ID.nl logo
Oculus Go - Gaan met dat banaantje
© Reshift Digital
Huis

Oculus Go - Gaan met dat banaantje

Het grootste bezwaar voor veel mensen om een virtualrealitybril aan te schaffen, is de prijs. Het kost immers nogal wat: behalve de bril heb je er een krachtige game-pc of een PlayStation 4 voor nodig. Oculus Go kost slechts een fractie van zijn grote broers en je hebt er geen andere hardware bij nodig. Maar heb je dan wel ‘goede vr’?

Als je de Go uit de verpakking haalt, valt op hoeveel deze vr-bril lijkt op de Oculus Rift. Het grootste verschil is dat de Go grijs is en ook ontbreken de over-ear koptelefoons. Tot slot zijn er helemaal geen kabels aan het apparaat verbonden. Ja, er zit een usb-kabel in de doos, maar die is voor het opladen, of voor het koppelen van de Go aan een pc of Mac, voor het overdragen van bestanden. Verder is dit een volkomen vrij apparaat dat je opzet en meteen kan gebruiken. In de doos zit ook een controller. Die ziet er uit als een soort afstandsbediening of laserpointer. Hij ligt prettig in de hand, met een trekker die meteen onder je wijsvinger ligt en een touchpad aan de bovenkant, waar je (net iets te makkelijk) met je duim overheen kunt wrijven.

Zowel Go als de controller zijn ‘three degrees of freedom’ (3dof) devices. Dat betekent dat ze alleen rotatie registreren, maar geen verplaatsing in de ruimte. Als je Go opzet, kan je dus wel vrij om je heen kijken, maar niet je hoofd dichter naar een voorwerp buigen om dit beter te zien. Nou ja, je kunt die beweging wel maken, maar Go registreert dit niet en je komt in vr niet dichterbij hetgeen waar je naartoe buigt.

©PXimport

Opzetten

Het apparaat is voorzien van stoffen banden waarmee je hem op je hoofd zet. Met klittenband verstel je deze tot alles comfortabel zit. Net als bij de Rift is de Go te groot voor kleine kinderhoofden, maar volwassenen van elk formaat zullen wel een goede pasvorm kunnen instellen. Dat geldt ook voor brildragers. Niet alleen blijkt de Go zo uit de doos al een stuk toegankelijker voor brillen, maar er zit ook een verstelstuk in de verpakking, waarmee de headset nog wat meer ruimte krijgt voor brildragers.

Eenmaal op het hoofd valt op hoe comfortabel hij is. Want hoewel het apparaat niet vederlicht is, is de gewichtsverdeling ontzettend goed. Ook is het zachte materiaal dat tegen je wangen duwt heel prettig. Het is geen schuimrubber zoals bij de Rift, maar stof, zodat het ademt en niet plakt.

Beeld

Als Go eenmaal aanstaat, is duidelijk hoeveel de ingenieurs van Oculus de afgelopen jaren hebben geleerd. Het beeldscherm is heel scherp en kleuren spatten er van af. Er is véél minder ‘screen door effect’ (waarbij je de ruimte tussen de pixels ziet, wat het effect geeft dat je door een fijn raster naar de wereld kijkt) en ook zijn er bijna geen ‘god rays’ (weerspiegelingen op de lens) te zien. Deze verbeteringen zijn vooral te danken aan de superieure lenzen.

De enige twee punten waar Go onderdoet voor Rift is dat de lenzen sneller beslaan en de schermverversingssnelheid. Het beslaan komt omdat Go nauwelijks warm wordt, terwijl Rift wel wat warmte produceert. Dat laatste voorkomt beslagen lenzen. De ‘refresh rate’ van de Go is lager dan Rift (60 Hz versus 90 Hz, al kan Go ook 72 Hz aan bij ondersteunde apps). Apps die op 60 Hz draaien kunnen soms wel flikkeren in de randen van je blikveld. Dit is niet ideaal, maar went gelukkig wel.

Het blikveld is heel ruim, vergelijkbaar met Rift, al viel het ons op dat we soms uit onze ooghoeken de randen van het display konden zien. Na langer gebruik viel het helemaal niet meer op en vr-beginners zullen er waarschijnlijk helemaal niets van merken. Rondkijken in de virtuele wereld is verder ontzettend stabiel, en dat is best een knappe prestatie voor een apparaat dat alleen maar op basis van interne gyroscopen de positie bepaalt. Er is wel sprake van enige ‘drift’ (waarbij de wereld soms een beetje naar links of rechts schuift, relatief aan de kijker), maar het effect is zeer gering.

©PXimport

Controller

De bijgeleverde controller is zoals gezegd 3dof, wat betekent dat ook deze alleen ronddraaien registreert. Het is dus niet mogelijk om je virtuele hand uit te strekken en iets in de verte aan te raken. Toch geeft de controller een aardig gevoel van ‘hand presence’ omdat deze op armlengte in de spelwereld wordt geprojecteerd, en bewegingen van je arm simuleert. Het is moeilijk uit te leggen, maar het resultaat is een stuk overtuigender dan je zou vermoeden. Opvallend is ook hoe goed de controller bewegingen volgt en hoe zelden het nodig is om deze te hercalibreren.

Het enige minpunt van de controller is de touchpad, die wat overgevoelig lijkt. Scrollen is soms onhandig en het is makkelijk om per ongeluk iets te selecteren. Dit lijkt echter ook een softwarekwestie, want sommige spellen hebben hier meer last van dan anderen.

Het is in principe ook mogelijk om een bluetooth gamepad aan de Go te koppelen. Dit moet via de iOS- of Android-app (die je ook nodig hebt om de Go te configureren). Het is ons helaas niet gelukt om een controller te koppelen. De app zoekt wel, maar vindt geen device. Of dit een bug is, of het gevolg van het feit dat we een developerbèta van de smartphone-app gebruiken, is op moment van schrijven niet duidelijk. Wel belooft Oculus dat het koppelen van een controller mogelijk moet zijn.

©PXimport

Geluid

De Go heeft geen over-ear headphone, maar er zit wel degelijk geluid ingebouwd. Dit wordt via de straps naar de oren gebracht. En dat werkt eigenlijk best goed. Het klinkt wat dun, maar is goed genoeg voor games. Er is een heel overtuigend driedimensionaal audio-effect. Voor films of muziek is het allemaal net niet lekker genoeg.

Een nadeel van deze audiostraps, is dat het geluid lekt. Met andere woorden: iemand die naast je zit kan best goed horen wat jij hoort. We zouden dan ook niet graag naast iemand in de trein of het vliegtuig zitten die op deze manier zijn Go gebruikt. Om maar te zwijgen van NSFW-inhoud, waarvan je toch liever niet hebt dat anderen meeluisteren. Gelukkig is het mogelijk om via een standaard jack je eigen koptelefoon aan te sluiten.

Batterij

Go heeft een ingebouwde batterij die je via een usb-kabel oplaadt. De oplader zelf zit niet in de doos, maar elke usb-lader, zoals bijvoorbeeld die van je smartphone, volstaat. Opladen van een volledig lege batterij duurt zo’n drie kwartier. De levensduur van een volle lading hangt af van het gebruik, maar onze test suggereert dat je zo’n twee tot drie uur met de Go aan de slag kan voor hij weer aan de stroom moet. De batterij gaat beduidend sneller leeg als je veel apps installeert, of als je video streamt via de Netflix-app.

Over Netflix gesproken, dit is toch wel een heel interessante functie voor het apparaat. De voor GearVR-gebruikers bekende app plaatst je op de bank in een luxe chalet met een groot beeldscherm. De kwaliteit van de video is zeer goed en dankzij het draagcomfort is het geen enkel probleem om langer te kijken. Helaas is het niet mogelijk om Netflix-films of -series lokaal op te slaan.

Wat echter wel kan, is eigen films op de Go zetten via de usb-kabel. Je moet dan na het aansluiten in Go wel even toestemming geven voor de verbinding, maar daarna is het een kwestie van filmbestanden naar de Movies-directory slepen. In Go start je dan de ‘gallery’ op en kun je je films in een virtuele omgeving (zoals een bioscoop of zelfs op de maan) bekijken. Perfect voor een lange vlucht.

Wat ons niet lukt is om apps te installeren buiten de Go-winkel om. Er is geen manier om APKs te installeren en we weten niet of wij iets verkeerd doen, of dat de Go externe bronnen niet accepteert. Gelukkig is de Oculus Home-winkel tot aan de nok gevuld met goede software.

©PXimport

De ervaring

Maar hoe is het nu om vr te ervaren met Go? Voor wie GearVR kent, zal het allemaal redelijk bekend voorkomen. Het is een vergelijkbare ervaring, al heeft Go een superieur scherm en betere lenzen. Ook is de hitte-management veel beter, zodat je nooit problemen hebt met oververhitten. Qua software is het aanbod van Go en GearVR ongeveer gelijk. 99% van alle GearVR-games werken op de Go, alleen enkele oudere titels en spellen die gebruikmaken van Samsung-specifieke software werken niet. In de praktijk is dat echter niet van belang.

Go biedt zeer goede vr en spellen draaien fantastisch op het apparaat. Mede door enkele technische trucs is de beeldkwaliteit heel hoog en waan je je al snel in de virtuele wereld. Dit is mede te danken aan de hoge kwaliteit van bepaalde titels. Een game als Republique VR, met zijn fantastisch design en hoge kwaliteit acteurs, komt over als een triple-A game. Qua graphics moet je denken aan een niveau dat tussen de PS2 en PS3 in ligt. Stel je hele mooie Vita-graphics voor, en je zit ongeveer op het niveau van Go.

De meeste spellen zijn wat eenvoudiger van grafisch ontwerp dan Republique en leunen vooral op designkeuzes. Het grappige ‘They Suspect Nothing’ bijvoorbeeld, waarin je probeert je voor te doen als robot in een door robots overgenomen wereld en allerlei minigames moet spelem, is een neefje van Job Simulator met vrolijke, cartooneske graphics. De space shooter Anshar Online daarentegen is weer wat meer hardcore, en leunt op een gevoel van schaal in plaats van op gedetailleerde textures. Spellenmakers moeten dus wel keuzes maken en compromissen sluiten, maar het resultaat kan wel degelijk indrukwekkend zijn.

Eveneens indrukwekkend is Oculus Rooms, de sociale app waarin je met vier mensen tegelijk in een virtueel huisje zit. Hier kun je samen video kijken, muziek luisteren of een aantal spellen zoals schaken of trivia spelen. Het werkt ontzettend makkelijk en dankzij de Oculus-avatars heb je al snel het gevoel dat je werkelijk met die anderen in één ruimte zit. Dit sociale aspect zou wel eens een killer app kunnen zijn wanneer Go een grote install base bereikt, en je makkelijk met vrienden of familie af kunt spreken in vr.

©PXimport

Conclusie

We hebben inmiddels een week met de Go mogen spelen en hem ook werkelijk dagelijks gebruikt. Dat zegt op zich al wat, aangezien we natuurlijk ook een vr-setup voor pc hebben staan, maar toch regelmatig de Go van tafel pakten. Het apparaat heeft duidelijk zijn eigen plek in de vr-markt. De beste vergelijking die we kunnen maken is dat Go de ‘handheld spelcomputer van vr’ is. Het is een veel betere ervaring dan cardboard, maar kan natuurlijk niet tippen aan vr op de pc. Grafisch en qua inhoud zit de Go ook weer onder de PSVR, maar dankzij de multimediamogelijkheden en de draagbaarheid is Go in een aantal situaties gewoon een betere keuze dan die grote jongens. De prijs van €199 voor een versie van 32 gb is dan ook heel aantrekkelijk. Voor dat geld haal je een zeer goede vr-bril in huis, waar nu al honderden titels voor verkrijgbaar zijn. Go slaagt op de belangrijkste punten met vlag en wimpel: dit is vr voor het grote publiek.

▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.