ID.nl logo
Hoe vaak moet je de opzetborstel van je elektrische tandenborstel vervangen?
© Alex - stock.adobe.com
Gezond leven

Hoe vaak moet je de opzetborstel van je elektrische tandenborstel vervangen?

Vraag het je tandarts en hij of zij zal zeggen dat poetsen met een elektrische tandenborstel beter is voor je gebit dan poetsen met een gewone tandenborstel. Tenminste … zolang je regelmatig de opzetborstel vervangt. In dit artikel lees je hoe vaak je dat moet doen en waar je op moet letten.

Dit artikel geeft antwoord op de volgende vragen: 🦷 Hoe vaak moet je je opzetborstel vervangen? 🦷 Waarom moet je regelmatig je opzetborstel vervangen? 🦷 Wat is het verschil tussen handmatig en elektrisch poetsen? 🦷 Hoe weet je wanneer je opzetborstel aan vervanging toe is? 🦷 Hoe maak je je elektrische tandenborstel schoon? 🦷 Welke verschillende opzetborstels zijn er?

Lees ook: 5 veelgemaakte fouten tijdens het tandenpoetsen

Houd je ook zo van het schone gevoel dat je krijgt van elektrisch tandenpoetsen? Door je opzetborstel regelmatig te vervangen, blijf je dat gevoel houden!

Hoe vaak moet je je opzetborstel vervangen?

Het algemene advies is om de opzetborstel elke drie tot vier maanden te vervangen. Hoe vaak precies hangt af van je gebruik en de slijtage van de borstel. Als je merkt dat de borstelharen uit elkaar gaan staan of vervormd raken, is het tijd voor een nieuwe.

Waarom moet je regelmatig je opzetborstel vervangen?

Het tijdig vervangen van de opzetborstel zorgt niet alleen voor een betere reiniging van je tanden, maar helpt ook bij het voorkomen van tandvleesproblemen en slijtage aan je tanden. Alles voor die frisse glimlach!

©Dmitry Morgan Photography

Wat is het verschil tussen handmatig en elektrisch poetsen?

😃 Handmatig:

• Verwijdert gemiddeld 42 procent van de tandplak
• Lastig om overal goed bij te komen (moeilijk bereikbare plekken)
• Minder effectief in stimulatie van tandvlees
• Hard poetsen kan tandvlees beschadigen 

😁 Elektrische tandenborstel:

• Verwijdert gemiddeld 63 procent van de tandplak
• Komt ook op moeilijk bereikbare plekken; minder kans op gemiste plekjes
• Grondige en zachte massages voor gezond tandvlees
• Vaak instelbare poetstanden voor meer verzorging van tandvlees

Hoe weet je wanneer je opzetborstel aan vervanging toe is?

Eigenlijk zijn er drie dingen waaraan je kunt zien en/of merken dat het tijd is voor een nieuwe:
1: Vervormde borstelharen
Als de haren niet meer recht staan, reinigen ze minder goed.
2. Algehele verkleuring
Dit kan duiden op ophoping van bacteriën.
3. Verminderde effectiviteit
Als je het gevoel hebt dat je tanden niet meer zo schoon worden.

Vaak kun je ook aan de kleur van de borstelharen zien dat het tijd is voor een nieuwe opzetborstel. Bij Philips Sonicare-borstels worden de blauwe haren dan lichter van kleur. Ook veel borstels van Oral-B hebben vergelijkbare indicatorharen: de groene haartjes worden, naarmate je de borstel langer gebruikt, langzaam geel.

Watch on YouTube

Daarnaast hebben met name slimme tandenborstels ook functies ingebouwd om je erop te wijzen dat het tijd is voor vervanging. Zo hebben sommige Philips Sonicare-tandenborstels een vervangingspictogram op het handvat, dat begint te knipperen wanneer je een nieuwe opzet borstel moet plaatsen. En heb je een slimme tandenborstel van Oral-B, dan kun je bijvoorbeeld in de Oral-B App de datum invoeren waarop je de borstel vervangen hebt. Je kunt dan in de app precies bijhouden hoelang je je nieuwe opzetborstel in gebruik hebt en hoeveel minuten je hem al gebruikt hebt. Je krijgt dan een geschatte datum te zien waarop je weer een nieuw borsteltje moet gaan gebruiken.

©Philips Sonicare

TIP: KOPEN IN BULK Drogisterijen stunten regelmatig met aanbiedingen voor opzetborstels. Door meteen een verpakking met meerdere borstels te kopen, weet je zeker dat je weer even vooruit kunt. Overigens hoef je niet per se een opzetborstel te kopen van hetzelfde merk als je elektrische tandenborstel; er zijn ook allerlei alternatieve merken en huismerken opzetborstels. Check wel goed op de verpakking of ze passen bij jouw specifieke tandenborstel.

Borstelen in bulk?

Grootverpakkingen opzetborstels

Hoe maak je je elektrische tandenborstel schoon?

Naast het tijdig vervangen van de opzetborstels kun je nog meer doen om zo lang mogelijk plezier te hebben van je elektrische tandenborstel. Zorg dat je de borstel na elk gebruik goed naspoelt onder de kraan (tip: doe dit terwijl het kopje nog roteert). Tandpasta kan de borstelharen namelijk aantasten en doen verkleuren.

Berg een natte borstel verder nooit luchtdicht op in bijvoorbeeld een reisetui, maar laat hem eerst volledig aan de lucht drogen. Anders bestaat de kans dat bacteriën en schimmels zich nestelen in de vochtige borstelharen.

Reinig ook regelmatig het handvat met een vochtig doekje en wrijf daarna goed droog en schoon. Op die manier voorkom je bacteriegroei en houd je de elektrische tandenborstel schoner.

Welke verschillende opzetborstels zijn er?

SoortGeschikt voor
🦷 Philips Sonicare
A3 Premium All-in-OneVoor grondige reiniging, tandplakverwijdering en gezonder tandvlees
C1 ProResultsAlgemene tandplakverwijdering
C3 Premium Plaque DefenceVerwijdert veel tandplak
G3 Premium Gum CareVoor gezonder tandvlees
S2 SensitiveVoor gevoelige tanden en tandvlees
Sonicare For KidsVoor kinderen
W2 Optimal WhiteVoor wittere tanden
🦷 Oral-B
3D WhiteVoor wittere tanden
CrossActionBereikt diep tussen tanden voor een grondige reiniging
Deep SweepVoor diepe reiniging
Dual CleanCombineert twee borstelbewegingen
FlossActionVoor een flos-achtige reiniging
Ortho CareSpeciaal ontworpen voor mensen met beugels
Precision CleanVoor precisie reiniging
Sensitive CleanVoor gevoelige tanden en tandvlees
Stages PowerVoor kinderen
TrizoneVerwijdert extra veel tandplak

Conclusie

Door regelmatige de opzetborstel te vervangen, doe je je gebit (en dus jezelf) echt een plezier. Kies een opzetborstel die past bij je persoonlijke behoeften voor het beste resultaat. Kom maar door met die smile!

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.

▼ Volgende artikel
Stormcodes: Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?
Huis

Stormcodes: Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?

Er is vandaag storm op komst en voor grote delen van het land is zelfs code oranje afgegeven. Het KNMI geeft altijd kleurcodes bij zwaar en gevaarlijk weer, maar hoe werkt dat ook al weer?

De kleurcodes voor weerswaarschuwingen van het KNMI geven aan wat de verwachte impact is van gevaarlijk weer. Er zijn vier kleurcodes: groen, geel, oranje en rood. Iedere kleurcode heeft een specifieke betekenis.

🟢 Code groen: Staat voor normaal weer, waarbij er geen noodzaak is voor speciale waarschuwingen.

🟡 Code geel: Hiermee word je opgeroepen om extra op te letten, zeker als je van plan bent de deur uit te gaan, omdat het weer mogelijk gevaarlijk wordt. Deze code kan tot 48 uur voor het verwachte weerfenomeen worden uitgegeven.

🟠Code oranje: Duidt op extreem weer, waarbij de kans op schade, verwondingen of veel hinder zeer aanwezig is. Deze code kan 24 uur van tevoren worden afgegeven. Op dit moment wordt code oranje voor storm Benjamin uitgegeven voor Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Holland.

🔴 Code rood: Is het ernstigste weeralarm, voor extreem weer dat zo'n hevige impact kan hebben dat het de samenleving kan verstoren.

Voor elke kleurcode gelden specifieke criteria, afhankelijk van het weertype, zoals regen, sneeuw, onweer, wind, temperatuur en zicht. Bij wind wordt code geel uitgegeven als er een kans is op windstoten van meer dan 75 km per uur. Bij verwachte windstoten boven de 100 km per uur zullen zijn, wordt het code oranje. Voor vandaag worden er in de kustprovincies zelfs zeer zware windstoten tot 120 kilometer per uur verwacht!

Storm Benjamin: waarom hebben stormen eigenlijk soms een naam?

Vandaag trekt storm Benjamin over Nederland. Door het geven van namen aan stormen probeert het KNMI (net als andere meteorologische instituten in andere landen dat ook doen) mensen alert te maken op de risico’s. Dat stormen een naam krijgen, vindt 52 procent van de Nederlanders een goed idee; 30 procent vindt dat niet noodzakelijk.

©www.knmi.nl

Krijgen alle stormen een naam?

In Nederland wordt er eigenlijk alleen een naam gegeven aan stormen waarvoor code oranje of code rood wordt uitgegeven. In een enkel geval krijgt een storm ook al bij code geel een eigen naam. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer de kans groot is dat er opgeschaald moet worden naar code oranje, of omdat de storm in het Verenigd Koninkrijk is ontstaan en daar al een naam heeft gekregen. De namen voor dit jaar vindt je op de lijst Stormnamen 2025-2026.

Lees ook: Koopgids weerstations: zo vind je het beste weerstation voor thuis