ID.nl logo
Computer aansturen met hersenen: Alles over IBC's
© PXimport
Huis

Computer aansturen met hersenen: Alles over IBC's

Beeld je in dat je geen muis of toetsenbord meer nodig hebt. Je denkt gewoon aan iets en de computer volgt je bevel op. We hebben het dan over IBC's - brein-computerinterfaces. Ook in Nederland wordt daar volop mee getest. We spreken erover met onderzoekers van de Radboud Universiteit, het UMC Utrecht Hersencentrum en de Universiteit van Twente.

Stel dat je een computer bestuurt met je gedachten. Je denkt een zin, en plots verschijnt die op het computerscherm. Dat is de belofte achter BCI’s. We zouden ermee in de toekomst misschien helemaal anders interageren met de digitale wereld. 

Tot nu toe bleef de technologie echter beperkt in kunde en nauwkeurigheid, maar dat staat op het punt te veranderen. Steeds meer investeringen vloeien naar de technologie, nieuwe start-ups duiken op en universiteiten kondigen meer doorbraken aan. En dat gebeurt ook in Nederland, waar een reeks bedrijven en onderzoekers de grenzen van computers en ons brein aftasten.

MindAffect

Professor Peter Desain van de Radboud Universiteit doet sinds 2002 onderzoek naar BCI’s, lang voor de huidige snelle ontwikkelingen in het veld. “Ik onderzocht aanvankelijk muziekwaarneming”, stelt hij. “Door elektrodes te plakken op de schedel, en de elektrische signalen in de hersenen te detecteren, kon ik zien welk ritme je voorstelde in je hoofd.”

Dat initiële onderzoek naar muziek bleek echter ook toepassingen te bieden voor mensen met verlammingen. “Als je bijvoorbeeld ALS in een laat stadium hebt, dan kun je niet meer spreken of bewegen”, vertelt Desain. “Maar cognitief ben je helemaal intact, en kun je taken doen zoals het richten van mentale aandacht. Dat kunnen we meten en detecteren.”

Met zo’n BCI kan een zwaar verlamde patiënt dus communiceren met de buitenwereld, of zelfs zaken besturen, zoals een elektrische rolstoel of prothese. Uit zijn onderzoek aan de Radboud Universiteit kwam er een bedrijfje voort: MindAffect. Jason Farquhar is hoofd van machine learning bij MindAffect, en legt uit hoe hun technologie werkt.

“Het ziet eruit als een soort zweetband, maar dan met een hoop kabels en elektroden aan de achterkant”, vertelt hij. “Die elektroden zitten tegen de schedel aan, en zijn verbonden met een versterker, een klein doosje. Daarnaast bieden we software aan, dat de hersensignalen analyseert en als gebruikersinterface dient. Die software is opensource, en draait gewoon op je pc. We bieden ook een closedsource-versie aan die op een Android- of iOS-tablet werkt.”

©PXimport

©PXimport

Hun systeem werkt via EEG, ofwel elektro-encefalografie, zowat de meest populaire methode om een BCI mee te bouwen. De elektroden op de schedel meten zo de elektrische pulsen die je hersenen rondsturen wanneer ze iets bedenken of doen. Farquhar vergelijkt het met een heel speciale voltmeter. Vervolgens stuurt het apparaat die ruwe data naar een computer, waar er complexe data-analyse op gebeurt, vaak met artificiële intelligentie, om te ontcijferen wat bepaalde hersensignalen betekenen.

Soort morsecode

Om dat correct te doen, moet het systeem zich kalibreren, bijvoorbeeld om tekst mee te typen. “Je ziet dan op een scherm een toetsenbord, met pakweg dertig knoppen”, legt Farquhar uit. “Elke knop zal één voor één flikkeren op het scherm, met een eigen code die lijkt op een soort morse. Wanneer een knop flikkert, reflecteert het brein die specifieke code. We meten het signaal vervolgens dat gekoppeld is aan die specifieke letter, en zo maken we de link tussen de twee.”

Dat hele systeem is vrij accuraat voor een BCI. “We halen gemiddeld boven de 95 procent nauwkeurigheid binnen drie seconden voor dertig outputs”, stelt Farquhar. Op een toetsenbord met 30 keuzes, krijg je het dus 95 procent van de tijd juist, waarbij je tot 3 seconden moet wachten op een antwoord. Eén op de twintig commando’s is dus fout. Niettemin verwacht hun systeem bewegingen van het oog, wat ze vervolgens opvolgen in de hersensignalen. Een vergelijkbare BCI die zonder oogbewegingen werkt is daarentegen gemiddeld minder accuraat, en haalt nauwkeurigheidsgraden van 60 tot 80 procent.

©PXimport

Op het eerste zicht helpt deze technologie natuurlijk mensen met een beperking. Maar die toepassing is niet zo voor de hand liggend als je zou denken. “Dat is niet meer ons primaire doel”, stelt Farquhar. “Onze technologie lost het probleem op, maar het aantal mensen dat we hiermee echt helpen is te klein om een bedrijf op te bouwen. Er zijn alternatieve technologieën die hetzelfde probleem evengoed of beter oplossen voor meer mensen. Veel van deze patiënten kunnen ook een eye-tracker gebruiken, wat goedkoper en makkelijker te gebruiken is.”

Daarom maken ze nu de transitie naar een nieuwe doelgroep. “Een jaar geleden begonnen we ons te focussen op makers en DIY’ers”, stelt Farquhar. “Zo kunnen mensen thuis experimenteren met zaken zoals brain-controlled games, of het maken van een robot die je met je gedachten controleert. Daarom deden we nu een opensource-release van onze software, die je met EEG hardware kan gebruiken. Via zo’n systeem maakt iedereen zijn eigen applicaties.”

Onder de schedel

Het systeem van MindAffect is een zogenaamde non-invasieve BCI, die gewoon als een muts op het hoofd rust. Een andere onderzoekspiste van ‘invasieve’ BCI’s onderzoekt het inbrengen van elektroden onder de schedel. 

“Wij verkiezen het woord implantaten vergeleken met invasief, aangezien dat een meer neutrale term is”, lacht Mariska van Steensel, assistant professor bij het UMC Utrecht Hersencentrum. Daar onderzoekt ze implanteerbare BCI’s.

“Ons apparaat is nu in totaal bij drie mensen geïmplanteerd”, legt Van Steensel uit. “Dat bestaat uit enkele elektrode-strips die op de hersenen liggen. Ze dringen dus niet door in het brein, maar worden erbovenop gelegd. Die stripjes bevatten vier elektroden, en zijn via een onderhuidse draad verbonden met een apparaat dat als zender en versterker dient. Dat zit onder het sleutelbeen, de plek waar ook pacemakers zich bevinden.”

©PXimport

Daarmee willen ze vooral mensen met een verlamming helpen. “De elektrodestrips liggen op het gebied in de hersenen dat normaliter voor handbewegingen zorgt”, legt Van Steensel uit. “Wanneer mensen die ernstig verlamd zijn hun hand proberen te bewegen, produceert hun brein hetzelfde hersensignaal als wanneer niet-verlamde mensen daadwerkelijk hun hand bewegen. Dat hersensignaal vertalen we in een commando om een communicatiehulpmiddel te bedienen.”

Zulke implantaten geven een aantal voordelen tegenover niet-invasieve BCI’s. Ze bieden vooral een hoge nauwkeurigheidsgraad en krijgen minder te maken met de problemen die niet-invasieve systemen plagen. “De kwaliteit van het hersensignaal is veel hoger”, stelt Van Steensel. 

“Tegelijk is de gevoeligheid voor externe factoren lager. Niet-invasieve BCI’s zijn gevoelig voor dingen zoals hoofdbewegingen of oogknipperingen. Als je meet vanaf de buitenkant van het hoofd meet je ook een groter hersengebied, omdat de schedel en hoofdhuid voor een soort vervaging van het signaal zorgen. Als je heel specifieke hersensignalen wil meten, dan werkt een implantaat dus beter. Tegelijk zijn er praktische redenen. Voor patiënten is het onhandig om elke dag een elektrodemuts op te zetten. Een implantaat zit er gewoon altijd, en je ziet het niet, wat een esthetisch voordeel oplevert. Niettemin moeten we beide typen BCI’s doorontwikkelen, zodat mensen een keuze hebben.”

Maar natuurlijk zijn er ook nadelen aan implantaten. Je moet namelijk een operatie uitvoeren, en onderdelen aanbrengen onder de schedel. Dat maakt ze minder toegankelijk dan hun non-invasieve tegenhangers.

BMS Lab

©PXimport

Aan de Universiteit van Twente brengt het BMS Lab een aantal van die technologieën in de praktijk onder leiding van managing director Jan-Willem van ‘t Klooster. Ze gebruiken daar een reeks technologieën, waaronder niet-invasieve BCI’s, om zaken zoals groepsdynamiek en stressniveau te onderzoeken. 

“BCI’s zijn één van de tools waar we onderzoek mee doen”, stelt van ‘t Klooster. “We bestuderen menselijk gedrag, en met BCI’s kijken we bijvoorbeeld welke hersengedeelten actief zijn bij bepaalde niveaus van stress. Dat is interessant voor sport, management of onderwijs.”

Dat wordt ook wel een passieve BCI genoemd. BMS Lab gebruikt de technologie met andere woorden niet om bijvoorbeeld direct een computer te bedienen, maar eerder om te meten wat er in het hoofd van een proefpersoon aan de gang is en dat te analyseren. Dat doen ze meestal in combinatie met andere tools, zoals eye-trackers of sensoren de huidgeleiding meten (en zo bijvoorbeeld het zweetniveau op de huid). Zo combineren ze verschillende bronnen van informatie.

“We bestudeerden bijvoorbeeld het nemen van penalty’s”, vertelt van ‘t Klooster. “Op dat moment staan professionele voetballers onder grote druk, zeker in een vol stadion. Met een draagbare BCI brachten we het verschil in kaart tussen een ervaren en onervaren speler. We onderzochten ook wat de invloed is van bepaalde factoren, zoals een keeper die zich heel irritant gedraagt, of de aanwezigheid van extra publiek. We kijken welke hersengebieden actief zijn tijdens die momenten. Uit dat onderzoek bleek dat mensen die heel onervaren zijn, vooral meer moeten oefenen. Maar ervaren spelers beter niet al te veel nadenken wanneer ze onder druk staan, en moeten vertrouwen op hun intuïtie.”

Andere toepassingen van dit soort passieve BCI’s rekken zich ver uit. Er bestaan voorstellen om ze te gebruiken bij piloten, om te kijken wanneer die gestrest zijn, en wanneer de copiloot dus beter kan ingrijpen. Maar er bestaan ook voorstellen om de aandacht van studenten te meten tijdens lessen, of zelfs te onderzoeken welke advertenties mensen leuk vinden, iets dat neuromarketing heet. Niet zo bemoedigend wanneer je weet dat een gigant als Facebook ook in BCI’s investeert.

Ethische vraagstukken

Dat soort toepassingen van BCI’s roepen dus ethische vragen op. Wat bijvoorbeeld met privacy? En mogen we grote bedrijven en instellingen toelaten om onze gedachten als het ware te lezen? Van ‘t Klooster erkent dat er risico’s zijn. “Neuro-marketing levert mogelijk grote voordelen op”, stelt hij. “Maar tegelijk zit je met ethische aspecten. Want zo snap en manipuleer je misschien waar mensen door geraakt worden. Daar moeten we mee oppassen, en één van onze vakgroepen doet daar onderzoek naar. Hoe begeleiden we wat technologisch gezien mogelijk is, en gaan we er verantwoord mee om? Dat noemen we begeleidingsethiek.”

De politie zet in de toekomst misschien zelfs BCI’s in om te helpen tijdens onderzoeken, met mogelijk dramatische gevolgen wanneer ze in de handen van autoritaire regimes terecht komen. “In dit scenario laat je snel afwisselende plaatjes zien, en meet je de hersensignalen. Als je een plaatje herkent komt er een andere reactie, zoiets is nauwelijks te onderdrukken”, stelt Desain.

“Je kunt dan een foto van een moordwapen tonen, of van een andere verdachte. Dan moet je maar hopen dat het gerechtelijk apparaat dat soort technieken op een verantwoordelijke manier inzet, en incalculeert dat deze methoden verre van perfect zijn. Anders verklaar je makkelijk iemand onterecht schuldig.”

©PXimport

Tegelijk stelt Desain dat we voorlopig niet moeten vrezen dat dit soort apparaten onze gedachten zullen lezen. “We weten niet eens wat een gedachte is. Het is zo’n ingewikkeld samengesteld geheel. Een BCI begrijpt nog lang niet dat ik momenteel bezorgd ben omdat ik nog enkele klusjes heb liggen, en daarna mijn boodschappen moet doen. Dat is een ingewikkeld geheel van betekenissen, waarvan we niet weten hoe ze in onze hersenen vastgelegd en verwerkt worden.”

Niettemin stelt Jason Farquhar dat misbruik in de toekomst misschien niet af te wenden zal zijn. “We moeten mensen controle geven over hun data, en ervoor zorgen dat ze die altijd vrijwillig delen”, stelt hij. “Maar BCI’s kunnen inderdaad misbruikt worden. Dat is een eeuwenoude realiteit voor ontwerpers van technologie.”

Heilige graal

Ondertussen gaat de technologie gestaag vooruit. Niettemin zijn er nog een aantal hordes waar BCI’s over moeten gaan. “We hebben meer datasets nodig, zodat we er algoritmen op kunnen loslaten die vervolgens ontcijferen hoe ons brein werkt”, stelt Farquhar. Hun project bij DIY’ers maakt daar alvast deel van uit. 

Personen die hun systeem gebruiken kunnen (vrijwillig) hun gegevens delen met MindAffect om het systeem te verbeteren. Desain: “Met deze methodes krijgen we, naast praktische toepassingen, een veel beter inzicht in de neurocognitie, die uiteindelijk moet leiden tot een beter begrip van hoe onze hersenen werken.”

“Zowat de heilige graal van BCI’s is het decoderen van spraak”, zegt Van Steensel. “Het maken van clicks, of het bewegen van een muis op een computerscherm, zijn uiteindelijk maar suboptimaal om te communiceren. Wat je eigenlijk wilt is dat mensen woorden uitspreken in hun hoofd, en dat je op basis van het hersensignaal uitmaakt wat iemand wil zeggen."

"De hersensignalen dus decoderen die normaal de mond doen bewegen. Dat is ongelooflijk complex en het zal waarschijnlijk meer dan tien jaar duren voordat we op deze manier een snelheid en kwaliteit van communiceren kunnen bereiken die vergelijkbaar is met normale spraak. Maar als het lukt, zou dat een enorme vooruitgang zijn voor mensen met een verlamming.”

Tekst: Tom Cassauwers

▼ Volgende artikel
Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim
© Andrey Sinenkiy
Huis

Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim

Diensten als iCloud-foto’s en Google Foto’s zijn handig om je foto’s te back-uppen, beheren en delen. Alleen is de online opslagruimte beperkt. Ook je kijkt naar je privacy, zijn deze oplossingen niet altijd ideaal. Er zijn gelukkig gratis tools waarmee je bijna dezelfde ervaring hebt als bij deze online diensten. Je zet je foto’s niet in de cloud, maar gewoon op je eigen pc of NAS.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen foto's beheert, zonder afhankelijk te zijn van clouddiensten zoals Google Foto’s of iCloud:

  • Installeer Immich via Docker op je pc
    • Stel automatische ordening op basis van metadata in
    • Upload en beheer foto’s via de webinterface of mobiele app
    • Deel foto's of albums met vrienden of familie
    • Maak automatische back-ups van je smartphone
  • Gebruik Synology Photos als je een Synology-NAS bezit
    • Deel albums met andere NAS-gebruikers of via een openbare link
    • Gebruik slimme functies zoals de tijdlijn,en mensen- en objectherkenning
    • Synchroniseer je foto's automatisch via de Synology Photos-app

Vind je foto's in de cloud niet erg? Lees dan: Ode aan orde: je immense fotocollectie beheer je zo

Er is weinig mis met de gespecialiseerde cloudopslagdiensten van Apple, Google, Microsoft (OneDrive) en Dropbox. Je kunt hiermee prima foto’s bewaren en delen. De tools zijn voor dit gebruik zelfs uitstekend, maar de opslagruimte is vaak beperkt en het blijven cloudoplossingen. Je bestanden staan dus ergens anders opgeslagen.

Overweeg je een alternatief om foto’s te synchroniseren zonder cloudopslag, dan zijn er meerdere opties, zoals Nextcloud (met de Photos-app), PhotoPrism, digiKam en Piwigo. Wij zijn gecharmeerd van de opensource-dienst Immich en Synology Photos, die je specifiek voor de Synology-NAS kunt gebruiken. Beide tools bieden functies als automatische fotoback-ups, album- en gebruikersbeheer, gezichtsherkenning, tijdlijnweergave, tagging, locatiegebaseerd zoeken, delen, raw-bestanden en toegang via een webinterface. Kortom, er is weinig in de cloudoplossingen dat je bij deze gratis tools niet vindt. We maken eerst kennis met Immich (uitgesproken als het Engelse ‘image’) en daarna met Synology Photos. We focussen ons hierbij op de installatie, de initiële configuratie en het basisgebruik.

Immich

Docker-installatie

Immich wordt frequent geüpdatet en is beschikbaar voor meerdere platformen. Wij gaan aan de slag met de installatie onder Windows. Dit doen we via het gratis Docker Desktop. Docker Desktop beheert containers, een soort lichte, afgescheiden virtuele omgevingen met alle benodigde apps, services en instellingen. Installeer de app met enkele muisklikken en start deze op (de eerste keer kun je op Accept en tweemaal op Skip klikken). Minimaliseer vervolgens het venster, maar laat de app actief.

Goed om te weten: je kunt Immich via Docker ook op je NAS installeren, wat hier ook wel Container Manager (Synology) of Container Station (QNAP) genoemd. In dit artikel gaan we hier alleen niet verder op in.

Docker Desktop heb je met een paar muisklikken geïnstalleerd en opgestart.

Voorbereiding

Immich installeren we dus als Docker-container. Eerst voer je enkele voorbereidingen uit. Open de verkenner en ga naar de map Linux (onderaan). Open vervolgens de submap docker-desktop en dan Home. Maak hier een map met jouw naam en daarbinnen de submap Docker. Binnen deze docker-map maak je de map Immich-app aan. Het pad wordt dus: \\wsl.localhost\docker-desktop\home\<je_naam>\docker\immich-app.

Creëer nu twee submappen in een andere map op een schijf met genoeg opslagruimte: Library en Postgres (bijvoorbeeld C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library).

Navigeer nu in de verkenner naar de map Immich-app. Houd de Shift-toets ingedrukt, klik met rechts op een lege plek en kies PowerShell-venster hier openen. Houd de verkenner geopend en ga via deze pagina naar de downloadsite. Klik bij Get docker-compose.yml file op het documenten-pictogram (Copy), plak dit in PowerShell met Ctrl+V en druk op Enter om het yml-bestand te downloaden. Herhaal dit voor het commando bij Get .env file, zodat zowel het yml-bestand als het env-bestand in de map Immich-app staan.

Open het env-bestand in een teksteditor, bijvoorbeeld Notepad++ of Kladblok, en pas de volgende variabelen aan:

UPLOAD_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library
DB_DATA_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\postgres
TZ=Europe/Amsterdam
DB_PASSWORD=<eigen wachtwoord>

Zorg ervoor dat de paden kloppen met jouw situatie en sla het aangepaste bestand op.

Voordat je de container installeert, moet je eerst enkele variabelen aanpassen in het env-bestand.

Installatie

Alles is nu klaar om de Docker-container met Immich te draaien. Ga terug naar de map Immich-app en voer het commando docker-compose up -d uit. Dit zorgt ervoor dat alle benodigde onderdelen worden gedownload en uitgevoerd. Na enkele minuten zie je in het Docker Desktop-venster, bij Containers, dat de vier Immich-onderdelen actief zijn. Test dit direct door Localhost:2283 op de adresbalk van je browser in te vullen. Dit is de standaardpoort waarop Immich draait; dit zie je bij Immich_server in het Docker-containeroverzicht. Als het nodig is, kun je het poortnummer aanpassen in het yml-bestand. Klik in de webinterface op Aan de slag om daadwerkelijk met Immich te starten.

Je kunt de containers op elk moment stoppen en starten vanuit Docker Desktop. Dit doe je in de rubriek Containers: selecteer Immich en druk op Stop of Start.

De vier containers zijn gestart en Immich is nu bereikbaar vanuit de webinterface.

Configuratie

Je begint met het aanmaken van een beheerdersaccount. Vul de gevraagde gegevens in en bevestig met Registreren. Log daarna in met het opgegeven e-mailadres en wachtwoord.

Klik in het welkomstvenster op Thema, kies Licht of Donker, en ga naar Privacy. Hier kun je de kaartfunctie inschakelen (om foto’s via coördinaten op een kaart te tonen) en de versiecontrole activeren (voor het ontvangen van updates).

Ga vervolgens naar Opslagtemplate en bepaal of je fotobestanden automatisch wilt ordenen op basis van metadata. Als dit ingeschakeld is, kun je bij Voorinstelling een structuur kiezen met een sjabloon. Kies bijvoorbeeld voor {{y}}-{{MMMM}}-{{dd}}/{{filename}}. Bevestig met Klaar.

Je kunt via een sjabloon je foto’s bewaren op basis van bepaalde metadata.

Basisgebruik

Links in de webinterface zie je een venster met onderdelen als Foto’s, Verkennen, Kaart, Delen, Favorieten, Albums en Gereedschap. Open Foto’s, klik op de plusknop en selecteer de gewenste fotobestanden. De geüploade foto’s verschijnen als miniaturen in een tijdlijn. Bovenaan zie je een zoekbalk met rechts een filterknop om media te selecteren op onder meer naam, plaats, camera, datum en type. Gebruik Uploaden (rechtsboven) om extra foto’s toe te voegen.

Selecteer een of meer foto’s. Rechtsboven verschijnen meerdere knoppen, zoals Toevoegen aan favorieten (voor de rubriek Favorieten) en een menu om de selectie te downloaden, archiveren, verwijderen, de datum of locatie te wijzigen, of miniaturen en metadata te vernieuwen.

Via Toevoegen aan kun je foto’s aan een album toevoegen. Klik op +Nieuw album om een album te maken dat je terugvindt in de rubriek Albums. Gebruik Verkennen in het linkervenster om foto’s gegroepeerd te zien op tijd, locatie of – via AI – op herkenbare objecten, gezichten of thema’s, zoals berglandschappen.

De webinterface van Immich heeft wel wat weg van Google Foto’s.

Back-ups en delen

Je vindt in de webinterface ook de optie Delen. Klik hierop, voeg een beschrijving toe en eventueel een wachtwoord. Geef aan of de ontvanger foto’s mag downloaden en/of uploaden. Stel hiervoor een verloopdatum in, bijvoorbeeld over 1 dag. Klik op Link maken om een link te genereren. Deze link is mogelijk http://localhost<…>, maar je kunt dit aanpassen naar het interne ip-adres van je Immich-server, of een extern adres dat vanaf internet bereikbaar is (zie tekstkader ‘Vanaf het internet’).

Wil je media delen met specifieke personen? Klik hiervoor rechtsboven op je accountpictogram en kies Beheer. Ga naar Gebruikers, klik op Gebruiker aanmaken, vul de gegevens in en bevestig. Bij het openen van een fotoselectie of album kun je dan via de deelknop direct de gewenste gebruiker(s) selecteren, zodat de media in hun webomgeving beschikbaar zijn.

Voor Android en iOS kun je de mobiele Immich-app installeren. Vul het ip-adres van je Immich-server in en meld je aan. Tik op de upload-knop, geef Immich de nodige machtigingen en kies Selecteer om aan te geven welke fotoalbums de app moet back-uppen naar je server. Zet Albums synchroniseren aan om dit te automatiseren en bevestig met Back-up uitvoeren.

Immich is ook beschikbaar als mobiele app, wat handig is voor (automatische) mediaback-ups.

Synology Photos

Voorbereiding

We gaan uit van een Synology-NAS (Network Attached Storage) die via een webinterface toegankelijk is. Verbind via je browser met de webinterface van DSM, het Synology-besturingssysteem.

Open nu eerst het Configuratiescherm, kies Gebruiker en groep, ga naar Geavanceerd en zorg dat Gebruiker basismap inschakelen is ingeschakeld (op het gewenste volume). Bevestig met Toepassen. Open daarna de app File Station, waar je ziet dat de mappen Home en Homes (met persoonlijke submappen voor elke NAS-gebruiker) zijn aangemaakt.

Ga vervolgens naar Package Center in het hoofdmenu. Als de app Synology Photos nog niet is geïnstalleerd, zoek dan naar de naam van deze app. Klik vervolgens op Installeren en daarna op Openen. Klik rechtsboven op je profielicoon, kies Instellingen en open het tabblad Gedeelde ruimte. Schakel eventueel Gedeelde ruimte in en bevestig met Opslaan. Gedeelde media worden nu standaard opgeslagen in de map \photo.

Het is even wennen, maar je persoonlijke media en je gedeelde media belanden voortaan in de daarvoor bestemde mappen.

Gedeelde media

Als je nu foto’s met bijvoorbeeld familieleden wilt delen die toegang hebben tot je NAS, volg dan deze stappen. Ga naar Configuratiescherm / Gebruiker en groep, open het tabblad Groep en klik op Maken. Geef een groepsnaam op (bijvoorbeeld Familie) en druk op Volgende. Selecteer de gewenste leden, druk drie keer op Volgende en vink Synology Photos in de kolom Toestaan aan. Bevestig met Volgende (tweemaal) en met Voltooid.

Open vervolgens de app Synology Photos. Bij Instellingen / Gedeelde ruimte klik je op Toegangsmachtigingen instellen. Selecteer de groep (Familie) en kies Volledige toegang in de uitklapmenu’s. Bevestig met de plusknop en klik op Opslaan. Zet daarna op het tabblad Gedeelde ruimte een vinkje bij zowel Gezichtsherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte als Onderwerpherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte. Bevestig met Opslaan.

Test de instellingen door een gebruiker uit de groep aan te melden op je NAS, bijvoorbeeld via een incognito-tabblad in je browser. Zodra deze gebruiker Synology Photos opent, kan ook hij media uploaden in zowel de persoonlijke ruimte als de gedeelde ruimte. Links bovenaan in het applicatievenster kun je tussen deze ruimtes schakelen. De inhoud van deze ruimtes kun je overigens ook op bestandsniveau beheren via de overeenkomstige mappen in File Station (althans als administrator).

Als lid van de groep Familie krijgt deze gebruiker meteen ook toegang tot de gedeelde ruimte.

Basisgebruik

We laten nu zien hoe je met fotoalbums werkt. Gebruik eerst de knop Filter tonen (rechtsboven) om filters te activeren en snel de gewenste foto’s te vinden. Selecteer vervolgens een reeks foto’s; er verschijnt een rode balk. Klik hier op de plus-knop Toevoegen aan album, kies +Nieuw album, vul een naam in en druk op OK. Ga naar Albums (tweede knop) in het applicatievenster. Hier kun je foto’s opvragen volgens Recent toegevoegd, Labels en Locaties en, indien eerder ingeschakeld, volgens Mensen (gezichtsherkenning) en Onderwerpen (objectherkenning). Je albums vind je hier ook. Met de plus-knop rechtsboven kun je hier nieuwe albums maken.

Ga met de muisaanwijzer boven een album staan; er verschijnt een knop met drie puntjes. Klik op Delen. Schakel Koppeling delen in en stel bij Privacy-instellingen in of het album Privé of Openbaar is (eventueel met downloadmachtiging). Bij Privé selecteer je bij Lijst van genodigden de gewenste gebruiker(s) of groep(en) en geef je de machtigingen aan: Weergave, Downloaden of Provider (beheerder). Je kunt ook een wachtwoord en vervaldatum instellen. Kopieer de link en bevestig met Opslaan.

Klik op Delen (derde knop) in het applicatievenster en kies Fotoverzoek. Klik op Fotoverzoek maken, vul een onderwerpsregel in, selecteer een bestemmingsmap en bevestig met Verzoek maken. Je hoeft nu alleen maar de link te sturen naar de mensen van wie je graag foto’s wilt ontvangen voor je collectie.

Goed om te weten: er is ook een mobiele app voor Android en iOS van Synology Photos met de functie Photo Backup. Daarmee synchroniseer je opgeslagen foto’s en video’s.

Je kiest zelf met wie je albums deelt en met welke machtigingen je dat doet.

Vanaf het internet

Je fotocollectie, beheerd met een tool als Immich of via je Synology-NAS, is standaard niet toegankelijk voor ongeautoriseerde personen buiten je netwerk. Wil je dat dit wel kan? Dan kun je bij een Synology-NAS de ingebouwde functie QuickConnect inschakelen via het Configuratiescherm in DSM, bij Externe toegang. In de praktijk moet je alleen vaak aan de slag met technieken als poortdoorverwijzing op je router. Of je moet een VPN-server installeren zoals WireGuard, eventueel gecombineerd met een eigen hostnaam via dynamisch DNS om het probleem van een wisselend extern ip-adres te omzeilen.

We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan. Binnen je eigen netwerk kun je in elk geval probleemloos je fotoalbums beheren en delen.

Ook onderweg kun je je via de mobiele app en je QuickConnect-ID aanmelden bij Synology Photos op je NAS.

▼ Volgende artikel
Review Denon AH-C500W – Oordopjes schieten helaas tekort
© Wesley Akkerman
Huis

Review Denon AH-C500W – Oordopjes schieten helaas tekort

De Denon AH-C500W-oortjes beloven vanwege de open pasvorm comfort en omgevingsbewustzijn. In de praktijk pakt dit concept echter minder goed uit. Het ontbreken van rubber oortips resulteert in een pasvorm die niet echt aansluit op de gehoorgang.

Oké
Conclusie

De Denon AH-C500W probeert met een open ontwerp een omgevingsbewuste luisterervaring te bieden, maar schiet op meerdere vlakken tekort. De pasvorm is onstabiel, de aanraakbediening irritant en het geluid – met name de bas – valt tegen. Daardoor voelt dit model vooral aan als een ongelukkig compromis.

Plus- en minpunten
  • Heel licht ontwerp
  • Heldere sound
  • Equalizer binnen de app
  • Blijven niet goed zitten
  • Audio mist duidelijke baslaag
  • Karige app

Het ontwerp van de Denon AH-C500W is volgens de fabrikant gericht op comfort; daarvoor heeft de fabrikant een zogenaamde 'open pasvorm' in het leven geroepen die niet diep in je gehoorgang zit. Hierdoor voelen de oordopjes licht aan en kun je ze lang zonder enige irritatie dragen. Bovendien blijf je goed in verbinding met je omgeving, omdat er geen ruisonderdrukking is en de dopjes zelf niets tegenhouden. Dat zijn allemaal mooie manieren van omdenken. De AH-C500W-dopjes hebben dan ook geen rubber tips die in je oren gaan en de boel afsluiten, maar vallen bij bewegingen daardoor ook makkelijk uit je oren.

De oordopjes beschikken over moderne technologie zoals bluetooth 5.3 met multipoint-connectiviteit, waardoor je met twee apparaten tegelijk kunt verbinden. De totale batterijduur bedraagt 24 uur, inclusief de oplaadcase. Dankzij de IPX4-classificatie zijn ze bestand tegen zweet en spatwater, maar gezien de vorm zijn ze niet echt geschikt voor sporters. De bediening verloopt via gevoelige aanraakoppervlakken op de oordopjes of via de gratis app. Verder hebben ze microfoons met beamforming voor heldere telefoongesprekken.

©Wesley Akkerman

Gladde oortjes

Aan de functionaliteit ligt het dus zeker niet. Denon zet daarmee in op een breed publiek. We vinden het alleen jammer dat de oortjes geen rubber tips hebben, want die helpen vaak bij het blijven zitten in de gehoorgang. We realiseren ons dat dit een persoonlijke voorkeur is; er zijn immers nog steeds mensen die liever gladde oordopjes hebben dan rubber of siliconen oortips die je dieper in je oor moet duwen. Maar als je lang haar hebt, je veel met je hoofd beweegt of de oordopjes met de hand (en niet via de app) bedient, is de kans groot dat je ze verplaatst of dat ze uit je oren vallen.

We vinden de bediening op de oortjes sowieso behoorlijk gevoelig, maar gelukkig kun je die uitschakelen via de gratis Denon Headphones-app. Dat hebben wij dan ook gedaan. We hebben ze regelmatig beter in onze oren moeten draaien, omdat ze niet bleven zitten, en hebben daardoor regelmatig onbedoeld functies geactiveerd. Bovendien beschikt de app over een vijfpunts equalizer. Heel handig, want daarmee verbeter je het geluid daadwerkelijk. Helaas kun je je eigen instellingen niet opslaan; als je terug wilt naar oude settings, dan moet je die handmatig invoeren.

©Wesley Akkerman

Het open karakter

Omdat de Denon AH-C500W een open karakter heeft, zijn ze lastig te vergelijken met oordopjes die wel beschikken over enige afsluiting. Maar dat is dan ook precies de bedoeling. Het is maar net wat je van een setje oortjes verlangt. En eerlijk is eerlijk: ze zijn zo licht dat je ze bijna niet voelt zitten. Door dit karakter klinkt de muziek heel helder, terwijl je ondertussen alles nog meekrijgt vanuit je omgeving. In het openbaar vervoer is dat een nachtmerrie, maar we denken niet dat Denon verwacht dat je ze overal gebruikt.

Verder is ons duidelijk dat de Denon AH-C500W flink wat kracht mist. Zonder equalizerinstellingen vallen de lagere tonen helemaal weg, waardoor je voornamelijk naar de vocalen en hogere segmenten luistert. Met de traditionele glimlachinstellingen van de equalizer (zie de screenshots verderop) trek je het middensegment verder weg van de audioweergave, maar geef je wel een flinke boost aan het onderste deel. Daardoor klinkt de muziek al wat aangenamer. Maar oordopjes met een betere afsluiting zullen in dit geval altijd beter klinken dan de AH-C500W.

©Wesley Akkerman

Open of gesloten?

Je zou de Denon AH-C500W daardoor beter kunnen vergelijken met oordopjes die je meer boven je gehoorgang plaatst – denk aan de Openfit 2+ van Shokz. Daar klinkt de soundstage daadwerkelijk warm, vol en gedetailleerd, en daar kunnen we de Denon-oortjes niet altijd op betrappen. Helemaal eerlijk is de vergelijking trouwens niet, omdat het producten uit twee technisch verschillende groepen zijn. Maar in onze beleving legt dit setje het af tegen oortjes met afsluiting en écht open oordoppen. Het is het net niet, zogezegd.

Daar speelt het ontwerp ook een grote rol in. De Denon AH-C500W's blijven minder goed zitten dan open modellen die je met een haakje om je oren bevestigt. Je bent ze bovendien voortdurend aan het bijdraaien om maar een goede pasvorm te vinden. Wellicht ligt dat deels aan de oren van ondergetekende, maar dat is nu eenmaal wel de ervaring. Ze doen bovendien sterk denken aan de AIrPods. En daardoor hebben we ook het idee dat Denon meer het Apple-publiek wil aanspreken. Een onbegonnen zaak, aangezien die mensen meestal al voorzien zijn.

©Wesley Akkerman

Denon AH-C500W kopen?

De Denon AH-C500W wil zichzelf met zijn open ontwerp neerzetten als een alternatieve keuze voor wie omgevingsbewust wil blijven. In de praktijk pakt dit concept echter minder goed uit. Het ontbreken van rubber oortips resulteert in een onrustige pasvorm, waardoor de oordopjes bij de minste beweging al dreigen uit te vallen. Deze constante noodzaak tot bijstellen leidt tot frustratie, mede door de overgevoelige aanraakbediening. Gelukkig kun je die via de app uitschakelen, maar dat verandert verder niets aan het idee dat ze niet echt lekker zitten.

Ook op audiogebied overtuigen de oortjes niet helemaal. Het open karakter levert een helder geluid op, maar de basweergave is ondermaats en vereist flinke aanpassingen via de equalizer, waarvan je de instellingen frustrerend genoeg niet kunt opslaan. De AH-C500W's vallen hierdoor in een lastig niemandsland: ze missen de geluidsisolatie en krachtige bas van afgesloten oordopjes en de stabiele pasvorm van échte open-ear modellen met oorhaken. Uiteindelijk voelen de oordopjes aan als een compromis dat op de belangrijkste vlakken helaas tekortschiet.