ID.nl logo
Pi-KVM: Nas benaderen via Raspberry Pi op afstand
© Reshift Digital
Huis

Pi-KVM: Nas benaderen via Raspberry Pi op afstand

Als je nas of server op zolder is gecrasht, wil je waarschijnlijk voorkomen dat je het probleem ter plaatse moet oplossen. Met een kvm-over-ip-systeem kun je op afstand ingrijpen via het netwerk, wat helaas betrekkelijk duur is. Met Pi-KVM bouw je zoiets zelf met een Raspberry Pi en enkele goedkope componenten.

Een server of een nas staat waarschijnlijk niet altijd op een toegankelijke plaats. Dat is doorgaans geen probleem: je beheert het apparaat toch via het netwerk. Maar wat als het systeem is gecrasht en het daardoor niet meer bereikbaar is? Je kunt dan ter plaatse het apparaat rebooten, of als je er niet bij kunt in je meterkast de groep van je zolder even uitschakelen en weer inschakelen. Dan moet je maar hopen dat het apparaat uit zichzelf opstart of dat je het via wake-on-lan weer in actie krijgt.

Maar zelfs dan kan er nog heel wat misgaan. Wat als de bootloader bij een update een verkeerde configuratie heeft gekregen, zodat het besturingssysteem niet meer opstart? Dat probleem is niet via het netwerk op te lossen. Dan kun je niet anders dan een toetsenbord en scherm aansluiten en zo het probleem onderzoeken. Wellicht dien je via een live-cd een rescue-sessie op te starten om de bootloader opnieuw te installeren of andere hersteltaken uit te voeren.

Juist voor deze situatie zijn er in de loop der jaren talloze technologieën ontwikkeld die het mogelijk maken om op afstand het toetsenbord, scherm en opslagapparatuur van een server over te nemen alsof je er fysiek bij aanwezig bent. Dat heet doorgaans kvm-over-ip, waarbij kvm staat voor keyboard, video en mouse.

Er bestaan ook gestandaardiseerde protocollen voor beheer op afstand, iets wat men vaak out-of-band-management noemt. De bekendste is IPMI (Intelligent Platform Management Interface). Twee implementaties daarvan zijn DRAC (Dell Remote Access Controller) van Dell en iLO (Integrated Lights-Out) van HPE. Naast IPMI heb je ook AMT (Active Management Technology) van Intel. Een relatief nieuwe standaard is Redfish, die in de industrie ook al een goede ondersteuning heeft gekregen.

Goedkoop alternatief

Al deze technologieën hebben gemeen dat ze zich vooral richten op de zakelijke markt en daardoor niet goedkoop zijn. Maar voor de thuisgebruiker met een nas is er een alternatief: sluit een Raspberry Pi op je nas aan en laat die werken als een via het netwerk aan te sturen toetsenbord, muis en scherm van je nas. Pi-KVM biedt zo’n oplossing aan, die je zelf kunt bouwen voor nog geen 100 euro.

Je sluit de video-uitgang van je nas gewoon via een video-capturecomponent aan op je Raspberry Pi, en via de usb-otg-aansluiting doet de Raspberry Pi zich voor als toetsenbord en muis. Dan sluit je de Raspberry Pi op je netwerk aan. Via een webinterface of VNC-client krijg je dan toegang tot het scherm van je nas en stuur je dat aan met je eigen toetsenbord en muis.

©PXimport

Op de GitHub-pagina van Pi-KVM staat uitgelegd welke componenten je nodig hebt om je eigen kvm te maken. De huidige versie heeft een Raspberry Pi 4 nodig (het model met 2 GB geheugen volstaat) of een Raspberry Pi Zero W. Deze laatste is trager en dan ook niet aan te raden.

Voor de video-capture kun je kiezen voor een hdmi-naar-usb-dongel (de goedkoopste optie), maar die levert een beeldvertraging op van zo’n 200 ms en is minder betrouwbaar. Een betere optie is dan ook een hdmi-naar-csi-2-adapterbordje, dat je op de csi-2-connector van je Raspberry Pi aansluit, die normaal gesproken is bedoeld voor de Raspberry Pi Camera Module. In feite geef je zo het beeld van het scherm van je nas door aan je Raspberry Pi alsof het een camerabeeld is.

Dan rest nog de emulatie van het toetsenbord en muis. De usb-c-aansluiting van de Raspberry Pi 4 dient voor de stroomvoorziening, maar minder bekend is dat die ook usb-on-the-go (usb-otg) voor dataoverdracht ondersteunt. Met een trucje kunnen we daarvan gebruikmaken. 

Als je de usb-c-kabel waarop je de Raspberry Pi aansluit splitst in één usb-a-kabel voor de stroomvoorziening (die je in een voeding van 3 ampère en 5 volt steekt) en één usb-a-kabel voor data, kun je die laatste aansluiten op je nas en kan je Raspberry Pi zich zo voordoen als toetsenbord, muis en zelfs opslagapparaat.

Usb-splitter zelf maken

Alles wat we hiervoor noemden, kun je kant-en-klaar kopen, inclusief de usb-splitter. Maar bij deze laatste moet je even opletten: veel usb-splitters hebben in de ene kabel alleen stroom en in de andere kabel data én stroom, om extra stroom aan een usb-apparaat zoals een harde schijf te leveren. Dat kan in onze situatie voor Pi-KVM voor problemen zorgen. Je hebt daarom een usb-splitter nodig die het signaal splitst in voeding voor de ene kabel en data voor de andere.

Gelukkig kun je zo’n kabel vrij eenvoudig zelf maken en dat gaan we hier ook doen. Je hebt een usb-a-naar-usb-c-kabel nodig (mannelijk/mannelijk) en een usb-a-kabel met mannelijke connector aan de ene kant (waarvan je maar de helft gebruikt). Eén van de twee mag een pure voedingskabel zijn (die dus geen datalijnen heeft). Je kunt het beste kabels van verschillende kleuren gebruiken, zodat je makkelijker onthoudt wat de data- en wat de voedingskabel is van je splitter.

©PXimport

Beslis welke kabel je als datakabel en welke je als voedingskabel gaat gebruiken. Knip de ongebruikte connector van de voedingskabel af en strip de isolatie van het uiteinde. Je ziet nu vier draden (of twee als het een voedingskabel is): de witte en groene draden zijn de datalijnen, de rode en zwarte (of blauwe) zijn de voedingslijnen. Van deze heb je alleen de voedingslijnen nodig. Buig de andere om of knip ze af zodat ze geen onbedoeld contact maken. Strip nu de isolatie van de rode en zwarte draden. Doe dat bijvoorbeeld met een breekmes, want het zijn heel dunne draden.

De andere kabel, waarvan je het ene uiteinde als datakabel gaat gebruiken en het usb-c-uiteinde in de Raspberry Pi gaat steken, moet je niet doorknippen. Je dient op een bepaald punt de buitenste isolatielaag te verwijderen. Doe dat voorzichtig door met een striptang op twee plaatsen in de kabel te snijden zonder de draden binnenin te beschadigen, en de isolatie ertussen te verwijderen.

©PXimport

Knip hier nu de zwarte en rode draden door. Strip de isolatie van de twee uiteindes van de zwarte kabel en van het uiteinde van de rode kabel aan de kant van de usb-c-connector die in de Raspberry Pi moet. De andere rode kant buig je om of knip je af; die heb je niet nodig. Verbind nu de rode draad van de datakabel met de rode draad van de voedingskabel. 

Breng de twee stukken van de doorgeknipte zwarte draad van de datakabel bij elkaar en verbind die met de zwarte draad van de voedingskabel. Soldeer beide verbindingen vast na eerst elke draad te vertinnen. Let op: voor de zwarte draad moet je dus drie stukjes aan elkaar solderen!

Werk de kabel nu af. Bevestig isolatietape rond de zwarte draad en andere isolatietape rond de rode. Bevestig tot slot isolatietape rond het geheel, zodat er geen open draden meer te zien zijn van de usb-kabels.

over hoe je deze kabel maakt.

©PXimport

©PXimport

Uiteindelijk heb je een kabel met aan één kant een usb-c-connector die zowel data als voeding doorgeeft, en aan de andere kant één kabel met usb-a-connector voor de data en een andere kabel met usb-a-connector voor de voeding. Onthoud (of beter: label) welke waarvoor dient!

©PXimport

Pi-KVM installeren

Dan heb je nu alles om je eigen Pi-KVM-apparaat te maken. Als je de hdmi-naar-usb-dongel gebruikt, steek die dan in de usb-poort linksonder (de software verwacht die daar). Gebruik je het hdmi-naar-csi-2-adapterbordje, trek dan het zwarte lipje van de camera-interface op de Raspberry Pi (tussen de analoge audio en de micro-hdmi) naar boven, en trek ook het lipje op het adapterbordje naar buiten.

Steek dan de lintkabel in de connector op de Raspberry Pi, met het blauwe strookje gericht naar de usb-poorten, en klik het lipje weer dicht. Doe hetzelfde op het adapterbordje, waar de blauwe strook naar de bovenkant gericht moet zijn.

Download de image van Pi-KVM en kies daarbij voor de versie voor het csi-adapterbordje of de usb-dongel. Schrijf dit dan met een programma zoals balenaEtcher of USBImager naar een micro-sd-kaart van minstens 16 GB groot. Steek deze in je Raspberry P en sluit de hdmi-connector van het adapterbordje via een hdmi-kabel op het scherm van je nas aan. 

Sluit dan het usb-c-uiteinde van je usb-kabel op je Raspberry Pi aan, doe de voedingskabel van de andere kant in een voedingsadapter van 3 ampère en 5 volt en steek de datakabel in een usb-poort van je nas. Sluit een ethernetkabel aan, zodat je Raspberry Pi een netwerkverbinding heeft. En steek tot slot de voedingsadapter in het stopcontact, waarna je Pi-KVM-machine opstart. 

Lukt dit niet, draai dan de usb-c-connector om. Onze Frankensteinkabel heeft niet de handige eigenschap van usb-c dat het niet uitmaakt hoe je de connector ergens in steekt.

Zoek nu het ip-adres dat je Raspberry Pi via dhcp heeft verkregen. Dat kan in de lijst met dhcp-leases in de webinterface van je router. Log in op https://IP met in plaats van IP het ip-adres van je Raspberry Pi. Je krijgt een waarschuwing te zien, omdat de webinterface van Pi-KVM een zelfondertekend tls-certificaat gebruikt. Log in met gebruikersnaam admin en wachtwoord admin.

Je krijgt nu het hoofdscherm van Pi-KVM te zien, met drie opties: KVM, Terminal en Logout

©PXimport

Kies eerst eens voor Terminal en voer su in om naar de rootgebruiker over te schakelen (het wachtwoord is standaard root). Voer dan eerst rw in om het rootbestandssysteem beschrijfbaar te maken en dan passwd om een nieuw wachtwoord voor root te kiezen. Het wachtwoord voor gebruiker admin wijzig je met de opdracht: kvmd-htpasswd set admin.

KVM instellen

Het belangrijkste is uiteraard de kvm-functionaliteit. Keer terug naar het hoofdscherm en kies KVM. Als je Pi-KVM correct op je nas hebt aangesloten en je die via atx (in het menu ATX / Click Power of door fysiek de powerknop in te drukken) inschakelt, zie je nu het opstartscherm van je bios/uefi en daarna het bootmenu verschijnen.

Je kunt nu ook met je toetsenbord en muis je nas aansturen alsof je er vlak voor zit, en allerlei hersteltaken uitvoeren. Instellingen in het bios of de uefi aanpassen? Het bootmenu aanpassen of een andere entry in het bootmenu kiezen omdat de standaardkeuze niet start? In het initramfs van je Linux-server je bestandssysteem herstellen of de passphrase invoeren om je rootbestandssysteem te unlocken? Het is allemaal mogelijk op deze manier.

Let wel op: omdat je dit alles in een webbrowser doet, worden specifieke toetsen(combinaties) door het besturingssysteem van je pc of je webbrowser geïnterpreteerd en niet op je nas. Daarbij horen belangrijke combinaties zoals Ctrl+Alt+Del, maar ook toetsen zoals Shift Lock. Als je deze naar je nas wilt sturen, kan dat in Pi-KVM via het menu Shortcuts.

©PXimport

Virtuele schijf toevoegen

Een volgende stap is dat je ook op afstand een (virtuele) schijf toevoegt aan je nas, bijvoorbeeld om bij grotere problemen je nas van een herstelschijf op te starten of een volledige herinstallatie te doen van je Linux-server met een installatieschijf. Die functionaliteit vind je in het menu Mass Storage.

Klik daar op Select image to upload en selecteer het gewenste iso-bestand op je pc. Klik daarna op Upload om het naar je Raspberry Pi te uploaden. Dit is de reden waarom je het liefst geen te kleine micro-sd-kaart in je Raspberry Pi stopt: alle images waarvan je je nas wilt kunnen opstarten, moeten hierop kunnen passen.

Zodra het iso-bestand is geüpload, klik je het in het uitklapmenu naast Image: en kies je of je bij Drive mode of je de schijf wilt simuleren als cd-rom of usb-stick. Daarna klik je onderaan op Connect drive to Server. Pi-KVM doet zich dan via de usb-otg-interface voor als opslagapparaat en biedt zo de inhoud van de image aan je nas aan.

Als je nu je nas reboot of opstart, kun je in het bootmenu van het bios/uefi de virtuele schijf kiezen waarvan hij moet opstarten. Je voert nu de hersteltaken of installatie uit waarvoor je de schijf nodig hebt. En als je daarna klaar bent, klik je in Pi-KVM in het menu Mass Storage op Disconnect drive om de virtuele schijf te ontkoppelen. Als je daarna je nas weer herstart, zal hij weer van zijn normale schijf starten.

©PXimport

Werken met macro's

Als je specifieke acties met je toetsenbord en muis meerdere keren moet uitvoeren, kun je deze opnemen als macro’s en daarna meerdere keren afspelen. Ga daarvoor in de webinterface van Pi-KVM naar Macro, klik op Rec, voer je taken uit, en klik op Stop als je macro klaar is. Op deze manier kun je bijvoorbeeld de juiste opstartschijf in het bootmenu kiezen en dit als een macro opslaan. De tijd dat het script nodig heeft, wordt ook getoond. Deed je iets verkeerds in je macro, klik dan op Clear en neem ze dan opnieuw op.

De macro’s worden niet op Pi-KVM zelf opgeslagen. Je dient je aangemaakte macro dus eerst te downloaden met een klik op Download script. Sla die dan op je pc op met een duidelijke naam. Als je dan later de macro opnieuw wilt uitvoeren op je nas, klik je op Upload script en daarna op Play om de macro uit te voeren. In sommige omstandigheden is de optie Infinite loop playback interessant: de acties die je in de macro hebt opgenomen, worden dan in een lus telkens herhaald.

©PXimport

Pi-KVM uitbreiden

Het besturingssysteem van Pi-KVM is gebaseerd op Arch Linux ARM. Je kunt dit flexibele besturingssysteem dan ook uitgebreid aan je wensen aanpassen. Extra pakketten installeren voor functionaliteit die niet standaard erin zit, is eenvoudig gebeurd. Houd er wel rekening mee dat het besturingssysteem in read-only modus draait. Maak het bestandssysteem dus altijd eerst schrijfbaar voor je pakketten installeert of configuratiebestanden aanpast, en maak het daarna weer read-only. Op die manier is de kans op een corrupte micro-sd-kaart laag.

Verder ondersteunt Pi-KVM ook de serverbeheerprotocols IPMI en Redfish. Die eerste heeft tal van zwakheden; die tweede is een moderner, op http gebaseerd protocol dat al heel wat veiliger is. Redfish is standaard al ingeschakeld. Dat betekent dat je met tools die Redfish ondersteunen Pi-KVM op afstand kunt aansturen met de gebruikers die in Pi-KVM zijn gedefinieerd. 

Tot slot kun je in Pi-KVM ook meer dan één opslagapparaat definiëren, een seriële verbinding over usb configureren of ethernet over usb. In het laatste geval kun je je Raspberry Pi bijvoorbeeld als dns-server of ftp-server voor je nas laten werken.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

▼ Volgende artikel
Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig
© fizkes - stock.adobe.com
Huis

Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig

Een computer laat het vaak afweten op het slechtste moment. Of het nu gaat om een zwart scherm, geen internetverbinding of verdwenen bestanden: wie goed voorbereid is, bespaart tijd en ergernis. In dit artikel lees je welke hardware- en softwaretools je het best vooraf klaarzet, voor jezelf of om anderen te helpen – desnoods vanaf afstand.

Wat gaan we doen?

In dit artikel lossen we geen concrete problemen op, maar helpen je goed voor te bereiden op allerlei mogelijke computer­storingen. We leggen uit welke tools je het best altijd in je EHBO-kistje houdt, van hardwaretools tot handige softwareprogramma’s.

Tip 1 - Gerichte aanpak

Een computer en zeker een (thuis)netwerk vormen een complex geheel van componenten, waardoor het lastig kan zijn om snel de juiste oorzaak van een probleem te achterhalen en het op te lossen. Het kan aan hardware liggen (zoals een defecte adapter of slechte kabel), maar ook aan software (zoals een configuratiefout, malware of een incompatibel stuurprogramma). Het is dus verstandig om op zowat alles voorbereid te zijn. Dit vraagt niet alleen kennis en ervaring, maar ook een doordachte aanpak.

Begin met een gerichte observatie van fout­meldingen of gedrag, en voer dan systematisch tests uit. Start bij de eenvoudigste oorzaken, zoals herstarten of bekabeling. Sluit stapsgewijs andere mogelijke oorzaken uit. Noteer wat je test en welk resultaat je krijgt. Bij netwerkproblemen werk je het best van buiten naar binnen: controleer eerst randapparatuur en verbindingen, daarna besturingssysteeminstellingen, en tot slot software of hardware.

Daarvoor heb je natuurlijk ook het juiste ­materiaal nodig, en dat is nu net onze focus. We bekijken eerst welke hardwaretools nuttig zijn, zowel vrij eenvoudige gereedschappen als meer geavanceerde tools. Je kiest uiteraard zelf hoe ver je hierin wilt gaan. Daarna bespreken we handige softwaretools voor diagnose, herstel en reparatie, gebundeld op een multibootstick. Tot slot bekijken we nog enkele opties voor hulp op afstand.

©Angela - stock.adobe.com

Netwerkproblemen? Het kan ook zo simpel zijn als een kapotte netwerkkabel.

Tip 2 - Basisgereedschap

We starten met het basisgereedschap. Kleine dingen die je weleens over het hoofd kunt zien, maar die soms goed van pas komen! We denken bijvoorbeeld aan plakband of ducttape (bijvoorbeeld voor het (tijdelijke) herstel van een gescheurde kabel) en labeltape of markeerstickers om bepaalde (te verplaatsen) onderdelen duidelijk te identificeren. Enkele fijne permanente kleurmarkers kunnen hiervoor ook nuttig zijn. Zorg ook dat je een pincet of fijn tangetje bij de hand hebt, evenals een usb-lampje of een mini-zaklamp (eventueel gebruik je de led van je smartphone). Schroevendraaiers mogen uiteraard evenmin ontbreken: zowel kruiskopschroevendraaiers (Phillips PH0, PH1, PH2), als sleufschroevendraaiers, als torx-modellen (vooral T5 tot T10). Eventueel stop je er ook een paar drie- en zeskantige schroevendraaiers bij, evenals pentalobe-modellen (zoals voor Apple-laptops). Het is wel zo makkelijk als je schroevendraaiers magnetisch zijn om kleine schroefjes (in de systeemkast) niet te verliezen. Let wel op dat je hiermee geen elektronische onderdelen aanraakt. Een handige allround-oplossing is een precisie-schroevendraaierset met magnetische houder en verwisselbare bits.

Voor het schoonhouden van je apparatuur heb je ook altijd een spuitbus met perslucht in de buurt, evenals een luchtblazer (rubberen balgpompje), enkele watten- of schuimstaafjes en een paar micro­vezeldoekjes. Voor het reinigen van contactpunten, sockets, toetsenborden en behuizingen is een goed afsluitbare fles isopropyl-alcohol handig (liefst minimaal 99,9 procent). Zorg ook voor een anti­statische polsband of mat om elektrostatische schade te voorkomen. Denk verder ook aan een usb-stick, usb-hub (met eigen voeding) en een paar netwerk-patchkabels (bij voorkeur CAT 6). Bij elkaar kost dit hele setje basisgereedschap zo’n 160 euro.

©Nikolay - stock.adobe.com

Met een precisieset met verwisselbare bits kun je al je apparatuur openmaken.

Tip 3 - Extra gereedschap

Kant-en-klare netwerkkabels hebben onze voorkeur, maar soms is een zelfgemaakte kabel op maat handiger. Daarvoor heb je een krimptang nodig en wat handigheid om de connector goed te plaatsen. Op YouTube vind je genoeg instructievideo’s; na enige oefening lukt dat vlot. Zorg ook voor een RJ45-netwerktester. Er bestaan complete netwerksets met krimptang, stripper en tester.

Stop een paar lithium-knoopcellen (CR2032) in je kit, want het CMOS-geheugen van veel computers krijgt stroom van zo’n batterij en die dien je na enkele jaren te vervangen. Een batterijtester die ook geschikt is voor knoopcellen, is ook altijd handig (circa 10 euro). Voor het uitlezen van SD-kaarten gebruik je het liefst een externe SD-kaartlezer. Om problemen met draadloze muizen of toetsenborden te vermijden, zijn een usb-muis en -toetsenbord ­nuttig (samen vanaf zo’n 20 euro).

Ook enkele typische adapters zijn onmisbaar. Denk aan een usb-naar-wifi-adapter, usb-naar-ethernet-adapter (voor als de interne netwerkpoort niet werkt), usb-naar-SATA-adapter (om een interne schijf via usb op je eigen pc aan te sluiten), en een usb-c-multi-adapter. De geschatte totaalprijs van de spullen uit deze tip is zo’n 190 euro.

©kvladimirv - stock.adobe.com

Een netwerk­set, met onder meer een krimptang, netwerk­tester en kabelstripper.

Tip 4 - Voor de echte techneut

Ben je intussen de vaste computerreparateur geworden voor buren, kennissen en familie, dan is het misschien tijd om je reparatiekit verder te professionaliseren. Een psu-tester en een multimeter horen daar zeker bij. Met een psu-tester controleer je eenvoudig een pc-voeding (Power Supply Unit): sluit de ATX-stekker (van de desktop) en eventueel andere connectors (als cpu of PCIe) aan, waarna je per lijn de spanning uitleest (zoals 3,3V, 5V, 12V en andere). Een multimeter is veelzijdiger: je meet er spanning, stroom en weerstand mee (categorie 2 is geschikt tot 230V). Zo’n apparaat vergt wel enige ervaring, maar YouTube-video’s helpen je vast op weg.

Een (snelle) externe usb-ssd van bijvoorbeeld 2 TB komt ook van pas, bijvoorbeeld voor systeemback-ups. Bij schermproblemen is een klein reservescherm met voldoende resolutie (én HDMI en usb-c-aansluitingen) handig. Zorg eveneens voor een tubetje thermische pasta, voor als je cpu-koelers moet (ver)plaatsen of bij oververhittingsproblemen.

Eventueel kun je een diagnostische POST-kaart (Power-On Self Test) toevoegen, die je via PCIe (x1) op een (desktop)computer aansluit. Bij het opstarten voert het UEFI/BIOS een POST-routine uit, waarbij het systeem per stap een hex-code via de systeembus doorstuurt. Zo’n kaart vangt deze codes op en toont ze op een leddisplay. De betekenis lees je af in een POST-tabel (online of in de onderhoudshandleiding), zodat je gericht kunt testen. Eenvoudige modellen vind je al vanaf zo’n 10 euro. De geschatte totaalprijs van deze spullen is zo’n 280 euro.

©Mr.Norasit Kaewsai

Een multimeter is veelzijdig en hoeft niet zo duur te zijn.

Tip 5 - Programma's verzamelen

Je EHBO-kit is inmiddels goed gevuld met tools voor hardwareproblemen. Maar wat als de oorzaak bij software ligt? Zulke fouten los je doorgaans software­matig op, dus verzamel je het best vooraf alvast de meest geschikte programma’s voor diagnose en herstel. Deze tools kunnen sterk variëren, want ook de oorzaken van problemen verschillen. Denk aan corrupte drivers of systeembestanden, foutgelopen updates, conflicterende software, malware, ­verkeerde configuraties en beschadigde opstartitems. Je hebt dus tools nodig die malware kunnen opsporen en verwijderen, bootstructuren (tot op sectorniveau) kunnen controleren en herstellen, schijven kunnen herpartitioneren, data kunnen redden van nukkige systemen, wachtwoorden kunnen achterhalen of wissen en meer.

Daarnaast moet je de juiste manier vinden om de software te starten. Soms lukt dat via een koppeling van de interne schijf van het defecte systeem aan je eigen computer. In de praktijk werkt het meestal handiger als je de EHBO-software rechtstreeks op het probleemtoestel kunt draaien. Als een ­normale start niet lukt, zelfs niet in de veilige modus (Windows), biedt een bootstick uitkomst. Dit is een opstartbare usb-stick met een eigen besturingssysteem, zoals Windows of Linux. Idealiter kies je voor een multibootstick, met meerdere systemen of tools, zodat je vlot de meest geschikte diagnose- of herstelomgeving kunt selecteren. We behandelen in dit artikel twee uitstekende, gratis oplossingen.

Een ‘blue screen of death’: Windows in paniek, maar wat is de oorzaak? Overigens gaat Microsoft dit scherm na 40 jaar wijzigen: het wordt zwart met kortere teksten.

Tip 6 - YUMI-stick maken

YUMI (Your Universal Multiboot Installer) is een tool waarmee je zo’n multibootstick kunt maken. Deze tool is handig omdat je uit tal van besturingssystemen kunt kiezen, zonder die zelf te hoeven zoeken. Surf naar www.kwikr.nl/yumi, scrol tot bij YUMI exFAT Download en klik op Download YUMI. Dubbelklik op het gedownloade exe-bestand om de portable tool te starten. Klik op I Agree en plaats een (lege) usb-stick in je pc, bij voorkeur 3.x en met voldoende ruimte voor alle gewenste distributies. Klik indien nodig op Redetect Disks als het station niet zichtbaar is bij Step 1: You Chose. Selecteer de juiste stick en klik op Prepare this Device, zodat de stick correct geformatteerd wordt. Bevestig met Ja als je zeker weet dat de stick geen belangrijke gegevens bevat. Na afloop verschijnt een exFAT-partitie in Verkenner met de naam YUMI. Voor wie technisch geïnteresseerd is: via Schijfbeheer zie je ook een kleine FAT-partitie (VTOYEFI). Dit is de EFI-systeempartitie, maar daar hoef je je verder niet om te bekommeren.

Bij Step 2: Select a Distribution […] kies je vervolgens de gewenste distributie. Er zijn er meer dan 100, vooral Linux-distributies, maar ook systemen als back-uptools, partitiebeheerders, wachtwoordkrakers, geheugentesters, penetratietesters en allround-troubleshooters zoals Ultimate Boot cd, SystemRescue (Linux) en Hiren’s BootCD PE (Windows). Op enkele hiervan komen we straks nog even terug.

Met YUMI maak je eenvoudig een multibootstick.

Tip 7 - YUMI-distributies

Selecteer de eerste gewenste distributie. De verwijzing naar het bijbehorende schijfkopiebestand kleurt oranje als YUMI dit in de YUMI-map detecteert, althans wanneer je het daar zelf al had geplaatst. Kleurt dit rood, dan kun je via Browse naar de juiste downloadmap navigeren. Staat het bestand nog niet op je schijf, klik dan op Download link om het te downloaden. Of klik op Visit the […] site om het zelf binnen te halen van de site van de producent. Bij sommige distributies, zoals Ubuntu, verschijnt een extra optie (Step 4) waarmee je optioneel opslagruimte reserveert voor persistente wijzigingen. Zodra de juiste distributie is geladen bij Step 3, klik je op Create en bevestig je met Ja. De voortgang volg je in het logvenster. Na afloop klik je op Next en op Ja om extra distributies toe te voegen aan het YUMI-bootmenu, op dezelfde manier als daarnet. Dat kan ook later nog, zolang je YUMI opnieuw start zonder de stick opnieuw te formatteren.

Wil je een toegevoegde distributie verwijderen, plaats dan een vinkje bij View or Remove Installed Distros, selecteer het ongewenste systeem en klik op Remove.

Na de ‘installatie’ van een distributie kun je gerust een ­volgende op de stick kwijt.

Tip 8 - Ventoy

Lukt het om een of andere reden niet met YUMI of wil je liever een andere tool gebruiken, dan is Ventoy een prima alternatief. Download de recentste versie van het portable programma via www.kwikr.nl/ventoy. Pak het zip-bestand uit en start de tool. In het Language-menu kies je eventueel voor Dutch (Nederlands).

Plug een geschikte (lege) usb-stick in en dubbelklik op het bestand Ventoy2Disk.exe. Klik op de ronde pijlknop zodat Ventoy de stick correct herkent. Open nu eerst even het menu Opties. Bij Partitietabel staat standaard MBR geselecteerd. In de meeste gevallen is dat de beste optie, tenzij je zeker weet dat je de stick enkel op moderne UEFI-systemen gebruikt; in dat geval kun je GPT selecteren. Laat ook de optie voor Secure Boot aangevinkt, behalve als je weet dat je de stick enkel op oudere systemen zonder secure boot gebruikt of bereid bent secure boot tijdelijk uit te schakelen (zonder de UEFI-bootmodus te wijzigen). In dit menu vind je ook de optie Ventoy verwijderen: hiermee maak je de stick leeg en verwijder je de partities als je dit wenst.

Check eerst nog even enkele opties in Ventoy.

Tip 9 - Distributies plaatsen

Er rest nu nog maar één stap. Klik op Installeren (Bijwerken is bedoeld voor een update naar een recentere Ventoy-versie) en bevestig dit tweemaal met Ja. Alle data op de stick worden gewist en, net als bij YUMI, verschijnen er twee partities: een grote VENTOY-datapartitie en een kleine VTOYEFI-systeempartitie. Het hele proces duurt slechts enkele seconden.

Daarna mag je Ventoy sluiten: je stick is nu klaar om de eerste distributies te ontvangen. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar eigenlijk is het heel eenvoudig. Je hoeft enkel het schijfkopiebestand (meestal een iso-bestand) van een distributie naar de VENTOY-partitie te kopiëren, desgewenst in aparte mappen (zoals \allround, \antivirus, \backup, \dataherstel, \partitiebeheer enzovoort). Dit kan gewoon via Verkenner. Dit geldt trouwens ook voor een YUMI-stick, aangezien die onderliggend gebruikmaakt van Ventoy-technologie. In het tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’ vermelden we enkele uitstekende tools, inclusief hun downloadlocaties.

Distributies op Ventoy: niet moeilijker dan de iso-bestanden naar de VENTOY-partitie kopiëren.

Tip 10 - Bootstick opstarten

Het is nu de bedoeling dat je je multibootstick opstart op een (problematisch) systeem. Daarbij maakt het weinig uit of je een YUMI- of een Ventoy-stick gebruikt. Tijdens het opstarten druk je enkele keren op een sneltoets, zoals ESC, F8 of F12, om het opstartmenu te openen. Op oudere toestellen moet je mogelijk eerst het BIOS-setupmenu oproepen via een sneltoets en daar bij Boot order (priority) de usb-stick als eerste opstartmedium instellen.

Gaat het om een moderner UEFI-systeem, dan staat secure boot waarschijnlijk ingeschakeld, wat kan verhinderen dat je bootstick opstart. Voor een YUMI-stick moet je deze functie wellicht eerst tijdelijk uitschakelen om te kunnen opstarten. Een Ventoy-stick start meestal wél op als je eerder de optie Secure Boot had aangevinkt (zie tip 8). In dit geval moet je bij de allereerste opstart wel nog een korte procedure doorlopen, zoals beschreven op www.kwikr.nl/vensec. Je kunt eventueel ook hier eerst secure boot tijdelijk uitschakelen.

Het startmenu van je bootstick verschijnt nu. Laten we Ventoy als voorbeeld nemen. Je ziet hier alle toegevoegde distributies als menu-opties. Met F3 kun je ook overschakelen naar een mapweergave, waarbij je eerst een map opent (zoals \allround, \antivirus enzovoort) en daarna de gewenste distributie start. Zo start je vanaf één stick moeiteloos allerlei distributies en tools, en kun je meteen gericht troubleshooten.

Een geheugen­test vanaf de bootstick (Memtest86+ vanuit Avira Rescue systeem).

Onmisbare reddingstools

Dé ideale troubleshooting-toolkit bestaat misschien niet, maar met de volgende aanbevelingen kom je wel dicht in de buurt. Het handige is dat je ze met YUMI of Ventoy gewoon samen op één bootstick zet. Keuzestress is dus overbodig.

GParted Live: grafische partitiebeheerder om te schalen, formatteren of herstellen.

Puppy Linux (bijvoorbeeld Ubuntu-editie): lichte Linux-distributie voor toegang tot systemen met beperkte hardware, zoals oudere pc’s.

Norton Bootable Recovery Tool, Avira Rescue System of een soortgelijke oplossing: opstartbare antivirus voor het opschonen van zwaar geïnfecteerde systemen.

CloneZilla Live: tekstgebaseerde tool voor disk-imaging en klonen van schijven voor back-ups en migratie.

MemTest86+: platformonafhankelijke geheugentest om RAM-problemen op te sporen.

SystemRescue: Linux-gebaseerde omgeving met uiteenlopende tools voor systeemherstel, partitiebeheer, dataherstel en netwerkdiagnose.

Hiren’s BootCD PE: tal van populaire troubleshootingtools in een vertrouwde Windows-desktopomgeving op basis van Windows 10 PE.

Tip 11 - Extra tools

De kans is groot dat je met de applicaties uit de kadertekst ‘Onmisbare reddingstools’ al vrijwel alle nodige tools hebt. Toch kun je gaandeweg nog programma’s ontdekken die je graag aan je bootstick toevoegt. Dat werkt zowel op een YUMI- als op een Ventoy-stick heel eenvoudig.

Op www.portableapps.com/apps kun je alvast terecht voor meer dan 1100 apps, waaronder zo’n 160 uiteenlopende hulpprogramma’s. Download het .paf.exe-bestand van de gewenste tool en voer dit uit in een tijdelijke map op je eigen systeem. Kopieer daarna de uitgepakte bestanden naar een aparte submap op je bootstick, bijvoorbeeld in \tools\<naam\_app>.

Daarna open je binnen een opgestarte distributie (zoals de Windows Verkenner in Hiren’s BootCD PE: zie tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’) gewoon deze map en start je de portable exe-app van daaruit. Zo stem je je bootstick volledig af op je eigen voorkeuren en behoeften (zie ook tekstkader ‘AIO-pakketten’).

Je kunt bijvoorbeeld vanuit de verkenner in Hiren’s BootCD PE alle gewenste portable apps opstarten.

AIO-pakketten

We vestigen graag de aandacht op twee all-in-onepakketten; beide waardevolle aanvullingen op de tools uit het kader ‘Onmisbare reddingstools’.

Het eerste is The PortableApps.com Platform: een grafisch menu waarmee je selectief honderden portable apps kunt installeren (lees: uitpakken) op je bootstick. Download het bijbehorende .paf.exe-bestand (www.portableapps.com/download) en start het op je systeem. Kies Nieuwe installatie / Portable en verwijs naar je ingeplugde bootstick. Bevestig met Installeren. Start daarna Start.exe op de stick: er verschijnt een menu. Klik op Apps / Meer apps / Op categorie. Scrol bijvoorbeeld tot bij Hulpprogramma’s en vink alle gewenste tools aan. Klik op Installeren om ze aan je stick toe te voegen. Binnen een actieve distributie op je stick start je Start.exe op en navigeer je door het PortableApps-menu.

Een heel ander AIO-platform is Medicat usb (www.medicatusb.com). Deze toolkit bevat verschillende besturingssystemen, waaronder Linux-partities en een WinPE-versie met tientallen handige portable apps. Op de site vind je ook een link naar een post op het forum GBAtemp waar je instructies vindt om de talrijke bestanden (circa 26 GB) op je bootstick te krijgen. Het hele proces duurt even, maar je hebt dan ook een uiterst krachtige toolkit voor diagnose en herstel.

Tip 12 - Quick Assist

Tot nu toe gingen we ervan uit dat je als troubleshooter fysiek aanwezig bent om het probleem op te lossen. Maar er zal vast weleens iemand vanaf afstand je hulp inroepen. We veronderstellen dan wel dat die persoon zijn systeem nog kan opstarten, eventueel in de veilige modus, en zo een tool voor afstandsbeheer kan openen.

Eerst stellen we kort een app voor die standaard met Windows wordt meegeleverd: Quick Assist. Begin aan de helperszijde door de app te starten, klik op Iemand helpen en meld je aan met je Microsoft-account. Noteer de beveiligingscode en geeft die door aan de hulpvrager, bijvoorbeeld via telefoon of bericht. Deze persoon start daarna ook Quick Assist en vult de beveiligingscode in bij Beveiligingscode van assistent. Na een klik op Verzenden verschijnt een bevestigingsvraag: hij plaatst een vinkje en klikt op Toestaan. Zijn bureaublad zou nu zichtbaar moeten zijn in een schaalbaar venster op jouw systeem.

Om het systeem over te nemen klik je bovenaan op Besturing aanvragen. Na een bevestiging van de hulpvrager via Toestaan krijg je toegang tot zijn pc. Boven in het venster vind je knoppen als Laserpointer, Aantekening en Chat (voor communicatie via een apart venster). Als er meerdere schermen zijn aangesloten, kun je via Scherm selecteren het gewenste scherm kiezen. Je kunt de overname stopzetten met Stop best. of Besturing annuleren, en met Verlaten sluit je de sessie volledig af.

Quick Assist: afstandsovername en chatgesprek in volle gang.

Tip 13 - AnyDesk

Quick Assist werkt uitsluitend op Windows, maar er bestaan ook tools als AnyDesk die meerdere platformen ondersteunen, waaronder Windows, macOS en mobiele systemen (www.anydesk.com; gratis voor persoonlijk gebruik). Hier gaan we uit van de Windows-versie.

Start de app op, zowel aan jouw kant als aan die van de hulpvrager. Vraag hem vervolgens via telefoon of bericht om de identificatiecode van zijn werkplek: dit is een 10-cijferige code bovenaan in het venster. Vul deze code in op je eigen app, bij Voer remote adres in. Druk op Enter en geef je firewall desgevraagd toestemming.

De hulpvrager klikt nu op de knop Accepteren met het schildicoon om een sessie met beheerrechten toe te staan. Even later verschijnt zijn bureaublad op jouw scherm en kun je zijn pc op afstand bedienen.

AnyDesk biedt meer opties dan Quick Assist. Zo is er een chatfunctie, een schermopnamefunctie, een whiteboard en een handige datatransferfunctie om snel bestanden tussen beide systemen te verplaatsen. Je kunt de schermweergave aanpassen en via de knop Acties bijvoorbeeld een screenshot maken of de toegangsrichting omkeren. Uiteraard kunnen ook hier beide partijen de verbinding op elk moment stopzetten.

AnyDesk: een gebruiksvriendelijke en flexibele tool voor afstandsbeheer.