ID.nl logo
Föhn, krultang of multistyler: wanneer gebruik je wat?
© Monet - stock.adobe.com
Gezond leven

Föhn, krultang of multistyler: wanneer gebruik je wat?

Wie een professionele volumineuze coupe wil creëren, heeft de keuze uit drie populaire stylingtools: de föhn, krultang en multistyler. Wat zijn de verschillen tussen deze drie tools? En welke tool gebruik je voor welke haarstijl?

In dit artikel over föhns, krultangen en multistylers lees je:

  • Wat de verschillen zijn tussen deze drie stylingtools
  • Welke haarstijlen je met deze stylingtools kunt creëren
  • Hoe deze drie stylingtools hitte gebruiken om het haar te modelleren

Lees zeker ook: Hierom zijn föhnborstels en multistylers zo handig

Er zijn tegenwoordig zoveel stylingtools op de markt dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Het doel van een stijltang spreekt voor zich: het haar glad en steil maken. Maar als je voor een vollere coupe wil gaan, denk aan een blowout of een klassieke krullenlook, dan heb je andere tools nodig. Met zowel de föhn, de krultang als de multistyler kun je prachtige volumineuze haarstijlen creëren. Toch zitten er grote verschillen tussen deze drie stylingtools. Niet alleen in de resultaten die je ermee bereikt, maar ook in de manier waarop ze hitte toepassen om je haar in model te brengen. 

Droog jij je haren nog met een normale handdoek?

Speciale haarhanddoeken nemen water supersnel op!

Föhn

Een standaard-föhn is uitsluitend bedoeld om je haar mee te drogen. Sommige föhns zijn gemaakt van materialen die negatieve ionen verspreiden tijdens het föhnen, waardoor je haar extra glad en pluisvrij opdroogt. Wil je voor volume gaan, dan heb je meer aan een föhnborstel.

Föhnborstels, ook wel warmeluchtborstels genoemd, beschikken over een ronde borstel aan het uiteinde in plaats van een open mond. Door je haar om de borstel heen te wikkelen en tegelijkertijd een roterende beweging te maken, wordt je haar direct in model geföhnd. Het resultaat is een luchtige volumineuze look, ook wel bekend als de blowout, die de illusie wekt dat je net van de kapper komt.

©zigres - stock.adobe.com

Goed om te weten: föhnborstels zijn niet bedoeld om het haar volledig mee te drogen. Pas als het haar licht vochtig is, breng je het in model met een föhnborstel. Gebruik je een föhnborstel wél op kletsnat haar, dan loop je het risico dat je haar afbreekt tijdens het roteren of dat de borstel oververhit raakt. Je kunt dus eerst een normale föhn gebruiken tot je haar grotendeels droog is. Of nog beter: laat het aan de lucht drogen.

🪮Leestip: Zo kies je de beste föhn voor elk haartype

Krultang

Heb je steil haar en droom je van een bos vol krullen? Dan is de krultang je beste vriend. Een krultang bestaat uit een lange cilindrische staaf waar je tijdens het krullen je haar omheen wikkelt. Door de hitte die van de tang komt, blijft de krul (lang) zitten. De temperatuur van een krultang varieert van 120 tot wel 230 graden Celsius. Voor dun haar worden temperaturen tot maximaal 180 graden Celsius aangeraden. Dik, stevig haar kan hogere temperaturen verdragen. Omdat de hitte van een krultang het haar kan beschadigen, is het geen goed idee om een krultang dagelijks te gebruiken. Ook is het belangrijk om altijd een hittebeschermend product in het haar in te brengen voor je met een krultang aan de slag gaat.

Het leuke aan een krultang is dat je allerlei verschillende soorten krullen mee kunt creëren: van een strakke, gedefinieerde krul tot een nonchalante 'beachy' slag. Online zijn er talloze video's te vinden die stap voor stap laten zien hoe je deze technieken met je krultang toepast. De diameter van een krultang heeft ook invloed op hoe je krul eruit komt te zien. Hoe dunner de tang, hoe strakker en compacter je krullen.

👉🏻Check dit: Waar voor je geld: 5 betaalbare haarföhns met een hoge reviewscore

©Mehmed - stock.adobe.com

Multistyler

Naast de föhn en de krultang kun je ook met een multistyler prachtige coupes creëren. Deze stylingtool wordt geleverd met meerdere opzetstukken, elk met een unieke functie. Zo kun je je haar met een multistyler simpelweg drogen, maar ook steilen en krullen. Het grote voordeel aan een multistyler ten opzichte van een traditionele krultang is dat veel multistylers met warme lucht werken in plaats van met hete platen, waardoor ze een stuk veiliger zijn voor het haar.

Het haar wordt bij deze apparaten via een warme luchtstroom aangetrokken, waarna het automatisch om de tool wordt gedraaid en gekruld. Heb je dus erg dun of kwetsbaar haar óf krul je je haar dagelijks, dan is een multistyler met warme luchtstroom voor jou beter dan een gewone krultang. Extra fijn aan een multistyler is dat deze tool je flink wat ruimte bespaart; je hebt immers geen losse stylingtools meer nodig.


▼ Volgende artikel
Schrijf en verdien: zo publiceer je je eigen cursus of boek
© makasana photo - stock.adobe.com
Huis

Schrijf en verdien: zo publiceer je je eigen cursus of boek

Je wilt je kennis of verhaal met anderen delen en overweegt een online cursus of een digitaal of gedrukt boek te publiceren. Met voldoende tijd en kennis kun je veel zelf regelen, maar er zijn ook gespecialiseerde platformen beschikbaar.

Na het lezen van dit artikel weet je wat de mogelijkheden zijn voor het publiceren van jouw verhaal:

  • Maak een online cursus
  • Converteer je manuscript naar een e-book
  • Druk je boek via print-on-demand

Een podcast maken is een andere mogelijkheid: Wat is jouw verhaal? Zo creëer je een podcast

Tip 1 Creëren online cursus

We starten met het uitdagendste scenario, waarbij je zelf het volledige proces beheert, van het maken tot het (commercieel) publiceren van een online cursus.

Dit vergt uiteraard een grondige voorbereiding. We gaan er alvast van uit dat je het onderwerp goed beheerst en een concrete doelgroep voor ogen hebt. Denk ook na over het juiste niveau (beginners, gevorderden of professionals) en stel duidelijke leerdoelen: wat wil je dat deelnemers na afloop kunnen of weten?

Verdeel je cursus in modules en lessen, met telkens een afgebakend onderwerp en een logische structuur. Kies bewust welke media je inzet. Video’s zijn aantrekkelijk, maar een mix met tekst en interactieve oefeningen is vaak effectiever. Toets bijvoorbeeld ook de vorderingen bij deelnemers met vragen of quizzen. Google Formulieren of het de opensource software H5P, waarbij je content via plug-ins op je eigen site kunt plaatsen, zijn hiervoor geschikt. Kahoot kun je dan weer gebruiken voor een speelsere toetsing.

Ook Aha Slides is een optie: Gaaap! Interactieve presentaties maak je met Aha Slides

Voor video-opnames zijn een goede camera en (externe) microfoon onmisbaar. Voor schermopnames, eventueel gecombineerd met videobeelden, is OBS Studio een prima gratis optie. Je kunt ook presentaties als video bewaren (in PowerPoint bijvoorbeeld via Bestand / Exporteren / Een video maken). Voor je videomontage zijn er diverse gratis editors beschikbaar, waaronder het krachtige DaVinci Resolve.

OBS Studio is prima geschikt voor screencasts met gemixte mediabronnen.

Tip 2 Hosting

Er zijn diverse manieren om je cursusmateriaal online aan te bieden, maar let er wel op dat de website voldoende snel laadt en dat de hosting de nodige capaciteit biedt voor meerdere, gelijktijdige gebruikers. Bovendien wil je een responsieve site, die ook goed werkt op mobiele apparaten.

Een basale optie is via Google Sites, waar je eventueel Google Formulieren kunt gebruiken voor toetsen. Voor betalingen kun je bijvoorbeeld een PayPal-knop (beschikbaar voor zakelijke PayPal-accounts) of een Stripe-link (met iDEAL-ondersteuning) op een Google Sites-pagina toevoegen. Je kunt ook een apart webformulier gebruiken voor de registratie van deelnemers.

Als je dit te beperkt vindt, kun je beter overstappen naar een heus LMS (Learning Management System) of CMS (Course Management System). Heb je een WordPress-site, dan kun je de gratis plug-in Tutor LMS installeren. Hiermee creëer je onbeperkt cursussen en interactieve lessen. Er is tevens een online demo beschikbaar.

Met een plug-in als het gratis WooCommerce kun je dan verschillende beveiligde betaalgateways op je site integreren. Houd hierbij wel rekening met transactiekosten.

In tips 4 en 5 stellen we je nog enkele krachtige LMS’en en platforms voor, geschikt voor het maken en aanbieden van online cursussen.

Voor niks gaat de zon onder: integreer bijvoorbeeld een PayPal-knop op je cursus-site.

Tip 3 Promotie

Je hebt je cursus online gezet, maar afwachten tot de eerste cursisten opdagen lijkt ons niet slim. Er zijn namelijk diverse opties om je cursus onder de aandacht te brengen.

Zo kun je een blog of andere content creëren die bij je cursus past en aardig scoort in zoekmachines, bijvoorbeeld dankzij SEO-technieken (Search Engine Optimization). Je kunt ook e-mailadressen via je blog of site verzamelen en regelmatig nieuwsbrieven met extra inhoud, updates en promoties versturen. Daarnaast kun je je cursus uiteraard promoten via socialmediaplatformen. Deel bijvoorbeeld (video)fragmenten op je eigen Facebook- of YouTube-kanaal om mensen naar je cursus te leiden. Gratis webinars organiseren kan eveneens een goede introductie zijn. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld OBS Studio: via Bestand / Instellingen / Stream kies je uit tientallen streamingdiensten zoals Twitch, YouTube of Facebook. Vervolgens druk je op Streamen starten of op Opname starten (voor een eventuele distributiekopie).

Plaats aantrekkelijke cursusfragmenten online, bijvoorbeeld op je YouTube-kanaal.

Tip 4 LMS

Wil je je cursusmateriaal op een eigen site plaatsen, dan is LearnDash LMS, een plug-in voor WordPress, een goede keuze. Hiermee zet je eenvoudig een volledige leeromgeving op. De plug-in kost 199 dollar per jaar (circa 185 euro), maar je kunt eerst de gratis interactieve demosite testen. Via bouwblokken kun je in een dashboard je cursus ontwerpen. Er zijn ook uitbreidingen beschikbaar, vaak tegen extra kosten. Er is geen beperking op het aantal (betalende) deelnemers. Heb je geen eigen WordPress-site, dan kun je direct aan de slag met LearnDash Cloud (299 dollar per jaar, circa 278 euro).

Een alternatief is het bekende opensource LMS-project Moodle, dat veel flexibiliteit biedt, inclusief ondersteuning voor leerpaden en interacties, en voor diverse AI-API’s in de nieuwste versies. Is zelfhosting niets voor jou, dan kun je MoodleCloud gebruiken. Er is een gratis proefperiode van 28 dagen, waarna je jaarlijks vanaf 130 euro betaalt.

Andere opties zijn onder meer Teachable en Thinkific, die beide Engelstalige interfaces hebben. Nederlandstalige content is mogelijk, maar tijdens enkele tests zette de ingebouwde AI-hulp onze Nederlandstalige prompts koppig om naar een Engelstalige cursusstructuur. Beide platforms bieden een gratis startplan, maar dit is beperkt en upgraden is vrij prijzig. Bij Teachable betaal je 468 dollar (circa 435 euro) per jaar voor vijf cursussen, een onbeperkt aantal deelnemers en vijf procent transactiekosten. Thinkific is iets voordeliger: 422 euro per jaar voor een onbeperkt aantal cursussen en deelnemers, zonder transactiekosten.

De AI-module binnen Teachable mikt duidelijk op een Engelstalig publiek.

Tip 5 Andere platformen

Bij diensten als Teachable en Thinkific zie je dat de scheidslijn vaak dun is tussen een zuiver LMS, gericht op het beheren van leerprocessen, en een online leerplatform of e-learning marktplaats, vooral gericht op het promoten en verkopen van cursussen.

Diensten als Udemy (internationaal, met een Nederlandstalige interface), Soofos en Pluvo behoren tot die laatste categorie. Deze drie platformen kun je gratis uitproberen via een gebruiksvriendelijke interface, die je stap voor stap helpt bij het opzetten van je cursus.

Bij Udemy kun je je cursussen gratis online plaatsen, maar het platform houdt een percentage van de inkomsten voor hosting, marketing en betalingsverwerking. Dit percentage varieert sterk en is vooral afhankelijk van hoe een deelnemer de cursus heeft gevonden. Soofos hanteert een soortgelijke aanpak. Pluvo, dat iets meer gericht is op bedrijfsomgevingen, rekent ongeveer 250 euro per jaar, maar betalingen voor cursussen verlopen buiten Pluvo om. De supportdienst van Pluvo stelde ons voor om Zapier te gebruiken voor het automatiseren van gebruikersaccounts.

Udemy helpt je stapsgewijs bij het aanmaken en online zetten van je cursus.

Tip 6 Creëren e-books

Je hebt een verhaal geschreven en wilt dit als e-book beschikbaar stellen. Laten we beginnen met het creatieproces. Je kunt hiervoor je vertrouwde tekstverwerker gebruiken, zoals Microsoft Word. Gebruik bij voorkeur kopstijlen zoals Kop 1, Kop 2 enzovoort om een duidelijke structuur te creëren en eventueel automatisch een inhoudsopgave te maken. Kies een leesbaar, schreefloos lettertype voor schermweergave en houd de lettergrootte consistent. Voeg je afbeeldingen toe, zorg er dan voor dat ze correct zijn ingesloten en geoptimaliseerd voor digitaal gebruik. Houd de resolutie rond 150 dpi en pas de afbeeldingsgroottes vooraf aan, in plaats van ze zomaar in Word te schalen.

Je kunt je Word-document rechtstreeks vanuit Word naar een pdf-bestand exporteren.

Tip 7 Formaat

Denk ook goed na over het formaat van je e-book. Pdf is een goede keuze voor vaste lay-outs, zoals handleidingen of grafische e-books. Je kunt je Word-document eenvoudig opslaan als pdf via Bestand / Exporteren. Voor kleinere bestanden die sneller laden, kies je hier best voor Optimaliseren voor minimale grootte (online publiceren), tenzij je verwacht dat het e-book ook op grotere schermen gelezen zal worden. Via Opties krijg je nog een viertal extra PDF-opties, maar deze kun je voor e-books meestal uitgeschakeld laten. Exporteren via een virtuele pdf-printer, zoals het gratis Bullzip PDF Printer is eveneens mogelijk, maar levert zelden betere resultaten.

Een ander veelgebruikt e-bookformaat is epub. Om je (Word-)document om te zetten naar epub, kun je de gratis tool Calibre gebruiken. Klik op Boeken toevoegen, selecteer je docx-bestand, klik op Boeken converteren en kies rechtsboven het gewenste uitvoerformaat. Calibre ondersteunt naast EPUB ook formaten als MOBI en AZW3 (voor Kindle-apparaten).

Lees meer over Calibre: Calibre via Docker: boekenplank op je server

Je kunt met Calibre ook Word-documenten naar verschillende e-bookformaten exporteren.

Tip 8 Publicatie

Is je e-book klaar, test het dan op verschillende apparaten of e-readers om te zien hoe het eruitziet op diverse schermformaten. Oogt alles prima, dan kun je het online publiceren. Dit kan via je eigen website, bijvoorbeeld met platforms als WordPress of Shopify, waarbij je een geïntegreerde betalingsgateway kunt gebruiken. Het voordeel is dat je geen commissie betaalt, maar het vereist wel inspanningen, technisch maar ook marketinggewijs.

Een handig alternatief is Gumroad, waar je na aanmelding direct kunt beginnen. Klik op New product, kies E-book, voer een titel en prijs in, klik op Next: Customize, en volg de instructies voor de online publicatie. Gumroad vraagt een lage commissie en rekent circa 3 procent kosten voor betalingsverwerking. Wil je extra promotie via ‘Gumroad Discover’, houd dan rekening met een merkbaar hogere commissie (minimaal 30 procent).

Draft2Digital, dat samenwerkt met SmashWords, is een andere dienst waar je je e-book (of Word-document) kunt uploaden en desgewenst kunt aanpassen. Dit platform verspreidt je e-book vervolgens naar verschillende internationale partners, waaronder Barnes & Noble en Apple Books, en beheert de verkoop voor je. Je betaalt 10 procent commissie op de verkoopprijs.

Daarnaast zijn er uiteraard nog de bekende platformen zoals Amazon Kindle Direct Publishing en Kobo Writing Life (werkt ook samen met bol.com).

Enkele minuten na je aanmelding en upload kan men je e-book via Gumroad kopen.

Tip 9 Creëren papieren boek

Lees zeker ook: Is een boek schrijven je grote droom? Deze apps helpen je op weg

Je wilt je verhaal in papieren boekvorm publiceren, dus is het slim om hier al rekening mee te houden terwijl je met je tekst(verwerker) bezig bent. Het is ook handig om vooraf te weten hoe en bij wie je gaat publiceren, want sommige uitgevers of platformen stellen specifieke eisen aan opmaak, bestandsindelingen en resoluties. Ook bieden ze soms sjablonen of stijlgidsen aan voor een optimale lay-out. We kunnen je hier wel enkele algemene richtlijnen geven.

Kies een tekstverwerker die geschikt is voor lange documenten, zoals Microsoft Word of het gratis LibreOffice Writer. Werk je met veel afbeeldingen of heb je specifieke lay-outwensen, dan is een dtp-tool waarschijnlijk beter geschikt, zoals Adobe InDesign, Affinity Publisher of het gratis Scribus.

Zorg voor een heldere (hoofdstuk)structuur en een consistente opmaak, zoals kopstijlen, paginanummers, voldoende ruime marges, eventueel een extra bindrand en voetteksten. Controleer ook de snij- of afloopmarges (ook wel ‘bleed’ genoemd; meestal 3 mm) voor afbeeldingen aan de rand van de pagina’s, zodat ze correct worden bijgesneden na het drukken.

Kies een goed leesbaar lettertype, bij voorkeur een schreeflettertype van 11 of 12 punten. Gebruik voor afbeeldingen een resolutie van minimaal 300 dpi (1200 dpi voor vectorplaatjes).

Let ook goed op de marges, eventueel met extra bindrand (hier: Word).

Tip 10 Formaat

Als je manuscript naar een uitgeverij of online platform gaat, is pdf vaak het aanbevolen formaat vanwege de vaste opmaak. Dtp-programma’s zijn doorgaans uitstekend geschikt om drukklare pdf’s te maken. De ingebouwde pdf-converter van Word (via Bestand / Exporteren) kan voldoende zijn voor een boek met tekst en enkele afbeeldingen. Kies hier dan wel voor Optimaliseren voor Standaard (online publiceren en afdrukken). Voor meer controle over instellingen zoals kleuropmaak, compressie of bleed-marges kun je Adobe Acrobat Pro overwegen. Zorg ervoor dat alle gebruikte lettertypes volledig zijn ingesloten in de pdf, zodat de drukker geen alternatief hoeft te kiezen, en gebruik bij voorkeur de CMYK-kleurmodus voor professioneel drukwerk (in plaats van RGB).

Controleer de paginagrootte en marges zorgvuldig, zodat deze overeenkomen met het beoogde formaat in druk. Dit kan bijvoorbeeld een staand A5-formaat zijn (14,8 × 21 cm) of het grotere 16 × 24 cm-formaat. Voor een gedichtenbundel is een kleiner pocketformaat (12,5 × 20 cm) wellicht beter. Of misschien kies je voor een liggend of vierkant formaat, zoals een liggende A5 (23 × 16 cm).

Bij de uiteindelijke pdf-export kies je voor een optie als Drukwerkkwaliteit of Hoge kwaliteit voor printen. Gebruik de PDF/X-1a:2001 standaard (met CMYK en zonder transparantie) of PDF/X-4 (2010) (met transparantie- en kleurprofielondersteuning). Het afdrukprofiel moet passen bij het drukpapier, bijvoorbeeld ISO Coated v2 300% (ECI) voor offsetdruk op gecoat papier, met een maximaal inktgebruik van 300 procent om inktvlekken te vermijden.

Ook het gratis Scribus heeft uitgebreide pdf-instellingen, in combinatie met het juiste kleurbeheer.

Tip 11 Publicatie

Er zijn verschillende manieren om je manuscript gedrukt en gepubliceerd te krijgen. Je kunt het laten drukken bij een traditionele drukservice, waarbij je in één keer een vaste oplage bestelt, wat bij grotere hoeveelheden voordeliger is. Of je kiest voor een (online) POD-dienst (print on demand), waar boeken pas worden gedrukt als er bestellingen binnenkomen. Hierdoor is geen voorraad nodig, wat de opstartkosten laag houdt. Bekende POD-diensten zijn BoekenGilde, Boekscout, Bookmundo, Pumbo en de meer internationaal gerichte Blurb en Lulu. De prijzen hangen onder meer af van de initiële oplage, papierkeuze en afwerkingsopties.

Deze diensten bieden vaak ook ondersteuning bij het grafisch ontwerp van de kaft, en sommige geven je de mogelijkheid om je boek via hun eigen kanalen te verkopen. Houd wel rekening met een commissie per verkocht exemplaar.

Bij zelfpublicatie ben je zelf verantwoordelijk voor de boekpromotie. Denk aan sociale media, recensies door bloggers, e-mailnieuwsbrieven en betaalde advertenties.

Een ISBN (Standaard Boek Nummer) is niet verplicht, maar wel nuttig als je je boek wilt laten distribueren via boekhandels, bibliotheken of webshops. In Nederland vraag je dit aan bij Bureau ISBN; in België kan dit bij de Boekenbank. Reken op ruwweg 120 euro voor één ISBN of circa 350 euro voor een reeks (prefix), geldig voor 10 boeken – of voor hetzelfde boek in een andere taal of verschijningsvorm. Zo’n ISBN zorgt er wel voor dat je boek officieel geregistreerd staat, wat het beter herkenbaar en vindbaar, en hopelijk ook verkoopbaarder maakt.

Geen verrassingen bij Pumbo: vul de juiste parameters in en zie wat je betaalt.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de Philips 2000-serie Robotstofzuiger
© Philips
Huis

Consumenten testen: de Philips 2000-serie Robotstofzuiger

Op zoek naar een robotstofzuiger die je vloer moeiteloos schoonhoudt? De Philips XU2100/20 combineert stofzuigen en dweilen in één apparaat en leegt zichzelf automatisch. Maar hoe goed werkt hij in de praktijk? Het Review.nl Testpanel nam de proef op de som en beoordeelde de prestaties, het gebruiksgemak en de slimme functies.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

Met de Philips XU2100/20 hoef je nauwelijks nog zelf te stofzuigen en dweilen. Dit model combineert beide functies en beschikt over een automatisch leegstation, waardoor je wekenlang geen omkijken hebt naar het legen van de stofbak. De HomeRun-app biedt uitgebreide bedieningsmogelijkheden en dankzij slimme navigatie mist de robot geen enkel plekje. Maar hoe bevalt dit apparaat in de praktijk?

Sterk in stofzuigen, minder in dweilen

Over de zuigprestaties zijn de meeste testers erg te spreken. De robot past de zuigkracht automatisch aan op tapijt, en dat blijkt effectief. "De zuigkracht is enorm en hij zuigt moeiteloos alle soorten vuil op", zegt JN1998, die de stofzuiger een 10 gaf. Ook DhrMike is tevreden: "Het stofzuigen gaat zeer goed; hij zuigt alle stof en vuil zonder problemen op." Zelfs dierenharen worden goed opgezogen, merkt Miriam W op: "Ik heb twee langharige katten en die haren krijgt hij prima uit de matten."

De dweilfunctie valt een beetje tegen. Meerdere testers vinden dat het dweilen niet veel meer is dan 'een nat doekje dat over de vloer gaat', aldus DhrMike. Tester Roosj noemt de dweilbeweging wat ongelijkmatig, en Tester0122 merkt op dat je geen zeep aan het water kunt toevoegen. Voor hardnekkige vlekken is een handmatige dweilbeurt daarom nog steeds nodig.

©Philips

Slimme navigatie en gebruiksvriendelijke app

De robotstofzuiger maakt gebruik van Lidar-navigatie om de ruimtes in huis in kaart te brengen. Dat werkt over het algemeen goed, vinden de testers. "De navigatie is indrukwekkend nauwkeurig en de kaart die hij van de kamer maakt is zeer gedetailleerd", aldus DhrMike. Ook tester Weetjewelwieikben roemt de technologie: "De Lidar-navigatie zorgt ervoor dat hij geen plekje mist en niet vastloopt."

De HomeRun-app wordt in de meeste reviews als positief beoordeeld. "Ik kan precies zien waar de robot al heeft schoongemaakt en welke ruimtes ik wil uitsluiten", zegt AlleenPeter. De enige dissonant die we horen, is het feit dat er geen integratie met smarthome-systemen mogelijk is.

©Philips

Gebruiksgemak: voordelen en valkuilen

Het automatisch legen van de stofbak wordt als een groot voordeel gezien. "Na het stofzuigen gooit hij zichzelf weer leeg in het station", zegt Thijsk24. Dat bespaart tijd en maakt het apparaat extra gebruiksvriendelijk.

Wel moet je van tevoren de kamer opruimen. "Je moet zorgen dat er geen kabels of kleine obstakels op de vloer liggen, anders kan hij vastlopen", merkt Ivo Rooijackers op. Dat blijkt voor meerdere testers een struikelblok: tester Robotexpert zegt dat de stofzuiger moeite heeft met losliggende snoeren en gekruiste tafelpoten, en MJ1MJ klaagt dat de robotstofzuiger zelfs de plinten lostrekt.

Een ander aandachtspunt is het geluid. Tijdens het stofzuigen blijft het volume acceptabel, maar het legen van de stofbak in het station maakt flink lawaai. "De eerste keer schrok ik me wezenloos", grapt AlleenPeter. Gelukkig kun je zelf instellen wanneer de stofbak wordt geleegd, zodat je niet 's nachts wordt verrast.

Pluspunten

  • Krachtige zuigfunctie, vooral op tapijt
  • Automatisch legen bespaart tijd
  • Slimme navigatie voorkomt vastlopen

Minpunten

  • Geen vervanging voor handmatig dweilen
  • Kan vastlopen op kabels en meubels
  • Automatisch legen maakt lawaai

Conclusie: sterke stofzuiger, matige dweiler

De Philips XU2100/20 scoort gemiddeld een 7,9 bij de testers. De zuigkracht en navigatie worden als grote pluspunten genoemd, en het automatische leegstation is een fijne toevoeging. De dweilfunctie valt echter tegen en het apparaat kan soms vastlopen op obstakels.

Voor wie op zoek is naar een efficiënte robotstofzuiger met slimme navigatie en automatische lediging, is dit een goede keuze. Wil je echter dat er ook goed gedweild wordt, dan zul je alsnog zelf de mop ter hand moeten nemen.

Meer weten over deze robotstofzuiger?

Bekijk 'm op Kieskeurig.nl!