ID.nl logo
Nieuwe tv? Met deze tips weet je zeker dat je het juiste model koopt
© Petro
Huis

Nieuwe tv? Met deze tips weet je zeker dat je het juiste model koopt

Een nieuwe televisie kopen lijkt soms een onmogelijke opgave. Sterk uiteenlopende prijzen, verschillende schermgroottes, en van de eindeloze lijsten met eigenschappen en opties word je al helemaal wanhopig. Deze koopgids helpt je om de juiste keuze te maken.

Deze koopgids helpt je bij het kiezen van de televisie die het beste in jouw huishouden past. Denk bijvoorbeeld na over:

  • Formaat
  • Prijs
  • Wat je het liefst kijkt
  • Smart-tv-platform
  • Beeldtechnologie
  • Aansluitingen
  • Geluid

Lees ook: De levensduur van een televisie: hoe lang gaat je toestel eigenlijk mee?

Voor we je vertellen waar je op moet letten bij het uitzoeken van een nieuwe televisie beginnen we bij het prijskaartje. Tv’s zijn er immers in vele prijsklassen. Stel daarom vooraf een budget vast. Een duidelijk budget dwingt je min of meer om onderscheid te maken tussen wat je werkelijk nodig hebt en wat je eventueel graag zou willen. Nog een voordeel van een budget: je opties worden automatisch wat beperkter en dat vereenvoudigt je zoektocht.

Toekomstbestendig

Houd er wel rekening mee dat duurdere tv’s meestal worden geleverd met de nieuwste technologie (zoals de beste schermtechnologie, uitgebreide HDR-ondersteuning, HDMI2.1-aansluitingen of geavanceerde geluidssystemen). Daarmee bieden ze niet alleen een betere kijkervaring, maar blijft de tv ook meer ‘toekomstbestendig’. Als je een technologieliefhebber bent of van plan bent lang met je tv te doen, kan het zinvol zijn om een hoger budget in te stellen. Vergeet echter niet dat de duurste tv niet altijd de beste keuze is voor iedereen. Je ideale tv is de tv die aan jouw specifieke eisen voldoet, binnen je budget past en de kijkervaring biedt die je zoekt. 

Extra kosten? Naast het bedrag voor het toestel zijn er vaak extra kosten om rekening mee te houden, zoals de kosten voor een soundbar, streamingapparaten of een muurbeugel. Neem deze bedragen, mits van toepassing, mee wanneer je je budget opstelt.

Waarvoor gebruik je de tv?

Je kijkgedrag is van invloed op de tv-functies die voor jou belangrijk zijn. Als je een fan bent van sport of snelle actiefilms, wil je een tv met een hoge verversingssnelheid (120 Hz) en goede bewegingsverwerking om onscherpe beelden te voorkomen en vloeiende beelden te behouden. Specifiek voor sport wil je mogelijk ook een model met een hoge helderheid, omdat je misschien wat vaker overdag kijkt. In dat geval kan een lcd-tv de beste keuze zijn.

Als je graag films kijkt in een donkere kamer, ben je het beste af met een tv die diep zwart weergeeft, zoals een oled-tv. Deze tv’s hebben ook een bredere kijkhoek, wat fijn is voor filmavonden met een groep.

Als je een gamer bent, zoek dan naar tv’s met een lage inputvertraging (input-lag), een hoge verversingssnelheid (120 Hz of meer) en functies als Variable Refresh Rate (VRR) en Auto Low Latency Mode (ALLM). Deze verbeteren de game-ervaring. Nieuwere spelcomputers ondersteunen beeld in 4K120 met HDR, dus voor een optimaal effect heb je een tv nodig die ook dat ondersteunt.

Als je veel kijkt via antenne, kabel of satelliet en je wilt geen aparte settopbox, dan is een goede tuner belangrijk. De meeste tv’s kunnen live tv opnemen en pauzeren met behulp van externe usb-opslag. Een dubbele tuner (eventueel zelfs met een dubbele CI+-slot) is nodig als je wilt kijken en tegelijk iets anders wilt opnemen.

©agencies

Voor ieder gebruiksdoel zijn andere eigenschappen belangrijk, zo vereist gamen bijvoorbeeld een lage inputvertraging.

Resolutie kiezen Inmiddels zijn bijna alle tv’s 4K-tv’s. Ze hebben een resolutie van 3840 × 2160 pixels en bieden fantastisch beeld zowel voor algemeen gebruik als voor film, sport of games. Alleen als je een tv zoekt van 32 inch of kleiner, tref je nog regelmatig lagere resoluties aan als Full HD (1920 × 1080) of HD Ready (1280 × 720).

En 8K (7680 x 4320 pixels) dan? Dat biedt eigenlijk alleen meerwaarde wanneer je voor een heel intense ervaring wilt gaan (van dichtbij) en bij een schermformaat van minstens 75 inch. Er is bovendien nauwelijks 8K-beeldmateriaal beschikbaar en pas daarmee komt de meerwaarde van zo’n tv echt tot zijn recht. Gezien de meerprijs en het hogere energieverbruik, moet je je dus serieus afvragen of een 8K-tv iets voor jou is.

©Kaspars Grinvalds

Een 4K-tv heeft vier keer zoveel pixels als een Full-HD-tv en 8K gaat daar weer eens vier keer overheen.

Kijkbeleving

Een van de belangrijkste keuzes bij de aanschaf van een nieuwe tv is de grootte van het scherm, aangegeven door de schermdiagonaal in centimeter of inches. De relatie tussen de kijkafstand en het schermformaat is immers van grote invloed op je kijkervaring. Je wilt uiteraard niet zo dicht op het scherm zitten dat je individuele pixels ziet, maar te ver komt de kijkbeleving ook niet ten goede. Niet alleen zie je dan misschien niet meer alle details, maar hoe verder je van het toestel zit, des te kleiner het deel van je gezichtsveld dat gevuld wordt door het scherm, waardoor je makkelijker wordt afgeleid door je omgeving. Vult het scherm een heel groot deel van je blikveld, dan zuigt het beeld je mee in de actie, net zoals in de bioscoop.

De afstand tot en de grootte van je tv bepaalt hoeveel procent van je blikveld wordt gevuld. 30 graden (vermenigvuldigingsfactor 1,6) wordt aangeraden voor het kijken naar films.

Formaat bepalen

Voor het bepalen van het formaat zijn er enkele vuistregels. Deel de kijkafstand (in cm) door de beelddiagonaal (in cm). Het resulterende getal is bepalend voor de kijkervaring. Je kunt dit getal ook andersom gebruiken en vermenigvuldigen met je kijkafstand om de ideale televisiemaat te bepalen.

Wil je een zeer ontspannen ervaring, typisch voor actualiteitenrubrieken, talkshows, soaps enzovoort, vermenigvuldig je kijkafstand dan met 2,5. Voor een normale, rustige kijkervaring die geschikt is voor veel situaties is een verhouding van 2 tot 2,5 ideaal.

Als je op zoek bent naar een meeslepende kijkervaring die vooral geschikt is voor series, films en gamen, dan kun je een verhouding van 1,5 tot 2 aanhouden.

Mocht je voor een bioscoopervaring gaan, waarbij het beeld een zeer groot deel van je blikveld vult, kies dan voor een verhouding van 1 tot 1,5.

Je kunt de ervaring dus intenser maken door een groter model te kiezen, of door dichter bij de tv te zitten. Onthoud dat dit slechts richtlijnen zijn en dat persoonlijke voorkeur een grote rol speelt.

Thuisbioscoop creëren?

Een goed geluidssysteem is niet bepaald overbodig

©Stanislav - stock.adobe.com

Afhankelijk van de afstand kan ook in de slaapkamer een grote televisie prettig zijn.

Beeldtechnologie: lcd

Niet alle tv’s werken volgens hetzelfde principe, en hoe ze werken heeft impact op de beeldkwaliteit. Lcd-tv’s maken nog steeds de bulk van het aanbod uit. Ze gebruiken een aparte lichtbron (achtergrondverlichting) en een lcd-paneel dat het licht al dan niet doorlaat. Ze zijn beschikbaar in veel verschillende schermgroottes en prijsklassen.

Lcd-tv’s hebben over het algemeen een beperkt contrast en beperkte kijkhoek, maar een hoge helderheid. Het type led-achtergrondverlichting van een lcd-tv heeft impact op de beeldkwaliteit. Edge-lit betekent dat de leds aan de randen van het scherm staan. Direct-lit betekent dat de leds over het gehele oppervlak achter het scherm staan. Direct-lit-schermen kunnen onderverdeeld worden in zones die afzonderlijk aangestuurd worden om het contrast te verbeteren. Zijn er veel zones (honderd of meer tot zelfs duizend) dan spreekt men van een Full Array Local Dimming-achtergrondverlichting. Deze modellen leveren vaak erg goede contrastprestaties en doen op dat vlak soms maar weinig onder voor oled, met als bijkomend voordeel een zeer hoge helderheid.

De benaming led-tv verwijst naar de leds die als lichtbron dienen, terwijl qled verwijst naar een led-tv die quantum dot-technologie gebruikt om een breder kleurpalet te genereren. Mini-led duidt op het gebruik van zeer kleine leds, vaak onderverdeeld in heel veel zones. Al deze tv’s zijn lcd-tv’s.

©Eric Beeckmans

Een lcd-televisie maakt gebruik van achtergrondverlichting dat door een lcd-paneel schijnt.

Beeldtechnologie: oled

In tegenstelling tot lcd-tv’s hebben oled-tv’s geen achtergrondverlichting nodig. Elke pixel in een oled-tv straalt zijn eigen licht uit. Dit betekent dat oled-tv’s diepzwart kunnen weergeven door simpelweg pixels uit te schakelen, zo hebben ze een oneindige contrastratio. Ze hebben ook een uitstekend kleurbereik, zeer snelle responstijd en goede kijkhoek. Het nadeel is dat oled-tv’s over het algemeen duurder zijn en in minder schermgroottes beschikbaar zijn. Er is een klein risico op inbranden van het scherm, hoewel moderne oled-tv’s functies hebben om dit risico te verminderen.

Qd-oled is de meest recente beeldtechnologie, deze combineert oled voor perfect zwart en snelle reactietijd met quantum dots voor een nog ruimer kleurbereik. Qd-oled-tv’s hebben een nog ruimere kijkhoek en betere helderheid dan de meeste oled-tv’s (enkel de meest recente oled-topmodellen van 2023 zijn helderder). Net als bij oled is er (beperkt) gevaar voor inbranden, en omdat deze technologie nog nieuw is, is dat toch iets om rekening mee te houden.

©Eric Beeckmans

Bij een oled-televisies geven de pixels zelf licht. De meeste zijn zogenaamde w-oled-tv’s die gebruikmaken van witte oleds met kleurfilters en een extra witte oled voor meer helderheid.

HDR voor de beste beelden

HDR staat voor High Dynamic Range en is een technologie die het contrast en de kleuren van de beelden op je tv verbetert. Heldere delen kunnen feller weergegeven worden, zoals weerkaatsing van de zon op water, en de donkere delen krijgen meer nuance, zodat je duidelijker ziet wat er gebeurt in donkere scènes. HDR gebruikt ook een breder kleurengamma, wat intensere kleuren mogelijk maakt. HDR-beelden zijn vooral realistischer. Er zijn verschillende HDR-formaten beschikbaar, zie hiervoor het gelijknamige kader.

Om van HDR te genieten, heb je een tv nodig die HDR-formaten ondersteunt én natuurlijk inhoud die is opgenomen in HDR-formaat. Houd er rekening mee dat de algehele prestaties van de tv, zoals de contrastverhouding, kleurnauwkeurigheid en piekhelderheid een belangrijke rol spelen bij de HDR-kijkervaring. Een tv die veel HDR-formaten ondersteunt, maar met matig contrast en een lage piekhelderheid, zal vrijwel zeker minder goed HDR-beeld tonen dan een tv met uitstekend contrast en hoge piekhelderheid, ook al ondersteunt die bijvoorbeeld enkel HDR10.

©Omkar

HDR maakt beelden met veel contrast veel realistischer.

HDR-formaten HDR10 is het meest voorkomende HDR-formaat en wordt breed ondersteund door de meeste 4K-tv’s, streamingapparaten en UHD blu-rays. Het maakt gebruik van statische metadata, wat betekent dat de tv bij de start van de film of show één set HDR-informatie krijgt om het beeld te optimaliseren en die informatie gebruikt voor de gehele film of show.

HLG (Hybrid Log-Gamma) wordt voornamelijk gebruikt voor live tv-uitzendingen, zoals sport of concerten. Dit formaat is ontworpen om te werken met nagenoeg alle tv’s, ongeacht of ze compatibel zijn met HDR.

HDR10+ is een verbeterde versie van HDR10, ontwikkeld door Samsung en Amazon Video. Het grootste verschil is dat HDR10+ dynamische metadata gebruikt, waardoor de HDR-informatie per scène of zelfs per frame kan worden aangepast, zodat de tv het beeld per scène of per frame kan optimaliseren.

Dolby Vision wordt door velen als het beste HDR-formaat beschouwd. Net als HDR10+ gebruikt Dolby Vision dynamische metadata.

Smart tv-platformen

Alle nieuwe tv’s zijn tegenwoordig smart tv’s met een uitgebreid platform dat allerlei opties biedt. Maar wat is het beste platform voor jou?

Controleer eerst of het platform alle streamingdiensten ondersteunt die je gebruikt. Indien mogelijk test je het platform even uit in de winkel. Vind je gemakkelijk de diensten en functies die je wilt? Reageert de tv snel genoeg? Werkt de afstandsbediening handig?

Alle platformen kennen eigen specifieke functies. Zo kun je met LG’s Magic Remote naar het scherm wijzen en zo een cursor besturen. Google TV biedt een enorme reeks goed georganiseerde aanbevelingen en ondersteunt Chromecast. Ben je iOS-gebruiker, dan is Airplay 2 mogelijk belangrijk voor je. Wil je een camera aansluiten om te videochatten via de tv? Sommige systemen, zoals Google TV, Samsung Tizen Smart Hub en LG webOS, bieden een integratie aan met smarthome-apparaten. Als je dergelijke apparaten hebt, kijk dan welk platform daar het best mee integreert.

Omdat we steeds meer streamen, wordt het smart tv-platform steeds belangrijker, zoals hier webOS van LG.

HDMI-aansluitingen

Een van de belangrijkste zaken om naar te kijken, is hoeveel HDMI-poorten de tv heeft. Als je meerdere apparaten wilt aansluiten (zoals een gameconsole, streamingapparaat, blu-ray-speler of soundbar), heb je natuurlijk voldoende poorten nodig. Maar niet alleen het aantal poorten is belangrijk. Je moet ook opletten welke functies deze poorten ondersteunen; niet alle HDMI-poorten zijn immers hetzelfde. De meeste tv’s hebben momenteel HDMI2.0- of HDMI2.1-poorten. Helaas bestaat er rond die nummering veel verwarring, en officieel mag een HDMI2.0-poort nu ook een HDMI2.1-poort genoemd worden.

Het grootste voordeel van HDMI 2.1 is de hogere bandbreedte, waardoor het functies ondersteunt als 8K met 60 frames per seconde (fps) of 4K met 120 fps. Heb je 4K120 nodig, kijk dat dan expliciet na. Vaak ondersteunen slechts twee poorten deze hogere bandbreedte en wordt dit nogal eens gecombineerd met de eARC-functie. Heb je meerdere 4K120-bronnen én wil je een soundbar aansluiten, check dan zeker of dat met de beschikbare poorten mogelijk is.

Variable Refresh Rate (VRR) en Auto Low Latency Mode (ALLM) zijn enkel van belang voor gamers. Dankzij ALLM schakelt de tv automatisch naar een beeldmode met lage input-lag zodra je begint te gamen. VRR (Variable Refresh Rate) zorgt voor een vloeiende spelervaring, zonder stotterende beelden. Naast HDMI VRR kunnen tv’s ook AMD FreeSync of Nvidia G-Sync ondersteunen.

Voor het aansluiten van een extern audiosysteem is ARC/eARC belangrijk. ARC staat voor Audio Return Channel. Met deze functie kan de tv audio terugsturen naar een soundbar of av-receiver via dezelfde kabel waarlangs de soundbar of av-receiver video stuurt naar de tv. eARC is een verbeterde versie die ook audioformaten van hogere kwaliteit ondersteunt (Dolby True HD en DTS Master Audio).

Niet alle HDMI-aansluitingen zijn hetzelfde, zo gebruik je de aansluiting met eARC/ARC voor het aansluiten van je geluidssysteem.

Overige aansluitingen

Afhankelijk van je apparatuur zijn er nog andere soorten aansluitingen die belangrijk kunnen zijn. Veel tv’s hebben een of meerdere usb-poorten waarmee digitale mediabestanden rechtstreeks vanaf een usb-opslagapparaat kunnen worden afgespeeld.

Heb je een oudere soundbar of av-receiver zonder HDMI, kies dan een tv met een optische digitale audio-uitgang (Toslink).

Composiet en component video-ingangen zijn oudere aansluitingen die gebruikt worden voor analoge video en zijn opgesplitst in twee types. Composiet video (geel) is van lagere kwaliteit, terwijl component video (rood, blauw, groen) HD-kwaliteit kan leveren. Ze zijn eventueel nodig als je apparaten hebt zonder HDMI-uitgang, zoals een videorecorder of oudere spelcomputer.

Een 3,5mm-audiouitgang of hoofdtelefoonaansluiting is nodig als je een bedrade hoofdtelefoon wilt aansluiten. Bluetooth kan handig zijn om een draadloze hoofdtelefoon of zelfs soundbar aan te sluiten. In sommige gevallen kan je via bluetooth ook audio van je smartphone naar de tv sturen, of spelcontrollers aansluiten op de tv.

Afhankelijk van je wensen kunnen ook andere aansluitingen dan HDMI belangrijk zijn.

Geluid is belangrijk!

Geluid is een cruciaal onderdeel van je kijkervaring. Maar omdat tv’s steeds dunner zijn geworden, is er simpelweg geen ruimte meer voor grote luidsprekers die een rijk geluid produceren. Toch zijn er nog modellen die een zeer goede audiokwaliteit leveren.

Let ten eerste op het audiovermogen. Hoe meer vermogen (watt) de audioconfiguratie heeft, des te luider deze kan spelen. Van een systeem met 2x 10 watt of minder mag je niet veel verwachten. Meer luidsprekers resulteert vaak in beter geluid, vooral als ze zijn opgesteld om een surround-effect te creëren. Sommige tv’s hebben een ingebouwde subwoofer voor een betere bas of omhooggerichte luidsprekers voor Dolby Atmos of DTS:X.

Maar als je geluidskwaliteit echt belangrijk vindt, kun je beter investeren in een extern audiosysteem. Een soundbar is een eenvoudige en compacte optie die aanzienlijk beter geluid biedt dan de ingebouwde luidsprekers van je tv. Wil je de best mogelijke audio, investeer dan in een av-receiver en luidsprekers.

Lees ook: Waar voor je geld: 5 soundbars met écht surroundgeluid

Premium-televisies leveren vaak beter geluid, bijvoorbeeld door een aparte woofer voor lage tonen.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.