Finder-instellingen voor mappen in macOS: zo werkt het
Mappen in macOS werken niet heel anders dan in Windows, maar af en toe lijkt je Mac zijn eigen willetje te hebben. Bestanden en mappen worden soms als grote snelkoppelingen getoond, dan weer schier willekeurig door elkaar gesorteerd. Je kunt dat in de instellingen behoorlijk goed rechttrekken, en er zijn nog wat andere opties die je kunt toepassen. Hoe dat allemaal werkt, lees je hier.
In dit artikel leggen we uit: 📁 Hoe je de mapweergave in Finder aanpast; 📁 Hoe je die weergave instelt voor elke map op je Mac; 📁 Hoe je uitzonderingen op die regel instelt; 📁 Hoe je nog meer info in je Finder-venster kunt tonen.
Lees ook: Onmisbare sneltoetsen op je MacBook en iMac
Vooral als je grote mappen hebt met veel submappen en bestanden, kan het vervelend zijn als je opeens een andere weergave voorgeschoteld krijgt dan je gewend bent. Het komt nog weleens voor dat de weergave van bestanden per map of submap verschilt. Je kunt ervoor zorgen dat alle mappen op je Mac zich hetzelfde gedragen, maar je kunt ook handmatig uitzonderingen instellen voor specifieke mappen.
Systeem-brede weergave
Laten we bij het begin beginnen. De makkelijkste manier om ervoor te zorgen dat je altijd dezelfde weergave te zien krijgt, is door een systeem-brede weergave in te stellen. Dat doe je door in een Finder-venster een willekeurige map te openen en via Weergave naar Toon weergaveopties te gaan (of Cmd + J in te drukken).
Je krijgt dan een venster te zien waarin je de instellingen kunt aanpassen. Zo kun je de grootte van en ruimte tussen de symbolen aanpassen met de sliders, en sorteringsopties toepassen. Groeperen op zorgt ervoor dat bepaalde bestanden bij elkaar gezet worden, bijvoorbeeld op basis van datum. Sorteer je op Naam, dan kun je via de Instellingen van de Finder, in het tabblad Geavanceerd, kiezen dat mappen altijd bovenaan staan, ongeacht de beginletter.
Ben je tevreden met de instellingen? Klik dan onderaan op Gebruik als standaard, dan worden de instellingen gekopieerd naar alle mappen op je Mac.
Uitzonderingen
Je hebt nu een standaardweergave, maar dat betekent niet dat je daar overal op je Mac aan vastzit. Je kunt namelijk losse mappen een andere weergave geven dan de standaardweergave.
Navigeer naar de map waarvoor je een uitzondering wilt toepassen. Selecteer eerst de basisweergave via de dropdown aan de rechterkant van de mapnaam (Symbolen, Lijst, Kolommen of Galerie). Ga daarna weer naar Weergave > Toon weergaveopties en pas de weergave naar wens aan. Het laatste wat je doet is bovenaan het vinkje bij Open altijd in [naam] weergave aanzetten, waarbij [naam] de naam is die macOS aan de weergave heeft gegeven. Nu wordt deze specifieke map altijd in de net gemaakte weergave geopend, terwijl de rest van je Mac de systeem-brede regels volgt.
Het vinkje daaronder, Blader in [naam] weergave, is ook een interessante. Daarmee zorg je ervoor dat submappen binnen de map waarin je je nu bevindt op dezelfde manier worden getoond als de hoofdmap. Dat staat dus los van de algemene instellingen: de rest van de mappen op je Mac volgen nog steeds de systeem-brede regels, alleen deze specifieke map en zijn submappen volgen de uitzondering.
Als je bovenstaande hebt gedaan en een submap nog steeds in de verkeerde weergave wordt getoond, open je die submap en zet je de vinkjes bij Open altijd in… en Blader in… juist weer uit. In de hoofdmap moeten ze dus beide aangevinkt staan, in de submappen staan ze beide uitgevinkt.
🐁 🐁 🐁 🐁 🐁 🐁 🐁
Muis nodig voor je iMac of MacBook?
Lijstweergave
Kies je voor een of meerdere van je mappen voor de Lijstweergave, dan heb je nog wat extra keuzemogelijkheden. Net als bij andere besturingssystemen kun je door op een van de kolommen te klikken aangeven hoe de bestanden en mappen gesorteerd moeten worden, bijvoorbeeld op Naam, Bewerkingsdatum of Grootte. Door een tweede keer op de kolom te klikken, draai je de sortering om.
Een optie die wat minder duidelijk in beeld is, is de mogelijkheid om zelf te bepalen welke kolommen getoond worden. Om dat te doen, houd je Control ingedrukt op je toetsenbord en klik je op een van de kolomnamen. Vaak worden standaard de Bewerkingsdatum, Grootte en Soort getoond, maar er zijn ook opties voor Aanmaakdatum, Openingsdatum, Toevoegingsdatum, Versie, Opmerkingen en Tags. Zo kun je precies aangeven welke kolommen je al dan niet wilt tonen. Daarna kun je ook weer een sortering toepassen op basis van een van die kolommen.
Tot slot
macOS biedt allerlei mogelijkheden om je Finder-weergave te personaliseren. Natuurlijk kun je de basisweergave aanpassen en aangeven of bestanden en mappen binnen een map in de Symboolweergave, Lijstweergave of op een andere manier getoond worden, maar er zijn ook genoeg opties als het gaat om sortering en welke kolommen worden getoond. Ook kun je de weergave van een specifieke map als blauwdruk gebruiken voor alle mappen en submappen op je Mac. Duik even in de instellingen, en de eigen wil die je Mac-mappen soms hebben is voorgoed verleden tijd!