we bij het eerste gebruik de firmware bijgewerkt, wat vrijwel altijd valt aan te raden. Er worden namelijk soms mogelijkheden toegevoegd of veiligheidsgaten gedicht. Verder is het vooral belangrijk dat ze de opties ondersteunen die je als thuisgebruiker of klein bedrijfje zoekt, met een gebruiksvriendelijke webinterface om alles in te stellen. Veel managed switches zitten vol zakelijke handigheidjes die je waarschijnlijk niet snel nodig hebt en die we dan ook als bonus beschouwen. De mogelijkheid om met virtual lan’s ofwel VLAN’s te werken is wellicht één van de beste redenen om zo’n switch in huis te halen. We letten hier dan ook extra op. Voor de test gebruiken we een router met zowel een lan-poort als een trunk-poort met daarop drie VLAN’s. De router handelt het verkeer tussen VLAN’s onderling en richting internet af. Op de switch sluiten we enkele pc’s aan op de verschillende subnets. Daarnaast gebruiken we een accesspoint die met meerdere VLAN’s overweg kan, waarvoor we een trunk-poort met de gewenste VLAN’s gebruiken. Enkele van de geteste switches zijn al jaren te koop, maar we zijn doorgaans wel een paar hardwarerevisies en firmwareversies verder. Je zou dus kunnen stellen dat ze in ieder geval vrij toekomstbestendig zijn.

©PXimport

Stap naar multi-gigabit?

Je komt ze al meer tegen: switches die 10 gigabit per seconde verstouwen. Meestal gebeurt dat via één of meerdere glasvezelpoortjes van het type sfp+, maar het kan ook direct via een normale ethernetpoort. In deze test maakt één switch, het model van D-Link, gebruik van glasvezel, maar dat zijn sfp-poorten. De meerwaarde zit hem in dit geval niet in de snelheid (die is bij sfp gelijk aan gigabit-ethernet) maar de veel grotere afstand die je kunt overbruggen. Je zou het thuis kunnen gebruiken om bijvoorbeeld twee switches te verbinden, wat ook bij sfp+ een belangrijke toepassing is, maar de investering in modules en kabels weegt eigenlijk niet op tegen het gebruik van gewone koperdraadkabels.

De mogelijkheid om VLAN’s te gebruiken is één van de beste redenen om een switch in huis te halen.

-

Werken met VLAN’s

De mogelijkheid om VLAN’s te gebruiken is natuurlijk een meerwaarde van managed switches. We hebben het bij VLAN’s meestal over 802.1q, waarbij de switch op basis van VLAN-id (een labeltje op het verkeer) bepaalt bij welke poort het verkeer hoort. Een managed switch biedt natuurlijk meer handige features. Bijvoorbeeld QoS (quality of service) waarmee je per poort of op basis van 802.1p bepaald verkeer prioriteit geeft. Verder kun je vaak poorten bundelen dankzij statische of dynamische link-aggregatie. Die laatste heet ook wel lacp (link aggregation control protocol) en lost problemen zoals verkeerde bekabeling zelf op. Zo’n bundeling is handig tussen twee switches, maar kan ook bijvoorbeeld richting nas of server met meerdere netwerkpoorten gebruikt worden. Het geeft je doorgaans geen dubbele doorvoersnelheid maar juist meer bandbreedte: twee gebruikers kunnen op volle snelheid bestanden overbrengen, zolang de rest van de nas dat ook kan bijbenen natuurlijk. Bij veel modellen kun je IGMP Spoofing gebruiken voor het verbeteren van multicast-verkeer zoals een tv-signaal. Verder kunnen switches je netwerk beschermen tegen overvloedig verkeer (zoals broadcast, multicast of unicast). En met port mirroring kun je verkeer spiegelen naar een andere poort, bijvoorbeeld om het netwerkverkeer te monitoren.

Beheer van je switch

Je moet al die mooie features natuurlijk ook in kunnen stellen. Daarvoor hebben managed switches een webinterface. Veel managed switches nemen de ip-configuratie tegenwoordig via dhcp over, wat erg praktisch is. Er zijn ook switches die op een vast ip-adres zijn ingesteld en dat geeft meerdere problemen. Wellicht heb je al een pc in je netwerk op dat ip-adres. Daarnaast kun je er niet meerdere tegelijkertijd in gebruik nemen, al die switches zitten immers op hetzelfde ip-adres. Ten slotte moet je de netwerkconfiguratie van je beheer-pc ‘passend’ maken om er in te komen. Wat helpt is dat je enkele switches via software kunt opsporen in je netwerk en een passende ip-configuratie geven.

©PXimport

Power over Ethernet

Een van de belangrijkste trends van de laatste jaren is het voeden van randapparatuur met Power over Ethernet (PoE). De stroom gaat dan over de netwerkkabel zelf, ideaal voor bijvoorbeeld accesspoints. Veel switches zijn leverbaar met of zonder power-over-ethernet. Het drijft de prijs wel op, afhankelijk van het gewenste vermogen. De belangrijkste standaarden zijn 802.3af dat zijn 15 watt per poort kan leveren en 802.3at dat tot 30 watt kan leveren. Overigens wordt bij veel PoE-geschikte netwerkapparaten een zogeheten injector bijgeleverd: een voeding die je vlak voor de netwerkkabel kunt aansluiten en dan doorlussen naar de switch. Het maakt met zo’n injector eigenlijk niet uit of de switch zelf PoE biedt. Bij de test van de GS1200-5HP met PoE zullen we verder ingaan op deze voorziening en het nut ervan.

©PXimport

D-Link DGS-1210-10

In de DGS-1210-serie biedt D-Link gigabit-switches met 8, 16, 24 of 48 poorten, waarbij ook modellen met PoE leverbaar zijn. We bekijken de DGS-1210-10 zonder PoE. Er is ook een P-versie met PoE die een paar tientjes duurder is. Het is een stevige switch die zelfs groter is dan sommige 16poorts-modellen maar wel met het voordeel van een ingebouwde voeding. Je vindt er naast acht rj45-poorten ook nog twee sfp-poorten op voor een glasvezelverbinding. Je configureert ze zoals de andere poorten. Met de D-Link Network Assistant (DNA)-software (ook voor Windows verkrijgbaar), spoor je de switch gemakkelijk op in je netwerk en kun je bijvoorbeeld dhcp activeren, want dat is niet standaard het geval. Het opsnorren van de juiste firmware was een zoektochtje, maar de installatie gaf geen problemen. De webinterface werkt comfortabel, maar wie weinig netwerkervaring heeft gaat liefst recht op zijn doel af, zoals naar de VLAN-configuratie die verder weinig (extra) uitdagingen geeft. Het is de meest complete switch in deze test, al zijn de meeste extra’s vooral interessant in een bedrijfsomgeving, of natuurlijk om wat te leren. Erg belangrijk is dat je configuratiewijzigingen opslaat, want de switch valt na een herstart terug op die bewaarde instellingen. Als iets misgaat is er gelukkig een resetknopje dat - met wat gevoel voor timing – het apparaat terugzet naar fabrieksinstellingen.

©PXimport

D-Link DGS-1210-10 (Best getest)

Prijs
€ 90,-
Websitehttps://eu.dlink.com/nl/nl8Score80

  • Pluspunten

  • Ingebouwde voeding

  • Veel extra mogelijkheden

  • Minpunten

  • Vrij groot en zwaar

  • Minder toegankelijk voor beginners

Netgear GS108Ev3

De Netgear GS108PEv3 is één van de goedkoopste in de test en nauwelijks duurder dan sommige unmanaged modellen. Het degelijke kastje biedt bijna alle features die je van een ‘smart’ switch verwacht. De configuratietool voor Windows hebben we overgeslagen. Via de gestructureerde webinterface kun je eigenlijk alles vlot instellen. Wel liepen we in de Chromium-browser tegen wat problemen aan, maar door over te stappen op Chrome waren die gelijk opgelost. De instellingen wijzigen zichzelf meestal, al gaat het instellen van VLAN’s niet heel gebruiksvriendelijk. Je moet eerst de VLAN’s individueel toevoegen en daarna in een apart scherm per VLAN de poorten configureren, waarbij het overzicht ver te zoeken is. Het kan beter, maar als je het eenmaal goed hebt ingesteld zul je er wellicht niet meer naar omkijken. De switch biedt als enige van de geteste modellen geen link-aggregatie, daarvoor moet je naar de 16- of 24poorts-modellen kijken. In een thuissituatie zul je het niet zo snel missen, hooguit wellicht als je veel verkeer van verschillende apparaten naar een nas of server hebt, die dan ook nog over twee netwerkpoorten moeten beschikken.

©PXimport

Netgear GS108Ev3

Prijs
€ 40,-
Websitewww.netgear.nl7Score70

  • Pluspunten

  • Voordelig

  • Degelijke behuizing

  • Minpunten

  • Geen link-aggregatie

  • Instellen VLAN’s onoverzichtelijk

TP-Link TL-SG108E

De TL-SG108E is een voordelige en compacte switch die sterk op het model van Netgear lijkt. Er bestaan verschillende hardware-versies die weinig verschillen. Belangrijk is dat de switch sinds versie 2.0 over een webinterface beschikt voor het beheer. En de 4.0 die wij ontvingen is standaard op dhcp ingesteld, wat het in gebruik nemen makkelijker maakt. Ook handig: de configuratie blijft nu behouden na een firmware-upgrade. Een reset is ook gemakkelijk te doen: houd de resetknop tien seconden ingedrukt terwijl je de stroom aansluit. Zoals bij de meeste voordelige managed switches is de toegang tot de webinterface niet zo goed af te schermen, bijvoorbeeld door het op een apart VLAN te zetten, zodat je op zijn minst een sterk wachtwoord moet kiezen. De configuratie van VLAN’s is basic maar wel overzichtelijk. Link-aggregatie is ook van de partij, maar alleen statisch. En met twee groepen met tot vier poorten per groep zit je switch dan wel meteen vol. Let erop dat IGMP Snooping standaard aanstaat. Als er geen multicast-verkeer is, zoals ip-televisie of streams via AirPlay en Chromecast, kun je het beter uitzetten. Al met al een nette no-nonsense switch. Voor de liefhebber is er ook de TL-SG108PE met vier 802.af PoE-poorten en een budget van 55 watt, te verdelen over de eerste vier poorten.

©PXimport

TP-Link TL-SG108E (Redactietip)

Prijs
€ 35,-
Websitewww.tp-link.com/nl/8Score80

  • Pluspunten

  • Voordelig

  • Degelijke behuizing

  • Minpunten

  • Alleen statische link-aggregatie

TP-Link TL-SG1016DE

Een enkele keer zul je net wat meer netwerkpoorten nodig hebben. Vooral in de meterkast, waar je de meeste netwerkapparaten zult aansluiten en ook vaak de verbindingen naar andere plekken in huis samenkomen. De TL-SG1016DE lijkt dan een aantrekkelijke optie. Het is de goedkoopste managed gigabit 16poorts-switch op de markt. Qua uiterlijk is het bijna een kopie van de populaire unmanaged TL-SG1016D. Vanaf 16 poorten zie je wat vaker ventilatoren in switches, maar deze kan zonder en blijft daarmee stil én koel. De behuizing is verder degelijk, met haakjes om hem bijvoorbeeld in de meterkast vast te schroeven, al heb je dan in de breedte wel bijna een halve meter nodig. Een voeding is al ingebouwd. Functioneel zijn er vrijwel geen verschillen met de TL-SG108E dus je koopt hem vooral voor de extra poortjes. Het grootste gemis, als je er toch de poortjes voor hebt, is lacp voor dynamische link-aggregatie (statisch kan wel). Wie behalve met netwerkapparaten ook aan de gang wil met PoE kan de TL-SG1016PE overwegen. Die ondersteunt zowel PoE als PoE+ en met een flink vermogen van 110 watt. Het maakt hem ook bijna twee keer zo duur.

©PXimport

TP-Link TL-SG1016DE

Prijs
€ 80,-
Websitewww.tp-link.com/nl/8Score80

  • Pluspunten

  • Veel netwerkpoorten

  • Voeding is ingebouwd

  • Voordelig

  • Minpunten

  • Functioneel wat beperkt

Ubiquiti UniFi Switch 8

Ubiquiti heeft een heel ecosysteem van netwerkapparaten die mooi samenwerken. Je kunt ze centraal beheren en monitoren vanuit de uitgebreide UniFi Controller-software. We installeerden de software op een server, maar er zijn meer opties. Je hebt de software alleen nodig voor de configuratie, niet tijdens het gebruik. Qua netwerkterminologie wijkt de fabrikant soms af van het gangbare, maar het komt het gebruiksgemak meestal ten goede. En standaarden worden gevolgd, dus je kunt alles gewoon met andere netwerkapparatuur combineren. De configuratie van VLAN’s doe je eigenlijk los van de switch door ze apart toe te voegen als netwerk. Daarna kun je ze toekennen aan de netwerkpoorten, als je naar de UniFi-switch bladert die al automatisch in het netwerk is gevonden. Je ziet ook meteen welke apparaten met de switch zijn verbonden en met welke snelheid. De beheersoftware is wellicht wat overkill als je het houdt bij een 8-poort switch zoals hier getest, maar heeft absoluut meerwaarde als je gaat uitbreiden met bijvoorbeeld een UniFi-accesspoint. Die kan een unieke ssid uitzenden per VLAN (met maximum van vier). Wat hardware betreft valt er ook niets te klagen. De behuizing is degelijk en volledig stil, hooguit wat warm maar dat geeft geen problemen. Het stroomverbruik is bescheiden: we meten 5,6 watt met vier actieve apparaten. Naast de hier geteste US-8 met PoE-doorvoer is er ook de 8-60W met ‘echte’ PoE: 4 poorten voor 60 watt. Die versie is nauwelijks duurder, dus dat is een aantrekkelijk alternatief als je die extra’s denkt te kunnen gebruiken.

©PXimport

Ubiquiti UniFi Switch 8

Prijs
€ 100,-
Websitewww.ui.com8Score80

  • Pluspunten

  • Uitgebreide beheersoftware

  • Past mooi in ecosysteem

  • Minpunten

  • Prijzig

DrayTek VigorSwitch G1080

De G1080 lijkt als twee druppels water op de 8-poort modellen van TP-Link en Netgear en biedt ook dezelfde features, met een paar extra’s. Zo ondersteunt hij bijvoorbeeld (alleen) dynamische link-aggregatie (lacp), overigens met slechts één groep met twee poorten. Hoewel de switch volgens de handleiding een vast ip-adres heeft krijgt het dat na aansluiten gelukkig via dhcp. We kunnen dus direct door het gebruiksvriendelijke instellingenmenu bladeren. Vooral het instellen van VLAN’s gaat makkelijk én overzichtelijk: geholpen door kleuren lees je direct de instelling van alle poorten. Wat ook wel van pas kan komen is het tabelletje met mac-adressen van de aangesloten netwerkapparaten. Nieuwe firmware is gemakkelijk te vinden op de Nederlandse website van DrayTek. De upgrade van versie 1.04.05 naar 1.04.07 verliep soepel en bracht zelfs een mooie nieuwe functie: de mogelijkheid om poorten te isoleren. Je zorgt er dan feitelijk voor dat de apparaten op die poorten niet meer onderling kunnen communiceren, wat je merkt aan bijvoorbeeld een geblokkeerde ‘ping’ tussen de apparaten. Het wordt daarom ook wel private lan genoemd. Kortom, best wat leuke extra’s die voor een enkeling de meerprijs waard kunnen zijn.

©PXimport

DrayTek VigorSwitch G1080

Prijs
€ 55,-
Websitewww.draytek.nl8Score80

  • Pluspunten

  • Dynamische link-aggregatie

  • Poort-isolatie mogelijk

  • Overzichtelijke VLAN-configuratie

  • Minpunten

  • Relatief duur

ZyXEL GS1200-5

De GS1200 van ZyXEL is een typisch instapmodel en ligt qua prijs net wat boven het model van Netgear, gerekend naar het 8poorts-model. Wij testten de 5poorts-versie maar die is verder op de prijs na gelijk aan de GS1200-8. Voor de test kwamen we eigenlijk net een poortje te kort. Maar er zijn, als je toch je hele netwerk een upgrade met VLAN’s gaat geven, genoeg plekken waar dit meestal meer dan genoeg is. Bijvoorbeeld bij de televisie, waar je hem dankzij de compacte behuizing makkelijk wegstopt in bijvoorbeeld het televisiemeubel. De stevige metalen behuizing kan wel tegen een stootje en kun je eventueel ook aan de muur bevestigen. De switch kent een broertje met onder andere PoE, die we hierna bespreken. Klein minpuntje van de switches: er is standaard geen dhcp ingesteld. De webinterface vind je op 192.168.1.3 en dat is typisch een adres dat je wellicht al in gebruik hebt. Om er in te komen geef je je pc een ip-adres van bijvoorbeeld 192.168.1.4 met subnetmasker 255.255.255.0 waarna je de router in je netwerk kunt benaderen. Hierna kun je overigens alsnog de adrestoewijzing op dhcp zetten.

©PXimport

ZyXEL GS1200-5

Prijs
€ 30,-
Websitewww.zyxel.com7Score70

  • Pluspunten

  • Heel compacte behuizing

  • Stevig uitgevoerd

  • Voordelig

  • Minpunten

  • Geen dhcp

ZyXEL GS1200-5HP v2

De GS1200-5HP v2 is vergelijkbaar met bovenstaande GS1200-5 met toevoeging van PoE. Het kastje is zo’n anderhalf keer breder en zwaarder en wordt met veel forsere voeding geleverd (met aparte aan/uitschakelaar), nodig om netwerkapparaten direct vanuit de switch te kunnen voeden. Zowel PoE (802.3af) als PoE+ (802.3at) wordt ondersteund. Het is daarmee één van de voordeligste switches met ondersteuning voor beide PoE-standaarden. Bij PoE is 15 watt per poort mogelijk, bij PoE+ is dat 30 watt. Belangrijk is vooral het werkelijke verbruik. Je hebt namelijk een totaal ‘budget’ van 60 watt dat je kunt verdelen over in dit geval vier poorten. Welke poorten dat zijn zie je op de voorkant onder de aansluitingen. De 8poorts-GS1200-8HP heeft overigens hetzelfde budget en evenveel PoE-geschikte poorten. Het is in principe niet bezwaarlijk dat PoE standaard actief is voor alle poorten, er wordt namelijk onderhandeld over de vermogensvraag, maar we zetten het zelf liever uit als het niet wordt gebruikt. Dan naar het stroomverbruik. Als we een accesspoint aansluiten geeft de configuratiepagina van de switch netjes het verbruik daarvan aan (3,2 watt) en resterende budget (56,8 watt) voor andere apparaten. We zien het verbruik van de switch zelf oplopen van 3,1 watt zonder accesspoint, naar 8,9 watt met accesspoint. Als je geen PoE gebruikt is de GS1200-5 overigens iets zuiniger (2,2 watt).

©PXimport

ZyXEL GS1200-5HP v2

Prijs
€ 70,-
Websitewww.zyxel.nl8Score80

  • Pluspunten

  • Voordelige optie met PoE en PoE+

  • Handige verbruiksweergave

  • Koel en volledig stil ondanks PoE

  • Minpunten

  • Relatief grote behuizing

  • Zware voedingsadapter

Conclusie

Bij het kiezen van een switch staan de mogelijkheden eigenlijk voorop. Qua prestaties zul je geen noemenswaardige verschillen meten, zolang er geen ‘kink’ in de kabel zit. Veel van de geteste switches bieden nagenoeg dezelfde mogelijkheden en hebben ook nog eens een vrijwel identieke behuizing. Ze zijn allemaal volledig stil en verbruiken weinig stroom. Bij een paar mogelijkheden moet je opletten. Bijvoorbeeld link-aggregatie, dat niet altijd wordt ondersteund en soms alleen statisch of alleen dynamisch. Voor de meeste mensen zal de mogelijkheid om met VLAN’s te werken de grootste meerwaarde zijn en dat kan gelukkig met alle modellen. Het instellen gaat het makkelijkst op de switches van DrayTek en ZyXEL. Ubiquiti maakt het je ook gemakkelijk, maar dan moet je je wel eerst verdiepen in de bijna onvermijdelijke beheersoftware. Als dan de prijs de doorslag moet geven, dan tippen we de TP-Link TL-SG108E. Het model van D-Link is een goede optie als je nu of op termijn extra mogelijkheden zoekt. Een ingebouwde voeding is bovendien best praktisch. Maar de prijs ligt een stuk hoger en de meerwaarde van sfp-poorten is wat beperkt, tenzij je bijvoorbeeld rechtstreeks je glasvezelinternet wilt aansluiten. Wil je met PoE aan de slag dan is de ZyXEL GS1200-5HP v2 een aantrekkelijk geprijsde switch met zowel PoE als PoE+. Of je kiest meteen de wat completere (niet door ons geteste) 8poorts-GS1900-8HP.

▼ Volgende artikel
Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen
© Gemeente Den Haag
Huis

Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen

Parkeerautomaten en laadpalen voor elektrische auto's zijn steeds vaker doelwit van fraudeurs. Ze plakken een sticker met een valse QR-code op het scherm of naast het betaalgedeelte. Wie de code scant, komt terecht op een nagemaakte website die vraagt om bankgegevens of een betaling. In werkelijkheid belandt het geld niet bij de gemeente of de exploitant, maar bij criminelen.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je nep-QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen herkent. Je ontdekt wat quishing is, hoe je verdachte codes spot en hoe je veilig blijft voor deze vorm van oplichting. Lees ook: Goed alternatief voor EasyPark? Zo werkt de Q-Park-app

Van Amsterdam tot Maastricht, van Alphen aan den Rijn en Rotterdam tot Den Haag: valse QR-codes duiken steeds vaker op. Quishing, zoals deze relatief nieuwe vorm van oplichting wordt genoemd, kan je behoorlijk wat geld kosten. Met de tips in dit artikel voorkom je dat jij slachtoffer wordt.

Hoe fraudeurs te werk gaan

Een valse QR-code is vaak simpelweg een sticker die over de originele code of op een lege plek is geplakt. Op het eerste gezicht lijkt de code onderdeel van de automaat. Zodra je de code scant, opent er een website die qua logo en opmaak sterk lijkt op die van een parkeer- of laadpaalexploitant. Het verschil zit in de details: de url wijkt af, de site vraagt direct om bankinloggegevens of je wordt doorgestuurd naar een betaalpagina die niets met de gemeente of betreffende exploitant te maken heeft.

In het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn al meerdere meldingen gedaan. Sommige slachtoffers verloren tientallen euro's aan parkeergeld, anderen werden geconfronteerd met grotere bedragen die van hun rekening verdwenen.

Zo herken je een valse QR-code

Let altijd goed op de fysieke code. Ziet het eruit als een losse sticker, scheef geplakt of met een afwijkende kleur? Dan is de kans groot dat het om fraude gaat. Controleer daarnaast de link die verschijnt zodra je scant. Een betrouwbare url verwijst naar een bekende aanbieder, zoals de website van de gemeente of een erkende parkeerapp. Zie je rare domeinnamen of spelfouten, ga dan niet verder maar klik de pagina meteen weg. Belangrijk om te weten: dat een link met https:// begint is tegenwoordig geen garantie meer dat het om een veilige site gaat. Wij hebben als test de valse QR-code op de foto gescand (don't try this at home!) en de link begint met https://...

Nog beter is het om QR-codes helemaal te vermijden bij dit soort betalingen. Gemeenten en aanbieders van laadpalen en parkeerautomaten adviseren om te betalen via de automaat zelf of via een officiële app, zoals EasyPark of ParkMobile. Zo weet je zeker dat je geld op de juiste plek terechtkomt.

Wat kun je zelf doen?

Betaal je via een app of met pin, dan loop je geen risico op quishing. Zie je toch een verdachte QR-code, meld dit dan bij de gemeente of politie, zodat de sticker snel verwijderd kan worden. Twijfel je aan een website, gebruik dan een controletool zoals 'Check je linkje' waarmee je vooraf kunt zien waar een QR-code naartoe leidt.

Soms heb je genoeg

🅿️ Aan zo'n blauwe parkeerschijf
▼ Volgende artikel
Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR
Huis

Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR

Nog niet zo lang geleden was miniled-technologie voorbehouden aan de luxere midrange-modellen en hoger. Maar zoals dat nu eenmaal gaat is ook deze technologie na een aantal jaren beschikbaar op goedkopere modellen. Hoe zit het dan met de kwaliteit?

Uitstekend
Energy label
Conclusie

TCL’s 55C6K is een heel interessante instapper. De adviesprijs ligt te hoog, zeker naast de betere C7K, maar gelukkig is de tv her en der al voor veel minder te krijgen. Met 180 zones schieten de piekhelderheid en het contrast iets tekort, en HDR blijft ook een beetje achter. Toch levert de tv in SDR mooie kleuren en prima kalibratie in Filmmaker- en Movie-modus. Het toestel maakt daarnaast gebruik van Google TV en levert goede gaming-features.

Plus- en minpunten
  • Achtergrondverlichting met 180 zones en degelijk contrast
  • Voldoende piekhelderheid en degelijk kleurbereik
  • Ondersteuning voor Dolby Vision IQ en HDR10+
  • Twee HDMI 2.1-aansluitingen met gaming-features
  • Filmmaker Mode en Movie Mode met goede kalibratie
  • Google TV en AirPlay 2
  • HDR-dynamische tonemapping vermindert het contrast
  • eARC/ARC neemt een 48-Gbps HDMI-poort in
  • Beperkte kijkhoek
TCL 55C6K

Adviesprijs: 899 euro Wat: Ultra-HD 4K, 144Hz, Full Array miniled-tv met lokale dimming (18x10 segmenten) Schermformaat: 55 inch (139 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (2x v2.1 (48 Gbps), 2x v2.0 (18 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 1x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, wifi 5 (802.11ac), ethernet, bluetooth 5.4 Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, HDR10+, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV, AirPlay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot Afmetingen: 1229 x 776 x 297 mm (incl. voet) Gewicht: 12,5 kg (incl. voet) Verbruik (per 1000 uur): SDR 70 kWh (F) / HDR 150 kWh (G)

Een eenvoudig ontwerp hoeft niet lelijk te zijn, iets wat de C6K goed laat zien. De vleugelvoeten links en rechts onder deze televisie zijn licht naar buiten gedraaid en dat zorgt ervoor dat hij erg stabiel staat. Aan de voorzijde heeft het scherm nauwelijks een kader; de focus ligt op het beeld. Van opzij gemeten is hij 56 mm diep. Door de licht afgeschuinde zijkanten en de smalle zilverkleurige rand oogt hij zelfs nog slanker. De rug is mooi vlak en afgewerkt met een vierkantpatroon.

Aansluitingen

TCL kiest voor een minimale set aan aansluitingen, een eigenschap die we bij al hun miniled-modellen zien. Er zijn vier HDMI-poorten, waarvan twee voorzien zijn van de maximale 48Gbit/s-bandbreedte die noodzakelijk is voor gamen in 4K120 op je favoriete high-end console. Voor pc-gamers is er nog wat extra mogelijk. Zij kunnen in 4K144Hz gamen, of als je framerate belangrijker vindt dan resolutie kunnen ze zelfs tot 2K288Hz gaan. Met een input-lag van 16,8 ms (bij 4K60) en 8,4 ms (bij 2K120), ondersteuning voor ALLM en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync Compatible) is een responsieve en uiterst vloeiende game-ervaring gegarandeerd.

Heb je thuis meerdere high-end gamebronnen én een soundbar, dan moet je er wel rekening mee houden dat ARC/eARC slechts op één van de 48Gbit/s-poorten is ingeschakeld, en je dus maar één dergelijke poort overhoudt voor je game-apparaten. Behalve de HDMI-poorten zijn er nog een usb-poort voor media, een digitaal optische audio-uitgang, twee antenne-aansluitingen, wifi 5, ethernet en bluetooth (voor de afstandsbediening en draadloze hoofdtelefoons). 

De aansluitingen op de TCL 55C6K.

Voorzien van Google TV

Zijn er bepaalde apps die je absoluut niet wilt missen op je smart-tv? Dan is Google TV een uitstekende keuze. Het systeem heeft het ruimste app-aanbod en je vindt er bijna alle internationale, maar ook lokale streamingdiensten terug. Google Cast en Apple AirPlay 2 maken het supermakkelijk om content van je smartphone naar de tv te sturen. Aanbevelingen krijg je eveneens in overvloed. Ze zijn geordend per genre, niet per streamingdienst. De genres die Google je toont, zijn gebaseerd op je kijkgedrag. Meer over Google TV lees je in dit artikel.

De TCL 55C6K is voorzien van Google TV.

TCL biedt verder een energiedashboard waarin je alle instellingen terugvindt die het energieverbruik van je tv kunnen beïnvloeden. Wil je de tv gebruiken als kunstkader, dan open je T-exhibition; daar vind je niet alleen een ruim aanbod kunst, je kunt er ook AI-kunst genereren. TCL Channels biedt gratis streaming-content, mét advertenties uiteraard. De Google TV-interface werkt vlot en de gebruikservaring is prima. Ook als je even in de instellingen wilt duiken of een andere input wilt selecteren heeft TCL voor een handige interface gezorgd.

De zwarte rechthoekige afstandsbediening wint geen prijs voor innovatie, maar werkt wel prima. De toetsen voelen zacht aan en hebben een zuivere aanslag. De lay-out is redelijk klassiek en er is nog een numeriek toetsenbord aanwezig. De ingebouwde microfoon is handig voor zoekopdrachten. Onderaan de afstandsbediening zijn zes sneltoetsen te vinden: voor Netflix, Prime Video, YouTube, de mediaspeler, TCL Channels en Disney+. 

De eenvoudige afstandsbediening.

Prima beeldverwerking

De AiPQ Pro-processor die je in de C6K vindt, gebruikt TCL ook in zijn hoger geplaatste modellen. Dat is goed nieuws, want je hoeft dus niets in te leveren op dit vlak en de resultaten zijn erg goed. Wat ons vooral opvalt, is dat HDR-content met zachte kleurgradiënten nu quasi-foutloos en zonder kleurstroken op het scherm verschijnt. Je hoeft daarvoor zelfs geen ruisonderdrukking te activeren. In SDR-content kan dat verschijnsel wel nog zichtbaar zijn, maar met wat lichte ruisonderdrukking worden de meeste hinderlijke kleurstroken weggewerkt. Alleen heel lastige gevallen blijven licht zichtbaar. De processor scoort ook erg goed op deinterlacing van live-tv (1080i) en heeft prima upscaling. Een klein beetje extra scherpte (tot maximaal 5) kan het beeld wel gebruiken.

Voor sport en games is bewegingsscherpte erg belangrijk, en die is prima. De randen van bewegende voorwerpen hebben een heel licht vage rand. Oledmodellen blijven wel uitgesproken beter op dit vlak. Wie dat wil verbeteren, kan overschakelen naar een 240Hz-verversingssnelheid. Bij 4K-beeldmateriaal gaat dat ten koste van wat verticale resolutie, maar het verlies is erg klein. Gamers kunnen in Full-HD zelfs tot 288 Hz gaan. Voor film zien we weinig meerwaarde. Wil je de judder van films wat intomen, dan activeer je de motion interpolation; stel de sterkte in naar eigen smaak. 

©TCL

Zijn 180 dimmingzones voldoende?

Het grote voordeel van miniled-achtergrondverlichtingen is dat ze een groot aantal dimmingzones kunnen bieden. Die zijn essentieel om het contrast van de televisie naar een hoger niveau te tillen. De 55C6K moet het echter stellen met 180 zones (18 x 10). Dat is een flinke downgrade ten opzichte van de 55C7K, die kan uitpakken met 720 zones (36 x 20). Het lcd-paneel zelf heeft een eigen contrast van ongeveer 4600:1, en dat is weliswaar iets lager dan wat we bij andere TCL-modellen zagen, maar zeker niet slecht. Met local dimming geactiveerd stijgt het contrast naar 8400:1, een bescheiden verbetering.

Op een eenvoudiger test scoort hij nog 27.800:1. Die cijfers laten zien dat dat 180 zones wel verbetering leveren, ook al is die aan de kleine kant. Maar het echte verschil zien we in allerlei testfragmenten. Is het beeld donker en zijn er veel kleinere lichtpunten, dan is er meer schaduwdetail zichtbaar dan wenselijk omdat de grote zones het contrast niet fijn genoeg kunnen controleren. Een snel bewegend voorwerp kan dan ook een kleine zone-overgang tonen.

We moeten daar wel bij vermelden dat de aansturing erg goed is; echte zonegrenzen zijn onzichtbaar, maar een incidentele halo is uiteraard niet te vermijden. Al die zaken zijn vooral van belang bij donkere beelden. Bij heldere beelden zien we dan weer een omgekeerd effect. Een donkere partij met scherp detail in een verder helder beeld is iets te helder en verliest zo wat detail. Dat effect is duidelijker in HDR. Al met al nog steeds een behoorlijk resultaat, maar van 180 zones mag je geen oledkwaliteit contrast verwachten. 

Bescheiden piekhelderheid

Ook op het gebied van piekhelderheid kan de C6K maar nauwelijks overtuigen. Op het 10%-venster in HDR Filmmaker Mode meten we 688 nits, op het volledig witte scherm 547 nits. TCL heeft de tv zo getuned dat hij op het 50%-venster nog naar 844 nits gaat. Dat zijn voor HDR eerder bescheiden resultaten, zeker aangezien de Filmmaker Mode de middentinten en helderste tinten te donker toont. Het kleurbereik haalt 88,5% P3. De C6K claimt een QLED-model te zijn, maar onze meting duidt eerder op een KSF-fosfor-achtergrondverlichting waarbij vermoedelijk erg weinig of geen quantum dots aanwezig zijn. Die QLED-vermelding zou TCL dan ook beter achterwege laten. Vergelijk die resultaten met de C7K (die wél echte quantum dots gebruikt) waar we 95% P3 halen en een piekhelderheid van 1850 nits op het 10%-venster, en je ziet dat het verschil groot is.

De C6K ondersteunt Dolby Vision IQ en HDR10+, naast HDR10 en HLG. In HDR Filmmaker Mode zijn niet alleen de helderste tinten te donker, de tv clipt ook wat witdetail weg, waardoor nuance in de helderste tinten kan verdwijnen. We activeerden dynamische tonemapping om dat tegen te gaan, maar dat maakt het beeld over het algemeen te helder, waardoor je minder contrastrijk beeld ziet. In SDR is het resultaat erg goed: de Filmmaker Mode levert een goede kalibratie, dus daar zie je de C6K op zijn best. Zowel in HDR als SDR was het schaduwdetail goed zichtbaar. 

Matige audio

De 40 watt sterke 2.1-audioconfiguratie met het label van Onkyo mag dan wel iets krachtiger zijn dan de gemiddelde lagere-middenklasser, toch laat het geen diepe indruk achter. Er is ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X, maar onze filmsoundtracks geven maar een matig tot erg beperkt surroundgevoel. Echte diepe bassen ontbreken, en zodra je het volume echt hoog zet, verdwijnt een deel van de bas en hoor je redelijk wat vervorming. De klank is goed genoeg voor doorsnee dagelijks gebruik, maar muziek- en filmliefhebbers kunnen beter een soundbar bij deze televisie gebruiken.

Conclusie

TCL pakt erg graag uit met zijn miniled-modellen, maar deze instapper maakt toch een aantal belangrijke compromissen. Dat leidt onmiddellijk tot zijn belangrijkste minpunt: de adviesprijs. Die is te hoog, zeker wanneer je die vergelijkt met de TCL C7K die nauwelijks duurder, maar wel aanmerkelijk beter is. De dynamische tonemapping van TCL kan beter, zeker gezien de basisprestaties. Met 180 zones kan hij immers geen hoge piekhelderheid leveren en ook geen indrukwekkend contrast. In HDR blijft hij daardoor wat achter, en de dynamische tonemapping maakt niet genoeg goed. Als we erg streng zijn, komt dat vooral omdat de andere miniled-modellen van TCL juist wél zo goed scoren. Maar eerlijk is eerlijk: deze TCL 55C6K levert nog prima prestaties, met mooie kleuren en voldoende piekhelderheid en contrast. De Filmmaker en Movie Mode zijn goed gekalibreerd en zeker in SDR is dat een mooie prestatie. Google TV zorgt voor een ruim entertainmentaanbod en er zijn aardig wat gaming-features. Kun je deze televisie met een mooie korting vinden, dan is hij zeker het overwegen waard!