ID.nl logo
Wat zijn fotonische chips?
© PXimport
Huis

Wat zijn fotonische chips?

Decennialang werden computers sneller, omdat de componenten op de chips steeds kleiner werden. Maar nu de grenzen van het mogelijke in zicht komen, wenden chipontwerpers zich tot de fotonica. Deze technologie belooft niet alleen enorme energiebesparing, maar mogelijk ook werkelijk bruikbare kwantumcomputers. Wat zijn fotonische chips precies?

“Er bestaat geen reden waarom iedereen thuis een computer zou willen hebben.” Ken Olsen, medeoprichter van het computerbedrijf Digital Equipment Corporation, sprak deze woorden in 1977. En hij had gelijk, want destijds hadden de meeste mensen niets aan zo’n ding. Pas na zo’n vijftien jaar werden pc’s gemeengoed in huishoudens en wat later kwamen de mobiele telefoon en zijn opvolger de smartphone op. Op een enkele hoogbejaarde na heeft iedereen inmiddels altijd zo’n zakcomputer bij de hand. Vergeleken met de computers uit de jaren 70 zijn dat formidabele apparaten. Wanneer je toen voorspeld zou hebben dat iedereen met een snoerloos plankje zou kunnen filmen, navigeren, beeldbellen en betalen en dat we er in permanent contact met bekenden mee zouden staan, dan zou dat louter meewarige blikken hebben uitgelokt.

Kwantummechanische wetten

Een minicomputer die alles kan en waar je zelfs mondelinge vragen aan kunt stellen, moet wel een enorm geoptimaliseerd apparaat zijn. Dat is inderdaad het geval. Smartphones zouden niet mogelijk zijn zonder uiterst compacte componenten, waaronder vooral de microprocessor. De allereerste processor, de Intel 4004 uit 1971, telde 2300 transistors. Tegenwoordig is 15 miljard geen uitzondering. De kloksnelheid bedroeg 740 kilohertz, oftewel zo’n 4000 keer trager dan wat tegenwoordig de norm is. En met 10 micrometer waren de transistors op deze oerchip ook nog eens zo’n 1000 tot 2000 keer groter dan de 10- of 5-nanometer-componenten op de huidige chips.

Hoe fantastisch ook, dit feest kan volgens veel deskundigen niet eeuwig doorgaan. Chips zijn gemaakt van silicium. Een siliciumatoom heeft een doorsnee van ruwweg 0,2 nanometer. De grenzen van de miniaturisering zijn dus in zicht. Daar komt bij dat elektronen, die de dragers van informatie zijn in deze transistors, op deze schaal grillig gedrag vertonen. De kwantummechanische wetten die het gedrag van elementaire deeltjes beschrijven, staan toe dat elektronen zich plotseling op een andere plek bevinden of zelfs op twee plekken tegelijk. Uiteraard is dit niet best voor de stabiliteit van een chip.

©PXimport

System on a chip

Volgens pessimisten komt hiermee een einde aan de Wet van Moore, de vuistregel dat het aantal transistors op een chip pakweg elke twee jaar verdubbelt. Nieuwe processors, zo vrezen ze, zullen niet meer de spectaculaire prestatiesprongen laten zien waaraan we gewend en verslaafd zijn geraakt. Nu zijn ontwerpers van chips gelukkig niet voor één gat te vangen. Het succes van de smartphone is gebaseerd op de uitvinding van de ‘system on a chip’, oftewel SoC. Door de processor, de grafische processor, het werkgeheugen en andere vitale onderdelen op één chip samen te brengen, kan flink wat ruimte en energie worden bespaard. Een laag energieverbruik is essentieel in mobiele apparaten: de accu raakt minder snel leeg en er hoeft minder warmte te worden afgevoerd. Traditionele laptopprocessors, zoals die van Intel, worden bij intensieve taken zo heet dat de chip zelfs bij een loeiende ventilator zijn kloksnelheid moet terugschakelen. SoC’s, zoals de M1-chip in de nieuwste laptops van Apple, blijven dermate koel dat een ventilator meer luxe dan noodzaak is. De nieuwste MacBook Air bevat er dan ook geen.

De regel dat het aantal transistors elke twee jaar verdubbelt, gaat niet zo lang meer mee

-

Geen vreemde eend

Maar hoe slim ook ontworpen, ook SoC’s lopen tegen de grenzen van de miniaturisering aan. Daarom beginnen chipontwerpers aan het fundamentele karakter van de traditionele siliciumchip te morrelen. Zoals we al zagen, is een chip een apparaat waarin groepjes elektronen heen en weer geschoven worden. Dat zijn elementaire deeltjes met een massa en een elektrische lading. Ze zijn daardoor gemakkelijk te manipuleren. Maar wanneer ze bewegen, warmen ze hun omgeving op. Er bestaat ook een deeltje dat dit nadeel niet heeft: het foton. Dit deeltje, feitelijk het kwantum van het elektromagnetische veld, is bepaald geen vreemde bijt in de ICT-industrie. Het wordt al jaren gebruikt om data te verzenden door glasvezelkabels en ook LiDAR berust op het uitzenden en opvangen van fotonen. Maar zodra deze deeltjes in een computer aankomen, geven ze het estafettestokje door aan elektronen, zodat er bewerkingen op kunnen worden uitgevoerd. Het onderzoeksveld dat zich met deze wisselwerking tussen fotonen en elektronen bezig houdt, wordt fotonica genoemd.

©PXimport

Grofstoffelijk

Fotonen kunnen dus worden gebruikt om data te verzenden en de omgeving te scannen, maar vooralsnog niet om te rekenen. Dat is teleurstellend, want fotonische schakelingen zijn in theorie ontzettend snel en erg energiezuinig.

Martijn Heck is sinds 2020 hoogleraar fotonica aan de Technische Universiteit Eindhoven, na eerder werkzaam te zijn geweest aan de Universiteit van Aarhus in Denemarken, waar hij in 2013 de Photonic Integrated Circuits-groep oprichtte. Het probleem met fotonica, zo zegt hij, is dat het niet schaalt. Het is vooralsnog dus onmogelijk fotonische schakelingen te maken die even klein zijn als elektronische transistors. Alleen al om die reden zal fotonica niet de transistor vervangen, aldus Heck tijdens een videogesprek. “Fotonica is te grofstoffelijk.” De voordelen van fotonica blijken subtieler. Fotonica, zo verzekert Heck, is goed in lengte. In het verzenden van data over lange afstanden dus. Glasvezelverbindingen vormen het ultieme voorbeeld, maar met de hoge datasnelheden van en naar de huidige microprocessors zijn decimeters en centimeters eveneens niet te negeren afstanden. Fotonica is daarom de aangewezen technologie om in datacenters servers met elkaar te verbinden. Dit wordt al in praktijk gebracht. Energiebesparing is daartoe opnieuw de belangrijkste stimulans.

©PXimport

Multiplexen

De volgende stap is het verbinden van verschillende chips binnen één systeem. Het Californische bedrijf AyarLabs bijvoorbeeld beweert een technologie in huis te hebben waarmee over afstanden van enkele millimeters tot twee kilometer bandbreedtes kunnen worden behaald die duizend keer hoger liggen dan die van traditionele elektrische verbindingen, bij een tien keer zo laag energieverbruik.

Heck is ervan overtuigd dat in de toekomst de verschillende onderdelen van één en dezelfde chip met fotonica verbonden zullen worden. Dat is nu nog problematisch, omdat het om heel korte afstanden gaat, waarbij de omzetting van elektronisch naar fotonisch en terug een wissel trekt op het energieverbruik. Dat er niettemin toekomst in zit, komt door de hoge bandbreedtes die behaald kunnen worden door te multiplexen: verschillende golflengtes kunnen tegelijkertijd over hetzelfde kanaal worden verzonden. Want niet alleen bandbreedte, maar ook bandbreedtedichtheid kan in huidige chips problematisch zijn, aldus Heck. “Denk in termen van het aantal pinnetjes waarmee de chip op het moederbord vast zit. Dat is beperkt. Multiplexen is daarom een goede oplossing.” Voor dat dit allemaal goed mogelijk is, dienen er nog wel wat materiaaltechnische hindernissen overwonnen te worden. Op dit moment berust de hele halfgeleiderindustrie op silicium. Dat is helaas een materiaal dat niet geneigd is licht uit te zenden. Er wordt daarom volop geëxperimenteerd met andere materialen, zoals galliumarsenide en indiumfosfide, die wel in staat zijn binnen een chip fotonen te produceren. Maar de integratie van zulke materialen in bestaande productielijnen voor chips is niet triviaal.

Kwantumcomputers

Zodra deze problemen overwonnen zijn, voorziet Heck wel degelijk fotonische systemen die specifieke rekenkundige bewerkingen uit kunnen voeren. In theorie zijn optische computers megaparallel. Dat maakt ze geschikt voor specifieke toepassingen, zoals het doorzoeken van databases. Het Britse bedrijf Optalysys pioniert hierin. Het parallelle karakter van fotonica maakt het ook geschikt voor neuromorfische processors: chips die net als dierlijke hersenen signalen tegen elkaar afwegen. In moderne SoC’s zijn zulke modules soms al aanwezig ter ondersteuning van machine learning en AI. Heck stelt zich voor dat zulke modules in de toekomst fotonisch van aard zullen zijn. Ze zullen veel krachtiger zijn dan de huidige neuromorfische modules, vanwege het feit dat licht uitgesplitst kan worden in verschillende frequenties die parallel verwerkt kunnen worden.

Verrassend genoeg ontwaart Heck ook raakvlakken tussen fotonica en kwantumcomputing. Kwantumcomputers zijn apparaten die problemen oplossen door gebruik te maken van de meest fundamentele eigenschappen van de natuur, zoals die beschreven worden door de kwantummechanica. Volgens deze theorie, die de afgelopen honderd jaar aan alle kanten experimenteel bevestigd is, bevinden elementaire deeltjes zich van nature in een zogenaamde superpositie. Dit is een vrij complex natuurkundig concept, maar in een kwantumcomputer betekent het dat de basiseenheid van informatie geen bit is, maar een qubit. Waar een bit 0 of 1 is, is een qubit een superpositie van deze twee toestanden. Qubits kunnen bovendien met elkaar verstrengeld zijn, een mysterieuze toestand waar Einstein zelf nog zijn tanden op stuk heeft gebeten. Hoe dan ook, de theorie voorspelt dat kwantumcomputers in principe reusachtig krachtig zijn in, vooral, het ontrafelen van processen in de natuur. De verwachting is dat ze zullen leiden tot doorbraken in onder meer de materiaalkunde en de farmacie.

©PXimport

Wie zegt dat hij de kwantumfysica begrijpt, heeft er volgens Feynman niets van begrepen

-

Xanadu en PsiQuantum

De even beroemde als excentrieke natuurkundige Richard Feynman zei ooit dat wanneer iemand zegt de kwantumfysica te begrijpen, dat het bewijs vormt dat hij er niets van begrepen heeft. Onderzoekers die kwantumcomputers proberen te ontwerpen, tasten inderdaad voor een belangrijk deel in het duister. Het principe lijkt te werken, maar het blijkt uiterst moeilijk om het aantal qubits op te schalen tot het niveau waarop een apparaat werkelijk bruikbaar wordt. Elke toegevoegde qubit verdubbelt weliswaar de rekenkracht, maar dat lijkt ook te gelden voor de complexiteit van het systeem. IBM heeft niettemin simpele kwantumcomputers online staan waar geïnteresseerden nu al eenvoudige bewerkingen op uit kunnen voeren.

Fysieke qubits kunnen uit allerlei deeltjes (of grotere objecten) bestaan. Die dienen meestal wel tot bijna het absolute nulpunt afgekoeld te worden om te voorkomen dat omgevingsinvloeden de superpositie om zeep helpen. Fotonen daarentegen kunnen ook bij kamertemperatuur als qubits worden gebruikt. De Canadese start-up Xanadu presenteerde dit voorjaar ‘s werelds eerste fotonische kwantumchip. En deze zomer haalde het Californische bedrijf PsiQuantum 450 miljoen dollar op voor de ontwikkeling van de Q1: een op silicium gebaseerde fotonische kwantumcomputer met superieure foutcorrectie – een heet hangijzer in de wereld van de kwantumcomputing.

©PXimport

Wereldspelers à la ASML

Te midden van deze ontwikkeling rijst de vraag: in welke ontwikkelingsfase bevindt de fotonica zich als je het vergelijkt met de ontwikkeling van de micro-elektronica, als we de eerste Intel-chip uit 1971 als ijkpunt nemen? “In de buurt van 1980”, zegt Heck. Dat is een intrigerend antwoord. Dat betekent namelijk dat deze industrie een grote toekomst tegemoet gaat. Heck bevestigt dat hij exponentiële groei voor zich ziet.

Of jonge Nederlandse fotonicabedrijven zullen uitgroeien tot wereldspelers à la ASML, valt volgens Heck niet te zeggen. Dat hangt volgens hem ook sterk af van de manier waarop de huidige giganten, zoals de Taiwanese chipfabrikant TSMC, op deze ontwikkelingen inspelen. Hij benadrukt wel dat we in Nederland over ‘strategische technologie’ beschikken. De overheid onderkent dat ook. Vorig jaar nam het ministerie van Economische Zaken deel aan een investering van 35 miljoen euro in het Eindhovense SMART Photonics, maker van fotonische chips op basis van indiumfosfide. Zonder dat geld was dit innovatieve bedrijf met 75 werknemers hoogstwaarschijnlijk in Aziatische handen gevallen. Of de Wet van Moore gered zal worden door fotonica, lijkt inmiddels de verkeerde vraag. Moores vuistregel heeft eigenlijk alleen betrekking op de traditionele computerchip. Maar met fotonica slaat de computerindustrie een weg naar onbekend terrein in. Wellicht wacht aan de horizon de heilige graal in de vorm van een superkrachtige fotonische kwantumcomputer. Maar energiezuinige datacenters zijn ook de moeite waard.

©PXimport

De twee gezichten van het licht

Licht is een van de meest alomtegenwoordige natuurverschijnselen. Het is dan ook niet vreemd dat licht in allerlei scheppingsmythes prominent figureert. Toch bleef het lang een van de meest ongrijpbare verschijnselen. De wijsgeren van het klassieke Griekenland, die voor hun tijd zeer methodisch over de wereld nadachten, zaten verschrikkelijk fout. Epicurus (341-270 voor Christus) geloofde dat de wereld louter uit atomen en leegte bestond. In zijn Brief aan Herodotus speculeerde hij dat objecten voortdurend heel dunne, uit atomen bestaande vliesjes afscheiden. Zodra zo’n atomair vliesje ons in de ogen vliegt, wordt het object zichtbaar. Plato zat minstens even fout door te veronderstellen dat we zien doordat onze ogen stralen uitzenden. Pas in de 11de eeuw maakte de Arabische wetenschapper Alhazen korte metten met dit idee. De Hagenaar Christiaan Huygens (1629-1695) was ervan overtuigd dat licht uit een golf bestaat dat door een vooralsnog onbekend medium zou reizen. Zijn tijdgenoot Isaac Newton was het daar niet mee eens. Hij vond het gedrag van licht makkelijker te verklaren door aan te nemen dat het uit deeltjes bestond. Deze theorie werd leidend, totdat James Maxwell in 1865 voorspelde dat licht een golf is in het zogenoemde elektromagnetische veld en Heinrich Hertz dat in 1888 overtuigend bewees. Maxwells theorie vertoonde wel lacunes. Die bleken oplosbaar door te veronderstellen dat zijn golven op hun beurt uit brokjes bestaan: de zogenoemde kwanta van het elektromagnetische veld, oftewel fotonen, afgeleid van het Griekse woord voor licht. Albert Einstein ontving in 1921 de Nobelprijs voor zijn bedrage aan deze theorie. Licht bestaat dus uit golven én deeltjes Deze ‘golf-deeltjesdualiteit’ is tegenwoordig algemeen aanvaard.

Het is wachten op de eerste superkrachtige fotonische kwantumcomputer

-

▼ Volgende artikel
Review WOLF-Garten multi-star systeem: hoog en laag voor huis en tuin
© AK | ID.nl
Huis

Review WOLF-Garten multi-star systeem: hoog en laag voor huis en tuin

Trapje op, trapje af, of juist telkens moeten bukken: sommige schoonmaak- en tuinklussen zijn én slecht voor je rug én kosten extra veel tijd. Daar heeft WOLF-Garten iets op gevonden: multi-star. Dit systeem bestaat uit een steel (in verschillende lengtes én als uitschuifsteel verkrijgbaar) waarop meer dan 70 verschillende opzetstukken passen. Handig? Je leest het in deze review.

Fantastisch
Conclusie

Met het WOLF-Garten multi-star systeem haal je een allround schoonmaak- en klusarsenaal in huis. Zowel de steel als de geteste opzetstukken zijn solide, makkelijk in gebruik en doen hun werk goed. Handig is dat de Variosteel zowel voor werk op hoogte als voor grondwerk geschikt is, en dat het losse handvat dat bijvoorbeeld bij de 2-in-1 raamreiniger zit ook op andere opzetstukken past. Wel zijn de opzetstukken aan de prijzige kant. Begin daarom met opzetstukken die je regelmatig nodig hebt en kies bewust de juiste lengte steel: dat bespaart geld én gewicht. Al met al is dit een systeem waar we enthousiast over zijn: het resultaat, het gebruiksgemak en de hoeveelheid tijd (en frustratie!) die het scheelt maakt dat wij uitkomen op een dik verdiende 9.

Plus- en minpunten
  • Veel opzetstukken
  • Opzetstukken makkelijk verwisselbaar
  • Steel en opzetstukken solide
  • Veel opzetstukken wentelbaar en/of kantelbaar
  • Goed resultaat, ook op grote hoogte
  • Steel kan zwaar worden (afhankelijk van model)
  • Prijzig

©AK | ID.nl

Voor elke schoonmaak- of tuinklus een apart stukje gereedschap: een gemiddeld keukenkastje of schuurtje is zo vol. Het is dan ook niet vreemd dat steeds meer merken komen met combinatie-oplossingen, waarbij je bijvoorbeeld maar één accu nodig hebt die op verschillende soorten elektrisch gereedschap past. Of één steel voor verschillende opzetstukken. Dat is op zich geen uniek idee: er zijn wel meer merken die dat in het assortiment hebben. Maar vaak gaat het dan alleen om opzetstukken waarmee je kunt schoonmaken, of alleen om opzetgereedschap voor in de tuin.

De kracht van WOLF-Garten zit hem vooral in de enorme keuze die je hebt. Behalve dat je kunt kiezen uit verschillende stelen (van verschillende materialen en van verschillende lengtes) is ook het aantal opzetstukken erg groot. Grofweg kun je die verdelen in twee categorieën: voor de tuin of voor de schoonmaak. In die eerste categorie vallen bijvoorbeeld schoffels, voegenborstels, boomscharen, takkenzagen, gazonharken en verticuteerkammen, terwijl je bij schoonmaak moet denken aan bezems, wissers en schrobbers. In totaal kun je kiezen uit ongeveer zeventig verschillende opzetstukken. Waarmee je dus de hoogte in kunt of juist niet te diep door de knieën hoeft.

Voor deze test kregen wij de aluminium Variosteel ZM-V4 (lengte 220-400 centimeter) opgestuurd, samen met vier opzetstukken: een raamwasser, een flexibele ragebol, een twee-in-een dakgootreiniger en een twee-in-een raamreiniger (wasser + wisser). De telescopische steel is ook verkrijgbaar in een V3-uitvoering (170-300 centimeter) en in een V-uitvoering (90-150 centimeter).

Eerste indruk

Zowel de steel als de opzetstukken voelen solide aan. Het uitschuiven van de steel gaat snel en simpel en opzetstukken verwisselen is letterlijk een kwestie van klik-en-klaar. Sommige opzetstukken kun je kantelen of draaien. De stelschroeven waarmee je dat doet zijn groot en makkelijk te bedienen, ook wanneer je wat minder kracht in je handen hebt. Allemaal geen gedoe dus. Fijn, want gedoe wil nog wel eens een reden zijn om (vooral) schoonmaakklussen uit te stellen.

©AK | ID.nl

De stelschroeven waarmee je de hulpstukken kunt kantelen of in een andere positie zetten zijn groot en gemakkelijk te draaien.

De steel: lang, langer, langst

De Variosteel die wij opgestuurd kregen, de ZM-V4, meet in niet-uitgeschoven toestand 2,2 meter. Daarmee kom je in de meeste gevallen al een eind. Helemaal uitgeschoven kom je zelfs uit op 4 meter. Dat is ruim voldoende om bijvoorbeeld de ramen van de bovenverdieping te lappen. Ook als hij helemaal is uitgeschoven, is hij nog goed hanteerbaar: hij gaat niet 'zwabberen'.

De uitschuifbuis heeft meerdere ronde gaten, op regelmatige afstand van elkaar. Door op de grote grijze greep bovenaan te drukken, schuif je de buis uit tot de gewenste lengte. Het bijpassende gat klikt dan automatisch over een pal aan de binnenkant. Zo blijft de buis stevig op zijn plek tijdens het gebruik. Je hoeft dus niet bang te zijn dat hij halverwege ineens omlaag zakt.

Wel wordt de steel na wat langer gebruik zwaar. Dat heeft te maken met de uitvoering (de ZM-V4 weegt 1,3 kilo, terwijl zijn kleinere broertje de ZM-V3 ongeveer een kilo weegt), maar ook met het feit dat je boven je hoofd werkt. Wij hebben de steel niet getest met opzetstukken voor de tuin (waarbij je niet de hoogte in gaat, maar er bijvoorbeeld mee schoffelt); we kunnen ons voorstellen dat je in dat geval geen of veel minder last van vermoeide armen hebt.

Omdat de steel zo stabiel blijft, werkt hij lekker accuraat, ook op hoogte. Met het ragebol-opzetstuk hebben we spinrag verwijderd van de daklijst van ons test-object. Dat ging én goed én snel: binnen een minuut of vijf was alles weg. Veel meer dan gewoon een rondje lopen om de stacaravan was het niet. De tijdsbesparing is hierbij enorm: we hebben deze klus ook weleens gedaan met de keukentrap en toen kostte het ruim een uur. Trap neerzetten, trap op, spinnenwebben wegvegen, trap af, trap verzetten en repeat (keer dertig ofzo).

💡 De juiste lengte

Is het multi-star-systeem iets voor jou? Bepaal dan vooraf welke lengte je echt nodig hebt. Behalve het verschil in gewicht zit er uiteraard ook een verschil in prijs. Waar de adviesprijs van de ZM-V4 op ongeveer 68 euro ligt, betaal je voor de ZM-V3 bij de meeste winkels tussen de 40 en 46 euro. Mocht je de extra centimeters niet nodig hebben, dan bespaar je al snel een paar tientjes.

©AK | ID.nl

Helemaal uitgeschoven is de steel maar liefst 4 meter lang.

Opzetstukken

Raamwasser: breed en flexibel

De naam 'raamwasser' dekt wat ons betreft niet helemaal de lading. Zeker, de EW-M (prijs ongeveer 29,95 euro) is prima geschikt voor het lappen van je ramen. Maar door zijn riante werkbreedte van 35 centimeter kun je hem ook gebruiken voor het schoonmaken van bijvoorbeeld je zonnepanelen. Wij hebben hem gebruikt voor het schoonmaken van de buitenkant van de caravan. Je kunt hem desgewenst instellen in een hoek tot 110 graden.

De mop neemt veel water op – in de praktijk betekent dat vooral dat je hem niet om de paar tellen weer in de emmer met sop hoeft te hangen. Wat hij ook veel opneemt, is vuil: na gebruik was hij behoorlijk vies. Gelukkig kun je de mophoes er makkelijk afhalen (wat een uitvinding toch, klittenband). In de wasmachine en klaar!

©AK | ID.nl

De raamwasser is verstelbaar in verschillende posities.

Ragebol: dág spinnenwebben!

Je kunt nog zo schoon en netjes zijn, er zijn altijd hoekjes en randjes waar toch nog spinnenweb zit. Binnenshuis lossen we dat op door aan zoonlief (bijna 1 meter 90) te vragen of hij even met de stofzuigerslang langs het plafond wil gaan. Maar het zelf kunnen is ook fijn.

Nadat we de flexibele ragebol (BM 25 M; adviesprijs 29,99 euro) op de steel hadden geklikt en de steel hadden uitgeschoven tot de gewenste lengte, hebben we de daklijst spinragvrij gemaakt. Prettig daarbij was dat de kop zich makkelijk laat kantelen (zie foto). Dat en de schuine kanten van de ragebol zorgden ervoor dat we overal goed bij konden, ook in lastige hoekjes.

©AK | ID.nl

De ragebol is kantelbaar.

Dakgootreiniger: vegen en scheppen

Eén van de vervelendste klussen om te doen vinden wij de dakgoot schoonmaken. Niet alleen omdat we ook daarvoor weer een trapje nodig hebben, maar vooral omdat het vies is en er altijd bladrommel achterblijft. Fijn aan de GC-M (adviesprijs 50,99 euro) is dat hij twee dingen kan: blad bij elkaar vegen met de borstel en blad uit de dakgoot scheppen met het schepje. Daarbij kun je zowel de borstel als de schep in verschillende hoeken zetten, terwijl je het schepje ook nog kunt kantelen. Op de dag dat we aan het werk waren, scheen de zon. De dagen daarvoor had het niet geregend en de bladermassa in de dakgoot was dus niet kletsnat. Maar het vocht dat erin zat, liep grotendeels weg door de smalle openingen in het schepje. Minder geklieder dus. Ook hier geldt dat het belangrijk is om de juiste stoklengte te gebruiken. Wil je de dakgoot van een schuurtje doen waar je eigenlijk net bij kan? Dan kun je de dakgootreiniger beter op een los handvat klikken (zie de alinea over de raamreiniger).

©AK | ID.nl

Met de borstel veeg je bladeren en ander vuil naar één kant ...

©AK | ID.nl

...waarna je ze er met het schepje makkelijk eruit schept.

2-in-1 raamreiniger: wassen en wissen zonder wisselen

Het opzetstuk waar we het meest enthousiast over zijn is de KW-M/ZM015 (adviesprijs 36,99 euro): aan de ene kant een afneembare en uitwasbare mop (met een werkbreedte van 28 centimeter), aan de andere kant een trekker. Hij wordt geleverd met een apart handvat (zie foto), zodat je hem ook kunt gebruiken voor ramen waar je wel gewoon bij kunt. Handig: de andere opzetstukken passen ook op dit handvat.

Nadat we de raamreiniger op de steel hadden bevestigd (klik-klaar, echt fijn) was het tijd om te beginnen aan onze minst favoriete huishoudklus: de buitenramen lappen. Aangezien uw recensent van dienst slechts 1,60 meter hoog is, betekent dit altijd: de keukentrap en veel gehannes (want: en de spons en de wisser tegelijk beethouden is niet handig. En telkens het trapje af om de spons nat te maken ook niet). Gaat het makkelijker met multi-star?

Kort antwoord: JA! Langer antwoord: Ja, zeker. Met name het feit dat we meteen na het natmaken van de ramen de wisser eroverheen konden halen en in één beweging overal bij konden maakte een wereld van verschil. Geen stukken die al aan het opdrogen waren (en dus strepen), en vooral niet meer die ellendige keukentrap. Binnen twee minuten was de raampartij van de slaapkamer gedaan, waarbij we ook en passant al het houtwerk van de kozijnen hadden meegepakt. Het eindresultaat: schoon en streeploos. En vooral: geen frustratie!

💡 Goed laten uitlekken

Net als bij de raamwasser neemt ook het mopgedeelte van de KW-M/ZM015 erg veel water op. Door hem eerst goed te laten uitlekken, voorkom je dat er erg veel water over je kozijnen loopt.

©AK | ID.nl

De korte steel die je bij de raamreiniger krijgt, past ook op veel van de andere opzetstukken.

©AK | ID.nl

Conclusie: WOLF-Garten multi-star systeem kopen?

Met het WOLF-Garten multi-star systeem haal je een allround schoonmaak- en klusarsenaal in huis. Zowel de steel als de geteste opzetstukken zijn solide (je krijgt er 35 jaar garantie op), makkelijk in gebruik en doen hun werk goed. Het feit dat je de Variosteel twee richtingen op kunt gebruiken (de hoogte in of juist voor grondwerk) is prettig, net als het feit dat het losse handvat dat bijvoorbeeld bij de 2-in-1 raamreiniger zit ook op andere opzetstukken past. Wel zijn de opzetstukken aan de prijzige kant. 30 euro voor een ragebol die je misschien hooguit één keer per jaar gebruikt is veel geld. Kies dus, vooral als je start met dit systeem, in eerste instantie opzetstukken die je regelmatig gaat gebruiken. Uitbreiden kan altijd nog. Denk ook goed na welke (uitschuif)lengte je echt nodig hebt. Dat scheelt geld, maar ook gewicht. Al met al is dit een systeem waar we enthousiast over zijn: het resultaat, het gebruiksgemak en de hoeveelheid tijd (en frustratie!) die het scheelt maakt dat wij tot een dik verdiende 9 komen.


Gebruik de groene pijltjes (< en >) om alle besproken producten te kunnen zien


▼ Volgende artikel
Kleine keuken? Zo maak je slim gebruik van elke centimeter
© Jacek Kadaj
Huis

Kleine keuken? Zo maak je slim gebruik van elke centimeter

Niet iedereen heeft een ruime woonkeuken. Misschien woon je in een flat, een klein appartement of heb je bewust gekozen voor een tiny house. Maar ook in een compacte keuken kun je verrassend veel kwijt – zolang je maar slim omgaat met de beschikbare ruimte.

Een kleine keuken betekent dat je wat creatiever om moet gaan met je beschikbare ruimte. In dit artikel geven je een aantal handvatten!

  • Hoe benut je de beschikbare ruimte nou optimaal?
  • Waar valt er nog precies winst (mee) te behalen?

Sommige mensen zeggen weleens dat de keuken het kloppende hart van het huis is. Je begint er je dag met een kop koffie, zit er 's middags met de kinderen om de (school)dag door te spreken en kookt er 's avonds een lekkere maaltijd. Het is ook een plek waar je steeds meer spullen verzamelt. Denk aan pannen, borden, potten, snijplanken, schoonmaakmiddelen enzovoorts. Hoe kleiner je keuken is, hoe lastiger het wordt om al die spullen netjes op te bergen. Maar het kán wel: een kwestie van je keuken goed indelen en alle beschikbare ruimte benutten.

Hang planken en rekken op

Heb je weinig plek (over) op je aanrecht maar nog wel ruimte aan de muur? Dan is het ophangen van een paar planken een goed idee. Kies bij voorkeur planken die passen bij de stijl van je keuken. Omdat de planken in een kleine keuken vooral functioneel moeten zijn (elke centimeter ruimte telt) is het slim om er vooral dingen op te zetten die je vaak nodig hebt. Denk bijvoorbeeld aan potjes met specerijen, glazen of borden.

Is je muur stevig genoeg voor planken?

Controleer voordat je gaten boort of schroeven vastdraait wat voor muur je voor je hebt. Een massieve draagmuur van beton of baksteen is ideaal: daar kun je zonder problemen stevige pluggen en schroeven in bevestigen. Gipswanden of voorzetwanden van gipsplaat zijn kwetsbaarder. Daar moet je speciale pluggen voor gebruiken, zoals hollewandpluggen of keilbouten, afhankelijk van het gewicht dat je erop kwijt wilt. Hoe zwaarder de spullen op de plank, hoe belangrijker een goede verankering. Twijfel je? Tik dan met je knokkels op de muur: klinkt het hol, dan heb je waarschijnlijk met een lichte voorzetwand te maken. Zet in dat geval liever geen zware pannen of breekbaar servies op de plank.

Zorg wel voor overzicht. Grote lepels en spatels kun je bijvoorbeeld verzamelen in een glazen pot of een oude vaas. Daarmee geef je spullen die je al hebt meteen een nieuwe functie. Kijk ook of je ruimte hebt voor bijvoorbeeld een magnetische messenhouder, een rekje of haken. Daar kun je dan scharen, gardes en opscheplepels aan ophangen.

©Marina

Kastdeurtjes hebben twee kanten...

Niet alles hoeft in het zicht. Kijk eens naar de binnenkant van je keukenkastjes. Daar kun je vaak nog best aan hoop aan kwijt. Bevestig wat kleine haakjes en hang daar bijvoorbeeld je afwasborstel en pannenlappen aan. Of hang een klein deurrekje op. Daarin kun je spullen als aluminiumfolie, boterhamzakjes of schoonmaakdoekjes in opbergen kwijt. Let wel op dat je de kastdeur nog goed kunt sluiten.

Keukenkastjes slim indelen

Heb je iets meer ruimte in je keukenkastjes tot je beschikking? Dan kun je ook de onderkant van de planken gebruiken om je wijnglazen aan op te hangen. Er zijn bijvoorbeeld metalen ophangsystemen te koop waar je de glazen zo in schuift. Zorg er wel voor dat er onder die glazen voldoende ruimte overblijft.

Schoonmaakspullen nemen ook al gauw veel ruimte in. Je kunt ze natuurlijk allemaal mooi in het gelid achter elkaar zetten, maar je kunt ze ook allemaal in een emmer doen en alles zo in één keer in het kastje zetten. Dat scheelt ruimte, omdat je zo de hoogte van het kastje beter benut. Bonus: als je wilt gaan schoonmaken, heb je dan meteen alles bij de hand!

Ook slim: gebruik mandjes of opbergdozen om kleine spulletjes in op te bergen. Kunststof opbergboxen kun je bovendien makkelijk stapelen. Doe spullen die je weinig gebruikt in de onderste doos. Wanneer je er een etiket op plakt waarop je de inhoud van de box noteert, blijft alles lekker overzichtelijk.

Hoekkast? Draaiplateau!

Tot slot hebben we nog een tip voor als je een hoekkast in de keuken hebt. Die bieden op zich veel ruimte, maar je komt er zo moeilijk bij. Dat ondervang je door er een onderhoekcarrousel (ja mensen, dat is een bestaande term!) in te plaatsen. Het is een soort draaiplateau met verschillende planken waar je veel op kwijt kunt. Zo'n carrousel is vooral handig voor pannen. Wanneer je de kastdeur opent, komt het plateau automatisch naar buiten. Je benut dus echt alle ruimte in de hoekkast, terwijl je tegelijkertijd geen moeite hoeft te doen om er iets uit te pakken.

©rois010

Kleine keuken? Toch genoeg ruimte!

Je ziet dat je meer ruimte hebt in een kleine keuken dan je misschien zou denken. In een bestaande keuken kun je al de nodige aanpassingen doen zodat je zoveel mogelijk spullen kwijt kunt. Ga je een nieuwe keuken kopen? Zelfs als die niet zo groot is, zijn er veel mogelijkheden. Vraag je keukenleverancier om advies: die hebben vaak nog meer tips voor je!