ID.nl logo
USB-buttonbox bouwen met Arduino
© Reshift Digital
Huis

USB-buttonbox bouwen met Arduino

Veel programma’s bieden handige sneltoetsen maar de toetsencombinaties zijn vaak lastig te onthouden. Games en simulators gaan nog een stap verder, en bieden hele schermen met aanpasbare bedieningsopties. Met een usb-buttonbox, die je zelf eenvoudig kunt bouwen, breng je een deel van die functies over naar fysieke toetsen met een beschrijving. Dat ziet er ook nog eens leuk uit en is wellicht de start van een nieuwe hobby.

Veel programma’s kun je via sneltoetsen bedienen, maar het valt niet mee de toetsencombinaties te onthouden. En soms is het toetsenbord niet praktisch of simpelweg niet in de buurt. Voor hedendaagse games geldt dat nog meer. Simulators als Flight Simulator 2020 en DCS World zijn zo realistisch dat je vrijwel elke functie in de cockpit kunt bedienen. Je ontkomt dan bijna niet aan accessoires, zoals een gashendel en joystick voor het vliegen, of een stuurtje om te racen. Op de accessoires vind je veel extra knoppen die je kunt toewijzen aan de gewenste functies. Maar zelfs dan moet je keuzes maken, gezien de talloze bedieningsopties. Een leuke uitbreiding en misschien wel het begin voor een levensecht(e) dashboard of cockpit is een zogenoemde usb-buttonbox, die je vrij eenvoudig zelf kunt maken. Je kunt ze ook inzetten voor bijvoorbeeld een volumeregeling of het bedienen van muziek! Ze zijn ook nog eens betrekkelijk eenvoudig en voor weinig geld te bouwen.

01 Benodigdheden

Het project vraagt om te beginnen uiteraard om een behuizing voor bijvoorbeeld nabij de pc. Van welk materiaal deze is gemaakt, maakt niet uit. Plastic is voordelig en makkelijk om mee te werken, zolang je oppast bij het solderen. Maar bijvoorbeeld aluminium kan ook. Voor de besturing zou je een zogenaamde joystick-controllerbordje met usb kunnen inzetten, maar hier kiezen we voor de flexibiliteit van een goedkope microcontroller.

We gebruiken een kloon van de Arduino Pro Micro (vanaf ongeveer 4 euro). Deze bordjes kun je zien als de kleine versie van de Arduino Leonardo. De basis is ook hier een ATmega32U4 van 8 bit die zich onderscheidt door de volledige usb-functionaliteit.

Microcontrollers op basis van de ATmega328 hebben dat overigens niet en zijn daarom niet geschikt. Voor het programmeren van de microcontroller gebruiken we de bekende Arduino-software. Met deze software worden ook meteen de vereiste drivers geïnstalleerd. Verder heb je wat aansluitkabeltjes nodig, gereedschap en natuurlijk de nodige schakelaars.

©PXimport

02 Gereedschap

Wat gereedschap betreft heb je voor het maken van de verbindingen een soldeerbout met soldeertin nodig. Gebruik je schakelaars met een ronde doorvoer, wat zeker de voorkeur heeft, dan hoef je alleen een gat in de juiste maat te boren. Gebruik een schuifmaat om de vereiste diameter gemakkelijk te bepalen. Verder heb je een boormachine en een voor het materiaal geschikte boor nodig. Een voordelige en praktische optie zijn de zogenoemde stappenboren met meerdere diameters, vooral als je door niet te dik materiaal moet. Je kunt alles met dezelfde boor afhandelen. Daarmee kun je, door deze voorzichtig iets verder te duwen, ook meteen de scherpe randjes er af slijpen. Bovendien kun je grotere diameters boren dan er mogelijk in je boor passen. Zo past een 12mm-boor lang niet altijd in de boorkop, terwijl die diameter voor sommige grotere schakelaars nodig is.

©PXimport

03 Schakelaars en regelaars

We beginnen het project met zes eenvoudige drukknoppen die je aan functies in software toe kunt kennen. Ze worden ook wel momentary pushbutton genoemd. Een kenmerk is dat ze terugveren nadat je ze hebt ingedrukt, als een toets op je toetsenbord. Afhankelijk van je project zijn er allerlei varianten. Zo heb je wipschakelaars die je twee kanten op kunt duwen en dus twee functies bedienen. Ook leuk zijn de bekende grote roodgekleurde paniekbuttons of de knoppen zoals je die op arcadekasten ziet.

Verder kun je allerlei andere soorten schakelaars en regelaars gebruiken. Een contactschakelaar met sleutel bijvoorbeeld, voor het aan- of uitzetten van de motor, of een druk- of wipschakelaar die ook de standen ‘aan’ of ‘uit’ heeft. Ook een leuke toevoeging is een draaiknop die linksom of rechtsom kan draaien, ook wel rotary encoder genoemd. Die is bijvoorbeeld inzetbaar voor een volumeregeling, zoals we verderop in dit artikel laten zien.

04 Aansluiten en configureren

We gaan in deze stap de microcontroller aansluiten op de pc, het bord configureren in Arduino en een klein demoprogramma laten draaien. Hiervoor hoef je nog niets aan te sluiten op de microcontroller. Sluit deze om te beginnen via usb aan op de pc. Als het goed is, gaat direct de rode led aan. Ga je in Windows naar Apparaatbeheer, dan zie je bij Poorten de aangesloten microcontroller, die in ons geval als Arduino Leonardo bootloader is geïdentificeerd, met daarbij de gebruikte com-poort (hier com3). Start nu Arduino. We gaan eerst een extra adres toevoegen voor borden. Ga daarvoor naar Bestand / Voorkeuren en vul achter Meer Board ManagersURL’s de volgende url in:

https://raw.githubusercontent.com/sparkfun/Arduino_Boards/master/IDE_Board_Manager/package_sparkfun_index.json

Klik dan op OK. Ga naar Hulmiddelen / Board en kies Board Beheer. Je kunt nu SparkFun AVR Boards opzoeken in de lijst. Selecteer deze en kies Installeer. Hierna selecteer je de vrij universele SparkFun Pro Micro onder Hulpmiddelen / Board / SparkFun AVR Boards. Zorg daarna dat je onder Hulpmiddelen / Processor de juiste uitvoering van je bordje (meestal 5V/16 MHz) hebt gekozen!

©PXimport

05 Probeer je microcontroller

De Pro Micro heeft twee ingebouwde leds die het verzenden (TX) en ontvangen (RX) van data laten zien. Je kunt deze meestal niet gebruiken in je programma, maar bij dit bordje kan dat wél. Je programmeert deze zoals iedere digitale in- of uitgang. Voor de RX-led kan dat via pin 17. Voer het onderstaande programma in. Het programma zet de RX-led met vaste tussenpozen (0,5 seconde) aan en uit. Als je het hebt ingevoerd, kies je Schets / Upload (Ctrl+U) en de led zal beginnen te knipperen. Wil je de TX-led gebruiken? Deze bestuur je via een zogeheten macro, met de opdracht TXLED1 om deze aan te zetten en TXLED0 om de led uit te zetten. Programma’s in Arduino volgen steeds deze opzet: in het begin je definities voor bijvoorbeeld pinnummers, een functie setup() voor initialisatie en een lus loop() waarin herhaaldelijk opdrachten worden uitgevoerd.

int RXLED = 17; // Standaard pin voor RX LED

void setup()

{

pinMode(RXLED, OUTPUT); // RX LED als output gebruiken

}

void loop()

{

digitalWrite(RXLED, LOW); // RX LED aan

delay(500); // Wachten...

digitalWrite(RXLED, HIGH); // RX LED uit

delay(500); // Wachten...

}

©PXimport

Aansluitingen op de microcontroller

De Arduino Pro Micro en varianten bieden 18 I/O-pinnen die je allemaal als digitale ingang of uitgang kunt gebruiken, bijvoorbeeld voor het aanzetten van een led of lezen van een drukschakelaar. Deze zijn op de afbeelding lichtblauw gemarkeerd. Van die pinnen kun je er 9 als analoog naar digitaal converter (ADC) inzetten, voor bijvoorbeeld het uitlezen van een potentiometer. Deze zijn op de afbeelding groen gemarkeerd. Er zijn 5 pinnen die voor pulse width modulation (PWM) gebruikt kunnen worden (rood gemarkeerd), zodat je bijvoorbeeld via een pulse-trein de helderheid van een led in je programma kunt regelen. Er zijn meer uitvoermogelijkheden, bijvoorbeeld voor het aansluiten van lcd’s, maar hier beperken we ons tot de genoemde ingangen. De microcontroller krijgt zijn voeding gewoon via de usb-verbinding. Gebruik je de microcontroller voor andere toepassingen dan kun je een voeding op de VCC-pin aansluiten als de spanning precies 3,3 of 5 volt is (afhankelijk van de uitvoering van je bordje!). De RAW-pin biedt spanningsregulatie en is geschikt voor zo’n 6 tot 12 volt.

©PXimport

06 Schakelaar aansluiten

De Pro Micro kan zich dankzij de volledige usb-functionaliteit als muis of toetsenbord gedragen. We beginnen met een eenvoudig voorbeeld waarin via een drukschakelaar een toetsaanslag wordt verstuurd. Hiervoor gebruiken we de standaard Keyboard-bibliotheek van Arduino. Van de drukschakelaar gaat één aansluiting naar ground (GND) en de andere naar een digitale ingang, hier pin 4. Als je het onderstaande programma start, zul je zien dat na het indrukken van de schakelaar de a-toets wordt ontvangen in bijvoorbeeld de teksteditor die je gebruikt. We voegen eerst de bibliotheek toe en definiëren de pin:

#include <Keyboard.h>

int buttonPin = 4; // Button op pin 4

Binnen setup() stellen we daarna de button in als ingang (waar twee methodes voor zijn) en initialiseren de keyboard-emulatie:

void setup()

{

pinMode(buttonPin, INPUT); // Button als ingang instellen

digitalWrite(buttonPin, HIGH); // Zet de button op hoog

// pinMode(buttonPin, INPUT_PULLUP); // Alternatief voor bovenstaande twee regels

Keyboard.begin(); // Init keyboard-emulatie

}

In de lus reageren we op het indrukken van de button. We versturen het karakter a en bouwen een korte vertraging van 200 ms in om te voorkomen dat je scherm vol staat met deze letter.

void loop()

{

if (digitalRead(buttonPin) == 0) // Als button naar laag gaat (ground)...

{

Keyboard.write('a'); // Stuur toets a via toetsenbord

delay(200); // Korte vertraging

}

}

Je kunt het programma op vergelijkbare wijze uitbreiden met de andere drukschakelaars die je op dezelfde manier aansluit: de ene pin naar ground en de andere pin naar een eigen digitale ingang.

©PXimport

07 Speciale toetsencombinaties

Sneltoetsen vereisen in veel programma’s een combinatie met Ctrl of Shift. Ook zulke toetsen kun je programmeren. In plaats van Keyboard.write() gebruik je Keyboard.press(), dat ervoor zorgt dat een bepaalde toets wordt ingedrukt maar pas wordt losgelaten als je een ‘loslaat’-opdracht geeft. Als voorbeeld programmeren we Ctrl+B, dat bijvoorbeeld in het programma Word de optie vetgedrukt aan- of uitzet. Voor de Ctrl-toets kunnen we KEY_LEFT_CTRL invullen. Andere voorbeelden zijn KEY_LEFT_ALT, KEY_ESC, KEY_F1, KEY_TAB en KEY_RETURN. Een volledige lijst met speciale toetsen vind je via www.tiny.cc/keymod. Het programma blijft voor het merendeel gelijk als in stap 6. Je hoeft alleen beide regels in het blok if te vervangen door:

Keyboard.press(KEY_LEFT_CTRL); // Houd Crtl ingedrukt

Keyboard.press('b'); // Houd 'b' ingedrukt

delay(200); // Korte vertraging

Keyboard.releaseAll(); // Laat alle toetsen los

Hier wordt eerst de linker-Ctrl ingedrukt, daarna de toets b en na een korte vertraging worden beide toetsen losgelaten met de opdracht Keyboard.releaseAll().Als je het aangepaste programma gebruikt in Word, zie je dat met de toets de optie vetgedrukt wordt aan- en uitgezet.

©PXimport

08 Bibliotheek toevoegen

De Keyboard-bibliotheek voor Arduino ondersteunt niet alle toetsen. Hierdoor kun je bijvoorbeeld niet de standaard multimediatoetsen programmeren die veel toetsenborden hebben voor het pauzeren van nummers of regelen van het volume, of systeemtoetsen voor het starten van een programma als je browser of e-mailprogramma. In zulke situaties kun je de uitgebreidere HID-Project-bibliotheek gebruiken. Als voorbeeld gebruiken we deze bibliotheek in combinatie met een draaiknop (ofwel rotary encoder). Ze worden onder meer gebruikt om de rotatiesnelheid vast te leggen. Je kunt ze ook prima voor een volumeregeling gebruiken, wat we hier gaan doen.

De draaiknop kun je oneindig in beide richtingen draaien, waarbij linksom en rechtsom in feite aparte toetsaanslagen zijn. Je kunt de rotary encoder bovendien indrukken zoals een druktoets, wat we hier gebruiken om het volume op stil te zetten. Om de bibliotheek toe te voegen ga je in Arduino naar Schets / Bibliotheek gebruiken / Bibliotheken Beheren. Zoek de bibliotheek HID-Project op en kies Installeren.

©PXimport

09 Volumeregelaar toevoegen

We gaan pinnen 5, 6 en 7 op de microcontroller gebruiken. De draaiknop heeft aan één kant drie pinnen. De middelste sluit je aan op ground. De andere twee pinnen zijn voor de draaiactie, respectievelijk linksom en rechtsom. Die sluit je aan op pin 5 en 6. Aan de andere kant zie je twee pinnen voor de drukactie. Hiervan sluit je er weer één aan op ground en de andere op pin 7. Maak een nieuw bestand in Arduino met Bestand / Nieuw. In het programma voegen we eerst de bibliotheek toe en definiëren we de pinnen met de buttons:

#include "HID-Project.h"

#define VOLBUT_UP 6

#define VOLBUT_DOWN 5

#define VOLBUT_PUSH 7

In setup() stellen we de pinnen in als input en maken ze hoog met één commando. Daarna starten we de Consumer-API met Consumer.begin(). Deze API zorgt dat je bijvoorbeeld een mediaspeler kunt bedienen of de browser en andere speciale programma’s kunt openen.

void setup() {

pinMode(VOLBUT_UP, INPUT_PULLUP);

pinMode(VOLBUT_DOWN, INPUT_PULLUP);

pinMode(VOLBUT_PUSH, INPUT_PULLUP);

Consumer.begin();

}

In de lus reageren we op het laag zijn van een input, waarbij we afhankelijk van de button het volume verhogen, verlagen of op stil zetten. Met de vertraging (delay) zul je wat moeten experimenteren.

void loop() {

if (!digitalRead(VOLBUT_UP)) {

Consumer.write(MEDIA_VOL_UP);

delay(120);

}

if (!digitalRead(VOLBUT_DOWN)) {

Consumer.write(MEDIA_VOL_DOWN);

delay(120);

}

if (!digitalRead(VOLBUT_PUSH)) {

Consumer.write(MEDIA_VOL_MUTE);

delay(250);

}

}

©PXimport

10 Andere functies

In het voorbeeld gebruiken we de Consumer-API die we aanroepen met Consumer.begin(). Maar de bibliotheek biedt ook andere opties. Zo kun je op vergelijkbare wijze de zogeheten System-API gebruiken voor systeemfuncties als het afsluiten of laten slapen of ontwaken van je systeem. Verder heb je de Gamepad-API voor het emuleren van een spelcontroller. Ook kun je de Keyboard-API gebruiken, dat eigenlijk een verbeterde versie is van de Keyboard-bibliotheek van Arduino, die ook ongeveer hetzelfde werkt.

In Arduino kun je diverse voorbeelden ophalen via Bestand / Voorbeelden / HID-Project. Wil je een uitgebreidere gamecontroller bouwen, dan is de Arduino Joystick-bibliotheek een aanrader, deze vind je hier. Na het downloaden van het zip-bestand kun je deze aan Arduino toevoegen via Schets / Bibliotheek gebruiken / Voeg .ZIP bibliotheek toe. Open dan bijvoorbeeld Bestand / Voorbeelden / Joystick / GamepadExample of een van de andere voorbeelden. Je zult zien dat er veel overeenkomsten zijn met de in dit artikel gebruikte bibliotheken.

©PXimport

Te veel knoppen … te weinig ingangen?

Wil je een groot aantal knoppen aansluiten, dan kom je al snel ingangen te kort. Gelukkig kun je via een zogenaamde matrix veel meer toetsen aansluiten. Hierbij maak je rijen en kolommen, bijvoorbeeld 4×4 of 5×5. Heb je toch te weinig ingangen? Met een IO-expander kun je uitbreiden. Zo’n module werkt via de IC2-bus die je ook op deze microcontroller vindt. Een voorbeeld is de SX1509. Met slechts twee draden (voor de IC2-bus) krijg je er 16 digitale ingangen bij en daarmee kun je tot 64 buttons in een 8×8-matrix toevoegen!

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.