ID.nl logo
Zonnepanelen: doen ze het of doen ze het niet?
© Aleksandar Georgiev Vrzalski
Energie

Zonnepanelen: doen ze het of doen ze het niet?

Het klinkt zo simpel: installeer een setje zonnepanelen op het dak en je krijgt de beschikking over kosteloze elektriciteit. En je kunt zelfs nog wat aan de energieleverancier terugverkopen. In de praktijk blijkt dat soms tegen te vallen.

Er is de laatste tijd veel discussie gaande over het échte nut van zonnepanelen. Veel eigenaren ervan zien namelijk tot hun verbazing dat de panelen via de bijbehorende inverter losgekoppeld worden van het net. Vooral en juist op zonnige dagen. Dat zorgt er niet alleen voor dat je geen geld verdient met teruglevering van elektriciteit, maar ook dat de panelen eigenlijk gewoon helemaal niks meer leveren. Spanning en vermogen zijn er wel, maar je kunt er niet bij.

Heeft alles te maken met een elektriciteitsnetwerk dat in de meeste landen – waaronder Nederland – nooit echt goed voorbereid is op massale uitrol van zonnepanelen. Inmiddels is de situatie bereikt dat er te veel beschikbaar is. Daardoor stijgt de netspanning tot veel te hoge waarden. Wettelijk is vastgelegd dat zonnepanelen afgeschakeld moeten worden als de netspanning wat langduriger stijgt tot een waarde van 253 volt. Direct afschakelen is verplicht als de spanning stijgt tot 264,5 volt moeten ze direct loskoppelen.

Gevaarlijk of problematisch?

De eerste vraag die zich opdringt is, of die hogere netspanning nou echt een probleem is of zelfs gevaarlijk. Je moet bedenken dat de nominale netspanning in Nederland 230 volt is. Waarden van 250 of 260 volt betekent dat deze overschreden wordt met 20-30 volt en soms zelfs nog wat meer. Kortstondig kan de meeste apparatuur op netvoeding daar wel tegen.

Duren de pieken lang op zonnige dagen, dan wordt de levensduur verkort. Hoeveel is afhankelijk van het soort apparaat, wat voor voeding er in aanwezig is enzovoort. Ook geldt dat alweer wat oudere apparaten die ontworpen zijn voor een nominale netspanning van 220 volt extra gevoelig zijn voor dit soort pieken. Er is kortom wel degelijk reden tot zorg, al zullen de vonken je meestal niet direct om de oren vliegen. Maar kostbaar kan het op termijn wél worden.

Kun je er iets aan doen?

De verhoogde netspanning komt niet van jouw zonnepanelen-installatie, maar van buiten de deur. De verouderde of onderbemeten infrastructuur van de plaatselijke elektriciteitsleverancier is de boosdoener. In een heel enkel geval kun je de afschakelspanning van de inverter die bij je installatie hoort op een wat hogere ‘afslagspanning’ in laten stellen. Dat mag echter alleen na overleg en toestemming van de elektriciteitsleverancier.

Het probleem van de hogere netspanning wordt er bovendien niet mee opgelost. Heb je dure apparatuur in huis staan (denk aan uit de kluiten gewassen pc, netwerkopslag die dag en nacht aanstaat, een mooie 8K-televisie enzovoorts), dan loont het de moeite een zogeheten UPS aan te schaffen. Deze sluit je aan op een willekeurig stopcontact in huis, en erin prik je je te beschermen apparaat. Daarbij moet je beslist een exemplaar kopen dat een pure sinusvormige uitgangsspanning levert!

Verder moet je navragen of de UPS – in principe bedoeld als buffer voor als de stroom uitvalt – spanningsregeling biedt. Of koop een pure spanningsregelaar (ook weer navragen of daar een pure sinus uit komt), maar de prijzen verschillen niet bijster veel. Let tot slot op het vermogen van de aangesloten apparaten; de UPS of regelaar moet die ruimschoots kunnen bedienen.

Een drie-fasenomvormer.

Drie-fasenomvormer

De netbeheerder van het Nederlandse elektriciteitsnetwerk beveelt verder drie-fasenomvormers (inverters) aan. Daarmee wordt voorkomen dat op één fase de netspanning omhoogschiet en de zaak scheef trekt. Dat kan niet altijd zomaar geregeld worden, soms moet hiervoor een en ander geregeld worden in de meterkast. Het is al met al dus zaak een oogje te houden op de netspanning in huis als je zonnepanelen op het dak hebt. Lopen die op de dag echt met regelmaat tot 250 volt of zelfs daarboven op, dan is het zaak eens aan de bel te trekken. Liefst met meerdere benadeelden tegelijk, want vaak is het een probleem van de hele buurt. Ook van de mensen die géén zonnepanelen hebben, maar in een omgeving wonen waar er veel geïnstalleerd zijn. De échte oplossing kan alleen de (lokale) elektriciteitsleverancier bieden: namelijk investeren in nieuwere transformatoren, kabels en het instellen van een lagere nominale netspanning.

Vraag een offerte aan voor zonnepanelen:

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.