ID.nl logo
Gebeten door een teek? Dit moet je doen (en dit vooral niet!)
© All rights reserved
Gezond leven

Gebeten door een teek? Dit moet je doen (en dit vooral niet!)

Vooral in de zomer is de kans dat je een tekenbeet oploopt best groot. Weet jij wat je moet doen als dat gebeurt? In dit artikel lees je hoe je een tekenbeet herkent, hoe je een teek op de juiste manier verwijdert én hoe je tekenbeten kunt voorkomen.

In het kort: In Nederland worden jaarlijks zo'n anderhalf miljoen mensen gebeten door een teek. Teken kunnen verschillende ziekteverwekkers met zich meedragen, zoals de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Jaarlijks raken ongeveer 27.000 mensen na de beet van een teek met deze bacterie besmet. Daarom is het belangrijk om tekenbeten zoveel mogelijk te voorkomen. Mocht je toch gebeten worden, dan is het heel belangrijk dat je de teek op de juiste manier verwijdert. Hoe je dat doet en hoe je kunt voorkomen dat je überhaupt wordt gebeten, lees je in dit artikel.

Lees ook: Dit kun je doen tegen insectenbeten

Waar komen teken voor?

Teken leven in bossen, in heidegebieden en in tuinen met veel planten en struiken. Ze zitten vooral in hoog gras of in dode bladeren, bij voorkeur bij struiken of bomen. Hoewel ze overal in Nederland kunnen voorkomen, zijn er bepaalde gebieden waar ze in grotere aantallen aanwezig zijn. Dit zijn vaak natuurgebieden met veel ondergroei en met veel mogelijke gastheren voor de teken, zoals herten, muizen en vogels. Denk bijvoorbeeld aan de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en de duingebieden langs de kust. Op Tekenradar.nl wordt het aantal meldingen van tekenbeten bijgehouden. Ook is er een overzicht van de tekenbeetdichtheid in Nederland: op een kaart zie je waar de meeste tekenbeten gemeld worden. Daarnaast wordt ook bijgehouden in welke gebieden de meeste mensen melden dat ze na een beet een rode ring of vlek op hun huid hebben zien verschijnen.

Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.

In welke maanden zijn teken het meest actief?

Het gemiddelde seizoen voor tekenbeten loopt van maart tot en met oktober, met een piek in de zomermaanden. Controleer dus vooral in deze maanden goed op teken na een boswandeling of wanneer je in de tuin hebt gewerkt. 

©Willem - stock.adobe.com

Hoe herken je een tekenbeet?

Teken zitten vooral in en op (hoog) gras, dode bladeren en struiken; vandaar stappen ze over naar mensen en dieren, waarna ze zich vastbijten in de huid. Dit gebeurt vaak op moeilijk zichtbare plekken zoals achter de oren, in de liezen, oksels, knieholtes of bilnaad. Een tekenbeet lijkt in eerste instantie op een klein zwart stipje, ongeveer zo groot als een speldenknop. Na verloop van tijd, als de teek zich vol heeft gezogen met bloed, kan hij opzwellen tot ongeveer 1 centimeter groot. Hij heeft dan wel iets weg van een erwtje.

Vallen teken uit bomen? Dat is inderdaad iets wat veel mensen denken, maar dat is niet waar. Teken leven op de grond. Ze vallen dus niet op je hoofd.

©shishiga

Een typisch kenmerk van een tekenbeet is een ring of vlek rondom de beet. Dit komt door het speeksel van de teek, wat een ontstekingsreactie veroorzaakt. Ook kan een tekenbeet jeuk, een branderig gevoel of zelfs pijn veroorzaken. Niet iedereen voelt de beet echter. Het is daarom erg belangrijk om je lichaam grondig te controleren op tekenbeten na een bezoek aan natuurgebieden. 

Hoe verwijder je een teek op de juiste manier?

Als je ontdekt dat je gebeten bent door een teek, is het van groot belang dat je deze zo snel mogelijk verwijdert. Hoe langer de teek in je huid zit, hoe groter de kans dat ziekteverwekkers worden overgedragen. Probeer de teek er met een pincet, speciale tekentang of tekenkaart uit te trekken door de teek zo dicht mogelijk bij de huid beet te pakken. Trek de teek er vervolgens rustig uit in een continue, recht omhoog gaande beweging. Draai of wrik niet heen en weer: dan kan de kop van de teek afbreken en in de huid achterblijven. Dit kan infecties veroorzaken.

©Carola Vahldiek

Smeer vooral geen olie, alcohol, nagellakremover of andere middelen op de teek voordat je deze verwijdert. Hierdoor kan de teek juist zijn maaginhoud terugspugen in het wondje, wat de kans op infectie vergroot. Na het verwijderen kun je het wondje wel ontsmetten met jodium, alcohol of een antiseptisch middel. Noteer daarnaast de datum van de beet, zodat je bij eventuele latere klachten weet wanneer besmetting kan hebben plaatsgevonden. 

Bewaar de teek eventueel in een potje met alcohol. Mochten er later toch klachten optreden, dan kan de teek onderzocht worden op de aanwezigheid van ziekteverwekkers. Op deze manier is te achterhalen om welke ziekte het gaat. 

Wat moet je doen als er een deel van de teek in je huid achterblijft? Als eerste is het belangrijk dat je niet in paniek raakt. Natuurlijk is het niet fijn als er een stukje teek achterblijft, maar dat is niet per se gevaarlijk en zal niet noodzakelijkerwijs leiden tot de ziekte van Lyme of andere tekenoverdraagbare ziekten. Het lichaam zal het vreemde materiaal meestal na verloop van tijd uitstoten, net zoals het zou doen met een splinter. Je kunt proberen om de resterende delen van de teek te verwijderen met een pincet, op dezelfde manier als je een splinter zou verwijderen. Zorg ervoor dat je de huid daarna goed schoonmaakt met zeep en water, en breng een antiseptisch middel aan. Als je het niet kunt verwijderen, of als je tekenen van infectie ziet, zoals roodheid, zwelling, pijn of pus, moet je een arts raadplegen.

Waarmee kun je teken verwijderen?

Er zijn verschillende producten die je kunt gebruiken om een teek veilig te verwijderen:

Tekentang

Een speciaal ontworpen instrument om teken veilig en effectief te verwijderen. Er zijn verschillende soorten tekentangen, waaronder pincet-achtige tangen en tangen die werken als een soort lepel. Ze zijn meestal gemaakt van metaal of plastic.

Tekenkaart

Een klein, plat plastic kaartje met een inkeping die je onder de teek kunt schuiven om hem te verwijderen. Handig om in je portemonnee te bewaren voor noodgevallen.

Tekenlepel

Een klein plastic hulpmiddel met een inkeping waar je de teek in kunt haken om hem te verwijderen.

Pincet

Als je geen speciaal tekenverwijderingshulpmiddel bij de hand hebt, kun je een fijn pincet gebruiken. Het is belangrijk om de teek zo dicht mogelijk bij de huid te grijpen om te voorkomen dat de kop afbreekt en in de huid achterblijft.

Naaigaren

Heb je geen van de bovenstaande hulpmiddelen bij de hand, dan kun je proberen met naaigaren de teek te verwijderen. Maak een kleine lus, schuif deze over de teek en trek hem voorzichtig omhoog. 

Mogelijke infecties door een tekenbeet

Er zijn verschillende ziekten die via teken overgedragen kunnen worden op mensen. De meest voorkomende zijn de ziekte van Lyme en tekenencefalitis.

De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door de Borrelia-bacterie. Kenmerkende symptomen zijn grieperigheid, koorts, hoofdpijn, vermoeidheid en een rode ringvormige uitslag rondom de tekenbeet. Ook gewrichtsklachten en zenuwpijnen kunnen optreden. Zonder behandeling kan Lyme chronisch worden en tot ernstige klachten leiden. Als de ziekte van Lyme vroeg wordt ontdekt, is deze meestal goed te behandelen met antibiotica. Als de ziekte van Lyme later wordt ontdekt of als er complicaties zijn, kan een langere kuur met antibiotica nodig zijn.

Tekenencefalitis is een zeldzamere, maar ernstige virale hersenontsteking door een virus. Symptomen zijn koorts, hoofdpijn, misselijkheid en verwardheid. Er bestaat geen medicijn tegen het virus, de behandeling is gericht op het bestrijden van de klachten. Er is wel een vaccin beschikbaar dat 95 procent bescherming biedt tegen tekenencefalitis. Dit vaccin wordt vooral aanbevolen voor mensen die langere tijd verblijven in gebieden waar tekenencefalitis veel voorkomt, zoals bepaalde delen van Midden- en Oost-Europa. Hoewel het TBE-virus (dat tekenencefalitis veroorzaakt) ook in Nederland is aangetroffen, is er volgens het RIVM vooralsnog geen reden om in Nederland te vaccineren.

⚠️ Het is dus erg belangrijk dat je een tekenbeet serieus neemt. Raadpleeg altijd je huisarts bij klachten na een tekenbeet, zodat eventuele infectieziekten op tijd opgespoord en behandeld kunnen worden.

©encierro

Hoe kun je tekenbeten voorkomen?

Om te voorkomen dat je überhaupt gebeten wordt door een teek, kun je een aantal dingen doen.

• Ga je de natuur in? Draag kleding met lange mouwen en broekspijpen. Stop ook je broekspijpen in je sokken. Hoe lichter van kleur je kleding is, des te makkelijker kun je een eventuele teek spotten.
• Gebruik insectenwerende middelen, zowel op niet-bedekte huid als op je kleding.  op zowel blootgestelde huid als op kleding. Middelen met DEET (minimaal 30 procent) zijn effectief. Spray vooral schoenen, sokken en broekspijpen goed in. Zoals je eerder al hebt gelezen leven teken in principe op de grond of in gras, niet zozeer in bomen; hun 'reis' begint dus altijd van onder af aan. Door je schoenen, sokken en broekspijpen in te sprayen, verhoog je de kans dat ze hun reis vroegtijdig afbreken.
• Blijf zoveel mogelijk op de paden en vermijd hoger begroeiing en struiken. Omdat je daar 'doorheen duwt', geef je ze meer kans om op jou over te stappen.
• Controleer je lichaam direct nadat je weer thuis bent. Teken kruipen vaak eerst uren rond voor ze een plek uitzoeken om te bijten. Een snelle controle voorkomt beten.
• Verwijder opgehoopte bladeren, maai het gras en snoei planten in je tuin. Dit beperkt het aantal schuilplaatsen voor teken.
• Heb je een hond? Controleer hem dan op teken na een wandeling in het bos of park. Teken kunnen van huisdieren 'overstappen' op mensen.
• Was kleding na een bezoek aan natuur op minstens 60 graden Celsius. Teken die nog vastzitten worden hiermee gedood. 

Voorkomen is ... inderdaad!

Door deze preventieve maatregelen kun je de kans op een tekenbeet aanzienlijk verkleinen. Mocht je toch gebeten zijn, verwijder de teek dan direct op de juiste manier. Neem bij ziekteverschijnselen na een beet contact op met je huisarts. Een snelle diagnose en behandeling voorkomt ernstige gevolgen. Een tekenbeet is simpel te voorkomen en te behandelen, mits je weet hoe het moet!

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.