ID.nl logo
Zonnepanelen onderhouden: moet dat?!
© photoschmidt 2023
Energie

Zonnepanelen onderhouden: moet dat?!

Zonnepanelen hebben over het algemeen een levensduur van 25 tot 30 jaar. Dat lijkt onverslijtbaar en in principe hoef je inderdaad nauwelijks om te kijken naar de installatie. Toch zijn er bedrijven die een onderhoudscontract proberen te slijten, waarbij de panelen jaarlijks worden schoongemaakt. Is dat nodig? Kun je het ook zelf doen? En hoe vaak moeten je zonnepanelen een schoonmaakbeurt krijgen?

Zonnenpanelen hebben normaal gesproken weinig onderhoud nodig, maar 'weinig' betekent niet 'geen'. Hoe en wanneer maak je de panelen schoon? Waarmee moet je rekening houden, en hoe voorkom je bijvoorbeeld vogelnesten onder de panelen?

Zonnepanelen zijn zelfreinigend en daarom bijzonder onderhoudsarm. Door de hellingshoek spoelt het meeste vuil gewoon van de installatie af. Bovendien is het geharde glas beschermd door een vuilafstotende coating: de zogenaamde nanocoating. Beide eigenschappen zorgen dat een regenbui voldoende is om ze schoon te maken. En aan regen hebben we in Nederland en België geen gebrek. Bovendien doet de wind de rest. Een stevige bries neemt het meeste vuil en ander afzettingen met zich mee. Moet er dan niemand het dak op?  Helaas wel, maar niet vaak…

Heb je nog geen zonnepanelen?

Kijk hier wat de mogelijkheden zijn!

Hardnekkig vuil

Toch kan er hardnekkig vuil op de panelen belanden en blijven kleven – denk aan vogelpoep. En als het langere tijd niet regent, blijft er soms zand op het oppervlak liggen. Regelmatig komt het voor dat er een laagje zand op je auto, tuinmeubels en zonnepanelen neerdaalt: het fameuze Sahara-zand. Ligt je woning aan de kust, dan zit er veel zout en zand in de lucht. En ook in een bosrijke omgeving kan er behoorlijk wat smurrie en pollen op de panelen achterblijven, en dan moet je wel actie ondernemen. Vanwege hun opstelling kan het lastig zijn om de panelen zelf schoon te maken. Laat daarom een professioneel schoonmaakbedrijf de klus klaren. Dat kost tussen de 100 en 150 euro.

Volg het rendement

Via de smartphone volg je de opbrengst van de installatie. Merk je dat de panelen minder presteren, controleer dan zeker of er viezigheid op de panelen zit. Dat kan op jaarbasis 2 tot 3 procent aan opbrengst schelen. Een studie aan de universiteit van Californië berekende dat het rendement door vuil en stof zelfs tot 7,5 procent kan dalen, maar zoals Albert Hammond zong: “It never rains in Southern California.” Deze Amerikaanse staat is niet bepaald een referentie, omdat daar regelmatig  periodes voorkomen van meer dan 140 dagen zonder regen. 

©Marina Lohrbach

Gebruik zo min mogelijk schoonmaakmiddelen.

Wanneer?

Op welk moment kun je de panelen het best schoonmaken? Je leest online soms dat je de panelen elk jaar of om de twee jaar moet laten schoonmaken. Dat is overdreven. Het volstaat om de zonnepanelen eens in de drie of vier jaar een beurt te geven. Liefst in de lente, vooral niet in de winter en altijd op een moment dat de installatie geen of nauwelijks elektriciteit produceert. Sowieso kun je deze klus het best ’s avonds klaren. 

Zelf doen

Wil je het zelf doen, volg dan de volgende stappen.

◾ Voordat je de ladder opklimt, schakel je de zonnepanelen uit en zorg je dat je alle schoonmaakmiddelen en een zachte doek bij de hand hebt. Dat uitschakelen doe je aan de omvormer. Je kunt ook de zekering van de zonnepanelen even uitschakelen.

◾ Begin dan met het grove vuil te verwijderen, zoals bladeren, dode naalden of vogelnesten tussen de panelen. 

◾ Reinig de zonnepanelen met lauwwarm water en een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik nooit chemische middelen of een harde schuurspons, maar een zachte doek. 

◾ Tot slot kijk je even of alle verbindingen nog steeds goed zijn aangedraaid. Daarna kun je de zonnepanelen opnieuw aanzetten.  

Wat je vooral nóóit mag doen

  • Ga niet op de zonnepanelen staan!
  • Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen!
  • Vermijd schuursponzen!
  • Let op dat je geen krassen maakt op het glas door te schrapen!
  • Gebruik geen hogedrukreiniger!

Osmosewater

Pas dus op met schoonmaakmiddelen. Die kunnen strepen op de zonnepanelen veroorzaken die de straling van de zon kunnen weerkaatsen, en dan krijg je het tegenovergestelde effect, namelijk dat het rendement vermindert. De beste manier om je zonnepanelen schoon te maken, is met osmosewater en een zeem.

Osmosewater is goedkoop en vrij van kalk en andere stoffen, zodat het geen strepen of vlekken achterlaat. Door een zeem of zachte doek te gebruiken, voorkom je schade aan de zonnepanelen. Osmosewater ontstaat door zuiver water onder druk te filteren middels een fijn membraan. Hierdoor worden alle onzuiverheden zoals zouten, kalk, ammonium enzovoort uit het water verwijderd. De gemiddelde prijs van dit osmosewater bedraagt 0,02 euro per liter.  

©Osmosepunten.nl

Op de website van Osmosepunten lees je waar je osmosewater kunt tanken.

Omvormer

Aan de omvormer, het belangrijkste onderdeel binnenshuis van de zonnepaneleninstallatie, kun je weinig doen. Alleen hangt die vaak op zolder of in een garage waar het stof zich kan ophopen. Het volstaat om de omvormer nu en dan met een kleine schoonmaakbeurt stofvrij te maken. Doe dat vooral bij toestellen met een ventilator. Verwijder het stof van de luchtinlaten en controleer of de ventilatieroosters niet verstopt zitten.

De levensduur van de omvormer is korter dan die van de zonnepanelen. Hij gaat meestal 12 tot 15 jaar mee. Als je hem moet vervangen, kost dat ongeveer 1.200 euro exclusief plaatsing. Zorg dus dat de lucht rond de omvormer goed kan circuleren. Als het toestel oververhit zou raken, leidt dat tot zwakkere prestaties en een kortere levensduur.

Controleer de aansluitingen, het display en kijk of er corrosie op de verbindingen zit. Als een lampje op de omvormer verdacht doet, neem je zo snel mogelijk contact op met de installateur, die dan uitzoekt wat het probleem is. Behalve het reinigen kun je de volledige installatie ook af en toe laten controleren op defecten. 

©NOWRA photography - stock.adobe.com

Probeer de omvormer zo veel mogelijk stofvrij te houden.

Sneeuw niet ruimen

Vijand nummer één is niet vogelpoep, maar sneeuw. Als de panelen bedekt zijn door een wit sneeuwtapijt en de hellingshoek te klein is, kunnen de fotovoltaïsche cellen geen licht meer absorberen. Laat de sneeuw desondanks rustig liggen, en wel om drie redenen: 1) het is sowieso niet verstandig om met vriesweer het dak op te klauteren, 2) door de sneeuw weg te schrapen riskeer je de coating van het glas te beschadigen en 3) het rendement tijdens deze koude donkere dagen is überhaupt zo laag dat het sop de kool niet waard is. Als de sneeuw van de zonnepanelen is gegleden, laat je die rustig liggen. Die sneeuw weerkaatst het licht, wat de hoeveelheid zonneschijn op de panelen verhoogt. 

Vogelnesten onder de panelen

Tussen de zonnepanelen en de dakpannen of dakleien bevindt zich altijd een kleine opening. Die ruimte dient als ventilatieruimte, zodat de panelen kunnen afkoelen als ze te warm worden. Bovendien is de achterkant van de panelen geschikt om de bekabeling uit het zicht te houden.

Helaas gebeurt het vaak dat vogels hun nesten tussen het dak en de zonnepanelen maken. Het is lekker warm en het nest is verborgen voor bijvoorbeeld eksters. Dat zorgt echter voor geluidsoverlast onder het dak en rommel in de dakgoot, waardoor die verstopt kan raken. Ook de ventilatie van de panelen wordt hierdoor belemmerd. Bovendien trekt het insecten aan.

Bij het schoonmaken van de panelen moet je dus even goed kijken of er vogelnesten zitten. Je kunt deze nestbouw voorkomen door een vogelweringssysteem aan te brengen. Dat is een strip met kunststof pennetjes die je met clips vastzet op de rand van de zonnepanelen. 

Met BirdBlocker kunnen er geen vogels nesten maken onder de zonnepanelen. (Foto BirdBlocker.com)

Vraag een offerte aan voor zonnepanelen:

▼ Volgende artikel
Dit kun je allemaal nog doen in de tuin in november
© melnikviva - stock.adobe.com
Huis

Dit kun je allemaal nog doen in de tuin in november

In november lijkt de tuin tot stilstand te komen, maar schijn bedriegt. Juist nu leg je de basis voor een prachtige tuin in het voorjaar. Van het beschermen van planten tegen de kou tot het planten van bollen en fruitbomen: wie in november de handen uit de mouwen steekt, wordt in de lente beloond met een gezonde, bloeiende tuin.

November in de tuin: in het kort

November is de maand waarin je opruimt, beschermt en voorbereidt. Zet vorstgevoelige planten in pot alvast binnen of maak er ruimte voor in de schuur. Hark het gevallen blad van het gazon, en gebruik het blad op andere plekken in je tuin als natuurlijke bodembedekking. Nu is ook het moment om fruitbomen en bloembollen te planten en wintergroene planten zoals heide of Skimmia in potten te zetten. Snoei fruitstruiken en knot de treurwilg, zodat ze straks sterker terugkomen in het voorjaar.

Lees ook: Zo maak je je tuinmeubilair winterklaar

Maak je tuin winterklaar

Een goed voorbereide tuin kan tegen een stootje. Zodra de temperatuur daalt, bescherm je gevoelige planten met vliesdoek of noppenfolie. Leg dat materiaal nu alvast klaar, zodat je snel kunt handelen bij vorst. Maak in de schuur of het tuinhuisje plek voor planten in pot die niet tegen kou kunnen. Binnen blijven ze het best bij een temperatuur tussen de 2 en 10 graden. Vergeet niet af en toe te luchten en de aarde vochtig te houden, zodat de wortels niet uitdrogen. Controleer tot slot de fruitbomen en verwijder ingedroogde of verschrompelde vruchten. Die kunnen schimmels bevatten en zo de boom verzwakken.

Nog even wat extra liefde voor je gazon

In november geef je het gazon nog een laatste onderhoudsbeurt voordat het in winterrust gaat. Steek de randen strak af en verwijder het blad dat op het gras ligt. Blijven bladeren liggen, dan krijgt het gazon te weinig licht en kunnen er schimmels ontstaan. Gebruik het blad liever op andere plekken in de tuin, bijvoorbeeld onder struiken of tussen vaste planten, omdat het blad verteert en voedingsstoffen aan de grond afgeeft.

©Konstantin Zibert - stock.adobe.com

Planten: fruitbomen...

November is een goede maand om fruitbomen te planten. De grond is nog relatief warm, waardoor de wortels kunnen aanslaan voordat de winter begint. Graaf een ruim plantgat en maak in het midden een kleine heuvel waar de stam op rust. Spreid de wortels voorzichtig uit, vul het gat met een mengsel van aarde en compost en druk de grond stevig aan. Geef ruim water en plaats een boompaal als de boom op een open of winderige plek staat.

Waarom een boompaal belangrijk is

Een pas geplante boom heeft nog geen sterke wortels en kan bij harde wind gaan wiebelen. Daardoor scheuren jonge wortels af en groeit de boom minder goed aan. Een boompaal geeft steun totdat de wortels zich stevig hebben vastgezet. Plaats de paal aan de windzijde van de boom en bevestig hem met een boomband. Na een jaar of twee mag de paal weer weg.

...en bollen

Ook bloembollen kunnen nu de grond in: tulpen, narcissen, hyacinten en irissen bloeien in het voorjaar als je ze nu plant. Wie meteen wat kleur in de tuin wil, kan wintervaste planten als heide, winterviolen, Skimmia of kleine coniferen in potten zetten.

©iMarzi - stock.adobe.com

Snoeien en onkruid wieden (ja, ook nu nog!)

Zolang het niet vriest, kun je nog prima snoeien. Vooral kale fruitstruiken zijn nu aan de beurt: door oude takken weg te halen, verjong je de struik en bevorder je de groei van nieuwe scheuten. Ook jonge boompjes met een doorgaande stam kun je licht terugsnoeien, zodat ze een mooie, evenwichtige vorm ontwikkelen. De treurwilg mag in deze periode worden geknot, zodat hij in het voorjaar weer mooi uitloopt.

Blijf daarnaast onkruid verwijderen, ook al groeit het minder hard. Door het bij te houden, voorkom je dat het in het voorjaar de overhand krijgt. Zo blijft de tuin netjes en houd je het werk beperkt wanneer alles straks weer begint te groeien.

Vooruitkijken naar het voorjaar

Wie in november nog even de handen uit de mouwen steekt, maakt het zichzelf straks een stuk makkelijker. De tuin krijgt rust, maar de basis voor een nieuw seizoen ligt er al. Zodra de eerste zon zich in het voorjaar laat zien, zie je de beloning van het werk dat je nu hebt gedaan: gezonde planten, een sterk gazon en fruitbomen die vol leven zitten.

▼ Volgende artikel
Europese chatbots gaan de concurrentie aan met ChatGPT
© Ranazain - stock.adobe.com
Huis

Europese chatbots gaan de concurrentie aan met ChatGPT

‘Weg met Amerikaanse tech!’ Onze afhankelijkheid van Amerikaanse technologische producten en -diensten stuit een groeiend aantal Europeanen steeds meer tegen de borst. Overstappen op Europese alternatieven lijkt daarom een logische keuze, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Europese chatbots zijn lastig te vinden, terwijl kunstmatige intelligentie een steeds grotere rol in de maatschappij lijkt te gaan spelen.

In dit artikel lees je:
  • Waarom Europa zo afhankelijk is van Amerikaanse AI-chatbots

  • Welke risico’s dat met zich meebrengt voor privacy en digitale soevereiniteit

  • Hoe Europese alternatieven als Le Chat (Mistral AI) en Lumo (Proton) proberen tegenwicht te bieden

  • Wat de EU doet om een eigen AI-industrie van de grond te krijgen

ChatGPT van OpenAI, Gemini van Google, Copilot van Microsoft, Grok van xAI of Claude van Anthropic. Als je aan een AI-chatbot denkt, is de kans groot dat een van deze diensten als eerste bij je te binnen schiet. Dat is niet zo vreemd, want het zijn op dit moment de populairste chatbots. Een andere interessante overeenkomst is dat ze allemaal afkomstig zijn uit de Verenigde Staten.
Onlangs kwam er een scheurtje in die Amerikaanse AI-dominantie: de chatbot van het Chinese DeepSeek haalde ineens de voorpagina’s. Voor het eerst leek een niet-Amerikaanse chatbot het te kunnen opnemen tegen de gevestigde orde uit de VS. Dat was goed nieuws voor inwoners van China, aangezien Amerikaanse chatbots daar worden geblokkeerd. Met de komst van DeepSeek kregen Chinezen dus eindelijk toegang tot een geavanceerde AI-bot.
Wij Europeanen hebben wel gewoon toegang tot Amerikaanse AI-modellen. Dat is maar goed ook. Voor de meeste Amerikaanse onlinediensten, zoals WhatsApp, OneDrive of Gmail, zijn er prima Europese alternatieven te vinden. Alleen voor AI-chatbots is dat een stuk lastiger.

Afhankelijk van Amerika

Het verlangen naar de ‘Europeanisering’ van ons internetgebruik is de afgelopen maanden sterk gegroeid. Dat komt vooral door een daling in het vertrouwen in onze samenwerking met Amerika. De huidige Amerikaanse president ziet de EU meer als concurrent dan als partner. Het kan dus riskant zijn om een onvoorspelbaar land zo veel macht over ons (bedrijfs)leven te geven.
Niet alleen privé gebruiken we Amerikaanse diensten, ook op het werk zijn veel producten afkomstig uit de VS, zoals Microsoft Office, Gmail en Slack. In de meeste organisaties kun je AI-chatbots aan dat rijtje toevoegen. Volgens onderzoekers groeit onze AI-afhankelijkheid de komende jaren ook nog eens gestaag verder.

In een hoop werkvelden, waaronder de militaire sector, is kunstmatige intelligentie mogelijk binnen de kortste keren onmisbaar. Het baart experts dan ook zorgen dat wij als Europa momenteel geen enkele controle hebben over deze belangrijke technologie. Ze vrezen dat de VS op een dag besluit om Amerikaanse AI-diensten voor ons te blokkeren. Dan hebben tal van bedrijven ineens een groot probleem.

Volgens het Future of Jobs Report groeit onze AI-afhankelijkheid de komende jaren gestaag door.

Zorgen om privacy

In het verleden is al meerdere keren gebleken dat buitenlandse AI-bedrijven het niet zo nauw nemen met de privacy van hun gebruikers. Zo zou OpenAI zonder toestemming de data van EU-gebruikers hebben gebruikt voor het trainen van ChatGPT. Ook is duidelijk dat AI-chatbots gevoelige gegevens van gebruikers lekken, doordat ze ingevoerde tekst als trainingsdata opslaan en later met andere gebruikers delen.

Daarnaast wordt er gevreesd dat overheden de gegevens die gebruikers met AI-modellen delen, kunnen opeisen. In het privacybeleid van DeepSeek staat bijvoorbeeld dat het persoonsgegevens (denk aan chat- en zoekgeschiedenis en zelfs de toetsaanslag) in China opslaat. Volgens de wetten van het land heeft de Chinese overheid het recht om gegevens op te eisen van binnenlandse bedrijven wanneer zij daarom vraagt. Veel regeringen hebben hun werknemers dan ook verboden om DeepSeek op hun werktelefoons te installeren.

DeepSeek vermeldt nadrukkelijk dat je gegevens naar China worden verstuurd.

Moeilijke markt

Er zijn dus genoeg redenen om over te willen stappen op Europese alternatieven voor AI-diensten, maar dan moeten die er dus wel zijn. De Amerikaanse techindustrie is een stuk groter dan de Europese. EU-bedrijven beginnen daardoor met een grote achterstand en moeten met veel minder middelen een gelijkwaardig product zien te ontwikkelen. We zijn natuurlijk gewend aan de kwaliteit van de Amerikaanse tegenhangers. Slechts weinig mensen en bedrijven zijn bereid om over te stappen op een inferieur alternatief.

Hoe ingewikkelder (en dus duurder) het is om een dienst op te zetten, hoe moeilijker het is om Europese varianten te vinden. En laat het nou net zo zijn dat specifiek het opzetten en trainen van AI-modellen ontzettend prijzig is. Je hebt gigantische datacenters nodig om de vele peperdure, specialistische hardware-installaties 24/7 te kunnen laten draaien. Het trainen van AI-modellen verbruikt bovendien enorme hoeveelheden elektriciteit en de hitte die daarbij vrijkomt, moet dagelijks met miljoenen liters water worden gekoeld.

Er zijn in Europa maar weinig bedrijven voorhanden die bereid zijn om zulke investeringen te doen. Dat komt deels doordat de grote investeerders in Amerika zitten, waardoor start-ups moeilijk aan startkapitaal kunnen komen. Verder zijn de lonen in de VS hoger en is de loonbelasting lager, waardoor ook veel van het toptalent op AI-gebied dáár te vinden is. Daar komt ook nog de strenge regelgeving van de EU bij, die bedrijven kan afschrikken om te innoveren.

Toch is er sinds kort voorzichtig beweging zichtbaar op de Europese AI-markt. Steeds meer bedrijven werken aan eigen taalmodellen en chatbots die binnen de Europese wetgeving opereren en beter aansluiten op onze privacywaarden. Het gaat vaak nog om kleinschalige initiatieven met beperkte rekenkracht, maar ze laten wel zien dat Europa niet stilzit. Zo verschenen er de afgelopen maanden eindelijk enkele concrete voorbeelden van Europese chatbots die de concurrentie durven aan te gaan met Amerika: het Franse Le Chat van Mistral AI en het Zwitserse Lumo van Proton. Hun aanpak verschilt, maar beide projecten tonen dat ook binnen Europa ruimte ontstaat voor kunstmatige intelligentie op eigen voorwaarden.

Nederlandse chatbot

In Europa lijken dus vooral Frankrijk en Zwitserland druk bezig met kunstmatige intelligentie, maar wist je dat ook Nederland aan de weg timmert met een eigen chatbot? In opdracht van de overheid wordt al een paar jaar gewerkt aan GPT-NL, een bot die zich specifiek moet richten ‘op de waarden van Europa en Nederland’. De makers willen er bijvoorbeeld voor zorgen dat alle trainingsdata auteursrechtenvrij is en dat het model duurzaam wordt getraind.

GPT-NL is niet bedoeld als serieuze concurrent van de bekende chatbots, maar dient als ‘veilig alternatief’ voor gebruikers die met gevoelige informatie werken, zoals overheidsinstanties of scholen. Het budget (13,5 miljoen euro) en de rekenkracht komen in de verste verte niet in de buurt van de miljarden die een ChatGPT uitgeeft aan het trainen van zijn krachtigste modellen. In de benchmarks komt Neerlands trots er daardoor waarschijnlijk bekaaid vanaf. Maar dat weten we pas zeker als de bot begin 2026 beschikbaar komt.

Le Chat: Concurrent uit Frankrijk

Het Franse Mistral AI bracht eerder dit jaar onder de toepasselijk genaamde chatbot Le Chat een directe concurrent voor de gevestigde orde uit. Deze bot, beschikbaar voor Android, iOS en webbrowsers, maakt gebruik van volledig zelfgetrainde AI-modellen en staat dus voor een groot deel los van de VS. De hardware wordt nog wel geleverd door Amerikaanse fabrikanten. De gegevens worden echter opgeslagen op Europese servers en moeten daarmee voldoen aan strenge Europese privacywetten. Zo mag Mistral volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) je gegevens niet buiten de EU beschikbaar maken. Er moet een juridisch zwaarwegende reden zijn om de gegevens met de overheid te mogen delen.

Mistral AI doet grootse beloften op zijn website.

Hoe goed is Le Chat?

Voor de privacy is Le Chat dus een interessante keuze, maar hoe presteert Mistral in vergelijking met de concurrentie? Uit onze eigen tests blijkt dat Le Chat op de eerste plaats nog niet zo heel vaardig is in het Nederlands. Bij het schrijven van een Sinterklaasgedicht komt de chatbot met veel kromme zinnen, terwijl ChatGPT (naast wat rare rijmpjes) wel consequent kloppende zinnen aan elkaar rijgt. Datzelfde geldt voor zaken die de Nederlandse cultuur aangaan. Als we vragen om suggesties voor klassieke verjaardagshapjes, zegt Le Chat dat we miniquiches en sushi moeten serveren. ChatGPT begrijpt de opdracht beter en raadt ons oer-Hollandse blokjes kaas met mosterd, leverworst en haring op roggebrood aan.

Ook uit onafhankelijke benchmarks blijkt dat Le Chat het vaak moet afleggen tegen Amerikaanse en Chinese modellen. Benchmarks meten hoe chatbots presteren in een breed scala aan taken, bijvoorbeeld op het gebied van wereldkennis, wetenschappelijk redeneren, wiskunde en programmeren.

Mistral Large 2, het model dat momenteel voor Le Chat wordt gebruikt, krijgt van de grootste AI-vergelijkingssite, Artificial Analysis, een gemiddelde intelligentiescore van 38. Vrijwel alle andere AI-chatbots behalen hogere scores. Het huidige standaardmodel van ChatGPT, GPT-4o, verschilt met zijn score van 41 niet veel van Le Chat. Alleen OpenAI biedt ook een Pro-abonnement aan voor 24 dollar waarmee gebruikers toegang krijgen tot geavanceerdere modellen, zoals o3, die juist een topscore van 69 behaalt.

Mistral biedt ook een betaald abonnement (15 dollar), maar daarbij krijgen gebruikers alleen een hogere daglimiet bij het genereren van teksten en afbeeldingen. Ook kun je dan aangepaste chatbots te maken, bijvoorbeeld een bot die altijd antwoordt als een rapper. Betalende gebruikers krijgen dus geen geavanceerder AI-model.

In het Nederlands dichten moet je niet aan Le Chat overlaten.

Het intelligentieniveau van Le Chat ligt lager dan vrijwel alle andere populaire chatbots.

Lumo: Protons privacygerichte alternatief

Sinds juli 2025 is Proton – bekend van Proton Mail en Proton VPN – met zijn eigen AI-chatbot Lumo op de markt gekomen. Daarmee voegt het bedrijf zich bij de kleine maar groeiende groep Europese spelers die een antwoord proberen te bieden op de Amerikaanse dominantie. Lumo profileert zich nadrukkelijk als een privacyvriendelijk alternatief dat de waarden van de Europese digitale soevereiniteit belichaamt.

De chatbot is gebouwd op open-sourcemodellen, waaronder Nemo, OpenHands, OLMO en Mistral Small, en draait volledig op Europese servers. Dat betekent dat alle gegevens binnen de grenzen van de EU blijven en dus onder de strenge AVG-regels vallen. Proton garandeert dat gesprekken niet worden gelogd en uitsluitend lokaal versleuteld worden opgeslagen, zodat zelfs het bedrijf zelf er geen toegang toe heeft. De dienst gebruikt geen enkele gebruikersinput om zijn modellen verder te trainen, iets wat bij Amerikaanse chatbots nog altijd de norm is.

©Proton

Wie wil, kan de webzoekfunctie inschakelen om actuele informatie op te vragen, maar standaard staat die uit. Daardoor werkt Lumo iets minder up-to-date dan ChatGPT of Gemini, maar het voorkomt dat de dienst ongezien data doorsluist naar externe bronnen. Ook kun je bestanden uploaden voor analyse, die vervolgens via Proton Drive worden verwerkt en net als e-mails en documenten volledig end-to-end-versleuteld blijven.

Lumo kent nog beperkingen. Zo kan de chatbot minder context onthouden dan de grote Amerikaanse modellen en ontbreken geavanceerde multimodale functies, zoals spraakinteractie of beeldherkenning. Toch is de komst van Lumo van grote symbolische waarde: eindelijk heeft Europa een concreet alternatief dat niet draait om schaal of winst, maar om vertrouwen, transparantie en privacy. Het laat zien dat innovatie ook kan ontstaan vanuit principes in plaats van marketingbudgetten – al zal de tijd moeten uitwijzen of dat genoeg is om het tegen de reuzen uit Silicon Valley op te nemen.

Andere Europese AI-modellen

Mistral is niet het enige Europese bedrijf dat AI-modellen heeft uitgebracht. Zo heeft de Duitse OpenGPT-X zijn taalmodel Teuken 7B opensource uitgebracht. Dat is specifiek getraind om de 24 officiële talen van de Europese Unie optimaal te kunnen beheersen. Je hebt ook het Italiaanse iGenius. Hiermee worden ‘veilige’ AI-producten ontwikkeld met eigen taalmodellen voor industrieën waarbij de naleving van de Europese AI Act van groot belang is.
Ook OpenEuroLLM, een samenwerkingsverband tussen universiteiten, bedrijven en verenigingen als SURF, heeft al verschillende taalmodellen gepubliceerd. OpenEuroLLM wil in de toekomst kunnen concurreren met Amerika en China. Geen van deze bedrijven heeft alleen al chatbots gebouwd met hun zelfgetrainde modellen. Daarin is Mistral AI vooralsnog de enige, als we de verzamelwebsite European Alternatives mogen geloven.

OpenGPT-X heeft zijn AI-modellen op het deelplatform Hugging Face geplaatst.

Kleine tekortkomingen

Een veelgehoorde klacht van AI-fanaten is dat Le Chat minder flexibel is dan de niet-EU-bots. Zo kan de chatbot minder context verwerken, waardoor de dienst niet geschikt is om een verslag van honderden pagina’s samen te vatten. Ook ontbreekt de mogelijkheid voor spraakgesprekken en kan de bot geen tekst lezen op afbeeldingen die je opstuurt. Je kunt Le Chat wel vragen om plaatjes te maken, maar daarvoor gebruikt de dienst het Flux Pro-model van een Duitse start-up. Dat model levert behoorlijke resultaten, al zijn de nieuwste beeldgeneratoren van ChatGPT en Google Gemini nog beter in het uitvoeren van complexe opdrachten en het leesbaar schrijven van tekst.

Ook Lumo is op dit vlak nog beperkt: de chatbot kan geen beelden genereren of analyseren en mist functies als spraakinteractie of uitgebreide contextherkenning. Proton richt zich voorlopig bewust op een veilige basisfunctionaliteit in plaats van op toeters en bellen. In vergelijking met Le Chat is Lumo dus minder veelzijdig, maar wel consistenter in zijn focus op privacy en databeveiliging.

AI-actieplan

Al met al kunnen Le Chat en Lumo op sommige punten aardig meekomen met hun Amerikaanse tegenhangers, maar op veel fronten blijven ze nog achter. De gemiddelde gebruiker kan er prima mee uit de voeten, al zullen bedrijven pas overstappen als Europese bots krachtiger worden en meer taken aankunnen. Om dat te bereiken zijn forse investeringen nodig. De Europese Unie beseft dat inmiddels ook. In april werd een actieplan gepresenteerd dat Europa moet helpen uit te groeien tot wereldleider op het gebied van kunstmatige intelligentie. Daarin belooft Brussel de bouw van vijf gigafabrieken voor de ontwikkeling van geavanceerde AI-modellen, investeringen in cloudcapaciteit en datacenters, en steun voor Europese start-ups. Na jaren van afwachten lijkt Europa zich dus eindelijk op te maken voor een inhaalslag. Met de komst van spelers als Mistral AI (Le Chat) en Proton (Lumo) krijgt het continent stap voor stap meer grip op zijn digitale toekomst. Misschien is dat bescheiden begin precies wat nodig is om ooit echt onafhankelijk te worden van Silicon Valley.