ID.nl logo
Belasting processor en videokaart meten
© PXimport
Huis

Belasting processor en videokaart meten

Je cpu en gpu bepalen grotendeels hoe je systeem presteert. Blijken deze prestaties soms ondermaats, dan wil je natuurlijk nagaan welk proces daarvoor verantwoordelijk is en wat de impact is. Zo’n controle kan in realtime gebeuren, maar kan ook over een kortere of langere periode lopen.

Nagaan hoe zwaar je cpu en gpu het te verduren krijgen, kun je eigenlijk op twee niveaus doen. Per applicatie, waarbij je controleert hoe zwaar een specifiek proces, service of applicatie je processors belast, en systeembreed, waarbij je het cpu- of gpu-gebruik meer globaal monitort. Beide methodes komen in dit artikel aan bod. We gaan ook kort in op wat je met de analyseresultaten kunt doen. Immers, naast flinke ingrepen als een nieuwe processor plaatsen of een huidige processor stevig overklokken, laat het processorgebruik zich ook wel minder ingrijpend bijsturen.

Op applicatieniveau

Vanuit het Taakbeheer van Windows kun je de processorbelasting van een specifiek proces nagaan. Druk op Ctrl+Shift+Esc en open het tabblad Processen. Via het menu Beeld / Bijwerksnelheid kun je de scanfrequentie verhogen of verlagen. Bovenaan de kolommen Processor en GPU zie je het globale, actuele gebruik van cpu en gpu, maar je krijgt dit ook mooi uitgesplitst over de actieve processen. Klik op een kolomtitel om die volgens dat criterium te ordenen.

Voor sommige processen, zoals browsers, zie je een pijltje staan, klik daarop om de onderliggende processen te zien. Bij Google Chrome is dat helaas telkens dezelfde naam (Google Chrome) hoewel de kolom PID (Process ID) aangeeft dat het om verschillende processen gaat. Om deze te identificeren, open je de browser en kies je Meer hulpprogramma’s / Taakbeheer.

Vanuit het tabblad Details in het Taakbeheer kun je nog veel meer informatie opsporen. Klik met rechts op een kolomtitel en kies Kolommen selecteren, waarna je items kunt aanduiden als Processortijd, GPU-engine, Toegewezen GPU-geheugen en Gedeeld GPU-geheugen (zie het kader ‘Gpu-onderdelen’). Je kunt hier tevens diverse onderdelen met betrekking tot schijf-I/O en geheugengebruik selecteren.

©PXimport

Gpu-onderdelen

Een gpu-engine is onafhankelijke gpu-unit, waarbij elke unit uit meerdere gpu-kernen kan bestaan. Het is perfect mogelijk dat zo’n engine parallel met een andere engine kan werken en zelfs dezelfde onderliggende kernen deelt (vergelijkbaar met hyperthreading bij een cpu). Er zijn bijvoorbeeld engines voor datatransfer, encryptie, 3D-weergave enzovoort. De aanduiding Toegewezen GPU-geheugen wijst op geheugen dat exclusief is voorbehouden aan de gpu, hetzij VRAM (bij een afzonderlijke grafische kaart), hetzij DRAM oftewel gereserveerd systeemgeheugen. Dit laatste komt voor bij geïntegreerde gpu’s, hoewel die ook geheugen kunnen gebruiken dat ze met de cpu delen (de aanduiding Gedeeld gpu-geheugen). Windows laat de gpu niet meer dan de helft van het beschikbare fysieke DRAM opeisen.

Affiniteit en prioriteit

Wanneer je op het tabblad Details met rechts op een proces klikt, dan kun je zowel de affiniteit als de prioriteit instellen. Met affiniteit geef je aan op welke processorkernen de proces-threads moeten worden uitgevoerd (standaard zet Windows alle kernen in). De prioriteit verwijst naar de cpu-tijd die een proces krijgt toegewezen. Een proces krijgt standaard de prioriteit Normaal toebedeeld, maar er zijn nog vijf andere niveaus beschikbaar, van Laag tot Realtime.

Het is ook mogelijk een applicatie standaard met een specifieke affiniteit en prioriteit op te starten. Klik met rechts op de bijbehorende snelkoppeling en kies Eigenschappen. Op het tabblad Snelkoppeling, bij Doel, vul je dan het volgende in:

cmd.exe /c start "<applicatienaam>" /<prioriteitswaarde> /affinity <hex-waarde> "<pad_naar_applicatie>"

Dit kan bijvoorbeeld zijn:

cmd.exe /c start "EventSentry" /high /affinity 3F " "D:\Program Files (x86)\ESL\eventsentry_gui.exe"

De waarde achter /affinity vereist enige toelichting. Stel, er zijn zestien logische processors en je wilt alleen de eerste zes gebruiken (0000000000111111), dan druk je dit met hexadecimale waarde 3F uit (een converter vind je via https://kwikr.nl/rthex).

Systeembreed (kort)

Om je processors systeembreed te monitoren, kun je weer terecht bij het Taakbeheer, op het tabblad Prestaties. Selecteer Processor voor het cpu-gebruik. Via Beeld / Bijwerksnelheid schakel je tussen een gemeten tijdsduur van 30 seconden tot 4 minuten. Voor het gpu-gebruik selecteer je GPU <x>: GPU 0 voor je geïntegreerde gpu en GPU 1 of hoger voor externe grafische kaarten. Gebruik je CrossFire of SLI voor parallelle gpu-verwerking, dan merk je dat aan de indicatie (Link 0) achter GPU <x>. Je krijgt hier standaard de meestgebruikte engines te zien, maar met de pijltjes links boven de grafieken kun je ook andere selecteren.

Wil je het gpu-gebruik iets langer monitoren, overweeg dan het portable GPU-Z te gebruiken. Start de tool en selecteer linksonder je grafische adapter. Open het tabblad Sensors: via de knop Settings selecteer je de gewenste data evenals de scanfrequentie. Met pijlknopjes geef je aan welke waarden je wilt zien. Plaats een vinkje bij Log to file linksonder om de gegevens in een txt-bestand op te slaan. Je kunt dit bestuderen met Excel, maar Generic Log Viewer werkt overzichtelijker. Start de tool, klik op Open File, duid GPU-Z aan en verwijs naar je logbestand. Duid aan hoeveel diagrammen en kolommen je wilt, waarna je in een keuzemenu aangeeft welke informatie je in elk diagram wenst.

©PXimport

Systeembreed (lang)

Wil je het processorgebruik over een langere periode meten, dan zet je de ingebouwde Prestatiemeter van Windows in. Druk op Windows-toets+R en voer perfmon.exe uit.

Open de sectie Gegevensverzamelaarsets en klik met rechts op Gedefinieerd door de gebruiker. Selecteer Nieuw / Gegevensverzamelaarsets. Vul een naam in, kies Handmatig maken (geavanceerd) en klik op Volgende.

Je kiest uit drie gegevenstypes:

- Componenten van Windows of van applicaties die gebeurtenissen rapporteren (Gegevens van gebeurtenistracering);

- Registerwijzigingen (Informatie over de systeemconfiguratie);

- Prestatiemetingen (Prestatiemeteritem).

Wij kiezen hier voor het laatste type. Druk op Volgende en op Toevoegen, waarna je items van GPU of Processor markeert om die met Toevoegen >> naar het rechterdeelvenster over te zetten. Zodra je alle nodige items hebt toegevoegd, druk je op OK en bepaal je het steekproefinterval. Rond af met Volgende (2x) en Voltooien.

Open nu Gegevensverzamelaarsets / Gedefinieerd door de gebruiker, klik met rechts op je set en klik op Starten (of Stoppen). Open de sectie Rapporten en dubbelklik op het rapport om het cpu- en gpu-gebruik in een grafiek te zien.

©PXimport

De prestatiemeter meet het cpu-gebruik over een langere periode

-

Energiebeheerschema’s

Via zogeheten energiebeheerschema’s kun je het globale cpu- en gpu-gebruik enigszins optimaliseren. Start de module Energiebeheer in het Windows-startmenu, kies Een energiebeheerschema maken en selecteer een schema. Tik een naam in, stel de gewenste opties in en bevestig met Maken. Klik bij je schema op De schema-instellingen wijzigen / Geavanceerde energie-instellingen wijzigen. Doorloop hier de beschikbare opties, zoals Energiebeheer voor processor en […] Graphics instellingen en stel die naar wens in. Bevestig met OK.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!