ID.nl logo
Zo houd je het stroomverbruik van je warmtepomp zo laag mogelijk
© Frank Harms | Fokussiert
Energie

Zo houd je het stroomverbruik van je warmtepomp zo laag mogelijk

Switch je naar een warmtepomp, dan zie je je gasrekening vaak aanzienlijk dalen. Echter, je elektriciteitskosten gaan wel omhoog. Gelukkig kun je deze toename in stroomverbruik beperken. We vertellen je graag hoe je dat doet en geven je daarnaast tips om de levensduur van je warmtepomp te verbeteren.

De warmtepomp haalt energie uit de omgeving en zet die om in bruikbare warmte voor de centrale verwarming en vaak ook voor het sanitair warm water. Daarvoor heeft de warmtepomp wel stroom nodig. Behalve de compressor (die het meeste elektriciteit vraagt) zijn er nog andere onderdelen die stroom nodig hebben, zoals printplaten voor de besturing, enkele pompen die tegenwoordig erg zuinig zijn en één of twee ventilatoren. De bedrijfskosten van een warmtepomp variëren per seizoen. En toch zijn er enkele dingen waardoor je het totale elektriciteitsverbruik kunt verminderen.

Zet de thermostaat niet te vaak warmer of kouder

Vermijd zoveel mogelijk het wijzigen van de ingestelde temperatuur. Een warmtepomp die samenwerkt met bijvoorbeeld vloerverwarming houdt van een constante kamertemperatuur. Verander de instellingen dus niet te veel en verlaag liever niet telkens de gewenste temperatuur wanneer je van huis gaat. Dat brengt namelijk weinig op. Natuurlijk stel je wel een dag- en nachtprogramma in, maar laat de binnentemperatuur maximaal 2 graden zakken tijdens de nacht. Zo heeft de warmtepomp niet te veel werk om de woning weer terug op temperatuur te krijgen.

Door de thermostaat regelmatig hoger of lager in stellen omdat je het te warm of te koud hebt, verbruikt de warmtepomp meer stroom dan wanneer je dezelfde temperatuur aanhoudt. Onthoud ook dat door de thermostaat één graad lager te zetten, de energierekening met 2,5% zal dalen. Het is dus interessant om de temperatuur die op bijvoorbeeld 21°C staat, op 20°C in te stellen.

©Olivier Le Moal

Speel niet te veel met de thermostaat.

Zet de temperatuur van het verwarmingswater lager

Staat de uitvoertemperatuur van je waterverwarming te hoog ingesteld? Dan verbruikt je warmtepomp onnodig veel energie om het water op temperatuur te brengen. Gelukkig is het bij de meeste systemen mogelijk om de cv-watertemperatuur te verlagen naar 40°C of zelfs lager. Vloerverwarming, lage temperatuur radiatoren en ventilatorconvectoren werken prima samen met dergelijke lage temperaturen. Deze lagere 'vertrektemperatuur' zal nog steeds voldoende zijn om je huis comfortabel te verwarmen.

Wil je het waterverbruik nog verder optimaliseren? Kies dan voor een weersafhankelijke regeling met een buitenvoeler. Deze handige sensor meet continu de buitentemperatuur en past de watertemperatuur daar automatisch op aan. Is het bijvoorbeeld -5°C buiten? Dan zorgt de regeling voor water van 35°C om je huis warm te houden. Bij een gemiddelde buitentemperatuur van 7°C is slechts 29°C water nodig. Een weersafhankelijke regeling bespaart dus energie en geld. Monteer de buitenvoeler bij voorkeur aan de noordkant van je woning, uit de zon. Zo meet hij nauwkeurig de werkelijke buitentemperatuur.

Plaats de buitenvoeler tegen een gevelmuur gericht op het noorden. | Foto: Vaillant

Verlaag de temperatuur van sanitair warm water

Zorgt de warmtepomp ook voor het warme water dat uit de kraan komt, dan kun je om dezelfde reden als hierboven de aanvoertemperatuur van het tapwater verlagen. Bij gasketels staat dit meestal op 60°C, bij een warmtepomp zet je deze bij voorkeur op 45°C.

EN LEGIONELLA DAN?

In opdracht van het Nederlandse ministerie van Binnenlandse Zaken is er drie jaar geleden onderzoek gedaan naar het verlagen van de tapwatertemperatuur (klik op onderzoek in de regel hierboven om het rapport te bekijken). De conclusie verbaasde veel mensen en ontlokte discussie. De norm NEN 1006 (Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties) om tapwater minimaal op 55°C in te stellen is vooral functioneel bedoeld en niet zoals men vaak denkt voor de preventie van legionella. Je kunt dus wel degelijk veel energie besparen. Er zijn andere manieren om legionella te bestrijden. Dan denken we aan een wekelijkse hitteschok. Bij een lagere temperatuur dan 55°C moet het toestel wekelijks thermisch gedesinfecteerd, bijvoorbeeld door het water meer dan 20 minuten boven de 60 °C te brengen (of 10 minuten op 65°C of 5 minuten op 70°C). Meestal is zo'n legionella-run automatisch ingesteld, maar dat is afhankelijk van het toestel. Vraag het voor de zekerheid na bij je installateur of bij de verkoper. Overigens vind je een antilegionella-functie niet alleen bij veel warmtepompen, maar ook bij veel boilers en buffervaten. Je kunt een antilegionella-functie eventueel uitzetten, maar dat is wel gevaarlijk. Je moet de reiniging dan namelijk geregeld zelf doen – met de kans dat je het vergeet, met alle risico's van dien.

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Gebruik een warmtepomp en thermostaat van hetzelfde merk

De fabrikant van de warmtepomp kent de werking van dit toestel het beste. Hoewel het verleidelijk kan zijn om te gaan shoppen voor vreemde of goedkopere thermostaten, is het echt het verstandigst om de thermostaat van de fabrikant te gebruiken. De aansluiting zal gemakkelijker verlopen en deze thermostaat kent de beste en zuinigste manier om de warmtepomp aan te sturen.

Gebruik apparatuur van hetzelfde merk: die is het best op elkaar ingespeeld. | Foto: Vaillant

Kies het juiste vermogen

Een te kleine warmtepomp krijgt het moeilijk op koude dagen en moet op volle kracht draaien. Een te grote warmtepomp is duurder en schakelt nodeloos vaak aan en uit. Dit 'pendelen' is slecht voor de levensduur van de compressor. Hoe vaker de warmtepomp aan en uit gaat, hoe hoger het energieverbruik. Bovendien warmt je huis er niet sneller door op. Het is dus belangrijk om de juiste capaciteit te kiezen. Dit heet de juiste dimensionering bepalen. Bereken daarom zorgvuldig welk vermogen je nodig hebt, afhankelijk van je woning en je warmtebehoefte. Een warmtepomp die perfect is afgestemd op je situatie, bespaart energie en gaat lang mee. Win deskundig advies in bij de dimensionering, zodat je zeker weet dat je de optimale warmtepomp kiest.

Zorg voor regelmatig onderhoud van de warmtepomp

Als je de warmtepomp slecht onderhoudt kan dit leiden tot een stijging van de energierekening. Schrik niet: die stijging kan zelfs oplopen tot 25%. Vuile of geblokkeerde filters verminderen de hoeveelheid lucht die het systeem kan aanzuigen en dit vermindert de prestaties. Controleer ook regelmatig de ventilator en de verdamper (dat is het rooster achter de ventilator) om er zeker van te zijn dat er geen vuil zoals bladeren of takjes in zitten.

In tegenstelling tot een traditionele verwarmingsketel, is er voor een warmtepomp geen verplicht regelmatig onderhoud vereist, maar toch is het verstandig om de warmtepomp jaarlijks of tweejaarlijks een onderhoudsbeurt te geven. Laat dat bij voorkeur wel doen door een professional die is geregistreerd in het Centraal Register Techniek.

©jmalov

Door je warmtepomp regelmatig te laten onderhouden, verleng je de levensduur.

Installeer zonnepanelen

Door zonnepanelen te installeren sla je twee vliegen in één klap: je drukt je energiekosten en zorgt tegelijk voor een kleinere ecologische voetafdruk. Je maakt namelijk gebruik van lokaal opgewekte stroom. Over het algemeen kun je verwachten dat zonnepanelen zo'n 40% van de elektriciteit leveren die je warmtepomp nodig heeft.

Beperk actieve koeling

Een bodem-waterwarmtepomp biedt een energie-efficiënte manier om je huis in de zomer te koelen, en dat op een passieve wijze. Dit betekent dat de warmtepomp de koelte uit de aarde haalt en dit doorgeeft aan het water in je cv-leidingen, zonder dat de compressor hoeft te werken. Daarentegen kun je met een lucht-waterwarmtepomp enkel actief koelen. Hierbij haalt het systeem warmte uit je vloerverwarming of ventilo-convectoren in plaats van uit de buitenlucht. Hoewel dit soms praktisch kan zijn, vraagt het wel meer energie.

Levensduur

De economische levensduur van een warmtepomp is vastgesteld op 10 jaar, een termijn die vaak dient als basis voor afschrijving en garantiekwesties. Echter, in werkelijkheid kun je verwachten dat het apparaat aanzienlijk langer meegaat. Bij een lucht-watersysteem is een levensduur van 15 tot 20 jaar geen uitzondering. Centraal in de warmtepomp staat de compressor. Afhankelijk van het type warmtepomp varieert de levensduur van deze compressor: bij een modulerende variant gaat deze tot 100.000 draaiuren mee, terwijl je bij een aan/uit-model kunt rekenen op zo'n 60.000 draaiuren.

HET VERSCHIL TUSSEN EEN MODULERENDE WARMTEPOMP EN EEN AAN/UIT-WARMTEPOMP

Een modulerende warmtepomp past zijn vermogen aan op basis van de warmtebehoefte. Hij verbruikt nooit meer elektriciteit dan strikt noodzakelijk, waardoor energiepieken afvlakken. De eerste warmtepompen konden hun vermogen niet aanpassen aan de warmtevraag. Een klassieke aan/uit warmtepomp levert óf het volledig vermogen, óf helemaal niets. Je bespaart dus nog meer met een modulerende warmtepomp, maar een modulerende compressor draait per jaar meer uren dan een aan/uit-compressor.

Lees ook ons artikel over de kosten en baten van een warmtepomp.

▼ Volgende artikel
Vrijstaande vaatwasser later inbouwen: wat zijn de mogelijkheden?
© ID.nl
Huis

Vrijstaande vaatwasser later inbouwen: wat zijn de mogelijkheden?

Bij een inbouwkeuken zijn de meeste apparaten netjes weggewerkt. Een vaatwasser bijvoorbeeld is dan al voor je ingebouwd en door middel van een opzetdeur onzichtbaar van buitenaf. Maar wat nou als je een vrijstaande vaatwasser hebt, kun je die dan alsnog inbouwen in je bestaande keuken? Dit zijn de mogelijkheden.

Wil je dat je vaatwasser netjes opgaat in de rest van je keuken? Dan kun je ‘m inbouwen. zodat het er wat strakker uitziet. Je leest hoe je de ruimte voorbereidt, de water- en afvoeraansluiting maakt en hoe je het apparaat goed op z’n plek zet.

©ID.nl

De voorbereiding: meten is weten

Voordat je überhaupt begint met boren, zagen of sjouwen, is het slim om te bedenken waar je de vaatwasser precies wilt hebben. De meest logische plek is onder het aanrecht, het liefst zo dicht mogelijk bij de waterleiding en afvoer. Meestal haal je een keukenkastje weg om ruimte te maken. Let er wel op dat de vaatwasser daar ook echt past. Meet dus goed de hoogte, breedte en diepte van de plek waar hij moet komen. Houd altijd een beetje speling, zodat je de machine kunt schuiven en stellen.

Standaardmaten

Een vaatwasser heeft standaard afmetingen. Zo is de hoogte tussen de 80 en 86,5 centimeter en zijn vaatwassers 45 of 60 centimeter breed. Controleer bij jouw keuken of jouw vaatwasser past in een van de ruimtes onder het aanrecht. Als een niet-standaard keuken hebt, bijvoorbeeld eentje van een wat oudere huurwoning die specifiek voor de woning is gemaakt, moet je extra controleren of een vaatwasser in jouw keuken past. Ook voor keukens van IKEA geldt vaak een afwijkend formaat.

Als er geen aparte kraan is in de buurt van de nieuwe plek voor de vaatwasser, dan moet je die nog aanleggen. Ook de afvoer moet geschikt zijn. Sommige sifons onder de gootsteen hebben al een aansluiting voor een vaatwasser, maar dat is niet altijd zo. In dat geval zul je de sifon moeten vervangen. Een sifon met een aparte aansluiting is te koop bij de meeste bouwmarkten. Tot slot is een geaard stopcontact nodig, liefst op dezelfde groep als de andere keukenapparaten.

De wateraansluiting maken

Als je al een kraan in de buurt hebt met een aansluiting voor een wasmachine of vaatwasser, dan ben je snel klaar. Je hoeft dan alleen maar de slang van de vaatwasser op de kraan te draaien. Zorg dat je dit stevig doet en gebruik eventueel teflontape op de schroefdraad om lekkage te voorkomen. Controleer of de aansluiting niet lekt door de kraan voorzichtig open te draaien.

©Mark Gamble

Een vaatwasser aansluiten kun je zelf, maar als je hier niet zo handig in bent, kun je het ook een loodgieter laten doen.

Heb je nog geen geschikte kraan, dan moet je die eerst laten installeren. Bij voorkeur laat je dat soort werkzaamheden uitvoeren door een loodgieter of installateur, maar als je zelf handig bent met water(leidingen) zou je het ook zelf kunnen doen.

Je sluit eerst de hoofdkraan af en laat je de leidingen leeglopen. Vervolgens snijd je een stuk uit de bestaande leiding, bijvoorbeeld met een pijpsnijder, en plaats je een T-stuk. Op dat T-stuk monteer je een extra leidingstuk naar een muurplaat, waar de nieuwe kraan op komt. Zorg dat je alles goed vastzet en gebruik teflontape om de schroefdraad waterdicht te maken. Als alles aangesloten is, kun je de hoofdkraan weer openen en controleer je of alles droog blijft.

Zelf aansluiten: mag dat eigenlijk?

Je mag een vaatwasser zelf installeren; hiervoor is het niet verplicht om een gecertificeerde installateur in te schakelen. Houd er echter rekening mee dat als je zelf de aansluiting verzorgt en er ontstaat schade, je mogelijk geen aanspraak kunt maken op garantie. Daarnaast kan de verzekeraar besluiten niet uit te keren als blijkt dat de installatie niet volgens de geldende voorschriften is uitgevoerd. Controleer daarom altijd goed de voorwaarden van zowel de leverancier als je verzekering voordat je zelf aan de slag gaat.

De afvoer aansluiten op de sifon

Een vaatwasser pompt vuil water weg, en dat moet netjes worden afgevoerd. De makkelijkste manier is via de sifon onder de gootsteen. Heeft jouw sifon nog geen aansluiting voor een vaatwasser, dan kun je die vervangen door een model dat er wél een heeft.

©by_r@mann

Op deze manier kun je de afvoer van je vaatwasser aansluiten op de sifon van de gootsteen.

De afvoerslang van de vaatwasser steek je vervolgens in de opening van de sifon. Die opening is vaak voorzien van een dopje dat je eerst moet verwijderen. De slang moet een stukje in de aansluiting worden geschoven, meestal zo’n tien tot vijftien centimeter. Daarna draai je er een slangklem omheen om te voorkomen dat de slang losschiet. Let goed op dat de slang niet knikt en nergens tegen scherpe randen aankomt. De afvoer moet namelijk vrij kunnen doorlopen, anders krijg je lekkage of een foutmelding van het apparaat.

Elektriciteit en veiligheid

De vaatwasser heeft stroom nodig, dus er moet een geaard stopcontact in de buurt zijn. Idealiter bevindt zich dat in hetzelfde keukendeel, zodat je de stekker zonder verlengsnoeren kunt aansluiten. Is er geen geschikt stopcontact, dan kun je overwegen om er een te laten aanleggen. Dat moet altijd door een erkend elektricien gebeuren, zeker in ruimtes met veel vocht zoals in keukens. Gebruik geen stekkerdozen of verlengsnoeren, want die zijn niet geschikt voor apparaten met een hoog vermogen. Zorg er ook voor dat de vaatwasser op een aparte groep zit als je al veel andere keukenapparaten hebt. Denk aan de oven, magnetron of koelkast. Die trekken allemaal veel stroom, en overbelasting kan gevaarlijk zijn.

©Tomasz - stock.adobe.com

Vaatwasser plaatsen

Nu de aansluitingen in orde zijn, kun je de vaatwasser op z’n plek schuiven. Doe dit voorzichtig, zeker als de aansluitingen aan de achterkant zitten. Laat voldoende ruimte over zodat je de slangen niet klemt of knikt tijdens het schuiven. Het is handig om iemand anders te laten meekijken naar de slangen terwijl je de machine op zijn plek zet.

Zodra de vaatwasser staat, stel je ‘m waterpas af. Aan de voorkant zitten meestal twee verstelbare pootjes die je kunt draaien. Sommige modellen hebben ook een verstelbare achterpoot, die je via de voorkant kunt bijstellen met een schroevendraaier. Een goede waterpas plaatsing is belangrijk: als de machine scheef staat, kan er water blijven staan of loopt het afwasprogramma niet goed.

©ID.nl

Met de stelpoten kun je de vaatwasser waterpas zetten.

Controleer ook of de voorkant van de vaatwasser mooi aansluit bij de rest van je keuken. Bij een vrijstaand model dat je inbouwt, kan het zijn dat de voorkant iets uitsteekt.

Heb je nog geen vaatwasser, maar wil je er eentje en wil je deze ook inbouwen? Kies dan meteen voor een inbouwvaatwasser. Op die manier kun je de vaatwasser meteen voorzien van een passend front, zodat je hem goed kunt wegwerken.

Ga je een nieuwe keuken kopen? Dan wordt er afhankelijk van je wensen al rekening gehouden met de plek voor een vaatwasser of andere inbouwapparatuur.

De test: werkt alles zoals het hoort?

Voordat je je eerste volle vaat draait, is het slim om eerst een proefprogramma te laten draaien. Zet de kraan volledig open, sluit de deur van de vaatwasser, en kies een kort programma, bijvoorbeeld spoelen of voorwas. Let goed op tijdens het draaien: hoor je vreemde geluiden? Zie je water weglekken? Dan zit er misschien iets niet goed aangesloten.

©Monkey Business Images

Draai een testprogramma om te zien of alles goed werkt en er geen lekkages zijn.

Na afloop van het programma controleer je alle aansluitingen nog een keer. Zijn de slangen droog? Is er geen water op de vloer? Werkt het apparaat zoals het hoort? Dan ben je klaar en kun je de vaatwasser voortaan zorgeloos gebruiken.

Afwerking met frontjes en panelen

Wil je je vaatwasser mooi laten aansluiten bij de rest van je keuken, dan denk je al snel aan een frontje of paneel. Maar bij een vrijstaand model is dat niet altijd mogelijk. Die zijn namelijk ontworpen om los te staan en hebben vaak geen stevige deurconstructie of bevestigingspunten voor een kastfront. Bovendien zit het bedieningspaneel aan de voorkant, dus als het al mogelijk is om een frontje te plaatsen, dan dek je daarmee het bedieningspaneel af en dat heeft natuurlijk geen zin.

Toch kun je een vrijstaande vaatwasser netjes inbouwen. Bij sommige modellen kun je de bovenplaat verwijderen, waardoor hij onder het aanrecht past. Door hem tussen twee kastjes te plaatsen en de zijkanten af te werken met panelen, oogt het al veel rustiger. Let er wel op dat er genoeg ruimte overblijft voor ventilatie.

Je kunt niet zomaar iedere vrijstaande vaatwasser inbouwen, vanwege het bedieningspaneel aan de voorzijde.

Bij modellen die wél geschikt zijn voor frontmontage kun je een frontpaneel met schroeven aan de deur bevestigen. Gebruik hiervoor de boormal of instructie uit de handleiding. Zorg ook dat de onderkant mooi aansluit bij de plint van je keuken, en werk de zijkanten af met passende panelen als dat nodig is. Ook zonder een echt kastfront kun je dus een vrijstaand model strak laten inbouwen. Met een beetje aandacht voor afwerking ziet het er al snel netjes en passend uit.

Tot slot

Een vrijstaande vaatwasser inbouwen is goed te doen, ook als je geen ervaren klusser bent. Het belangrijkste is dat je rustig de tijd neemt, alles goed opmeet, en stap voor stap werkt. Zorg voor veilige aansluitingen, plaats het apparaat waterpas en controleer of alles goed werkt. Met een paar uur werk heb je dan een strakke keuken en kun je jarenlang genieten van een mooi weggewerkte vaatwasser.

Vraag een offerte aan voor een elektricien :

▼ Volgende artikel
Gamescom: Samsung zet nieuwe Odyssey-monitors en brilvrije 3D in de schijnwerpers
© Samsung
Huis

Gamescom: Samsung zet nieuwe Odyssey-monitors en brilvrije 3D in de schijnwerpers

Samsung heeft op het gamingevenement Gamescom 2025 in Keulen een aantal nieuwe producten wereldkundig gemaakt. Het bedrijf presenteerde onder meer twee nieuwe Odyssey G7-monitors en liet daarnaast de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van brilvrij 3D zien. Daarmee geeft Samsung een beeld van de richting waarin het zijn monitorlijn en gamingtechnologie verder ontwikkelt.

Nieuwe G7-monitoren: meer scherm, meer snelheid

De Odyssey G7-lijn krijgt uitbreiding met een 37-inch model met 4K-resolutie en een 40-inch ultrawide scherm met 5K2K-resolutie. Beide modellen zijn ontwikkeld voor next-gen gaming, met hoge verversingssnelheden, HDR10+ Gaming en ondersteuning voor FreeSync Premium Pro. Ze beschikken bovendien over slimme extra’s zoals Picture-in-Picture en CoreSync-verlichting die zich aanpast aan de actie op het scherm. Voor gamers betekent dit haarscherpe beelden, vloeiende actie en een scherm dat ook geschikt is voor multitasking en streaming.

Op de beursvloer laat Samsung bezoekers de nieuwe monitoren zelf ervaren met de game Genshin Impact, waarbij vooral het enorme 40-inch ultrawide model indruk maakt. De G7’s zijn inmiddels verkrijgbaar in Korea en de VS; Europa volgt in september.

©Samsung

Brilvrije 3D groeit door

Minstens zo opvallend is de aandacht voor de Odyssey 3D, Samsungs monitor die diepte-effecten kan tonen zonder dat daar een bril voor nodig is. Op Gamescom zijn onder andere de games Stellar Blade en Mongil: Star Dive in dit formaat te spelen. Het bijzondere van deze technologie is dat de 3D-weergave zich aanpast aan de game en zelfs instelbaar is voor de speler. Daardoor ontstaat een extra laag beleving die volgens Samsung de manier waarop we gamen ingrijpend kan veranderen.

De Odyssey 3D Hub, Samsungs eigen platform voor 3D-content, groeit intussen gestaag. Het aanbod telt nu ruim 25 titels en moet tegen het eind van het jaar boven de 50 games uitkomen, met grote namen als Lies of P: Overture en opnieuw Stellar Blade.

©Samsung

Oledmonitors voor topgames

Tot slot zet Samsung zijn oledmonitors stevig in de etalage. Bij de stand van World of Warcraft draaien tientallen pc's op de Odyssey OLED G6, een scherm dat razendsnel ververst (tot 500 Hz). Ook de game Crimson Desert van Pearl Abyss schittert op een combinatie van de G6 en de grotere Odyssey OLED G8 met 4K-resolutie en 240 Hz. Hiermee laat Samsung zien dat het voor zowel competitieve e-sporters als liefhebbers van grafisch uitgebreide werelden de ideale hardware in huis heeft.

Wat betekent dit voor gamers?

Met de introductie van de 40-inch 5K2K-monitor geeft Samsung gamers meer ruimte dan ooit. De beeldscherpte en verversingssnelheid maken dit scherm een serieuze optie voor wie helemaal in zijn game wil verdwijnen. Het idee van brilvrije 3D bewijst dat er naast hogere resoluties en snellere panelen nog steeds ruimte is voor nieuwe manieren van beleving. En wie puur op zoek is naar snelheid of contrast, vindt dat nu ook terug in de oledmodellen die op de beursvloer te zien zijn.