Oculus Go - Gaan met dat banaantje
Het grootste bezwaar voor veel mensen om een virtualrealitybril aan te schaffen, is de prijs. Het kost immers nogal wat: behalve de bril heb je er een krachtige game-pc of een PlayStation 4 voor nodig. Oculus Go kost slechts een fractie van zijn grote broers en je hebt er geen andere hardware bij nodig. Maar heb je dan wel ‘goede vr’?
Als je de Go uit de verpakking haalt, valt op hoeveel deze vr-bril lijkt op de Oculus Rift. Het grootste verschil is dat de Go grijs is en ook ontbreken de over-ear koptelefoons. Tot slot zijn er helemaal geen kabels aan het apparaat verbonden. Ja, er zit een usb-kabel in de doos, maar die is voor het opladen, of voor het koppelen van de Go aan een pc of Mac, voor het overdragen van bestanden. Verder is dit een volkomen vrij apparaat dat je opzet en meteen kan gebruiken. In de doos zit ook een controller. Die ziet er uit als een soort afstandsbediening of laserpointer. Hij ligt prettig in de hand, met een trekker die meteen onder je wijsvinger ligt en een touchpad aan de bovenkant, waar je (net iets te makkelijk) met je duim overheen kunt wrijven.
Zowel Go als de controller zijn ‘three degrees of freedom’ (3dof) devices. Dat betekent dat ze alleen rotatie registreren, maar geen verplaatsing in de ruimte. Als je Go opzet, kan je dus wel vrij om je heen kijken, maar niet je hoofd dichter naar een voorwerp buigen om dit beter te zien. Nou ja, je kunt die beweging wel maken, maar Go registreert dit niet en je komt in vr niet dichterbij hetgeen waar je naartoe buigt.
©PXimport
Opzetten
Het apparaat is voorzien van stoffen banden waarmee je hem op je hoofd zet. Met klittenband verstel je deze tot alles comfortabel zit. Net als bij de Rift is de Go te groot voor kleine kinderhoofden, maar volwassenen van elk formaat zullen wel een goede pasvorm kunnen instellen. Dat geldt ook voor brildragers. Niet alleen blijkt de Go zo uit de doos al een stuk toegankelijker voor brillen, maar er zit ook een verstelstuk in de verpakking, waarmee de headset nog wat meer ruimte krijgt voor brildragers.
Eenmaal op het hoofd valt op hoe comfortabel hij is. Want hoewel het apparaat niet vederlicht is, is de gewichtsverdeling ontzettend goed. Ook is het zachte materiaal dat tegen je wangen duwt heel prettig. Het is geen schuimrubber zoals bij de Rift, maar stof, zodat het ademt en niet plakt.
Beeld
Als Go eenmaal aanstaat, is duidelijk hoeveel de ingenieurs van Oculus de afgelopen jaren hebben geleerd. Het beeldscherm is heel scherp en kleuren spatten er van af. Er is véél minder ‘screen door effect’ (waarbij je de ruimte tussen de pixels ziet, wat het effect geeft dat je door een fijn raster naar de wereld kijkt) en ook zijn er bijna geen ‘god rays’ (weerspiegelingen op de lens) te zien. Deze verbeteringen zijn vooral te danken aan de superieure lenzen.
De enige twee punten waar Go onderdoet voor Rift is dat de lenzen sneller beslaan en de schermverversingssnelheid. Het beslaan komt omdat Go nauwelijks warm wordt, terwijl Rift wel wat warmte produceert. Dat laatste voorkomt beslagen lenzen. De ‘refresh rate’ van de Go is lager dan Rift (60 Hz versus 90 Hz, al kan Go ook 72 Hz aan bij ondersteunde apps). Apps die op 60 Hz draaien kunnen soms wel flikkeren in de randen van je blikveld. Dit is niet ideaal, maar went gelukkig wel.
Het blikveld is heel ruim, vergelijkbaar met Rift, al viel het ons op dat we soms uit onze ooghoeken de randen van het display konden zien. Na langer gebruik viel het helemaal niet meer op en vr-beginners zullen er waarschijnlijk helemaal niets van merken. Rondkijken in de virtuele wereld is verder ontzettend stabiel, en dat is best een knappe prestatie voor een apparaat dat alleen maar op basis van interne gyroscopen de positie bepaalt. Er is wel sprake van enige ‘drift’ (waarbij de wereld soms een beetje naar links of rechts schuift, relatief aan de kijker), maar het effect is zeer gering.
©PXimport
Controller
De bijgeleverde controller is zoals gezegd 3dof, wat betekent dat ook deze alleen ronddraaien registreert. Het is dus niet mogelijk om je virtuele hand uit te strekken en iets in de verte aan te raken. Toch geeft de controller een aardig gevoel van ‘hand presence’ omdat deze op armlengte in de spelwereld wordt geprojecteerd, en bewegingen van je arm simuleert. Het is moeilijk uit te leggen, maar het resultaat is een stuk overtuigender dan je zou vermoeden. Opvallend is ook hoe goed de controller bewegingen volgt en hoe zelden het nodig is om deze te hercalibreren.
Het enige minpunt van de controller is de touchpad, die wat overgevoelig lijkt. Scrollen is soms onhandig en het is makkelijk om per ongeluk iets te selecteren. Dit lijkt echter ook een softwarekwestie, want sommige spellen hebben hier meer last van dan anderen.
Het is in principe ook mogelijk om een bluetooth gamepad aan de Go te koppelen. Dit moet via de iOS- of Android-app (die je ook nodig hebt om de Go te configureren). Het is ons helaas niet gelukt om een controller te koppelen. De app zoekt wel, maar vindt geen device. Of dit een bug is, of het gevolg van het feit dat we een developerbèta van de smartphone-app gebruiken, is op moment van schrijven niet duidelijk. Wel belooft Oculus dat het koppelen van een controller mogelijk moet zijn.
©PXimport
Geluid
De Go heeft geen over-ear headphone, maar er zit wel degelijk geluid ingebouwd. Dit wordt via de straps naar de oren gebracht. En dat werkt eigenlijk best goed. Het klinkt wat dun, maar is goed genoeg voor games. Er is een heel overtuigend driedimensionaal audio-effect. Voor films of muziek is het allemaal net niet lekker genoeg.
Een nadeel van deze audiostraps, is dat het geluid lekt. Met andere woorden: iemand die naast je zit kan best goed horen wat jij hoort. We zouden dan ook niet graag naast iemand in de trein of het vliegtuig zitten die op deze manier zijn Go gebruikt. Om maar te zwijgen van NSFW-inhoud, waarvan je toch liever niet hebt dat anderen meeluisteren. Gelukkig is het mogelijk om via een standaard jack je eigen koptelefoon aan te sluiten.
Batterij
Go heeft een ingebouwde batterij die je via een usb-kabel oplaadt. De oplader zelf zit niet in de doos, maar elke usb-lader, zoals bijvoorbeeld die van je smartphone, volstaat. Opladen van een volledig lege batterij duurt zo’n drie kwartier. De levensduur van een volle lading hangt af van het gebruik, maar onze test suggereert dat je zo’n twee tot drie uur met de Go aan de slag kan voor hij weer aan de stroom moet. De batterij gaat beduidend sneller leeg als je veel apps installeert, of als je video streamt via de Netflix-app.
Over Netflix gesproken, dit is toch wel een heel interessante functie voor het apparaat. De voor GearVR-gebruikers bekende app plaatst je op de bank in een luxe chalet met een groot beeldscherm. De kwaliteit van de video is zeer goed en dankzij het draagcomfort is het geen enkel probleem om langer te kijken. Helaas is het niet mogelijk om Netflix-films of -series lokaal op te slaan.
Wat echter wel kan, is eigen films op de Go zetten via de usb-kabel. Je moet dan na het aansluiten in Go wel even toestemming geven voor de verbinding, maar daarna is het een kwestie van filmbestanden naar de Movies-directory slepen. In Go start je dan de ‘gallery’ op en kun je je films in een virtuele omgeving (zoals een bioscoop of zelfs op de maan) bekijken. Perfect voor een lange vlucht.
Wat ons niet lukt is om apps te installeren buiten de Go-winkel om. Er is geen manier om APKs te installeren en we weten niet of wij iets verkeerd doen, of dat de Go externe bronnen niet accepteert. Gelukkig is de Oculus Home-winkel tot aan de nok gevuld met goede software.
©PXimport
De ervaring
Maar hoe is het nu om vr te ervaren met Go? Voor wie GearVR kent, zal het allemaal redelijk bekend voorkomen. Het is een vergelijkbare ervaring, al heeft Go een superieur scherm en betere lenzen. Ook is de hitte-management veel beter, zodat je nooit problemen hebt met oververhitten. Qua software is het aanbod van Go en GearVR ongeveer gelijk. 99% van alle GearVR-games werken op de Go, alleen enkele oudere titels en spellen die gebruikmaken van Samsung-specifieke software werken niet. In de praktijk is dat echter niet van belang.
Go biedt zeer goede vr en spellen draaien fantastisch op het apparaat. Mede door enkele technische trucs is de beeldkwaliteit heel hoog en waan je je al snel in de virtuele wereld. Dit is mede te danken aan de hoge kwaliteit van bepaalde titels. Een game als Republique VR, met zijn fantastisch design en hoge kwaliteit acteurs, komt over als een triple-A game. Qua graphics moet je denken aan een niveau dat tussen de PS2 en PS3 in ligt. Stel je hele mooie Vita-graphics voor, en je zit ongeveer op het niveau van Go.
De meeste spellen zijn wat eenvoudiger van grafisch ontwerp dan Republique en leunen vooral op designkeuzes. Het grappige ‘They Suspect Nothing’ bijvoorbeeld, waarin je probeert je voor te doen als robot in een door robots overgenomen wereld en allerlei minigames moet spelem, is een neefje van Job Simulator met vrolijke, cartooneske graphics. De space shooter Anshar Online daarentegen is weer wat meer hardcore, en leunt op een gevoel van schaal in plaats van op gedetailleerde textures. Spellenmakers moeten dus wel keuzes maken en compromissen sluiten, maar het resultaat kan wel degelijk indrukwekkend zijn.
Eveneens indrukwekkend is Oculus Rooms, de sociale app waarin je met vier mensen tegelijk in een virtueel huisje zit. Hier kun je samen video kijken, muziek luisteren of een aantal spellen zoals schaken of trivia spelen. Het werkt ontzettend makkelijk en dankzij de Oculus-avatars heb je al snel het gevoel dat je werkelijk met die anderen in één ruimte zit. Dit sociale aspect zou wel eens een killer app kunnen zijn wanneer Go een grote install base bereikt, en je makkelijk met vrienden of familie af kunt spreken in vr.
©PXimport
Conclusie
We hebben inmiddels een week met de Go mogen spelen en hem ook werkelijk dagelijks gebruikt. Dat zegt op zich al wat, aangezien we natuurlijk ook een vr-setup voor pc hebben staan, maar toch regelmatig de Go van tafel pakten. Het apparaat heeft duidelijk zijn eigen plek in de vr-markt. De beste vergelijking die we kunnen maken is dat Go de ‘handheld spelcomputer van vr’ is. Het is een veel betere ervaring dan cardboard, maar kan natuurlijk niet tippen aan vr op de pc. Grafisch en qua inhoud zit de Go ook weer onder de PSVR, maar dankzij de multimediamogelijkheden en de draagbaarheid is Go in een aantal situaties gewoon een betere keuze dan die grote jongens. De prijs van €199 voor een versie van 32 gb is dan ook heel aantrekkelijk. Voor dat geld haal je een zeer goede vr-bril in huis, waar nu al honderden titels voor verkrijgbaar zijn. Go slaagt op de belangrijkste punten met vlag en wimpel: dit is vr voor het grote publiek.