ID.nl logo
Hoe sluit je een soundbar aan?
Huis

Hoe sluit je een soundbar aan?

Je tv verbinden met je soundbar? Moeilijk is het niet, maar let wel op enkele addertjes onder het gras.

Een soundbar aansluiten, dat doen we in dit artikel helemaal uit de doeken. Je komt het te weten:

  • Welke kabel kun je het best gebruiken?
  • Waarom zou je HDMI gebruiken?
  • Zijn alle HDMI-kabels hetzelfde?
  • Kun je je soundbar draadloos aansluiten?
  • Welke instellingen van mijn tv moet ik aanpassen?

Er zijn heel veel soundbars, lopend van goedkope modellen tot peperdure exemplaren die je woonkamer tot een thuisbioscoop ombouwen. Er zijn vele tientallen producten waaruit je kunt kiezen. Gelukkig is er geen uitgebreid aanbod van manieren waarop je een soundbar met je tv kunt verbinden. Daardoor is het heel eenvoudig om zo’n toestel snel in gebruik te nemen. Toch kan het soms niet helemaal lekker gaan. Daarom zetten we alles over het aansluiten van een soundbar even van A tot Z op een rij.

Bij de meeste soundbars krijg je een HDMI-kabel en/of een optische kabel meegeleverd. Check dat even als je hem koopt, anders moet je terug naar de winkel.

Je hebt de soundbar netjes uitgepakt, alle stickers en verpakkingsmateriaal verwijderd en de stroomdraad erbij gepakt. Er wacht je nu maar één ding: beslissen hoe hem aan te sluiten op je televisie. Afhankelijk van het model van je soundbar, zijn er vier opties:

1.   HDMI: deze kabel met een stekker in de vorm van een trapezium is enorm populair. Niet alle HDMI-kabels zijn echter gelijk (zie verderop in dit artikel).

2.   Optische kabel: deze dunne kabel met een vierkante stekker vind je ook makkelijk in de winkel terug.

3.   Aux- of analoge kabel: meestal is dit een kabel met aan een kant een cinch- of RCA-paar en aan de andere kant een 3,5-mm minijack. 

4.   Bluetooth: dit is uiteraard draadloos.

Over welke verbinding beter is, kunnen we kort zijn: dat is een HDMI-kabel of een optische verbinding. Opties 3 (een analoge aux-kabel) of 4 (bluetooth) kampen met heel specifieke nadelen. Over bluetooth hebben we het hieronder nog.

Een analoge kabel is zelfs iets heel ouderwets. Hoewel sommige soundbars nog een aux-ingang hebben, is die eigenlijk bedoeld om bijvoorbeeld een muziekspeler of een platenspeler op aan te sluiten. Dus niet de televisie zelf. Je moet het alleen overwegen als je een soundbar op een oude televisie wilt aansluiten die niet beschikt over een optische uitgang of HDMI. Maar dan spreek je wellicht over een toestel van meer dan vijftien jaar oud.

HDMI als beste keuze

Alle televisies die je nu koopt, zijn uitgerust met HDMI-poorten; afhankelijk van het model twee tot vier stuks. Waarschijnlijk beschikt dat apparaat eveneens over een optische audio-uitgang. Bij soundbars is de situatie hetzelfde. Alleen de allergoedkoopste soundbars beschikken uitsluitend over een optische ingang. Maar zodra je meer dan 300 euro uitgeeft, zit er sowieso een HDMI-ingang op. Je kunt dus bijna altijd kiezen om een tv met een optische dan wel HDMI-kabel te gebruiken.

Ons advies: gebruik de HDMI-verbinding. Gebruik je deze kabel, dan geniet je van de beste geluidskwaliteit en worden alle surroundformaten op je soundbar afgespeeld. Bovendien kunnen je soundbar en tv via een HDMI-kabel met elkaar praten (via HMDI-CEC). Dan kun je gewoon met je tv-remote blijven werken om het volume te regelen.

Sluit een soundbar altijd aan op de HDMI-poort op je tv met ARC- of eARC-functie. Anders wordt het geluid van de ingebouwde apps (zoals Netflix) of toestellen die aan je tv hangen niet via de soundbar afgespeeld. ARC staat immers voor Audio Return Channel. Alleen via de HDMI-ARC-poort komt er geluid naar buiten. Alle andere HDMI-poorten zijn er alleen om video en beeld naar de tv te sturen. Hier sluit je toestellen als consoles en Blu-rayspelers op aan.

Gebruik je een optische kabel, dan moet je het kastje van je soundbar zoeken om het geluid harder of zachter te zetten. Bovendien kan een optische kabel alleen stereogeluid of Dolby Digital 5.1 doorsturen. Wil je Dolby Atmos, dan moet je echt met HDMI werken.

Zijn alle HDMI-kabels hetzelfde?

Als het gaat om een verbinding tussen je tv en de soundbar, kun je niet veel fout doen als je een HDMI-kabel koopt. Dat verandert wel als je een langere kabel koopt, of wanneer er bijvoorbeeld een console op de soundbar wordt aangesloten. Het veiligst is een HDMI-kabel met het label ‘Ultra High Speed’. Dat is het nieuwste type dat ook zeer hoge resoluties en framerates kan verwerken, zoals geleverd door een PlayStation 5 of Xbox Series X. Een ‘Premium High Speed’-kabel zal in veel gevallen ook wel volstaan. Maar het prijsverschil tussen een Ultra High Speed- en een Premium High Speed-kabel is heel klein of zelfs te verwaarlozen. Het grote voordeel van deze twee nieuwe types ten opzichte van vorige generaties (Standard en High Speed) is dat ze getest werden en dus zeker voldoen.

Soms is het lastig om te ontdekken welke type een HDMI-kabel precies is. Labels als 'Ultra High Speed' of 'Premium' ontbreken, maar je ziet wel opschriften als '8K' of '4K'. Dat is vooral bij goedkope kabels het geval. Veel geld uitgeven aan een HDMI-kabel hoeft niet per se, maar het is wel slim om te kiezen voor een exemplaar met een officieel HDMI-label.

Je televisie draadloos aansluiten 

De meeste televisies en de meeste soundbars beschikken over bluetooth. Waarom dan niet die draadloze verbinding gebruiken om ze met elkaar te verbinden? Dat kan zeker. Sommige tv-fabrikanten adverteren zelfs met zo’n draadloze verbinding. De naam ‘bluetooth’ valt dan niet altijd; in plaats daarvan wordt een zelfbedachte marketingterm gehanteerd.

Maar een draadloze verbinding heeft in dit scenario toch wat nadelen. Om te beginnen kan bluetooth maximaal stereogeluid overbrengen. Als je dan een surroundervaring met je soundbar wilt, moet je erop vertrouwen dat de soundbar stereo kan opwaarderen naar surroundgeluid. Dat is niet altijd het geval. En als die functie er wel is, zal het resultaat minder indrukwekkend zijn dan het originele surroundgeluid dat bij een film of game hoort.

Bluetooth kampt soms bovendien met vertraging. Daardoor kan het geluid iets achterlopen op het beeld. Je krijgt dan lipsync-problemen; de lippen van sprekers op het scherm bewegen al terwijl hun spraak een fractie later begint. En als je dat eenmaal opmerkt, ben je verloren – het is voor sommige mensen heel moeilijk te negeren.

Wanneer is zo’n draadloze verbinding dan toch interessant? Bijvoorbeeld als je een betere bluetooth-speaker hebt en die wilt inzetten als soundbar-alternatief. Of als je genoegen neemt met stereogeluid en liever geen kabel naar je (muurgemonteerde) tv wilt zien lopen.

Welke tv-instellingen moet ik aanpassen? 

Sluit je een soundbar via een HDMI-kabel aan op je televisie? Dan zou alles automatisch moeten werken. Soms verloopt die ‘handshake’ of eerste communicatie tussen televisietoestel en soundbar echter toch niet helemaal lekker. Check dus zeker of onderstaande instellingen op jouw tv juist staan. 

De exacte naam van bepaalde functies kan per tv-fabrikant verschillen. Bij LG-tv’s heet HDMI-CEC bijvoorbeeld ‘Simplink’. Bij Samsung draagt het soms de naam ‘Anynet+’. Sony haalt dan weer ‘Bravia Sync’ tevoorschijnt. Kortom, pak de handleiding van je tv en Google erbij als je een bepaalde instellingen niet kunt vinden.

Het is vooral belangrijk dat het geluid van je tv niet langer via de ingebouwde speakers loopt. In de instellingen zou je ‘HDMI-ARC’ moeten zien. Normaal gezien zou dat automatisch geselecteerd worden. Is dat niet het geval, dan is mogelijk je soundbar niet op de juiste HDMI-poort aangesloten of is HDMI-CEC uitgeschakeld.

Op de meeste televisies zit er maar één HDMI-ARC-poort. Bij de juiste poort zal er een label ‘HDMI-ARC’ of ‘HDMI-eARC’ staan, of iets dat verwijst naar ‘audio’. Bij veel merken is de HDMI-ARC-poort de HDMI 2- of HDMI 3-aansluiting.

Je wilt ook zeker zijn dat je soundbar geluid in de hoogste kwaliteit en in surround ontvangt. Duik daarom in de geluidsinstellingen van je tv en zoekt naar de audio-instelling die bij HDMI-ARC hoort. Vaak staat dat in het menu bij de knop voor de ARC-functie zelf, die je zeker moet inschakelen. De audio-instelling heet wellicht iets als 'Digital Audio Out'. De typische keuzes die je hier hebt zijn ‘Auto’, ‘PCM’, ‘Passthrough’ en ‘Bitstream’.

In veel gevallen zal de autostand prima werken. Maar als je soundbar bij het afspelen van een film met Atmos via een streamingdienst niet ‘Atmos’ op z’n display toont, dan kies je bij deze instelling beter voor ‘Bitstream’. 

Gebruik je een optische kabel, dan moet je bij Digital Audio Out zeker kiezen voor ‘PCM’. Bij veel televisies moet je kiezen tussen de tv-speakers of de digitale output (dat is de optische kabel). Bij een aantal werkt de digitale output echter altijd, dus zonder de tv-speakers uit te schakelen. Je moet dan met de remote van je tv het volume op 0 zetten. Het tv-geluid verloopt nu immers via de soundbar, en die regel je via het kastje van het audiotoestel. Zoals gezegd, dit is anders als je een soundbar met een HDMI-kabel aansluit. Dan werken de volumeknoppen van de tv-remote wél nog gewoon.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.