ID.nl logo
Zonnepanelen onderhouden: moet dat?!
© photoschmidt 2023
Energie

Zonnepanelen onderhouden: moet dat?!

Zonnepanelen hebben over het algemeen een levensduur van 25 tot 30 jaar. Dat lijkt onverslijtbaar en in principe hoef je inderdaad nauwelijks om te kijken naar de installatie. Toch zijn er bedrijven die een onderhoudscontract proberen te slijten, waarbij de panelen jaarlijks worden schoongemaakt. Is dat nodig? Kun je het ook zelf doen? En hoe vaak moeten je zonnepanelen een schoonmaakbeurt krijgen?

Zonnenpanelen hebben normaal gesproken weinig onderhoud nodig, maar 'weinig' betekent niet 'geen'. Hoe en wanneer maak je de panelen schoon? Waarmee moet je rekening houden, en hoe voorkom je bijvoorbeeld vogelnesten onder de panelen?

Zonnepanelen zijn zelfreinigend en daarom bijzonder onderhoudsarm. Door de hellingshoek spoelt het meeste vuil gewoon van de installatie af. Bovendien is het geharde glas beschermd door een vuilafstotende coating: de zogenaamde nanocoating. Beide eigenschappen zorgen dat een regenbui voldoende is om ze schoon te maken. En aan regen hebben we in Nederland en België geen gebrek. Bovendien doet de wind de rest. Een stevige bries neemt het meeste vuil en ander afzettingen met zich mee. Moet er dan niemand het dak op?  Helaas wel, maar niet vaak…

Heb je nog geen zonnepanelen?

Kijk hier wat de mogelijkheden zijn!

Hardnekkig vuil

Toch kan er hardnekkig vuil op de panelen belanden en blijven kleven – denk aan vogelpoep. En als het langere tijd niet regent, blijft er soms zand op het oppervlak liggen. Regelmatig komt het voor dat er een laagje zand op je auto, tuinmeubels en zonnepanelen neerdaalt: het fameuze Sahara-zand. Ligt je woning aan de kust, dan zit er veel zout en zand in de lucht. En ook in een bosrijke omgeving kan er behoorlijk wat smurrie en pollen op de panelen achterblijven, en dan moet je wel actie ondernemen. Vanwege hun opstelling kan het lastig zijn om de panelen zelf schoon te maken. Laat daarom een professioneel schoonmaakbedrijf de klus klaren. Dat kost tussen de 100 en 150 euro.

Volg het rendement

Via de smartphone volg je de opbrengst van de installatie. Merk je dat de panelen minder presteren, controleer dan zeker of er viezigheid op de panelen zit. Dat kan op jaarbasis 2 tot 3 procent aan opbrengst schelen. Een studie aan de universiteit van Californië berekende dat het rendement door vuil en stof zelfs tot 7,5 procent kan dalen, maar zoals Albert Hammond zong: “It never rains in Southern California.” Deze Amerikaanse staat is niet bepaald een referentie, omdat daar regelmatig  periodes voorkomen van meer dan 140 dagen zonder regen. 

©Marina Lohrbach

Gebruik zo min mogelijk schoonmaakmiddelen.

Wanneer?

Op welk moment kun je de panelen het best schoonmaken? Je leest online soms dat je de panelen elk jaar of om de twee jaar moet laten schoonmaken. Dat is overdreven. Het volstaat om de zonnepanelen eens in de drie of vier jaar een beurt te geven. Liefst in de lente, vooral niet in de winter en altijd op een moment dat de installatie geen of nauwelijks elektriciteit produceert. Sowieso kun je deze klus het best ’s avonds klaren. 

Zelf doen

Wil je het zelf doen, volg dan de volgende stappen.

◾ Voordat je de ladder opklimt, schakel je de zonnepanelen uit en zorg je dat je alle schoonmaakmiddelen en een zachte doek bij de hand hebt. Dat uitschakelen doe je aan de omvormer. Je kunt ook de zekering van de zonnepanelen even uitschakelen.

◾ Begin dan met het grove vuil te verwijderen, zoals bladeren, dode naalden of vogelnesten tussen de panelen. 

◾ Reinig de zonnepanelen met lauwwarm water en een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik nooit chemische middelen of een harde schuurspons, maar een zachte doek. 

◾ Tot slot kijk je even of alle verbindingen nog steeds goed zijn aangedraaid. Daarna kun je de zonnepanelen opnieuw aanzetten.  

Wat je vooral nóóit mag doen

  • Ga niet op de zonnepanelen staan!
  • Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen!
  • Vermijd schuursponzen!
  • Let op dat je geen krassen maakt op het glas door te schrapen!
  • Gebruik geen hogedrukreiniger!

Osmosewater

Pas dus op met schoonmaakmiddelen. Die kunnen strepen op de zonnepanelen veroorzaken die de straling van de zon kunnen weerkaatsen, en dan krijg je het tegenovergestelde effect, namelijk dat het rendement vermindert. De beste manier om je zonnepanelen schoon te maken, is met osmosewater en een zeem.

Osmosewater is goedkoop en vrij van kalk en andere stoffen, zodat het geen strepen of vlekken achterlaat. Door een zeem of zachte doek te gebruiken, voorkom je schade aan de zonnepanelen. Osmosewater ontstaat door zuiver water onder druk te filteren middels een fijn membraan. Hierdoor worden alle onzuiverheden zoals zouten, kalk, ammonium enzovoort uit het water verwijderd. De gemiddelde prijs van dit osmosewater bedraagt 0,02 euro per liter.  

©Osmosepunten.nl

Op de website van Osmosepunten lees je waar je osmosewater kunt tanken.

Omvormer

Aan de omvormer, het belangrijkste onderdeel binnenshuis van de zonnepaneleninstallatie, kun je weinig doen. Alleen hangt die vaak op zolder of in een garage waar het stof zich kan ophopen. Het volstaat om de omvormer nu en dan met een kleine schoonmaakbeurt stofvrij te maken. Doe dat vooral bij toestellen met een ventilator. Verwijder het stof van de luchtinlaten en controleer of de ventilatieroosters niet verstopt zitten.

De levensduur van de omvormer is korter dan die van de zonnepanelen. Hij gaat meestal 12 tot 15 jaar mee. Als je hem moet vervangen, kost dat ongeveer 1.200 euro exclusief plaatsing. Zorg dus dat de lucht rond de omvormer goed kan circuleren. Als het toestel oververhit zou raken, leidt dat tot zwakkere prestaties en een kortere levensduur.

Controleer de aansluitingen, het display en kijk of er corrosie op de verbindingen zit. Als een lampje op de omvormer verdacht doet, neem je zo snel mogelijk contact op met de installateur, die dan uitzoekt wat het probleem is. Behalve het reinigen kun je de volledige installatie ook af en toe laten controleren op defecten. 

Probeer de omvormer zo veel mogelijk stofvrij te houden.

Sneeuw niet ruimen

Vijand nummer één is niet vogelpoep, maar sneeuw. Als de panelen bedekt zijn door een wit sneeuwtapijt en de hellingshoek te klein is, kunnen de fotovoltaïsche cellen geen licht meer absorberen. Laat de sneeuw desondanks rustig liggen, en wel om drie redenen: 1) het is sowieso niet verstandig om met vriesweer het dak op te klauteren, 2) door de sneeuw weg te schrapen riskeer je de coating van het glas te beschadigen en 3) het rendement tijdens deze koude donkere dagen is überhaupt zo laag dat het sop de kool niet waard is. Als de sneeuw van de zonnepanelen is gegleden, laat je die rustig liggen. Die sneeuw weerkaatst het licht, wat de hoeveelheid zonneschijn op de panelen verhoogt. 

Vogelnesten onder de panelen

Tussen de zonnepanelen en de dakpannen of dakleien bevindt zich altijd een kleine opening. Die ruimte dient als ventilatieruimte, zodat de panelen kunnen afkoelen als ze te warm worden. Bovendien is de achterkant van de panelen geschikt om de bekabeling uit het zicht te houden.

Helaas gebeurt het vaak dat vogels hun nesten tussen het dak en de zonnepanelen maken. Het is lekker warm en het nest is verborgen voor bijvoorbeeld eksters. Dat zorgt echter voor geluidsoverlast onder het dak en rommel in de dakgoot, waardoor die verstopt kan raken. Ook de ventilatie van de panelen wordt hierdoor belemmerd. Bovendien trekt het insecten aan.

Bij het schoonmaken van de panelen moet je dus even goed kijken of er vogelnesten zitten. Je kunt deze nestbouw voorkomen door een vogelweringssysteem aan te brengen. Dat is een strip met kunststof pennetjes die je met clips vastzet op de rand van de zonnepanelen. 

Met BirdBlocker kunnen er geen vogels nesten maken onder de zonnepanelen. (Foto BirdBlocker.com)

Vraag een offerte aan voor zonnepanelen:

▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!