ID.nl logo
Gezond leven

Review: De Samsung Gear S is een smartwatch die té veel wil

De smartwatch kampt ergens nog met een imagoprobleem. Is het een luxe-product, een juweel, of is het vooral praktisch? Is het een accessoire bij je telefoon of kan het ook op zichzelf staan? De Samsung Gear S probeert een beetje van alles te combineren in één apparaat, en dat levert een verwarrend en rommelig resultaat op.

De Gear S is een luxe smartwatch van Samsung, die uniek is omdat hij zowel met als zonder je telefoon kan werken. Doordat er speciale apps zijn voor het horloge krijg je een polsklok die veel meer biedt dan alleen het tonen van notificaties.

De Gear S is uniek in dat het een smartwatch waar je niet perse een telefoon voor nodig hebt. Je kunt ook zonder bijbehorend apparaat gebruik maken van de functies. Omdat de Gear S een eigen sim-kaart heeft, kun je er mee bellen (via een bluetooth headset) of sms'en, en je kunt er zelfs mee op internet via 3G (maar geen 4G LTE).

Dat betekent ook dat je apps kunt installeren die speciaal voor de Gear S zijn gebouwd. Die vind je via de Gear Manager op je smartphone, en kun je dus niet op je horloge zelf vinden. Je blijft daarom altijd wel afhankelijk van je smartphone, of je dat nou wil of niet.
 

Uiterlijk: Gigantisch

De Gear S is enorm. Dit is geen onopvallend horloge dat functionaliteit verkiest boven esthetiek, maar een opzichtige polsklok die in de eerste plaats bedoeld lijkt om op te vallen. Het scherm meet een formidabele 5,1 cm met een resolutie van 480 bij 360 pixels, en daar komen nog eens de redelijk dikke zwarte randen bij. Ook het bandje is groot en opzichtig, felwit en met een grote opvallende Samsung-gesp. Dit horloge valt zelfs op als je dikke polsen hebt, en je komt er niet zomaar mee weg.

De opvallendste feature is het gebogen scherm, een curved vorm die we al eerder bij Samsung sportwearable Gear Fit terugzagen. Dat zorgt voor een aparte kijkhoek, en niet persé een slechte.

Opvallende achtergronden
Daar helpen de achtergronden niet aan mee. De Gear S heeft standaard een aantal achtergronden meegeleverd, die stuk voor stuk opvallen door hun gigantische wijzerplaten en veel poespas daaromheen. Bovendien heeft het scherm een kraakheldere amoled-resolutie, die weliswaar erg mooi is maar ook erg opvalt.

Over smaak valt uiteraard te twisten, maar bedenk je dat de Gear S enorm is. Je doet er goed aan die apparaat eerst te proberen in de winkel voor je het klakkeloos online bestelt, want voor je het weet zit je met een dure gadget die eigenlijk net te groot is.
 

Verwarrend besturingssysteem

De Gear S draait op Samsungs eigen besturingssysteem, Tizen. Dat is een ander besturingssysteem dan we gewend zijn van andere smartwatches, die steeds vaker op Android Wear draaien. De Gear S is in het begin lastig te bedienen omdat je het niet gewend bent. Het besturingssysteem is erg onintuïtief en het duurt even voor je snapt hoe het werkt. Zo kun je wel een scherm vanaf de bovenkant van het scherm 'naar beneden trekken', maar in tegenstelling tot alle Android-systemen (die we van voornamelijk Samsung gewend zijn) roep je daar geen notificatiecentrum mee op. Die vind je namelijk door naar rechts te vegen op het startscherm. Zeker wanneer je de gewone Android gewend bent is dat een onlogische stap.

Widgets
Maar het wordt nog onlogischer wanneer je in een app zelf zit, want dan is het naar beneden trekken van dezelfde balk ineens de actie waarmee je 'terug' moet. En dan kun je altijd nog terug naar het hoofdmenu met de home-knop die onderaan zit. Apps zelf roep je op door juist van onderen naar boven te vegen, maar je kunt ook widgets maken die je vanuit het hoofdmenu kunt vinden door naar links en rechts te vegen.

Ook lijken veel apps hun eigen vorm van navigatie te hebben, want in de kalender-app werkt vegen dan weer niet. Je moet in plaats daarvan gewoon op een paar pijltjes drukken om heen en weer te gaan tussen datums.

Kortom, de navigatie is verwarrend. Maar als je daar eenmaal aan gewend bent, blijft de Gear S een apparaat dat veel te veel wíl kunnen.

Toetsenbord
Zo kun je reageren via spraakberichten - en dat werkt erg goed. Als je even negeert dat de Gear S voorlopig alleen nog Engels kan verstaan is de spraakherkenning bovengemiddeld goed voor het dicteren van een bericht. Waarom moet er dan perse nog een toetsenbord in worden gepropt? Samsung krijgt het voor elkaar een piepklein toetsenbordje op het scherm van 5 centimeter te proppen - inclusief een autocorrectbalk erboven.

©PXimport

Nuttige (?) functies

De Gear S probeert tientallen functies in één apparaat te stoppen. Waar de meeste smartwatches in de eerste plaats bedoeld zijn als accessoire bij een smartphone, probeert de Gear S een smartphone in zichzelf te zijn. Je kunt er al je contacten op vinden, je kunt je hele mailbox terugvinden (in plaats van alleen antwoorden op binnengekomen mails), en er het nieuws op lezen. Er zitten standaard apps op waarmee je je foto's kunt bekijken op je pols, waarmee je het weer kunt bekijken, alarmen, eigenlijk alles wat je op een normale smartphone zou kunnen doen.

©PXimport



Daarnaast is het mogelijk om extra apps te downloaden voor de Gear S, die je weliswaar via je telefoon moet binnenhalen maar die je ook zonder smartphone kunt gebruiken.

Sporten én zonnemetingen
De Gear S zet ook stevig in op sport en gezondheid, en ook daar probeert de smartwatch veel te veel overbodige functies in een klein apparaatje te proppen. Natuurlijk zit er een stappenteller in de smartwatch, en de hartslagmeter op de achterkant is iets unieker maar niets dat we nog nooit gezien hebben. Maar waarom moet er in hemelsnaam een UV-meter (!) in dit apparaat zitten? Het zijn zulke overbodige functies die wel mooi zijn en zelfs redelijk goed werken, maar als overdaad aanvoelen. Het is allemaal net iets te veel.
 

Lastig te bedienen

De Gear S kan als smartwatch alle notificaties weergeven van je smartphone. Maar let op, want het apparaat werkt alleen met de meest recente Galaxy-smartphones. Je hebt er dus niets aan als je niet de Galaxy S3 of hoger hebt, en dan blijft er niet veel keus over.

Ook het configureren van de Gear S is nodeloos ingewikkeld: Je moet er de Gear Manager-app voor hebben, én via de Samsung Apps-app allerlei nieuwe apps op installeren. Die gekke appception zorgt ervoor dat je verschillende apps door elkaar hebt lopen, zoals je agenda en je contacten.
 

Conclusie

De Gear S is een dappere poging van Samsung om een smartwatch te maken die zowel met als zonder telefoon nuttig kan zijn. Helaas probeert het bedrijf daardoor zoveel functies, mogelijkheden en opties in het apparaat te stoppen dat het een omslachtig en rommelig geheel wordt.

Ook qua uiterlijk probeert Samsung het midden te zoeken tussen stijl en praktisch nut, maar dat resulteert in een apparaat waar je qua uiterlijk wel een voorkeur voor moet hebben.

De Gear S is absoluut geen slecht apparaat - verre van zelfs. Het scherm is prachtig en helder, de accu gaat verrassend lang mee voor zo'n helder scherm en de spraakbesturing werkt erg goed. Het is alleen te veel van het goede, er zitten te veel functies in en dat maakt het besturingssysteem en de bediening onoverzichtelijk.

Daarbij werkt de Gear S slechts met een beperkt aantal (Samsung-)smartphones en heb je persé een Samsung-accounts nodig. Tel daarbij de hoge prijs van 350 euro op en je hebt een apparaat dat weliswaar erg knap gemaakt is, maar veel te veel van het goede is. Een Android Wear-smartwatch van bijvoorbeeld Asus of LG is praktischer, makkelijker, goedkoper, én tegenwoordig ook behoorlijk mooi.

Slecht
Conclusie

De Gear S is een smartwatch en smartphone in één, een onnodig gecompliceerd horloge dat té veel wil kunnen. Ondanks de goede techniek is het een moeilijk te navigeren horloge dat niet precies weet wát het nou is. Zeker gezien de hoge prijs zijn er veel betere smartwatches op de markt.

Plus- en minpunten
  • Scherp en helder scherm
  • Goede stembesturing
  • Te ingewikkelde navigatie
  • Stijl moet je aanspreken
  • Erg duur
▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen