ID.nl logo
Usb-standaarden vergeleken en verschillen uitgelegd
© PXimport
Zekerheid & gemak

Usb-standaarden vergeleken en verschillen uitgelegd

Toen usb midden jaren negentig ontstond, was het doel even duidelijk als de naam: een universele standaard bieden om apparaten via een seriële interface te verbinden. Maar met de derde generatie werd het alleen maar verwarrender. We kijken naar de usb-standaarden door de jaren heen. Wat zijn de verschillen?

Na een trage start werd usb rond de eeuwwisseling populair, onder andere dankzij Apple die de standaard in zijn iMacs omarmde. Usb verving niet alleen de ps/2-aansluiting voor toetsenbord en muis, maar ook de parallelle printerpoort. En ook externe harde schijven, webcams en opslagmedia gingen indertijd gebruikmaken van usb.

Na de release van usb 2 in 2000 bleef de standaard een hele tijd stilstaan. Die specificatie introduceerde de mini- en micro-connectors die vooral gebruikt werden bij smartphones en leverde een hogere overdrachtssnelheid, tot 480 Mbit/s. Usb 2 was het hoogtepunt van de visie van een universele interface. Je hoefde niet meer na te denken over wat je wel of niet kon aansluiten op een usb-connector, het werkte gewoon. Tenminste, als je een keer of drie probeerde, want de connector was niet symmetrisch en paste maar op één manier.

Usb 3

De ontwikkelaars van de usb-specificatie stonden uiteraard niet stil. Een constante factor in de pc-industrie is dat alles altijd sneller moet, en zo kwam in 2008 usb 3 uit, met een snelheid van 5 Gbit/s; meer dan tien keer zo snel als usb 2. Om het verschil tussen beide versies duidelijk te maken, kregen de usb3-connectors een blauwe kleur. Weer volgden enkele jaren van stabiliteit, waarbij zowel het ‘oude’ usb 2 op de markt was én het nieuwe usb 3, sneller en duidelijk aangeduid met de blauwe kleur van de connectors. En zoals altijd zijn de nieuwe usb-standaarden achterwaarts compatibel, dus veel problemen waren er niet.

Toen de eerste usb3-apparaten populair begonnen te worden, ontstond de verwarring. Usb 3.1 en later 3.2 verhoogden de snelheid, en ondertussen kwam er met usb-c ook een nieuwe connector. Daarbij maakte het eindelijk niet meer uit hoe je de connector in een apparaat moest steken, want symmetrisch, maar moest je wel plotseling weer allemaal adapters aanschaffen als je je vertrouwde apparaten met een oude usb-connector wilde aansluiten.

Verwarrende naamgeving

De snellere bandbreedte en handigere connector waren op zich goede verbeteringen, maar het USB Implementers Forum (USB-IF) maakte er een potje van op het gebied van de naamgeving. Toen usb 3.1 uitkwam, herdoopte de organisatie usb 3.0 tot usb 3.1 gen 1. De ‘échte’ usb 3.1 werd officieel usb 3.1 gen 2 genoemd. Maar producten konden probleemloos afficheren dat ze ‘usb 3.1’ ondersteunden als ze slechts usb 3.0 ondersteunden, want usb 3.0 was nu usb 3.1 gen 1.

En met de introductie van usb 3.2 werd dat kunstje nog eens herhaald: usb 3.1 gen 1 (het oorspronkelijke usb 3.0 dus) kreeg de naam usb 3.2 gen 1, usb 3.1 gen 2 (usb 3.1 dus) werd usb 3.2 gen 2 en usb 3.2 werd voluit usb 3.2 gen 2 x 2 genoemd. Die laatste benaming heeft een technische reden: usb 3.2 realiseert de verdubbeling van zijn snelheid door twee keer zoveel datalijnen te gebruiken. En in een poging om de verwarring de wereld uit te helpen (maar eigenlijk werd het zo alleen nog maar erger), introduceerde het USB-IF ook commerciële namen voor de standaarden: Superspeed USB (usb 3.0), SuperSpeed USB 10Gbps (usb 3.1) en SuperSpeed USB 20Gbps (usb 3.2).

Ontwikkeling van usb 1994 De ontwikkeling van usb begon als een samenwerking van Compaq, DEC, IBM, Intel, Microsoft, NEC en Nortel. 1996 Usb 1 komt op de markt, met snelheden van 1,5 Mbit/s (Low Speed) en 12 Mbit/s (Full Speed). 1998 De iMac verving zijn ps/2-interfaces voor toetsenbord en muis door usb, wat de doorbraak van usb bij het grote publiek bespoedigde. 2000 Usb 2 introduceerde de mini- en micro-connectors en een snelheid van 480 Mbit/s (High Speed). 2008 Usb 3 haalt een ‘SuperSpeed’-snelheid van 5 Gbit/s. De connectors worden blauw (Pantone 300C) voor het onderscheid met eerdere versies. 2009 Linux (kernelversie 2.6.31) is het eerste besturingssysteem met ondersteuning voor usb 3. 2010 De eerste usb3-producten komen op de markt. 2013 Usb 3.1 verdubbelt de maximumsnelheid naar 10 Gbit/s (SuperSpeed+). 2014 De specificatie van de nieuwe usb-c-connector wordt gepubliceerd. 2015 Thunderbolt 3 maakt gebruik van de usb-c-connector. 2017 Usb 3.2 verdubbelt de maximumsnelheid naar 20 Gbit/s. 2019 Usb 4 verdubbelt de maximumsnelheid naar 40 Gbit/s en wordt gebaseerd op Thunderbolt 3. 2021 De eerste usb4-producten worden op de markt verwacht.

Thunderbolt

Ondertussen waren Intel en Apple aan een alternatief protocol begonnen: thunderbolt. Het werd vooral bekend als connector bij Macs om een scherm aan te sluiten. Thunderbolt 1 en 2 gebruikten de mini-displayport-connector, maar in versie 3 schakelde thunderbolt over naar usb-c. Dat gaat zelfs zo ver dat een computer met thunderbolt-poort ook usb-apparaten ondersteunt. Helaas werkt dat niet andersom: een usb-c-poort in je computer betekent niet dat je een thunderbolt-scherm kunt aansluiten.

Usb 4

En zo komen we bij usb 4. Een belangrijk verschil met de vorige versies is dat nu niet alleen de snelheid verdubbelt (naar 40 Gbit/s), maar dat de standaard ook gebaseerd is op thunderbolt 3. En dat is eigenlijk een hele logische revolutie. De usb-c-connector werd steeds vaker gebruikt om een extern scherm aan te sluiten, en thunderbolt 3 was toch al compatibel met usb 3.1, dus usb en thunderbolt zijn op een organische manier naar elkaar toe gegroeid.

De bandbreedte van 40 Gbit/s is voldoende om een 5K-scherm of twee 4K-schermen aan te sturen, en als de usb-kabel tegelijk video en data overzet, verdeelt usb 4 de bandbreedte slimmer dan eenvoudigweg 50/50. Bovendien is het handig dat met de versmelting van beide protocollen in usb 4 nu ook ‘daisy-chainen’ mogelijk is zoals bij thunderbolt: je kunt dan toestellen in een ketting op elkaar aansluiten zonder dat je een hub nodig hebt. Tot slot kan usb 4 kan 100W aan vermogen leveren (20V, 5A). Allemaal heel interessante eigenschappen die van usb weleens weer de universele aansluiting kunnen maken die het ooit was.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 4K QLED-televisies onder de 500 euro
© Samsung
Huis

Waar voor je geld: 5 4K QLED-televisies onder de 500 euro

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Vandaag hebben we vijf 4K QLED-tv's onder de 500 euro voor je gevonden. Ideaal voor wie wil genieten van haarscherpe beelden en realistische kleuren zonder zijn of haar budget te overschrijden.

Disclaimer

Op het moment van schrijven zijn de televisies bij de goedkoopste webwinkels niet duurder dan 500 euro. De prijzen kunnen schommelen.


Hisense 43A7NQ

De Hisense 43A7NQ biedt verrassend veel voor zijn formaat en prijs. Deze 43 inch QLED-tv levert levendige kleuren dankzij Quantum Dot Color en biedt ondersteuning voor maar liefst vier HDR-formaten, waaronder Dolby Vision IQ en HDR10+. De 4K AI-upscaler tilt oudere content naar een hoger kwaliteitsniveau, zodat ook SD- en HD-beelden scherp en helder ogen. Het geluid wordt verzorgd door twee speakers met Dolby Atmos, wat zorgt voor een ruimtelijk en indrukwekkend geluid. De tv draait op het overzichtelijke VIDAA-platform en ondersteunt handige functies zoals spraakbesturing, bluetooth-koppeling en Game Mode.

Beelddiagonaal: 43 inch (109 cm)
HDR-ondersteuning: Dolby Vision IQ, HDR10, HDR10+, HLG
Smart TV-platform: VIDAA
Bijzonderheden: Quantum Dot Color, AI-upscaling, Dolby Atmos, Game Mode

TCL 43P7K

De TCL 43P7K is een veelzijdige 43 inch QLED-tv met een hoge helderheid van 430 nits en ondersteuning voor alle gangbare HDR-formaten zoals HDR10+ en Dolby Vision. Hierdoor ogen beelden levendig en scherp, met mooie kleurgradaties. Deze televisie draait op Google TV, wat betekent dat je kunt rekenen op een slimme en overzichtelijke interface met ondersteuning voor spraakbediening via Google Assistent of Alexa. Ook stream je gemakkelijk content vanaf je smartphone met Apple AirPlay of ingebouwde Chromecast. De Game Master-modus en ALLM maken dit een goede keuze voor casual gamers.

Beelddiagonaal: 43 inch (109 cm)
HDR-ondersteuning: Dolby Vision, HDR10+, HDR10, HLG
Smart TV-platform: Google TV
Bijzonderheden: Google Assistent, Game Master, 430 nits helderheid, AirPlay

Samsung QE50Q60D

De Samsung QE50Q60D is een 50 inch televisie met QLED-schermtechnologie die garant staat voor levendige kleuren en een hoge helderheid. Dankzij Quantum HDR en 100% kleurvolume oogt elk beeld natuurgetrouw, met rijke details en krachtig contrast. De Dual LED-achtergrondverlichting verbetert bovendien de kijkhoek, waardoor iedereen in de kamer geniet van hetzelfde beeld. De tv draait op het gebruiksvriendelijke Tizen-platform, dat snelle toegang geeft tot je favoriete apps. Ook bijzonder is de ondersteuning voor cloud gaming – je hebt geen console nodig om meteen te spelen. Met het Air Slim Design is deze tv slechts 26 mm dun, en de in hoogte verstelbare voet biedt ruimte voor een soundbar. Je krijgt er bovendien een Solar One Remote bij waarmee je meerdere apparaten aanstuurt.

Beelddiagonaal: 50 inch (126 cm)
HDR-ondersteuning: HDR10, HDR10+
Smart TV-platform: Tizen
Bijzonderheden: verstelbare standaard, cloud gaming, Solar Remote, slechts 26 mm dik

Salora 43QLED320

Met de Salora 43QLED320 haal je een compacte 43 inch QLED-tv in huis die qua beeldkwaliteit verrassend goed presteert. De combinatie van HDR10, Dolby Vision en HLG zorgt voor diepe contrasten en heldere kleuren, ook bij donkere scènes. Dankzij het Android TV-platform heb je toegang tot talloze apps zoals Netflix, YouTube en Disney+. De ingebouwde Chromecast maakt streamen vanaf je telefoon of laptop bijzonder eenvoudig. Ook zijn er drie HDMI 2.1-poorten aanwezig, ideaal voor het aansluiten van een gameconsole. Het frameloze ontwerp geeft deze televisie een moderne uitstraling, terwijl bluetooth en wifi zorgen voor goede draadloze connectiviteit.

Beelddiagonaal: 43 inch (109 cm)
HDR-ondersteuning: Dolby Vision, HDR10, HLG
Smart TV-platform: Android TV
Bijzonderheden: ingebouwde Chromecast, HDMI 2.1, frameloos design

Hisense 55E7NQ PRO

De Hisense 55E7NQ PRO is een serieuze kandidaat voor wie zowel wil genieten van films als games. Met een indrukwekkende verversingssnelheid van 144 Hz en ondersteuning voor FreeSync Premium loopt alles vloeiend en zonder haperingen. Het 55 inch QLED-paneel toont heldere kleuren en diepe zwarttinten, terwijl de Dolby Vision IQ-technologie zich aanpast aan de lichtomstandigheden in je kamer. De Dolby Atmos-audio zorgt ervoor dat het geluid net zo meeslepend is als het beeld. Het VIDAA-platform biedt toegang tot alle bekende apps en reageert snel en intuïtief. Dankzij vier HDMI 2.1-poorten is aansluiten van je game-pc of console geen enkel probleem.

Beelddiagonaal: 55 inch (139 cm)
HDR-ondersteuning: Dolby Vision, Dolby Vision IQ, HRD10, HDR10+, HLG
Smart TV-platform: VIDAA
Bijzonderheden: 144 Hz, FreeSync Premium, IMAX Enhanced, 40 watt audio

▼ Volgende artikel
Van zelf ijs maken tot de hitte verdrijven uit huis: 5 verkoelende leestips
© ID.nl
Huis

Van zelf ijs maken tot de hitte verdrijven uit huis: 5 verkoelende leestips

🌡️ Man man man, wat is het heet. Sterker nog: bloedheet. Wij hebben daarom vijf artikelen voor je met ideeën om de hitte te slim af te zijn. Van simpele manieren om je slaapkamer koel te houden tot zelf ijs maken tot een plaknacht overleven: inspiratie voor iedereen die liever niet wegsmelt.

Een plaknacht overleven

Een slaapkamer waarin de hitte van de dag is blijven hangen: dat staat garant voor een nacht woelen en slecht slapen. Gelukkig kun je veel doen om het koeler te maken. Overdag de zon buitenhouden en licht beddengoed kiezen bijvoorbeeld. En 's avonds een lauwe douche nemen of ijsblokjes bij de ventilator zetten helpt ook. Wij hebben acht onmisbare tips voor je verzameld.
→ Lees verder: Zo houd je het hoofd (en de slaapkamer) koel

Hitte verdrijven uit huis

Zit je huis nog vol warmte als de buitentemperatuur alweer zakt? Dan is het tijd voor actie. In dit artikel lees je over ventilatie en isolatie airco's en zonwering, en over snelle tips die gegarandeerd graden schelen.
→ Lees verder: Tips om de warmte uit huis te krijgen na een hittegolf

Zelf ijs maken? met een ijsmachine ...

Roomijs maken in je eigen keuken? Dat kan met de hand, maar makkelijker met een ijsmachine. In dit overzicht zie je hoe de klassieke modellen met losse koelkom werken, wat een zelfvriezende machine voor je doet en waarom de Ninja Creami zo populair is. Je eigen ijs maken: leuk om te doen, maar al helemaal lekker om op te eten! 🍦
→ Lees verder: IJs maken met ijsmachines – zo werkt het

... en zonder ijsmachine

Ook zonder machines kun je prima zelf ijs maken. In dit artikel lees je hoe je waterijs of yoghurtijs maakt met wat je al in huis hebt. Meng wat fruit, sap of yoghurt, giet het in vormpjes of bekertjes en laat het bevriezen. Je kunt eindeloos variëren met smaken, en zelfs alcohol toevoegen. Maar dat is met deze tropische temperatuur misschien niet het beste idee...
→ Lees verder: Geen ijsmachine, toch zelf ijs maken

Getest: de Ninja Slushi

Met de Ninja Slushi maak je meer dan slushi alleen. Van granita's tot milkshakes, van slush met frisdrank tot frozen cocktails: dit apparaat kan het allemaal. Hoe dat bevalt in de praktijk, lees je in deze uitgebreide review.
→ Lees verder: Review Ninja Slushi – Voor ijskoude drankjes op warme dagen

Koud, kouder, koudst

Of je nou je huis wilt laten afkoelen, een plaknacht wilt overleven of gewoon zin hebt in een zelfgemaakt ijsje: met deze tips kom je de hitte wel door. Sterkte!

🥶 Kon je er maar in gaan zitten! 👇