ID.nl logo
Stilste warmtepomp van Nefit Bosch: duurzaam en bijna overal te plaatsen
© Nefit Bosch
Energie

Stilste warmtepomp van Nefit Bosch: duurzaam en bijna overal te plaatsen

De overstap naar een (hybride) warmtepomp biedt kansen voor een lagere energierekening en het verminderen van CO2-uitstoot. Toch ervaren consumenten uitdagingen en onzekerheden, zoals kosten, geluidsoverlast en twijfels over duurzaamheid. Gelukkig bieden sommige leveranciers oplossingen om deze zorgen weg te nemen.

Partnerbijdrage - In samenwerking met Nefit Bosch

Inmiddels weten veel mensen dat de overstap van een gasgestookte cv-ketel naar een (hybride) warmtepomp legio kansen biedt. Je kunt je energierekening verlagen en tegelijkertijd iets goeds doen voor het klimaat door je CO2-uitstoot te beperken.

Aan de andere kant zijn er voor consumenten ook uitdagingen en onzekerheden verbonden aan een overstap. Naast de kosten, hebben deze zorgpunten vaak betrekking op het geluid van de warmtepomp en de vraag of een warmtepomp nu echt zoveel duurzamer is. En waar ga je een warmtepomp plaatsen, zowel binnen- als buitenhuis?

In dit artikel belichten we een extreem stille warmtepomp van Nefit Bosch, de Compress 5800i AW, die qua geluid bijna overal te plaatsen is. Bovendien heeft het apparaat door het gebruik van het natuurlijke koudemiddel propaan (R290) de kleinst mogelijke impact op klimaat en milieu. Ook bespreken we de Compress 2000 AWF full monoblock, waarvoor binnenshuis zelfs helemaal geen ruimte nodig is.

Stille warmtepomp die bijna overal te plaatsen is

De buitenunit van een lucht-waterwarmtepomp staat vaak in de tuin of hangt aan de gevel. Het is een gegeven dat deze buitenunit geluid maakt. Het geluid van de buitenunit is al sinds 2012 aan regels gebonden, maar in 2021 zijn deze regels aangescherpt. De nieuwe regels hebben als doel om geluidshinder voor omwonenden te voorkomen. Concreet is er in deze regels een maximum gesteld aan het geluid dat mag worden waargenomen op de erfgrens. Dit waargenomen geluid kun je meten en noemen we geluidsdruk (zie kader).

Deze geluidsdruk mag op de erfgrens overdag niet hoger zijn dan 45dB(A). In de nacht, als de warmtepomp draait in de ‘stille modus’, moet de geluidsdruk lager zijn, namelijk maximaal 40 dB(A). Deze maximale geluidsdruk heeft gevolgen voor de plaatsing van de buitenunit, omdat een minimale afstand nodig is tussen het apparaat en de erfgrens.

Ter illustratie: een warmtepomp met een (vrij gangbaar) geluidsvermogen van 65 dB(A) moet op circa 5 meter van de erfgrens worden geplaatst, om de geluidsdruk op de erfgrens binnen de wettelijke kaders te houden. Dit geeft soms problemen, omdat veel Nederlandse tuinen te klein zijn om deze afstand te kunnen halen. Het goede nieuws: als het geluidsvermogen van de warmtepomp lager is, dan kan ook de afstand tot de erfgrens omlaag, en zijn er veel meer opties om de buitenunit te plaatsen.

Geluidsdruk bij warmtepompen We maken onderscheid tussen geluidsvermogen en geluidsdruk. Geluidsvermogen is een eigenschap van de warmtepomp en wordt direct naast de warmtepomp gemeten. Het geluidsvermogen voor warmtepompen is al sinds 2012 begrensd in EU-regelgeving (Ecodesign Requirements). Iedere verkochte warmtepomp voldoet hieraan. Sinds 2021 zijn er echter aanvullende regels voor de geluidsdruk. Geluidsdruk is een afgeleide van het geluidsvermogen, en neemt de afstand van de ontvanger (het oor) tot de warmtepomp mee. De geluidsdruk, ofwel het ervaren geluid, is op 1 meter afstand van de warmtepomp groter dan op 5 meter.

Zoveel geluid maakt een warmtepomp

Check het met deze tool

De Compress 5800i AW is ontworpen om de uitdagingen op het gebied van geluid het hoofd te bieden. Het doel: een zo groot mogelijke plaatsingsflexibiliteit, zowel binnen- als buitenshuis. De Compress 5800i AW heeft daartoe een uniek ontwerp met geïntegreerde geluiddempende diffuser en niet één, maar vier stille modi, waaronder een nachtmodus. Dankzij zijn stille werking en vele slimme accessoires biedt de buitenunit qua plaatsing meer mogelijkheden dan andere warmtepompen. Met een geluidsdruk van slecht 26,5 dB(A) op 2 meter afstand (zie kader) voldoet het apparaat niet alleen aan de strengste wettelijke eisen en richtlijnen, maar is het op dit moment ook de stilste warmtepomp op de markt. De ongekende geluidsprestaties geven veel flexibiliteit bij het plaatsen van de buitenunit. Zelfs bij dichte bebouwing, zoals bij rijtjeswoningen. Het apparaat heeft een speciale wandmontagebeugel voor een veilige en ruimtebesparende installatie van de buitenunit aan de gevel van de woning.

Vermogen

De Compress 5800i AW is echter niet alleen flexibel qua plaatsing buiten, maar ook qua vermogen. Deze warmtepomp wordt geleverd in vermogens tussen 4 en 12 kW. Ook zijn er bijpassende boilers van Nefit Bosch verkrijgbaar in verschillende formaten, van 200 liter voor een-, twee- of driepersoonshuishouden, tot 500 liter voor grotere huishoudens.

Nog een voordeel van de Compress 5800i AW is dat het apparaat, naast comfortabele warmte en warm water, ook kan zorgen voor koeling. In de zomer kan de werking van de warmtepomp eenvoudig worden omgekeerd. Zo kan de temperatuur in de woning tot vijf graden worden verlaagd. De koelfunctie zit standaard op elke Compress 5800i AW-warmtepomp. Om je woning te kunnen koelen met een warmtepomp heb je echter wel vloerverwarming of een vergelijkbaar systeem nodig. Ten slotte is een draadloze internetmodule standaard geïntegreerd, waardoor de warmtepomp eenvoudig kan worden aangesloten op het internet. Naast bediening via de app, maakt dit een eenvoudige inbedrijfstelling en service op afstand mogelijk.

©Nefit Bosch

Warmtepomp met propaan voor kleinste milieu-impact

Warmtepompen zijn eerder negatief in het nieuws geweest vanwege de milieu-impact van de koudemiddelen die erin zitten. Alle warmtepompen werken met een koudemiddel, net als bijvoorbeeld koelkasten. Dat is nodig om warmte uit de lucht of de bodem te halen en over te brengen aan het water van de centrale verwarming. De meest gangbare koudemiddelen zijn R410A en R32. Dit zijn synthetische koudemiddelen, in de media vaak aangeduid als F-gassen. De nieuwste generatie warmtepompen maakt gebruik van koudemiddel R290. R290 is de wetenschappelijk naam voor een gas dat veel mensen wel kennen, namelijk propaan. Omdat dit in de natuur voorkomt, noemen we R290 een natuurlijk koudemiddel. Propaan is dus géén F-gas.

Koudemiddelen zijn onmisbaar voor de werking van een warmtepomp. De meeste warmtepompen bevatten maar een kleine hoeveelheid koudemiddel. Dit bevindt zich in het gesloten circuit van de warmtepomp. De gangbare middelen, de F-gassen, hebben een groot nadeel: als ze vrijkomen, is dat niet bepaald goed voor het milieu. Ze hebben bovendien een negatief effect op de opwarming van de aarde. Het schadelijke opwarmende effect van een gas wordt uitgedrukt met het Global Warming Potential (GWP). Bij de F-gassen R410A en R32 zijn deze waarden respectievelijk 2088 en 675. Voor propaan (R290) is deze waarde veel lager. Met een GWP-waarde van slechts 3 heeft propaan de kleinst mogelijke impact op klimaat en milieu.

Natuurlijke koudemiddelen

Het belang van dit opwarmende effect wordt ook door de EU onderschreven. Vanwege de negatieve impact van F-gassen op het milieu, heeft de EU zich ten doel gesteld om de productie en het gebruik van F-gassen terug te dringen en de stap naar natuurlijke koudemiddelen te maken. Daarvan is propaan op dit moment de meest toegepaste oplossing.

De Compress 5800i AW werkt met R290 (propaan) als koelmiddel. Met het toekomstbestendige en natuurlijke R290 voldoet de warmtepomp nu al aan de toekomstige regelgeving en heeft het apparaat de kleinst mogelijke impact op klimaat en milieu. Bijkomend voordeel is de hoge efficiëntie met een energielabel A+++ en een watertemperatuur tot 75 graden. Dankzij die hoge temperatuur is de Compress 5800i AW ook geschikt voor oudere woningen. De woning hoeft niet te zijn voorzien van vloerverwarming, omdat de warmtepomp ook efficiënt verwarmt met gewone radiatoren. 

©Nefit Bosch

Binnenshuis geen ruimte nodig voor monoblock

Naast de vragen over geluid en koudemiddelen, zijn veel mensen benieuwd of een warmtepompinstallatie wel past in hun woning. Want als je eenmaal buitenshuis een geschikte locatie hebt voor de buitenunit van de warmtepomp, dan is ook binnenshuis ruimte nodig. Hoeveel ruimte dat is, verschilt sterk per oplossing. Kies je voor gasloos verwarmen met alleen een warmtepomp, dan moet je naast een binnenunit ook rekening houden met een boiler voor warmwatervoorziening. Dat kan een externe boiler zijn of een boiler die is geïntegreerd in de binnenunit. In beide gevallen neemt dit de nodige ruimte in beslag. Kies je voor een hybride warmtepomp naast je cv-ketel, dan is een extra boiler niet nodig. 

Een binnenunit kun je simpelweg niet in iedere woning kwijt. Voor die situaties waarin de binnenruimte een beperking vormt, heeft Nefit Bosch de Compress 2000 AWF full monoblockontwikkeld. Deze oplossing heeft binnen vrijwel géén ruimte nodig. Hoe kan dat? En wat is eigenlijk een full monoblock?

Een monoblock is een specifiek type lucht-waterwarmtepomp. In de basis zijn er bij lucht-waterwarmtepompen twee opties: split of monoblock. Bij een monoblock-buitenunit zit de meeste techniek van de lucht-waterwarmtepomp in de buitenunit verwerkt. Bij een split-buitenunit is het koelcircuit daarentegen verdeeld over de binnen- en buitenunit. Omdat bij de monoblock-variant de meeste ‘techniek’ in de buitenunit zit, is deze buitenunit groter en zwaarder dan bij een split-model. De full monoblock-optie gaat nog een stapje verder. Hierbij zit letterlijk alle warmtepomptechniek in de buitenunit verwerkt. Het voordeel daarvan is dat er binnenshuis alleen een bedieningspaneel nodig is, ter grootte van een thermostaat. Bijkomend voordeel is dat de installateur veel flexibeler is bij het koppelen van deze speciale warmtepomp aan bestaande cv-installaties. Daarmee past de Compress 2000 AWF full monoblock dus altijd en overal.

Gasloos of hybride

De Compress 2000 AWF-warmtepomp kan zowel worden toegepast voor volledig gasloze verwarming (all-electric), als voor hybride verwarming. Bij de hybride optie verwarmt het apparaat de woning in combinatie met een cv-ketel. Bij een all-electric-plaatsing kan warm douchewater op maat worden geboden dankzij de brede range bijpassende warmwaterboilers van Nefit Bosch. Die warmwaterboilers hebben dan uiteraard wel binnenruimte nodig.

Compress 2000 AWF full monoblock is bovendienAll-electric Ready. Dat biedt de mogelijkheid om nu te beginnen met hybride verwarmen en later alsnog gemakkelijk over te stappen naar volledig gasloos (all-electric) verwarmen. Hiervoor is alleen het elektrisch element nodig, dat als accessoire verkrijgbaar is. Zo ben je flexibel en voorkom je dat je in de toekomst nog een keer moet investeren in een nieuwe installatie.

Een hoe zit het buiten? Ondanks dat alle techniek van Compress 2000 AWF full monoblock in de buitenunit zit, is er nog steeds veel plaatsingsvrijheid. Denk aan de mogelijkheid tot installatie op balkons, aan de muur of op de grond. Samengevat, biedt deze flexibele, scherp geprijsde monoblock-warmtepomp voor iedere situatie een passende hybride en all-electric-oplossing.

©Nefit Bosch

▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.