ID.nl logo
Belasting processor en videokaart meten
© PXimport
Huis

Belasting processor en videokaart meten

Je cpu en gpu bepalen grotendeels hoe je systeem presteert. Blijken deze prestaties soms ondermaats, dan wil je natuurlijk nagaan welk proces daarvoor verantwoordelijk is en wat de impact is. Zo’n controle kan in realtime gebeuren, maar kan ook over een kortere of langere periode lopen.

Nagaan hoe zwaar je cpu en gpu het te verduren krijgen, kun je eigenlijk op twee niveaus doen. Per applicatie, waarbij je controleert hoe zwaar een specifiek proces, service of applicatie je processors belast, en systeembreed, waarbij je het cpu- of gpu-gebruik meer globaal monitort. Beide methodes komen in dit artikel aan bod. We gaan ook kort in op wat je met de analyseresultaten kunt doen. Immers, naast flinke ingrepen als een nieuwe processor plaatsen of een huidige processor stevig overklokken, laat het processorgebruik zich ook wel minder ingrijpend bijsturen.

Op applicatieniveau

Vanuit het Taakbeheer van Windows kun je de processorbelasting van een specifiek proces nagaan. Druk op Ctrl+Shift+Esc en open het tabblad Processen. Via het menu Beeld / Bijwerksnelheid kun je de scanfrequentie verhogen of verlagen. Bovenaan de kolommen Processor en GPU zie je het globale, actuele gebruik van cpu en gpu, maar je krijgt dit ook mooi uitgesplitst over de actieve processen. Klik op een kolomtitel om die volgens dat criterium te ordenen.

Voor sommige processen, zoals browsers, zie je een pijltje staan, klik daarop om de onderliggende processen te zien. Bij Google Chrome is dat helaas telkens dezelfde naam (Google Chrome) hoewel de kolom PID (Process ID) aangeeft dat het om verschillende processen gaat. Om deze te identificeren, open je de browser en kies je Meer hulpprogramma’s / Taakbeheer.

Vanuit het tabblad Details in het Taakbeheer kun je nog veel meer informatie opsporen. Klik met rechts op een kolomtitel en kies Kolommen selecteren, waarna je items kunt aanduiden als Processortijd, GPU-engine, Toegewezen GPU-geheugen en Gedeeld GPU-geheugen (zie het kader ‘Gpu-onderdelen’). Je kunt hier tevens diverse onderdelen met betrekking tot schijf-I/O en geheugengebruik selecteren.

©PXimport

Gpu-onderdelen

Een gpu-engine is onafhankelijke gpu-unit, waarbij elke unit uit meerdere gpu-kernen kan bestaan. Het is perfect mogelijk dat zo’n engine parallel met een andere engine kan werken en zelfs dezelfde onderliggende kernen deelt (vergelijkbaar met hyperthreading bij een cpu). Er zijn bijvoorbeeld engines voor datatransfer, encryptie, 3D-weergave enzovoort. De aanduiding Toegewezen GPU-geheugen wijst op geheugen dat exclusief is voorbehouden aan de gpu, hetzij VRAM (bij een afzonderlijke grafische kaart), hetzij DRAM oftewel gereserveerd systeemgeheugen. Dit laatste komt voor bij geïntegreerde gpu’s, hoewel die ook geheugen kunnen gebruiken dat ze met de cpu delen (de aanduiding Gedeeld gpu-geheugen). Windows laat de gpu niet meer dan de helft van het beschikbare fysieke DRAM opeisen.

Affiniteit en prioriteit

Wanneer je op het tabblad Details met rechts op een proces klikt, dan kun je zowel de affiniteit als de prioriteit instellen. Met affiniteit geef je aan op welke processorkernen de proces-threads moeten worden uitgevoerd (standaard zet Windows alle kernen in). De prioriteit verwijst naar de cpu-tijd die een proces krijgt toegewezen. Een proces krijgt standaard de prioriteit Normaal toebedeeld, maar er zijn nog vijf andere niveaus beschikbaar, van Laag tot Realtime.

Het is ook mogelijk een applicatie standaard met een specifieke affiniteit en prioriteit op te starten. Klik met rechts op de bijbehorende snelkoppeling en kies Eigenschappen. Op het tabblad Snelkoppeling, bij Doel, vul je dan het volgende in:

cmd.exe /c start "<applicatienaam>" /<prioriteitswaarde> /affinity <hex-waarde> "<pad_naar_applicatie>"

Dit kan bijvoorbeeld zijn:

cmd.exe /c start "EventSentry" /high /affinity 3F " "D:\Program Files (x86)\ESL\eventsentry_gui.exe"

De waarde achter /affinity vereist enige toelichting. Stel, er zijn zestien logische processors en je wilt alleen de eerste zes gebruiken (0000000000111111), dan druk je dit met hexadecimale waarde 3F uit (een converter vind je via https://kwikr.nl/rthex).

Systeembreed (kort)

Om je processors systeembreed te monitoren, kun je weer terecht bij het Taakbeheer, op het tabblad Prestaties. Selecteer Processor voor het cpu-gebruik. Via Beeld / Bijwerksnelheid schakel je tussen een gemeten tijdsduur van 30 seconden tot 4 minuten. Voor het gpu-gebruik selecteer je GPU <x>: GPU 0 voor je geïntegreerde gpu en GPU 1 of hoger voor externe grafische kaarten. Gebruik je CrossFire of SLI voor parallelle gpu-verwerking, dan merk je dat aan de indicatie (Link 0) achter GPU <x>. Je krijgt hier standaard de meestgebruikte engines te zien, maar met de pijltjes links boven de grafieken kun je ook andere selecteren.

Wil je het gpu-gebruik iets langer monitoren, overweeg dan het portable GPU-Z te gebruiken. Start de tool en selecteer linksonder je grafische adapter. Open het tabblad Sensors: via de knop Settings selecteer je de gewenste data evenals de scanfrequentie. Met pijlknopjes geef je aan welke waarden je wilt zien. Plaats een vinkje bij Log to file linksonder om de gegevens in een txt-bestand op te slaan. Je kunt dit bestuderen met Excel, maar Generic Log Viewer werkt overzichtelijker. Start de tool, klik op Open File, duid GPU-Z aan en verwijs naar je logbestand. Duid aan hoeveel diagrammen en kolommen je wilt, waarna je in een keuzemenu aangeeft welke informatie je in elk diagram wenst.

©PXimport

Systeembreed (lang)

Wil je het processorgebruik over een langere periode meten, dan zet je de ingebouwde Prestatiemeter van Windows in. Druk op Windows-toets+R en voer perfmon.exe uit.

Open de sectie Gegevensverzamelaarsets en klik met rechts op Gedefinieerd door de gebruiker. Selecteer Nieuw / Gegevensverzamelaarsets. Vul een naam in, kies Handmatig maken (geavanceerd) en klik op Volgende.

Je kiest uit drie gegevenstypes:

- Componenten van Windows of van applicaties die gebeurtenissen rapporteren (Gegevens van gebeurtenistracering);

- Registerwijzigingen (Informatie over de systeemconfiguratie);

- Prestatiemetingen (Prestatiemeteritem).

Wij kiezen hier voor het laatste type. Druk op Volgende en op Toevoegen, waarna je items van GPU of Processor markeert om die met Toevoegen >> naar het rechterdeelvenster over te zetten. Zodra je alle nodige items hebt toegevoegd, druk je op OK en bepaal je het steekproefinterval. Rond af met Volgende (2x) en Voltooien.

Open nu Gegevensverzamelaarsets / Gedefinieerd door de gebruiker, klik met rechts op je set en klik op Starten (of Stoppen). Open de sectie Rapporten en dubbelklik op het rapport om het cpu- en gpu-gebruik in een grafiek te zien.

©PXimport

De prestatiemeter meet het cpu-gebruik over een langere periode

-

Energiebeheerschema’s

Via zogeheten energiebeheerschema’s kun je het globale cpu- en gpu-gebruik enigszins optimaliseren. Start de module Energiebeheer in het Windows-startmenu, kies Een energiebeheerschema maken en selecteer een schema. Tik een naam in, stel de gewenste opties in en bevestig met Maken. Klik bij je schema op De schema-instellingen wijzigen / Geavanceerde energie-instellingen wijzigen. Doorloop hier de beschikbare opties, zoals Energiebeheer voor processor en […] Graphics instellingen en stel die naar wens in. Bevestig met OK.

▼ Volgende artikel
Hoe komt het dat mijn smartphone steeds trager wordt?
© denis_vermenko - stock-adobe.com
Huis

Hoe komt het dat mijn smartphone steeds trager wordt?

Wellicht merk je er zelf wel wat van en anders heb je het vast wel eens om je heen gehoord: smartphones die mettertijd trager worden. En dat terwijl de hardware toch echt razendsnel was op het moment dat je het toestel kocht. Dit is waarom ze toch minder snel worden.

Dat smartphones na een aantal jaar langzamer worden dan toen ze net nieuw waren, heeft een aantal redenen, die we in dit artikel bespreken:

  • Algemene veroudering (of: geplande veroudering)
  • Systeemupdates die meer ruimte in beslag nemen
  • Systeemopslag loopt vol door apps en bestanden

Niet iedereen heeft het geld ervoor (over) om ieder jaar of misschien om de twee jaar een nieuwe smartphone te kopen. De meeste toestellen kunnen minimaal vijf jaar meegaan, maar toch proberen fabrikanten ons ertoe te verleiden een nieuw model te kopen. Want je hebt vast wel gemerkt dat je huidige telefoon trager is dan eerst, toch? Toch?! Aangezien we collectief een hekel lijken te hebben aan trage toestellen, gaan we vaak overstag. Maar als je begrijpt waarom smartphones trager worden, dan kun je daar misschien ook iets tegen doen.

Algemene of geplande veroudering

Eén van de eerste redenen die hieraan ten grondslag liggen is algemene of geplande veroudering. Het idee daarachter is dat techbedrijven producten met een beperkte levensduur uitbrengen. Dergelijke apparaten lopen dan achter op nieuwe producten, kunnen recente technologische ontwikkelingen niet ondersteunen of verslechteren na iedere update.

Met dat soort tactieken proberen fabrikanten er alles aan te doen om je aan het upgraden te krijgen. Maar eerlijk is eerlijk, soms is een apparaat ook aan vervanging toe. Kijk eerst of je nog iets zelf (kunt laten) maken en bedenk dan pas of upgraden echt nodig is. Als je smartphone echt te oud wordt, merk je dat vanzelf en dan kun je het beste upgrademoment zelf inplannen.

©fizkes

Systeemupdates nemen meer ruimte in beslag

In het verlengde van het vorige punt kan het ook zijn dat de systeemupdates voor je smartphone simpelweg meer ruimte in beslag nemen. Nieuwe hardware beschikt over geoptimaliseerde software, die perfect aansluit bij hoe het toestel op dat moment in de markt gezet wordt. Maar na jaren updates en upgrades ontvangen, loopt de systeemopslag al snel vol.

En omdat oudere apparaten ook nieuwere functies ontvangen, blijft die opslag alsmaar vollopen. Het kan ook zijn dat recente functies meer vragen van verschillende systeemonderdelen, waardoor het toestel het gebruik niet meer kan bijbenen. Het kan hierbij helpen om af en toe je toestel terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.

Systeemopslag raakt vol

En tot slot spelen andere opgeslagen bestanden hier ook vaak een rol in. Hoe meer apps je downloadt, hoe meer opslag er nodig is. En hoe meer apps je gebruikt, hoe voller het cachegeheugen zit. Bovendien brengen appmakers ook steeds updates uit die ruimte in beslag nemen, om nog maar te zwijgen over alle foto's en video's die we tegenwoordig zelf maken in hoge resoluties.

Wat je hiertegen kunt doen is gelukkig simpel. Leeg af en toe het cache van je Android-apparaat of de apps die je gebruikt en sla beeldmateriaal (foto's) op in de cloud of een pc. Het kan daarnaast geen kwaad om kritisch te zijn op de apps die je gebruikt. Verwijder alle apps die al een tijdje digitaal stof verzamelen en voor je het weet voelt je smartphone alweer een stuk sneller aan.

Lees meer: Cache leegmaken en data verwijderen op Android is belangrijk


▼ Volgende artikel
De 10 meest gemaakte fouten in Word - en hoe je ze oplost
© Simon Lehmann
Huis

De 10 meest gemaakte fouten in Word - en hoe je ze oplost

'Van je fouten kun je leren.’ Deze uitspraak is nogal een dooddoener, want vaak realiseer je niet eens waar het misging. Laten we daarom eens de meest voorkomende missers bekijken bij het gebruik van Microsoft Word. En vooral: hoe kun je het dan wél goed en efficiënt doen?

In dit artikel laten we zien hoe je typische fouten in Microsoft Word kunt vermijden en efficiënter kunt werken:

  • Gebruik kopstijlen in plaats van handmatige opmaak voor koppen
  • Zorg voor een consistente alinea-opmaak
  • Voeg nieuwe pagina’s toe met een pagina-einde en niet met een heleboel Enters
  • Gebruik tabellen in plaats van tabs en spaties om gegevens netjes uit te lijnen
  • Controleer verborgen opmaaktekens om fouten te vinden en te corrigeren
  • Beperk overmatig kleurgebruik en kies voor een samenhangend kleurenpalet

Handig om te weten: Deze plug-ins laten je nog productiever werken met Word

Microsoft Word wordt al 38 jaar gebruikt voor het opstellen van de meeste tekstdocumenten. Veel mensen gebruiken dit programma vanaf de dag dat ze een computer hebben. Maar het gebruik is te vergelijken met het rijden van een auto. Zonder dat je het door hebt, ontwikkel je een aantal slechte gewoontes. Daardoor verlies je tijd en werk je minder efficiënt. Wat zijn de meest voorkomende fouten die je kunt vermijden bij het maken van nieuwsbrieven, verslagen en andere documenten? Laten we ze eens doornemen.

1 Stijlen voor kopjes

Waarschijnlijk heeft je document een titel en verdeel je de inhoud in logische onderdelen die telkens beginnen met een kopje. Uiteraard wil je dat zo’n kop in het oog springt en daarom zet je hem in een groter of ander lettertype en misschien maak je hem ook vet. Door de kopjes handmatig op te maken, zorg je helaas dat een aantal automatische functies in Word niet goed functioneren.

Voor de tekst en vooral voor kopjes gebruik je beter de groep Stijlen op het tabblad Start. Plaats de muisaanwijzer op de eerste kop van de tekst en kies in de groep Stijlen of in het deelvenster Stijlen de stijl Kop 1. Wanneer er een subkop is, krijgt die daarna de stijl Kop 2. Op die manier voorzie je alle kopjes van een zogeheten kopstijl.

Bevalt de stijl je niet? Je kunt elke kopstijl aanpassen. De wijzing wordt automatisch in het volledige document doorgevoerd. In de groep Stijlen van het tabblad Start klik je met rechts op de stijl Kop 1 en je selecteert de opdracht Wijzigen. Daarna pas je in het dialoogvenster Stijl wijzigen het lettertype, de lettergrootte en -kleur aan. Pas dit toe en sla de stijl op, zodat die meteen wordt doorgevoerd in de volledige inhoud van het document.

Elke kopstijl kun je aanpassen naar jouw wensen.

Voordelen van kopstijlen

Het voordeel van kopstijlen is dat Word een aantal tijdrovende taken automatisch uitvoert aan de hand van deze stijlen. Met deze koppen bepaal je als auteur de hiërarchie binnen het document.

Als je het deelvenster Navigatie opent met Ctrl+F of Beeld / Navigatievenster, dan zie je in de linkerbalk de volledige structuur van het document. Als je in het navigatievenster op een kop klikt, schakel je rechtstreeks naar dit onderdeel. Dat is ontzettend handig bij erg lange documenten.

Op basis van de kopstijlen kan Word eenvoudig een inhoudsopgave met paginaverwijzingen voor je maken. Plaats de muisaanwijzer op de plek waar de inhoudsopgave moet komen. Vervolgens klik je in het tabblad Verwijzingen op de knop Inhoudsopgave. Kies nu een lay-out voor de inhoudsopgave. Als je later nog een hoofdstuk hebt aangepast, klik je op de knop Bijwerken naast de knop Inhoudsopgave.

Als je kopstijlen gebruikt, maakt Word heel eenvoudig een inhoudsopgave voor je.

2 Opvallende lettertypes

Of je nu Arial, Verdana of Avenir gebruikt, houd je aan hetzelfde lettertype door het hele document. Gebruik eventueel alleen een ander lettertype voor koppen, ondertitels, bijschriften of specifieke tekstsoorten. Als je wilt dat de kop eruit springt, kun je een meer opvallend lettertype gebruiken, maar houd het in ieder geval eenvoudig.

Het is niet de bedoeling dat de vormgeving de lezer afleidt van de inhoud. Je kunt bijvoorbeeld het lettertype iets groter maken dan de tekst die volgt, of bepaalde kleurnuances gebruiken, zoals tinten van blauw. Voor kopjes wordt vaak een schreefloos lettertype gekozen. Dit lettertype heeft geen dunne dwarsstreepjes aan de basislijn. Schreefloze lettertypes zien er moderner uit dan lettertypes met schreven, die een klassiekere uitstraling hebben.

Schreefletters hebben een streepje aan de basis.

3 Alinea’s laten inspringen

De opmaak waarbij je de eerste regel van een alinea laat inspringen, is tegenwoordig achterhaald. Als je hier toch aan vasthoudt, moet je de alineastijl aanpassen en zeker nooit de spatiebalk gebruiken. Als je dat toch doet, zul je merken dat het inspringen door de hele tekst verschilt.

Gebruik liever de optie Alineastijl. Klik in het tabblad Start op het kleine pijltje rechtsonder naast Alinea. Kies onder de sectie Inspringing bij Speciaal de optie Eerste regel en typ daarna de gewenste inspringingsafstand. Klik op OK en alle alinea’s met die stijl krijgen een consistente inspringing van de eerste regel.

Laat alinea’s inspringen met de Alineastijl.

4 Voldoende witruimte

Een Word-document is geen PowerPoint-presentatie waarin je per dia met een afbeelding en enkele steekwoorden een boodschap overbrengt. Vergeet alleen niet om voldoende witruimte te gebruiken om de tekst leesbaar te houden. Zorg voor voldoende ruimte in de tekst. Het is niet zo dat een pagina die volgepropt is met inhoud direct professioneler oogt. Als je wat ruimte laat, komt de boodschap veel aangenamer over. Voeg eventueel twee regelafbrekingen toe om extra witruimte te creëren en zorg ervoor dat de paginamarges breed genoeg zijn.

Klik in het lint op het tabblad Indeling en klik op Marges om deze in te stellen. Hier maak je een selectie uit vijf standaardinstellingen (Normaal, Smal, Gemiddeld, Breed en Gespiegeld) en de Laatste aangepaste instelling. De term Gespiegeld wordt gebruikt voor pagina’s die tegenover elkaar liggen. Dat is nuttig wanneer je documenten dubbelzijdig afdrukt. Met de optie Aangepaste marges voer je de breedte van de marges numeriek in.

Meer witruimte maakt een document altijd beter leesbaar.

5 Nieuwe pagina toevoegen

Een klassieke fout van de Word-gebruiker zonder opleiding is de manier waarop een nieuwe pagina wordt toegevoegd. Stel dat je halverwege een pagina bent en je wilt dat het volgende onderdeel op een nieuwe pagina begint. Het is een vergissing om dan meerdere keren op de Return- of Enter-toets te drukken totdat de cursor op de volgende pagina staat.

De tekststroom in Word hangt af van het gebruikte lettertype en de geselecteerde printer. Als je later iets in de tekst wijzigt, verandert de locatie waar je de nieuwe pagina had verwacht. Ook wanneer je bijvoorbeeld in een stukje tekst het lettertype of de lettergrootte verandert, brengen de returns je in moeilijkheden.

Om een nieuwe pagina toe te voegen, klink je eerst op de positie waar je deze wilt hebben. Daarna ga je naar het tabblad Invoegen in het lint en klik je op Pagina-einde. Of je gebruikt de toetscombinatie Ctrl+Return of Ctrl+Enter. De pagina wordt daarmee automatisch ingevoegd.

Om een nieuwe pagina te beginnen, voeg je een pagina-einde toe.

De juiste toets gebruiken?

Start de zoektocht naar een fijn toetsenbord

6 Controle met verborgen opmaaktekens

Microsoft Word heeft een manier om alle opmaaktekens te tonen. Deze tekens zijn normaal verborgen en worden niet afgedrukt. Door ze tevoorschijn te toveren, zie je waar de spaties, de tabs, de pagina-einden en de nieuwe alinea’s staan. Daarmee ontdek je waar en waarom het misgaat in de opmaak.

Je ziet bijvoorbeeld dat je meerdere spaties hebt geplaatst in plaats van een tab, of vier paragraaftekens in plaats van een pagina-einde. Om snel die opmaaktekens te zien, klik je in het tabblad Start op de knop Alles weergeven of gebruik je de toetscombinatie Ctrl+8. Deze knop vind je in de groep Alinea en heeft het pictogram van een paragraafteken.

Dit is knop om de verborgen opmaaktekens te tonen en te verbergen.

7 Raster maken met tabs

Om vergelijkende informatie in rijen en kolommen te ordenen, gebruik je vaak tabs. Maar met tabs krijg je soms problemen bij het uitlijnen van de gegevens. Dan begint bij veel mensen het improviseren met tabs in combinatie met spaties. Als je merkt dat je zowel tabs én spaties gebruikt om al deze informatie te ordenen, stop dan onmiddellijk en gebruik een tabel.

De tabtoetsen zijn een overblijfsel van de typmachine. Toen was er geen andere manier om een dataraster te maken. Tabellen maken het mogelijk om in de kolommen de gegevens op de juiste manier uit te lijnen. Als je de gegevens al in tabs hebt gezet, dan kun je die gemakkelijk omzetten naar een tabel.

Selecteer eerst alle gegevens en kies daarna voor Invoegen / Tabel / Tekst naar tabel converteren. Word vraagt vervolgens hoeveel kolommen en rijen je wilt. Je kunt ook een vaste kolombreedte hanteren, een kolombreedte aanpassen aan de inhoud, of een tabel kiezen die zich automatisch aangepast aan het venster.

Wanneer je zit te prutsen met tabs en spaties, kun je beter overschakelen naar een tabel.

8 Mijd WordArt en ClipArt

Eigenlijk is het verbazingwekkend dat Microsoft Word nog steeds WordArt aanbiedt, vooral omdat er zo’n rijke keuze aan lettertypes beschikbaar is. Wanneer je wilt laten zien dat je een minder goede smaak hebt en niet weet hoe je een document professioneel opmaakt, dan gebruik je WordArt. Kies Invoegen en vervolgens WordArt invoegen.

Je kunt de tekst nu een gloed geven, laten weerspiegelen, een schaduw toevoegen en meer. Hierdoor ziet de tekst er uit als neonreclame of als een snoepje. Als je een strak en professioneel document wilt, gebruik je dus geen WordArt of heel zuinig. Ook met ClipArt, de kleine tekeningen die je het internet vindt, ondermijn je je professionele waardigheid.

Laat je niet verleiden om WordArt te gebruiken.

9 Lage resolutie

Wil je afbeeldingen, zoals foto’s, toevoegen in je Word-document? Zorg dan dat deze voldoende resolutie hebben. Daarmee bedoelen we 300 pixels per inch (ppi). Een afbeelding op lagere resolutie ziet er op het scherm misschien goed uit, maar op de afdruk zie je alle losse pixels.

Je kunt de standaardresolutie wijzigen in de opties van Word. Klik op Bestand / Opties / Geavanceerd en wijzig in het onderdeel Grootte en kwaliteit van afbeelding de standaardresolutie naar 330 ppi of Hoge beeldkwaliteit. In de hoogste kwaliteit worden de afbeeldingen niet gecomprimeerd, tenzij ze groter zijn dan de canvasgrootte van het document. Het nadeel van de instelling Hoge beeldkwaliteit is dat het Word-document veel lijviger wordt en dat de verwerking iets trager aanvoelt op computers met weinig geheugen.

Je kunt de standaardresolutie van de afbeeldingen in het document instellen op 330 pixels per inch.

Foto’s met toestemming

Gebruik geen foto’s in je Word-document zonder licentie, tenzij het echt voor privé is bedoeld. Ook fotografen zijn hardwerkende mensen die terecht de erkenning en de verdiensten voor hun werk verwachten. Gebruik je toch afbeeldingen waarop copyright rust, dan kun je problemen krijgen. Er zijn gespecialiseerde bureaus die een verdienmodel hebben opgebouwd door fikse claims te sturen naar mensen die deze beschermde afbeeldingen zonder toestemming hebben gebruikt.

Er zijn voldoende websites waar je afbeeldingen mag plukken zonder dat je het copyright schendt zoals: www.pexels.com, www.unsplash.com, www.pixabay.com en https://nos.twnsnd.co (voor vintage foto’s). Soms zetten fotografen hun werken op het internet onder een Creative Commons-licentie (CC). De maker geeft je op die manier automatisch de toestemming om de afbeelding gratis te gebruiken. Je moet je wel aan de eventuele voorwaarden houden.

Op Pexels.com kun je gratis stockfoto’s downloaden.

10 Te veel kleur

Iedereen houdt van een beetje kleur, maar net als met lettertypes moet je zuinig omgaan met het kleurenpalet. Je kunt je beperken tot een paar tinten, zeker als je volgens een bepaalde huisstijl werkt. Je kunt kleuren gebruiken om een onderscheid te maken tussen verschillende categorieën of hoofdstukken, maar probeer dan verschillende tinten te gebruiken van dezelfde kleur om het geheel samenhangend te houden, terwijl er toch variatie is.

Een voorbeeld van schreeuwerig kleurgebruik.

Watch on YouTube