ID.nl logo
Super Mario Odyssey
© Reshift Digital
Huis

Super Mario Odyssey

In een halfuur met Super Mario Odyssey kun je zomaar in een Tyrannosaurus Rex veranderen, als een ouderwetse pixel-Mario een 2D-level op een muur uitspelen, een verliefde Goomba verleiden, en met een luchtschip snel weer naar een ander gedeelte van de wereld vliegen. Super Mario Odyssey is een opeenstapeling van heerlijke momenten die zelfs het meest verzuurde gamershart doen smelten.

Odyssey begint verrassend terughoudend. Mario sluit vriendschap met de pratende pet Cappy en samen gaan ze achter Bowser aan, die Princess Peach weer eens heeft ontvoerd. We zeggen terughoudend, omdat de kennismaking tussen de loodgieter en het levende petje zich afspeelt in het grauwe Cap Kingdom, dat juist niet de kleurrijke omgevingen bevat die we van de Mario-reeks gewend zijn. Het betreft een korte tutorial waarin je leert omgaan met je nieuwe krachten. Al snel werp je Cappy met een druk op de knop van de Pro Controller of een korte zwiep met de Joy-Con op een kikker en maak je plots de hoogste sprongen.

Gelukkig is deze training van korte duur en beland je snel in het zonnige Cascade Kingdom, waar het gras groener is dan bij de buren en een gigantische Tyrannosaurus Rex je meteen doet beseffen dat het overnemen van al die personages, objecten en vijanden voor zeer gevarieerde gameplay gaat zorgen.

©PXimport

Dat overnemen van vijanden is echt een essentieel onderdeel van Odyssey. Veel puzzels en gedeeltes van de game zijn alleen bereikbaar of op te lossen door Mario’s pet naar een bepaald wezen te gooien. Door in een grote blaffende Chomp Omp te veranderen beuk je gemakkelijk rotsen kapot, terwijl een vurig lavawezen gebruikt kan worden om elke lavapoel te overbruggen. Het zorgt ervoor dat de toch al uitgebreide moveset van Mario enorm wordt uitgebreid en de game constant verrast met nieuwe mogelijkheden. Daarbij laat Mario, of hij nu zijn eigen besnorde zelf is of een ander willekeurig personage, zich nooit minder dan perfect besturen.

©PXimport

Op zoek naar Power Moons

Mario en Cappy ontdekken een magisch luchtschip dat ze moeten vullen met Power Moons. Deze equivalenten van de gebruikelijke sterren zijn werkelijk overal te vinden in de spelwereld en worden gebruikt om het luchtschip van genoeg kracht te voorzien om de diverse levels op Odyssey’s wereldbol te bezoeken. Mensen die Super Mario 64 en Sunshine hebben gespeeld, zullen de levelstructuur meteen herkennen. Weg zijn de lineaire levels uit de Galaxy- en 3D World-games. In plaats daarvan bevat Odyssey een stel gebieden waarin Mario kan gaan en staan waar hij wilt. Welke kant hij ook oprent, er is altijd wel een toffe platformsectie, puzzel of gevecht te vinden om Power Moons mee te verdienen.

Wat dat betreft lijkt Odyssey veel geleerd te hebben van The Legend of Zelda: Breath of the Wild. Ook daarin worden spelers consequent beloond voor het verkennen van de spelomgeving, meestal met Shrines en Korok Seeds. Mario combineert die twee elementen uit Zelda op de best mogelijke manier: Power Moons zijn haast even talrijk als Korok Seeds (er zijn er letterlijk honderden te vinden), maar voor bijna elk exemplaar moet je niet alleen de locatie vinden, maar ook een toffe puzzel oplossen of een platformsectie overleven.

©PXimport

Snelle wereldreis

De eerste pakweg acht tot tien uur van Mario Odyssey voelen als een opeenstapeling van bijna filmachtige momenten, een viering van tientallen jaren Mario. Oude en nieuwe gezichten uit het Mario-universum wisselen elkaar af en retro-platformsecties waarin Mario in zijn oude pixelvorm verandert zijn een ode aan de transformatie die de franchise in al die jaren heeft doorgemaakt. Verrassend genoeg wisten we in die relatief korte speeltijd de hele spelwereld rond te reizen om alle levels te ontgrendelen en het einde van het verhaal te bereiken.

Wat daarbij opvalt is dat de gebruikelijke cliché spelomgevingen uit Mario-games kundig worden vermeden. Elk level heeft wel een unieke twist, van de uitgestrekte woestijn in Sand Kingdom, die op onverklaarbare wijze bevroren is geraakt, tot het vulkanische Luncheon Kingdom dat vooral uit voedsel bestaat.

Bijna elk level wordt tot de nok toe gevuld met bezigheden, van het verzamelen van allerlei nieuwe kledingstukken en hoedjes voor Mario, tot het meedoen aan races tegen free-runnende Koopa’s

-

De meest opvallende is ongetwijfeld Metro Kingdom, met de stad New Donk City. Deze knipoog naar de originele Donkey Kong laat de loodgieter door een realistische spelwereld lopen en interactie hebben met échte mensen. Het zou niet moeten werken, maar door de constante stroom aan leuke gameplayelementen voelt het nooit al te onwerkelijk aan. De dichtheid van de gebouwen zorgt er daarnaast voor dat dit level nog meer dan de rest van de game voelt als een grote, interactieve speeltuin. De levels wisselen wel erg van grootte en er zitten er een paar bij die relatief klein zijn. Dat voelt een beetje als een gemiste kans, omdat het ervoor zorgt dat je niet in elke kingdom uren rond kunt dwalen.

Die race van pakweg acht uur door de game zou op zichzelf aan de korte kant zijn, ware het niet dat Odyssey gevoelsmatig pas écht op alle cilinders draait na het zien van de aftiteling. Dan pas krijg je de mogelijkheid om met je schip naar elk eerder bezocht level te reizen. Die worden vervolgens uitgebreid met veel nieuwe puzzels. Het meest in het oog springende zijn de diverse warp-pipes die je naar lineaire platformsecties sturen. Deze secties zijn vergelijkbaar met de 3D World- en Galaxy-levels en vergen vaak het uiterste van je platformskills. Bijna elk level wordt tot de nok toe gevuld met bezigheden, van het verzamelen van allerlei nieuwe kledingstukken en hoedjes voor Mario die ook weer gebruikt worden in diverse puzzels, tot het meedoen aan races tegen free-runnende Koopa’s. Als er dan toch een puntje van kritiek gegeven moet worden, is dat de manieren om veel van deze secundaire Power Moons te verdienen nagenoeg hetzelfde blijven in elk level. Gelukkig is de invulling ervan door de levelstructuur en de diverse uitdagingen telkens weer anders.

©PXimport

Terugkeer van het N64-tijdperk

Door de constante stroom aan bezigheden, verrassingen en odes aan alles wat met Super Mario te maken heeft, staat zowel fans als nieuwkomers een feestelijke wereldreis te wachten die — juist na de aftiteling — tientallen uren meegaat. Je wordt voor elke actie, elke tocht naar een uithoek van een willekeurig level, wel beloond voor de tijd die je erin steekt. Sinds het Nintendo 64-tijdperk hebben we niet meer zo’n volle, kwalitatief hoogstaande driedimensionale platformgame kunnen spelen.

Super Mario Odyssey is vanaf 27 oktober verkrijgbaar voor Nintendo Switch.

Fantastisch
Conclusie

**Ontwikkelaar:** Nintendo **Prijs:**€59,99 **Genre:**Platform **Platform:**Nintendo Switch **Website:**[nintendo.nl](https://www.nintendo.nl/Games/Nintendo-Switch/Super-Mario-Odyssey-1173332.html)

Plus- en minpunten
  • Prachtig vormgegeven open levels
  • Knipogen naar Mario's geschiedenis
  • Soepele besturing
  • Frisse spelomgeving
  • Kleinere levels gemiste kans
  • Power Moons steeds hetzelfde
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.