ID.nl logo
Pi-KVM: Nas benaderen via Raspberry Pi op afstand
© Reshift Digital
Huis

Pi-KVM: Nas benaderen via Raspberry Pi op afstand

Als je nas of server op zolder is gecrasht, wil je waarschijnlijk voorkomen dat je het probleem ter plaatse moet oplossen. Met een kvm-over-ip-systeem kun je op afstand ingrijpen via het netwerk, wat helaas betrekkelijk duur is. Met Pi-KVM bouw je zoiets zelf met een Raspberry Pi en enkele goedkope componenten.

Een server of een nas staat waarschijnlijk niet altijd op een toegankelijke plaats. Dat is doorgaans geen probleem: je beheert het apparaat toch via het netwerk. Maar wat als het systeem is gecrasht en het daardoor niet meer bereikbaar is? Je kunt dan ter plaatse het apparaat rebooten, of als je er niet bij kunt in je meterkast de groep van je zolder even uitschakelen en weer inschakelen. Dan moet je maar hopen dat het apparaat uit zichzelf opstart of dat je het via wake-on-lan weer in actie krijgt.

Maar zelfs dan kan er nog heel wat misgaan. Wat als de bootloader bij een update een verkeerde configuratie heeft gekregen, zodat het besturingssysteem niet meer opstart? Dat probleem is niet via het netwerk op te lossen. Dan kun je niet anders dan een toetsenbord en scherm aansluiten en zo het probleem onderzoeken. Wellicht dien je via een live-cd een rescue-sessie op te starten om de bootloader opnieuw te installeren of andere hersteltaken uit te voeren.

Juist voor deze situatie zijn er in de loop der jaren talloze technologieën ontwikkeld die het mogelijk maken om op afstand het toetsenbord, scherm en opslagapparatuur van een server over te nemen alsof je er fysiek bij aanwezig bent. Dat heet doorgaans kvm-over-ip, waarbij kvm staat voor keyboard, video en mouse.

Er bestaan ook gestandaardiseerde protocollen voor beheer op afstand, iets wat men vaak out-of-band-management noemt. De bekendste is IPMI (Intelligent Platform Management Interface). Twee implementaties daarvan zijn DRAC (Dell Remote Access Controller) van Dell en iLO (Integrated Lights-Out) van HPE. Naast IPMI heb je ook AMT (Active Management Technology) van Intel. Een relatief nieuwe standaard is Redfish, die in de industrie ook al een goede ondersteuning heeft gekregen.

Goedkoop alternatief

Al deze technologieën hebben gemeen dat ze zich vooral richten op de zakelijke markt en daardoor niet goedkoop zijn. Maar voor de thuisgebruiker met een nas is er een alternatief: sluit een Raspberry Pi op je nas aan en laat die werken als een via het netwerk aan te sturen toetsenbord, muis en scherm van je nas. Pi-KVM biedt zo’n oplossing aan, die je zelf kunt bouwen voor nog geen 100 euro.

Je sluit de video-uitgang van je nas gewoon via een video-capturecomponent aan op je Raspberry Pi, en via de usb-otg-aansluiting doet de Raspberry Pi zich voor als toetsenbord en muis. Dan sluit je de Raspberry Pi op je netwerk aan. Via een webinterface of VNC-client krijg je dan toegang tot het scherm van je nas en stuur je dat aan met je eigen toetsenbord en muis.

©PXimport

Op de GitHub-pagina van Pi-KVM staat uitgelegd welke componenten je nodig hebt om je eigen kvm te maken. De huidige versie heeft een Raspberry Pi 4 nodig (het model met 2 GB geheugen volstaat) of een Raspberry Pi Zero W. Deze laatste is trager en dan ook niet aan te raden.

Voor de video-capture kun je kiezen voor een hdmi-naar-usb-dongel (de goedkoopste optie), maar die levert een beeldvertraging op van zo’n 200 ms en is minder betrouwbaar. Een betere optie is dan ook een hdmi-naar-csi-2-adapterbordje, dat je op de csi-2-connector van je Raspberry Pi aansluit, die normaal gesproken is bedoeld voor de Raspberry Pi Camera Module. In feite geef je zo het beeld van het scherm van je nas door aan je Raspberry Pi alsof het een camerabeeld is.

Dan rest nog de emulatie van het toetsenbord en muis. De usb-c-aansluiting van de Raspberry Pi 4 dient voor de stroomvoorziening, maar minder bekend is dat die ook usb-on-the-go (usb-otg) voor dataoverdracht ondersteunt. Met een trucje kunnen we daarvan gebruikmaken. 

Als je de usb-c-kabel waarop je de Raspberry Pi aansluit splitst in één usb-a-kabel voor de stroomvoorziening (die je in een voeding van 3 ampère en 5 volt steekt) en één usb-a-kabel voor data, kun je die laatste aansluiten op je nas en kan je Raspberry Pi zich zo voordoen als toetsenbord, muis en zelfs opslagapparaat.

Usb-splitter zelf maken

Alles wat we hiervoor noemden, kun je kant-en-klaar kopen, inclusief de usb-splitter. Maar bij deze laatste moet je even opletten: veel usb-splitters hebben in de ene kabel alleen stroom en in de andere kabel data én stroom, om extra stroom aan een usb-apparaat zoals een harde schijf te leveren. Dat kan in onze situatie voor Pi-KVM voor problemen zorgen. Je hebt daarom een usb-splitter nodig die het signaal splitst in voeding voor de ene kabel en data voor de andere.

Gelukkig kun je zo’n kabel vrij eenvoudig zelf maken en dat gaan we hier ook doen. Je hebt een usb-a-naar-usb-c-kabel nodig (mannelijk/mannelijk) en een usb-a-kabel met mannelijke connector aan de ene kant (waarvan je maar de helft gebruikt). Eén van de twee mag een pure voedingskabel zijn (die dus geen datalijnen heeft). Je kunt het beste kabels van verschillende kleuren gebruiken, zodat je makkelijker onthoudt wat de data- en wat de voedingskabel is van je splitter.

©PXimport

Beslis welke kabel je als datakabel en welke je als voedingskabel gaat gebruiken. Knip de ongebruikte connector van de voedingskabel af en strip de isolatie van het uiteinde. Je ziet nu vier draden (of twee als het een voedingskabel is): de witte en groene draden zijn de datalijnen, de rode en zwarte (of blauwe) zijn de voedingslijnen. Van deze heb je alleen de voedingslijnen nodig. Buig de andere om of knip ze af zodat ze geen onbedoeld contact maken. Strip nu de isolatie van de rode en zwarte draden. Doe dat bijvoorbeeld met een breekmes, want het zijn heel dunne draden.

De andere kabel, waarvan je het ene uiteinde als datakabel gaat gebruiken en het usb-c-uiteinde in de Raspberry Pi gaat steken, moet je niet doorknippen. Je dient op een bepaald punt de buitenste isolatielaag te verwijderen. Doe dat voorzichtig door met een striptang op twee plaatsen in de kabel te snijden zonder de draden binnenin te beschadigen, en de isolatie ertussen te verwijderen.

©PXimport

Knip hier nu de zwarte en rode draden door. Strip de isolatie van de twee uiteindes van de zwarte kabel en van het uiteinde van de rode kabel aan de kant van de usb-c-connector die in de Raspberry Pi moet. De andere rode kant buig je om of knip je af; die heb je niet nodig. Verbind nu de rode draad van de datakabel met de rode draad van de voedingskabel. 

Breng de twee stukken van de doorgeknipte zwarte draad van de datakabel bij elkaar en verbind die met de zwarte draad van de voedingskabel. Soldeer beide verbindingen vast na eerst elke draad te vertinnen. Let op: voor de zwarte draad moet je dus drie stukjes aan elkaar solderen!

Werk de kabel nu af. Bevestig isolatietape rond de zwarte draad en andere isolatietape rond de rode. Bevestig tot slot isolatietape rond het geheel, zodat er geen open draden meer te zien zijn van de usb-kabels.

over hoe je deze kabel maakt.

©PXimport

©PXimport

Uiteindelijk heb je een kabel met aan één kant een usb-c-connector die zowel data als voeding doorgeeft, en aan de andere kant één kabel met usb-a-connector voor de data en een andere kabel met usb-a-connector voor de voeding. Onthoud (of beter: label) welke waarvoor dient!

©PXimport

Pi-KVM installeren

Dan heb je nu alles om je eigen Pi-KVM-apparaat te maken. Als je de hdmi-naar-usb-dongel gebruikt, steek die dan in de usb-poort linksonder (de software verwacht die daar). Gebruik je het hdmi-naar-csi-2-adapterbordje, trek dan het zwarte lipje van de camera-interface op de Raspberry Pi (tussen de analoge audio en de micro-hdmi) naar boven, en trek ook het lipje op het adapterbordje naar buiten.

Steek dan de lintkabel in de connector op de Raspberry Pi, met het blauwe strookje gericht naar de usb-poorten, en klik het lipje weer dicht. Doe hetzelfde op het adapterbordje, waar de blauwe strook naar de bovenkant gericht moet zijn.

Download de image van Pi-KVM en kies daarbij voor de versie voor het csi-adapterbordje of de usb-dongel. Schrijf dit dan met een programma zoals balenaEtcher of USBImager naar een micro-sd-kaart van minstens 16 GB groot. Steek deze in je Raspberry P en sluit de hdmi-connector van het adapterbordje via een hdmi-kabel op het scherm van je nas aan. 

Sluit dan het usb-c-uiteinde van je usb-kabel op je Raspberry Pi aan, doe de voedingskabel van de andere kant in een voedingsadapter van 3 ampère en 5 volt en steek de datakabel in een usb-poort van je nas. Sluit een ethernetkabel aan, zodat je Raspberry Pi een netwerkverbinding heeft. En steek tot slot de voedingsadapter in het stopcontact, waarna je Pi-KVM-machine opstart. 

Lukt dit niet, draai dan de usb-c-connector om. Onze Frankensteinkabel heeft niet de handige eigenschap van usb-c dat het niet uitmaakt hoe je de connector ergens in steekt.

Zoek nu het ip-adres dat je Raspberry Pi via dhcp heeft verkregen. Dat kan in de lijst met dhcp-leases in de webinterface van je router. Log in op https://IP met in plaats van IP het ip-adres van je Raspberry Pi. Je krijgt een waarschuwing te zien, omdat de webinterface van Pi-KVM een zelfondertekend tls-certificaat gebruikt. Log in met gebruikersnaam admin en wachtwoord admin.

Je krijgt nu het hoofdscherm van Pi-KVM te zien, met drie opties: KVM, Terminal en Logout

©PXimport

Kies eerst eens voor Terminal en voer su in om naar de rootgebruiker over te schakelen (het wachtwoord is standaard root). Voer dan eerst rw in om het rootbestandssysteem beschrijfbaar te maken en dan passwd om een nieuw wachtwoord voor root te kiezen. Het wachtwoord voor gebruiker admin wijzig je met de opdracht: kvmd-htpasswd set admin.

KVM instellen

Het belangrijkste is uiteraard de kvm-functionaliteit. Keer terug naar het hoofdscherm en kies KVM. Als je Pi-KVM correct op je nas hebt aangesloten en je die via atx (in het menu ATX / Click Power of door fysiek de powerknop in te drukken) inschakelt, zie je nu het opstartscherm van je bios/uefi en daarna het bootmenu verschijnen.

Je kunt nu ook met je toetsenbord en muis je nas aansturen alsof je er vlak voor zit, en allerlei hersteltaken uitvoeren. Instellingen in het bios of de uefi aanpassen? Het bootmenu aanpassen of een andere entry in het bootmenu kiezen omdat de standaardkeuze niet start? In het initramfs van je Linux-server je bestandssysteem herstellen of de passphrase invoeren om je rootbestandssysteem te unlocken? Het is allemaal mogelijk op deze manier.

Let wel op: omdat je dit alles in een webbrowser doet, worden specifieke toetsen(combinaties) door het besturingssysteem van je pc of je webbrowser geïnterpreteerd en niet op je nas. Daarbij horen belangrijke combinaties zoals Ctrl+Alt+Del, maar ook toetsen zoals Shift Lock. Als je deze naar je nas wilt sturen, kan dat in Pi-KVM via het menu Shortcuts.

©PXimport

Virtuele schijf toevoegen

Een volgende stap is dat je ook op afstand een (virtuele) schijf toevoegt aan je nas, bijvoorbeeld om bij grotere problemen je nas van een herstelschijf op te starten of een volledige herinstallatie te doen van je Linux-server met een installatieschijf. Die functionaliteit vind je in het menu Mass Storage.

Klik daar op Select image to upload en selecteer het gewenste iso-bestand op je pc. Klik daarna op Upload om het naar je Raspberry Pi te uploaden. Dit is de reden waarom je het liefst geen te kleine micro-sd-kaart in je Raspberry Pi stopt: alle images waarvan je je nas wilt kunnen opstarten, moeten hierop kunnen passen.

Zodra het iso-bestand is geüpload, klik je het in het uitklapmenu naast Image: en kies je of je bij Drive mode of je de schijf wilt simuleren als cd-rom of usb-stick. Daarna klik je onderaan op Connect drive to Server. Pi-KVM doet zich dan via de usb-otg-interface voor als opslagapparaat en biedt zo de inhoud van de image aan je nas aan.

Als je nu je nas reboot of opstart, kun je in het bootmenu van het bios/uefi de virtuele schijf kiezen waarvan hij moet opstarten. Je voert nu de hersteltaken of installatie uit waarvoor je de schijf nodig hebt. En als je daarna klaar bent, klik je in Pi-KVM in het menu Mass Storage op Disconnect drive om de virtuele schijf te ontkoppelen. Als je daarna je nas weer herstart, zal hij weer van zijn normale schijf starten.

©PXimport

Werken met macro's

Als je specifieke acties met je toetsenbord en muis meerdere keren moet uitvoeren, kun je deze opnemen als macro’s en daarna meerdere keren afspelen. Ga daarvoor in de webinterface van Pi-KVM naar Macro, klik op Rec, voer je taken uit, en klik op Stop als je macro klaar is. Op deze manier kun je bijvoorbeeld de juiste opstartschijf in het bootmenu kiezen en dit als een macro opslaan. De tijd dat het script nodig heeft, wordt ook getoond. Deed je iets verkeerds in je macro, klik dan op Clear en neem ze dan opnieuw op.

De macro’s worden niet op Pi-KVM zelf opgeslagen. Je dient je aangemaakte macro dus eerst te downloaden met een klik op Download script. Sla die dan op je pc op met een duidelijke naam. Als je dan later de macro opnieuw wilt uitvoeren op je nas, klik je op Upload script en daarna op Play om de macro uit te voeren. In sommige omstandigheden is de optie Infinite loop playback interessant: de acties die je in de macro hebt opgenomen, worden dan in een lus telkens herhaald.

©PXimport

Pi-KVM uitbreiden

Het besturingssysteem van Pi-KVM is gebaseerd op Arch Linux ARM. Je kunt dit flexibele besturingssysteem dan ook uitgebreid aan je wensen aanpassen. Extra pakketten installeren voor functionaliteit die niet standaard erin zit, is eenvoudig gebeurd. Houd er wel rekening mee dat het besturingssysteem in read-only modus draait. Maak het bestandssysteem dus altijd eerst schrijfbaar voor je pakketten installeert of configuratiebestanden aanpast, en maak het daarna weer read-only. Op die manier is de kans op een corrupte micro-sd-kaart laag.

Verder ondersteunt Pi-KVM ook de serverbeheerprotocols IPMI en Redfish. Die eerste heeft tal van zwakheden; die tweede is een moderner, op http gebaseerd protocol dat al heel wat veiliger is. Redfish is standaard al ingeschakeld. Dat betekent dat je met tools die Redfish ondersteunen Pi-KVM op afstand kunt aansturen met de gebruikers die in Pi-KVM zijn gedefinieerd. 

Tot slot kun je in Pi-KVM ook meer dan één opslagapparaat definiëren, een seriële verbinding over usb configureren of ethernet over usb. In het laatste geval kun je je Raspberry Pi bijvoorbeeld als dns-server of ftp-server voor je nas laten werken.

▼ Volgende artikel
Review OnePlus 15 – Smartphone die je niet elke nacht hoeft op te laden
© Rens Blom
Huis

Review OnePlus 15 – Smartphone die je niet elke nacht hoeft op te laden

De OnePlus 15 is een premium smartphone met een megabatterij en dat merk je. Je kunt dit toestel bijna twee volle dagen gebruiken voordat je hem moet opladen, ook bij intensiever gebruik. Een mooi pluspunt, maar wat heeft de telefoon nog meer te bieden? Je leest het in deze OnePlus 15-review.

Uitstekend
Conclusie

De OnePlus 15 is een premium smartphone met iets minder goede camera's en een korter updatebeleid dan sommige concurrenten, maar zet daar een fantastische accuduur en bloedsnelle prestaties tegenover. De adviesprijs vanaf 949 euro vinden we voor een vlaggenschip sympathiek.

Plus- en minpunten
  • Fantastische accuduur
  • Bloedsnel
  • Goedkoper dan veel andere vlaggenschepen
  • Minder goede camera's
  • Korter updatebeleid
  • Snelladen alleen met OnePlus-gadgets

Het klopt dat er na de OnePlus 13 geen 14 is verschenen. Volgens OnePlus is de 15 niet één, maar twee generaties beter en heet hij daarom de 15. Dat is mooie marketingpraat, want het getal 14 is in thuisland China een ongeluksgetal en wordt daarom vermeden in hotels, adressen en dus ook smartphoneseries. De 15 is dus gewoon de opvolger van de 13, maar voert wel degelijk boeiende vernieuwingen door.

©Rens Blom

Enorme accu...

De reusachtige batterij springt het meest in het oog. De OnePlus 13 had al een bovengemiddeld grote accucapaciteit van 6000 mAh, maar in de 15 zit een 7300mAh-accu. De topsmartphone heeft daarmee ook een veel grotere accu dan de Apple iPhone 17 Pro Max (4823 mAh), Samsung Galaxy S25 Ultra (5000 mAh), Google Pixel 10 Pro XL (5200 mAh) en vrijwel alle andere vlaggenschepen. Enkel Oppo's nieuwe Find X9 Pro – die een adviesprijs heeft van 1299 euro – gaat met zijn 7500mAh-accu de OnePlus 15 voorbij.

Leidt die enorme accu in de OnePlus 15 ook tot een geweldige accuduur? Ja, gelukkig wel. Wij kunnen de smartphone zonder zorgen een hele lange dag intensief gebruiken en dan is hij zeker nog niet leeg als we naar bed gaan. Bij regulier gebruik kun je deze telefoon prima twee dagen gebruiken voordat je laat op de tweede avond een oplader nodig hebt.

... laadt ook snel op

Opladen kan via usb-c of draadloos. Beide methoden komen met een addertje onder het gras. Bedraad opladen kan namelijk met een duizelingwekkende 120 watt, maar alleen als je zelf de juiste OnePlus-adapter koopt. Via een andere goede usb-c-adapter is het laden beperkt tot 36 watt. Niet langzaam, maar ook niet indrukwekkend snel. Voor draadloos geldt hetzelfde. Met een draadloze OnePlus-lader kun je met 50 watt laden, met een andere moderne oplader langzamer. Let erop dat de smartphone geen magnetisch draadloos opladen ondersteunt, tenzij je een geschikt hoesje (met ingebouwde magneetring) koopt. Met zo'n hoesje, bijvoorbeeld van OnePlus zelf, kun je de OnePlus 15 wél aan een MagSafe-oplader hangen. Dat werkt prima, kunnen we uit ervaring zeggen.

©Rens Blom

Bloedsnelle hardware

In een nieuwe premium smartphone verwacht je de beste, nieuwste hardware. OnePlus maakt die belofte waar. De OnePlus 15 draait als een van de eerste telefoons op de Qualcomm Snapdragon 8 Elite Gen 5-processor en die is bloedsnel. Zeker in combinatie met 16 GB werkgeheugen en 512 GB opslagcapaciteit in ons testtoestel. Dit is overigens de duurdere configuratie (1099 euro). In de basisversie (949 euro) zit 12 GB en 256 GB – ook ruim voldoende.

©Rens Blom

Het ontwerp van de smartphone laat eveneens een fijne indruk achter. De OnePlus 15 houdt comfortabel vast, heeft een geweldige vingerafdrukscanner in het display en beschikt over een prachtig oledscherm. Het scherm is met 6,78 inch aan de grote kant, waardoor je het toestel moeilijk met één hand kunt gebruiken. Op de linkerzijkant zit een speciale knop om AI-functies te starten. Als je dat niets vindt, zit de knop niet in de weg.

©Rens Blom

Goede camera's

De OnePlus 15 heeft een hoofdcamera, groothoekcamera en zoomcamera, allemaal met 50megapixel-sensoren. De camera's zijn goed en veelzijdig, maar jammer genoeg niet echt beter dan die van de OnePlus 13. Het nieuwe vlaggenschip moet ook concurrenten als de iPhone 17 Pro en Google Pixel 10 Pro voor zich dulden, met name als het gaat om ver inzoomen en de groothoeklens. Storend? Naar onze mening niet, tenzij je de beste camerasmartphone van dit moment zoekt. Dan is de OnePlus 15 niet de topper voor jou.

Hieronder zetten we een paar fotoseries gemaakt met de OnePlus 15 op een rijtje.

©Rens Blom

©Rens Blom

Updatebeleid kan nog steeds beter

OnePlus heeft zijn updatebeleid voor dure smartphones in de afgelopen jaren verbeterd, maar kan met de OnePlus 15 nog steeds niet tippen aan sommige concurrenten. Het toestel krijgt vier jaar Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. Samsung, Apple en Google geven hun dure telefoons zeven jaar complete updates. Bijzonder is dat de Oppo Find X9 Pro vijf om zes jaar updates krijgt, terwijl Oppo en OnePlus zusterbedrijven zijn en dezelfde ColorOS-softwareschil gebruiken. Alhoewel, OnePlus noemt zijn schil OxygenOS. In de praktijk verschilt de software echter nauwelijks met de ColorOS-schil van de Oppo Find X9 Pro, die we na de OnePlus 15 getest hebben.

©Rens Blom

Conclusie: OnePlus 15 kopen?

De OnePlus 15 is een premium smartphone met iets minder goede camera's en een korter updatebeleid dan sommige concurrenten, maar zet daar een fantastische accuduur en bloedsnelle prestaties tegenover. De adviesprijs vanaf 949 euro vinden we voor een vlaggenschip sympathiek.

▼ Volgende artikel
MX, Elementary, Mint of Zorin: ken je deze Linux-alternatieven voor Windows al?
© ID.nl
Huis

MX, Elementary, Mint of Zorin: ken je deze Linux-alternatieven voor Windows al?

Nu de ondersteuning voor Windows 10 echt gestopt is, zul je binnenkort toch echt moeten overstappen. Maar wat nu als je hardware ontoereikend is voor Windows 11 of als je helemaal geen zin hebt in dat systeem? Met Linux kun je alle kanten uit, dus bespreken we de interessantste varianten.

Dit gaan we doen

We bekijken welke Linux-versies geschikt zijn nu Windows 10 niet langer wordt ondersteund. Je leest welke distributies soepel draaien op oudere computers, hoe je ze installeert en uitprobeert, en welke verschillen er zijn in uiterlijk, functies en systeemeisen. Ook laten we zien hoe je via Flathub extra software toevoegt en je Linux-omgeving naar wens inricht.

Lees ook: Het einde van Windows 10: wat zijn je opties?

Een groot voordeel van Linux zijn de acceptabele systeemeisen, waardoor je in de praktijk ook nog volop plezier kunt halen uit oudere computers. Met het recente afscheid van Windows 10 bedenk je nu mogelijk wat je met de computer of laptop kunt doen en hoe je niet afhankelijk bent van een eventuele overstap naar Windows 11.

MX Linux

We beginnen met MX Linux. Dit is een goed voorbeeld van een Linux-distributie die niet al te hoge eisen aan de hardware stelt: minimaal een dualcore-processor van minstens 2 GHz en zo'n 15 GB vrije schijfruimte. Een intern geheugen van 1 GB is al voldoende om MX Linux te draaien. Behalve een 64bit-versie is er ook een 32bit-uitvoering beschikbaar, prettig voor oudere computers. Dat wordt gewaardeerd: MX Linux is een van de populairste Linux-distributies op dit moment.

MX Linux stelt niet al te hoge eisen aan de computer.

Omgevingen

Verwacht niet te veel toeters en bellen op het gebied van gebruikersinterface. Dat heb je ook niet nodig voor alledaagse taken. Voor MX Linux zijn verschillende omgevingen beschikbaar. Ga je voor ultieme prestaties en functioneel gebruik, dan is Xfce een goede kandidaat. De omgeving heeft een eenvoudige opzet, maar stelt ook geen hoge eisen aan het systeem.

In de sectie MX Tools vind je een verzameling van handige programma's om de computer te onderhouden. Je kunt hier nieuwe gebruikers aanmaken en de opstartvolgorde van het systeem aanpassen, als je gebruikmaakt van meerdere besturingssystemen. Ook zijn er programma's waarmee je de computer kunt herstellen in geval van problemen. Via de sectie Setup installeer je aanvullende drivers en bijvoorbeeld codecs voor audio en video. 

Rijkere omgeving

Geef je de voorkeur aan een rijkere omgeving, dan kun je de KDE-omgeving gebruiken. Deze vertoont grote gelijkenis met een gemiddeld Windows-bureaubladomgeving en is relatief gebruiksvriendelijk. Ook is er veel ruimte voor het aanpassen van de omgeving aan je eigen smaak, bijvoorbeeld met aangepaste achtergronden en een pictogramset. Je kunt die zelf samenstellen of gebruikmaken van kant-en-klare thema's, wederom vergelijkbaar met Windows.

De derde omgeving – Fluxbox – combineert het beste van beide werelden: de snelheid van het eerder genoemde Xfce en de gebruiksvriendelijkheid van de KDE-omgeving. Dit maakt de omgeving geschikt voor iets oudere hardware, maar ook prima bruikbaar voor meer moderne hardware.

Stel de omgeving naar je eigen smaak in.

Standaardapps

MX Linux is standaard voorzien van een aantal apps waarmee je direct aan de slag kunt. Zo vinden we Firefox als browser en heeft MX Linux de Thunderbird-client voor e-mail. Ook is er een recente editie van het kantoorpakket LibreOffice vooraf geïnstalleerd. Voor het afspelen van audio en video hebben de makers het bekende VLC meegeleverd. Ook vind je Strawberry, een relatief uitgebreide muziekspeler, terug in de omgeving. Je kunt zelf aanvullende apps installeren via de MX Package Installer. De apps zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, zoals Email, Games en Browser. Via het zoekvak bovenin kun je specifieke apps vinden.

Elementary OS

Visueel aantrekkelijk

Waar sommige Linux-distributies niet uitblinken in gebruiksvriendelijkheid of uiterlijk, onderscheidt Elementary OS zich van de rest. In onze ogen is dit een van de meest visueel aantrekkelijke Linux-versies op dit moment. Een deel van de omgeving doet sterk denken aan het uiterlijk van Apple-omgevingen. Zelf noemen de makers het de Pantheon-omgeving. Voor Elementary OS heb je een Intel Core i3 of vergelijkbare processor nodig, 4 GB intern geheugen en 32 GB vrije schijfruimte. Je kunt Elementary OS ook proberen zonder het eerst te installeren (zie ook het kader 'Probleemloos proberen' verderop in dit artikel).

Een Linux-installatie proberen zonder te installeren.

Extra veilige óf klassieke modus

Veel aandacht is besteed aan veiligheid en privacy. Dat merk je bijvoorbeeld met de Secure Session. Deze modus kun je activeren tijdens het aanmelden. Bij de Secure Session heeft elke app expliciet toestemming nodig om een taak uit te voeren, bijvoorbeeld toegang krijgen tot de fotomap of de camera. Dit is vergelijkbaar met de machtigingen die je op een mobiele telefoon per app kunt toekennen. Heb je hieraan geen behoefte en wil je de apps direct toegang geven tot 'alle' acties, dan kun je in Elementary OS ook nog kiezen voor de klassieke modus.

Elementary OS is gebruiksvriendelijk én ziet er overzichtelijk uit.

AppCenter

Standaard is in Elementary OS een volwassen set apps ingebouwd. Zo vind je onder meer apps voor het afspelen van audio en video, maar ook voor het werken met Office-documenten. Aanvullende apps installeer je via het onderdeel AppCenter. Handig is dat dit onderdeel ook toegang biedt tot de apps die je via Flathub kunt krijgen (over Flathub lees je elders in dit artikel).

Je kunt kiezen welke repository (bron) je wilt gebruiken: die van Elementary OS of Flathub. Ook in het AppCenter is de focus op veiligheid goed merkbaar: je leest welke rechten de app wil gebruiken (bijvoorbeeld het aanpassen van systeeminstellingen). Ook lees je op voorhand over eventuele compatibiliteitsproblemen of onderdelen die niet werken. Verder valt Elementary OS in positieve zin op qua toegankelijkheidsfuncties. Zo hebben de makers veel aandacht besteed aan navigatie met het toetsenbord (in plaats van afhankelijkheid van de muis) en screenreader-functionaliteit, waarbij de elementen op het scherm worden voorgelezen door een stem en je niet afhankelijk bent van het beeldscherm.

Meerdere omgevingen

Mogelijk gebruikte je in Windows verschillende bureaubladen, bijvoorbeeld om privé en werk gescheiden te houden. Die functionaliteit vinden we ook terug in de standaardomgeving van Elementary OS: voor elk type taak kun je een afgescheiden werkruimte met eigen bureaublad en pictogrammen maken. Ook biedt het een Niet storen-modus, die ervoor zorgt dat afleidende berichten tijdelijk worden gedempt. De omgeving beschikt ook over een beeld-in-beeldmodus, waarbij je bijvoorbeeld een video kunt afspelen terwijl je in Office een document aanpast.

Voor het gebruik van Elementary OS betaal je volgens de makers 'wat je ervoor kunt missen'. Op de website kun je een standaardbedrag (zoals 20 of 30 euro) of een aangepast bedrag opgeven.

Installeren maar!

Wil je aan de slag met een Linux-distributie, dan kun je deze relatief eenvoudig installeren. Je hebt hiervoor een usb-stick nodig. Gebruik een stick van minstens 4 GB. Download het installatiebestand van de website van de makers. Vaak gaat het hier om een iso-bestand. Vervolgens maak je van de usb-stick een opstartbaar medium. Een goed programma dat je hiervoor kunt gebruiken is Etcher. Klik eerst op Select Image en wijs het installatiebestand aan. Klik hierna op Select Drive en wijs de usb-stick aan. Klik op Flash om de stick te maken.

Usb-stick nodig

Voor je Linux-installatie?

Linux Mint

Interessante keuze

In de lijst met aantrekkelijke Linux-kandidaten mag Linux Mint niet ontbreken. Niet voor niets kun je bij ons regelmatig lezen over deze Linux-distributie. Zoek je bijvoorbeeld een opvolger voor Windows 10 en kun je door hardwarebeperkingen niet overstappen naar Windows 11, dan is Linux Mint een interessante keuze.

Het besturingssysteem stelt geen onredelijke eisen aan de computer: je hebt minimaal 2 GB werkgeheugen nodig (al is 4 GB aanbevolen) en kunt al aan de slag met 20 GB vrije schijfruimte (100 GB is aanbevolen). Prettig van Linux Mint is de lange ondersteuningsperiode. De meest recente versie van Linux Mint ('Xia') wordt tot 2029 ondersteund.

Net als bij het elders besproken MX Linux, kun je bij Linux Mint kiezen tussen verschillende omgevingen. Voor de beste ervaring kies je voor Cinnamon. Deze omgeving is het meest modern en kent een grote gelijkenis met Windows 10: handig voor de Windows-overstappers. Daarnaast kun je kiezen voor de Mate- en Xfce-omgeving. De omgeving Mate is beperkter en kent minder functies dan Cinnamon, vergt minder van de computer en is hierdoor geschikt voor oudere computers. Tot slot legt Xfce verreweg het minst beslag op de computer, maar biedt minder functies dan Mate en Cinnamon.

Linux Mint is een veelgebruikte vervanger voor Windows.

Naast Windows

Tijdens de installatie kun je ervoor kiezen om Linux Mint naast Windows te installeren (via de optie Installeer Linux Mint naast Windows Boot Manager) of juist een volledige overstap te maken (Wis schijf en installeer Linux Mint). Eenmaal geïnstalleerd, valt de gebruikersomgeving direct op: overzichtelijk en in veel opzichten vergelijkbaar met Windows. Ook valt het relatief grote aantal standaardapps op. Deze zijn toegankelijk via het Menu en ondergebracht in verschillende categorieën, bijvoorbeeld Kantoor voor Office-programma's en Geluid & Video voor audio- en videospelers.

Een belangrijk pluspunt van Linux Mint is de mogelijkheid om de gebruikersomgeving tot in detail naar je hand te zetten. Dat doe je via Menu, Voorkeuren. Bepaal hier onder meer het bureaublad, de pictogrammen en kies een thema, waarmee je het uiterlijk van Linux Mint in één keer aanpast, vergelijkbaar met Windows.

Je vindt veel aanpassingsmogelijkheden in Linux Mint.

Linux-software

Stap je van Windows over op Linux en ben je benieuwd welke Linux-programma's een goed alternatief zijn voor eerdere Windows-programma's? Hier vind je een overzicht van Linux-programma's die je Windows-software vervangen.

Zorin OS

Gebruiksvriendelijke optie

Zorin OS is ook een interessant alternatief voor Windows. De Linux-distributie biedt je een gebruiksvriendelijke omgeving en heeft wat betreft opzet veel weg van Windows 11. Er bestaan meerdere uitvoeringen van Zorin OS. Zorin OS Core mag je gratis gebruiken. Dit is een prima startpunt om te controleren of deze Linux-distributie je bevalt. Ben je tevreden, dan kom je echter al gauw uit bij het betaalde Zorin Pro. Je betaalt hiervoor een kleine 50 euro, maar krijgt met Pro toegang tot de eerdergenoemde Windows 11-achtige omgeving.

Als je op de website even doorklikt, kom je uit bij Zorin OS Lite. Zoals de naam al doet vermoeden, gaat het hier om een lichtgewicht uitvoering van het besturingssysteem, dat je kunt gebruiken op oudere hardware. Houd er wel rekening mee dat de Lite-versie verder niet meer wordt ontwikkeld. Voor de nieuwste versie van Zorin OS Core heb je een processor op 1 GHz, 1,5 GB intern geheugen en 15 GB schijfruimte nodig. Voldoet de computer aan deze minimale eisen, dan kies je voor het toekomstbestendige Core of de betaalde Pro-versie.

Zorin OS is beschikbaar in verschillende uitvoeringen.

Android-integratie

In Zorin OS vind je Zorin Connect. Met deze optie kun je je Android-telefoon nauw integreren met de computer. Er wordt hierbij een beveiligde verbinding opgezet tussen de computer en de telefoon. Vervolgens kun je bestanden uitwisselen en worden meldingen van de telefoon ook in Zorin OS getoond. Bovendien kun je de computer deels bedienen met de telefoon. Bijvoorbeeld bij het afspelen van muziek en video's.

Probleemloos proberen

Prettig aan een besturingssysteem zoals Linux Mint is de mogelijkheid om het in een live sessie te gebruiken. Je start hiermee het besturingssysteem op en kunt ermee werken, maar hoeft het niet permanent te installeren. Zo'n live sessie geeft je de mogelijkheid om de functies te verkennen en te bepalen of Linux in de smaak valt. Op het bureaublad van Linux Mint vind je de snelkoppeling Install Linux Mint. Gebruik deze om het besturingssysteem daadwerkelijk te installeren.

Appstore Flathub: meer software

Uiteraard wil je je computer voorzien van de nodige software. Een goed startpunt hiervoor is Flathub, een appstore voor Linux. Hoe je ermee aan de slag gaat, verschilt per distributie. In sommige distributies is de ondersteuning standaard ingebouwd, zoals in Linux Mint. In andere distributies moet je Flathub zelf instellen.

Ga naar https://flathub.org/setup en kies hier je Linux-versie. In het vak bovenin geef je de naam van de distributie op en klik je op het zoekresultaat voor verdere instructies. Ga hierna op zoek naar apps die je wilt installeren.

Prettig aan Flathub is dat je ziet wanneer een app door het platform is geverifieerd en je zeker weet uit welke bron de code afkomstig is. Elke pagina bevat aanvullende links zoals verwijzingen naar taalbestanden en veelgestelde vragen. Op de tab Statistics lees je hoe vaak de software is gedownload via Flathub.

Flathub is een rijke bron voor Linux-software.

P.S. Ook op een nieuwe laptop kun je natuurlijk Linux installeren. Op zoek naar een goedkope laptop? Op Kieskeurig.nl zie je de sterkste prijsdalers van het moment.