ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Alles over verschillen tussen usb-standaarden

De usb (universal serial bus) is misschien wel de bekendste aansluiting die er op elektronicagebied te vinden is. Door de jaren heen heeft de kabel zich doorontwikkeld op gebied van snelheid en vorm, met usb-c als de jongste telg. Wat zijn precies de verschillen tussen usb-standaarden en hoe werken ze?

Usb-Versie 1.0 werd al in 1996 geรฏntroduceerd, in de jaren erna gevolgd door 2.0, 3.0 en 3.1. Het USB-IF (Implementers Forum) is verantwoordelijk voor die usb-standaarden en presenteerde versie 3.1 in 2013. De verschillen met 3.0 zijn groot. De 3.1-standaard verdubbelt de maximale overdrachtssnelheid tot 10 Gbit/s, heeft een verbeterde codeermethode waardoor de foutcorrectie in bits met bijna een kwart daalt, kan dataprotocollen mengen en laat het maximale geleverde vermogen stijgen naar 100 W.

Evolutie

Tegelijk met usb 3.1 kondigde het USB-IF usb-c aan. Usb 3.1 is de standaard voor de overdracht, usb type-c de standaard voor de aansluiting.

Usb 1 tot en met 3.0 waren er in twee types: a en b. Type-a is de grote usb-connector die onder andere op je computer, toetsenbord en externe harde schijf zit. Deze connector is bedoeld voor de usb-master of usb-host. Type-b wordt gebruikt voor de clients (in usb termen de slaves), de printers, scanners en de rest. Usb werkt altijd met zoโ€™n host-clientpaar. Je hebt mini-usb en micro-usb, waarvan die laatste op veel smartphones te vinden is.

Usb type-a en -B moeten bij elke nieuwe versie (bijvoorbeeld van 3.0 naar 3.1) compatibel zijn met oudere versies, maar usb-c is dat niet. Het is een compleet nieuwe aansluiting die zo compact is dat er geen mini- of micro-varianten nodig zijn. Omdat de connector aan beide kanten van de usb-kabel kan zitten, kan hij type-a en -B helemaal vervangen.

Praktisch alle relevante elektronicabedrijven hebben zich bij usb-c aangesloten. Het zijn er ruim zevenhonderd, waaronder grote namen als Apple, Samsung en Intel. Maar ook pc-fabrikanten als HP, Asus en Dell doen mee. Dat is een belangrijke reden dat usb-c twee jaar na de release al op relatief veel consumentenelektronica gebruikt wordt: de belangrijke spelers zijn aan boord. De acceptatie van usb-c gaat daardoor veel sneller dan bij vorige standaarden.

Wat is usb 3.1?

De usb 3.1-standaard is er in twee varianten: usb 3.0 werd hernoemd naar usb 3.1 gen1 en de originele usb 3.1 werd veranderd in usb 3.1 gen2. Die gen2 is dus usb 3.1 die de datasnelheid naar 10 Gbit/s verdubbelt. Usb 3.1 gen1 is dus exact hetzelfde als usb 3.0, wat nogal verwarrend is. Een andere manier om naar de usb-standaarden te verwijzen, is door middel van de snelheid: usb 3.1 gen1 wordt ook wel Superspeed-usb genoemd, en usb 3.1gen2 Superspeed-usb-10Gbps.

Een usb-c-aansluiting die gebruikmaakt van de usb 3.1-standaard is dan ook in gen1 en gen2 op apparatuur te vinden. Overigens hoeft usb-c niet per se 3.1 te ondersteunen: iets mag al usb-c heten als het ten minste usb 2.0 ondersteunt.

Usb 3.1 is de standaard voor de overdracht, usb type-c de standaard voor de aansluiting.

-

Een groot pluspunt van usb-c is dat de connector omkeerbaar is. Het maakt dus niet uit hoe je de kabel in je laptop, smartphone of ander apparatuur steekt: hij past altijd. Dat is mogelijk gemaakt door een symmetrische aansluiting en dankzij een knap staaltje techniek. In elke aansluiting van een kabel zitten een reeks pinnen die elk apart een signaal in de kabel doorsturen. Micro-usb bevatte slechts vijf pinnen in de aansluiting, usb-c krikt dat aantal op naar 24 pinnen: 12 pinnen boven en 12 pinnen onder.

De boven- en onderkant van de aansluiting hebben dezelfde pinnen, maar dan gespiegeld. Op die manier maakt het niet uit hoe je de kabel aansluit. Acht daarvan maken de hoge overdrachtssnelheid mogelijk, voor volledig in duplex lezen en sturen van data. Het apparaat moet weten hoe de kabel is aangesloten, zodat de juiste routes voor het versturen van data en het ontvangen ervan worden gebruikt. Daarvoor worden twee pinnen gebruikt, genaamd CC die nieuw zijn voor usb-c.

Cc-pins en dual role ports

De cc-pinnen zijn de zogenaamde configuration channel pins. Voordat we door kunnen gaan, eerst wat terminologie. Type-a-apparaten zijn downstream-facing-ports (dfp), dat is de host of master, en Type-b-poorten zijn upstream-facing-ports (ufp), de apparaten die je aansluit aan een dock of je pc, de clients of slaves. Met usb-c is er geen onderscheid meer, dus moeten de apparaten zelf onderhandelen wie de ufp en de dfp worden. Achter de cc-poort zit een weerstand. Apparaten die de dfp-rol hebben, bevatten een pull-upweerstand, terwijl de ufp een pull-downweerstand bevat.

Een pull-upweerstand trekt het voltage terug naar het grondniveau, terwijl een pull-upweerstand het omgekeerde doet en het signaal omhoog trekt naar een standaardwaarde, voor usb-c is dat 5 volt. Als er een dfp-ufp-paar is aangesloten, is er een voltage actief op de cc-lijn en weten beide apparaten hoe ze zijn aangesloten. Elke usb-c-kabel heeft twee van die cc-pinnen. Door de voltages in de gaten te houden op elke cc-pin, weet het apparaat hoe de kabel is georiรซnteerd en kunnen de juiste lees- en schrijfpinnen gebruikt worden.

ยฉPXimport

Als je twee host-apparaten met usb-c op elkaar aansluit, dreigt er in tegenstelling tot type-a-usb geen gevaar. Met type-a was er namelijk altijd 5 volt actief op de kabel, dat was nodig omdat de apparaten anders รผberhaupt niet met elkaar kunnen praten. Usb-c pakt het wat slimmer aan: dankzij de pull-downweerstand vraagt het apparaat passief om 5 volt. Zodra de host dat ziet, krijgt het apparaat de gevraagde spanning. Doe je dat nu met twee hosts, dan gebeurt er niets, want er komt alleen een voltage op de lijn te staan als er een dfp-ufp-paar wordt gedetecteerd door de host.

Een pluspunt van usb-c is dat de usb-c-connector aan beide kanten van de usb-kabel aanwezig is en dat is nieuw voor usb. Usb-kabels met een type-c-connector aan beide kanten blijken verschillende voordelen te hebben. Een ervan is dat apparaten met usb-c-poorten elkaar kunnen opladen. Verbind je een Google Pixel-laptop met een Apple MacBook via een usb-c-kabel, dan laadt eerstgenoemde de MacBook op. Door technische keuzes van Apple is dat andersom dan weer niet mogelijk. Terwijl je in theorie je laptop zelfs zou kunnen opladen van je smartphonebatterij.

Rolverdeling

Welk apparaat wie oplaadt heeft te maken met ufp en dfp. Een apparaat kan ook beide rollen aannemen, als het een drp-poort heeft: de dual role port. Als het apparaat is aangesloten op een ufp (client), dan verandert de drp naar een dfp (host). Andersom verandert de drp naar een ufp om te dienen als client als het aangesloten wordt op een dfp (host).

Als twee drp-apparaten met elkaar worden verbonden, ontstaat een willekeurige combinatie. Welke rol een poort aanneemt, wordt ook geregeld via de nieuwe cc-pinnen. Over het algemeen bieden de nieuwe pinnen veel voordelen, wat betreft snelheid en functies.

De vele mogelijkheden van usb-c

Usb-c is een krachtige connector die meerdere taken tegelijk kan uitvoeren. Een voorbeeld: verbind een MacBook met een usb-c-kabel aan een 4K-scherm en de monitor laadt de laptop op terwijl hij beeld doorstuurt. Sluit je een hub aan op de usb-c-poort dan blijkt er nog veel meer (tegelijk) mogelijk. Zoโ€™n hub kan de laptop via usb-c verbinden met de monitor (via mhl, displayport of hdmi), de laptop opladen en hem verbinden met een usb-stick, externe harde schijf en een draadloos toetsenbord en muis. Allemaal via รฉรฉn poort, al moet je dus wel een hub hebben.

Maar ook zonder hub biedt usb-c veel meer mogelijkheden dan vroegere usb-versies en beeldkabels. Als al je apparatuur straks gebruikmaakt van usb-c, heb je veel minder (en verschillende) kabels nodig om deze met elkaar te verbinden. Dat is mogelijk dankzij de usb alternate mode. Usb-c kan andere protocollen dan alleen usb doorgeven. Die alternate mode is mogelijk dankzij de sbu-pinnen, de sideband-use-pinnen, die een willekeurig signaal kunnen vervoeren en dankzij het feit dat de andere protocollen de transmit- en readlanes van usb kunnen gebruiken. Om dat allemaal mogelijk te maken, wordt er gebruikgemaakt van multiplex dat de verschillende signalen samen combineert tot een en ze over de lanes stuurt.

Usb-c heeft niet alleen voordelen. Op de nadelen gaan we in een later artikel in.

Tekst: Rens Blom en Jochem de Goede

โ–ผ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 luxe citruspersen voor minder dan 170 euro
ยฉ murziknata - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 luxe citruspersen voor minder dan 170 euro

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Dit keer: automatische citruspersen voor een mooi prijsje.

Zin in รฉcht lekker sap? Met een citruspers maak je dat zo zelf. Het is veel smaakvoller dan sap uit een pak en zit bomvol vitamines, zonder toegevoegde suikers of andere onzin. Met een elektrische citruspers heb je binnen een minuut een heerlijk vers sapje. Ideaal voor je sinaasappel bij het ontbijt, maar ook superhandig voor een scheutje citroen door je salade of limoen in je drankje. Makkelijk, snel, en puur natuur. Wij vinden vijf luxe automatische exemplaren voor je.

Solis Citrus Press Station 8454

De Solis Citrus Press Station is ontworpen voor het persen van diverse soorten en maten citrusvruchten. Het apparaat is uitgerust met een massief metalen persarm waarmee je met minimale inspanning druk uitoefent op de vrucht. Zodra je de hendel naar beneden drukt, start de motor van 160 Watt automatisch. De speciaal gevormde perskegel is gemaakt van zwaar gegoten aluminium. De behuizing van de citruspers is vervaardigd uit roestvrij staal. Voor het schoonmaken kunnen de onderdelen die met sap in aanraking komen, van het apparaat worden losgemaakt en in de vaatwasser worden gestopt. De sapuitloop heeft een druppelstop, die je omhoog kunt klappen om te voorkomen dat er sap op het aanrecht lekt na het persen. Het apparaat staat op antislipvoetjes voor stabiliteit tijdens het gebruik.

Princess 201853 Black Steel

Bij de Princess 201853 staat de constructie van gegoten aluminium centraal en dat maakt het apparaat robuust. De pers wordt aangedreven door een stille motor met een vermogen van 160 Watt. De perskegel is universeel ontworpen en heeft opstaande randen, waardoor deze geschikt is voor zowel kleine als grote citrusvruchten zonder dat je van opzetstuk hoeft te wisselen. Het persen activeer je door de sterke aluminium persarm naar beneden te bewegen. Het sap stroomt vervolgens door een roestvrijstalen pulpfilter direct in het glas. Dankzij dit filter worden vruchtvlees en pitten van het sap gescheiden. De uitloop is voorzien van een druppelstopsysteem. Na gebruik zijn de vaatwasserbestendige onderdelen, zoals de perskegel en het filter, eenvoudig te verwijderen en te reinigen.

CASO CP 330 Pro

Dit model, de Caso CP 330 Pro, is voorzien van een roestvrijstalen behuizing en een eveneens roestvrijstalen perskegel. Het gebruik is gericht op eenvoud: je plaatst een gehalveerde citrusvrucht op de kegel en de motor met een vermogen van 160 Watt start vanzelf zodra je de hendel naar beneden beweegt. Het sap vloeit door een roestvrijstalen zeef direct in een glas dat je onder de tuit plaatst. Om nadruppelen op het werkblad te voorkomen, kan deze saptuit omhoog worden geklapt. De stabiliteit van de machine wordt verzekerd door de zuignappen aan de onderzijde, die ervoor zorgen dat het apparaat stevig op zijn plek blijft staan tijdens het persen. De losse onderdelen zijn afneembaar en kunnen in de vaatwasser worden gereinigd. De motor van het apparaat is extra stil in gebruik.

Hendi Citruspers

De Hendi Citruspers heeft een behuizing van roestwerend materiaal. De perskom, zeef en de drie meegeleverde perskegels zijn gemaakt van roestvrij staal en ABS-kunststof. Die onderdelen zijn afneembaar en kunnen in de vaatwasser. De motor, met een vermogen van 180 Watt, zorgt voor een rotatiesnelheid van 1500 toeren per minuut en wordt bediend met een aan-/uitschakelaar. Voor de veiligheid is er een polycarbonaat anti-spatkap aanwezig die het sap opvangt. Je perst de vruchten door middel van de hefboomarm. Dit model wordt geleverd met drie verschillende, verwisselbare perskegels die zijn ontworpen voor kleine en grote citrusvruchten.

Gastroback Advanced Pro S

Een specifiek kenmerk van de Gastroback 41150 Design Juicer Advanced Pro S is de aanwezigheid van twee verschillende roestvrijstalen zeven. Hiermee heb je de mogelijkheid om zelf de hoeveelheid vruchtvlees in je sap te bepalen, afhankelijk van welke zeef je gebruikt. De behuizing van het apparaat is volledig vervaardigd uit geborsteld roestvrij staal. Het persen gebeurt door middel van een massieve aluminium pershendel, die je met lichte druk naar beneden beweegt om de motor te activeren. Deze motor heeft een vermogen van 100 Watt en is ontworpen om stil te functioneren. De perskegel is universeel, wat betekent dat je er diverse formaten citrusvruchten op kunt gebruiken, van limoenen tot grapefruits. De sapuitloop is voorzien van een druppelstop. Voor de reiniging kun je alle afneembare onderdelen loskoppelen en in de vaatwasser plaatsen.

โ–ผ Volgende artikel
๐Ÿ๐Ÿ‚๐Ÿ“ธ Foto's maken in de herfst? Zo leg je de najaarspracht het beste vast
ยฉ (C)2014 Igor Stevanovic, all rights reserved
Huis

๐Ÿ๐Ÿ‚๐Ÿ“ธ Foto's maken in de herfst? Zo leg je de najaarspracht het beste vast

Geel, dieprood, bruin: dit is dรฉ tijd waarin de natuur zich van haar mooiste kant laat zien. Wil jij ook prachtige herfstfoto's maken? Trek er dan de komende weken op uit, gewapend met je camera en met deze handige tips!

Dit artikel in het kort:

๐Ÿ‚ De beste tijd om herfstkleuren te fotograferen ๐Ÿ‚ Gebruik een polarisatiefilter ๐Ÿ‚ Spelen met contrasten ๐Ÿ‚ Regen? Juist leuk! ๐Ÿ‚ Herfst in de stad ๐Ÿ‚ Kleurencombinaties ๐Ÿ‚ Camera-instellingen voor herfstfotografie ๐Ÿ‚ Herfst & licht

Lees ook: 20 tips om de mooiste foto's te maken met je compactcamera

De astronomische herfst begint al op 21 september, maar de echte kleurenpracht laat vaak even op zich wachten. Pas na de eerste koude nachten krijgen bomen hun karakteristieke tinten. Vooral in de laatste weken van oktober en de eerste dagen van november staat het bos er vaak op zijn mooist bij. De bladeren van berken, beuken en eiken veranderen dan in een bont palet van geel, oranje, rood en bruin. Wil je dit vastleggen, wacht dan niet te lang, want een flinke storm of regenbui kan het kleurrijke bladerdek flink uitdunnen.

Gebruik een polarisatiefilter

Wil je de herfstkleuren op hun mooist vastleggen, dan heb je veel aan een polarisatiefilter. Daarmee verdwijnen hinderlijke weerspiegelingen op natte bladeren en worden tinten dieper en levendiger worden. Zonder filter oogt het bladerdek na een regenbui vaak wat vlak. Houd er wel rekening mee dat het filter ongeveer anderhalve stop licht tegenhoudt, waardoor je sluitertijd langer wordt. Om bewegingsonscherpte te voorkomen, is een statief daarom een verstandige aanvulling in je uitrusting.

Minder beweging, betere foto's?

Neem een statief mee!

Contrasten maken je foto

Herfstfotografie is meer dan een spel met kleuren: het gaat ook om het vinden van tegenstellingen die een beeld laten spreken. Een dicht bos dat baadt in dezelfde goudgele gloed kan rust en eenheid uitstralen, terwijl een enkele boom met vurige bladeren in een kaal veld juist dramatisch afsteekt tegen de leegte. Dat soort contrasten geven je foto een verhaal.

Loop je door het bos, ga dan ook eens op zoek naar details. Het tapijt van bladeren op een smal pad, een rood blad dat eigenwijs boven de rest uitsteekt of drijvende bladeren die als schilderijtjes over donker water glijden. Zelfs het zachte groen van mos en de subtiele tinten van herfstgras kunnen veranderen in een klein, intiem landschap dat de seizoenssfeer perfect vangt.

ยฉLeka - stock.adobe.com

Regen? Juist leuk!

Na een regenbui zijn de herfstkleuren vaak nog intenser. Bovendien zorgen de regenplassen voor extra weerspiegelingen. Je kunt ze ook gebruiken als interessante voorgrond in je foto's.

Herfst in de stad

Voor sfeervolle herfstfoto's hoef je niet altijd het bos in. Ook de stad biedt volop mogelijkheden. Bomen langs grachten en kanalen kleuren net zo uitbundig en vormen samen met de gevels en straten een levendig decor. Let daarbij ook op kleine scรจnes: een spiegeling van herfstbladeren in het water, of een felgekleurd blad dat blijft liggen op de rand van een bootje.

ยฉEkaterina Belova

Kleurencombinaties

Wie oog heeft voor kleur en hun onderlinge samenhang, kan foto's meer kracht en balans meegeven. In het kleurenspectrum staan bepaalde tinten recht tegenover elkaar, zoals blauw en oranje of rood en groen. Zet je die samen in beeld, dan versterken ze elkaar en springen de kleuren er echt uit. Denk aan een boom vol oranje bladeren die afsteekt tegen een strakblauwe lucht. Kleuren die juist naast elkaar liggen, zoals geel en oranje of blauw en groen, werken heel anders. Ze vloeien in elkaar over en geven je foto een rustige, harmonieuze uitstraling.

ยฉPeter Hermes Furian

Camera-instellingen voor herfstfotografie

Om de herfstkleuren en -details zo goed mogelijk vast te leggen, is het belangrijk om de juiste camera-instellingen te gebruiken. Hieronder staan een paar basisinstellingen die je kunnen helpen:

Diafragma

Voor landschapsfoto's wil je vaak zoveel mogelijk scherpte van voor- tot achtergrond. Gebruik hiervoor een klein diafragma (hoge F-waarde, bijvoorbeeld F 8 tot F 16). Close-ups van bladeren of reflecties maken? Kies dan voor een grotere diafragmaopening (lage F-waarde zoals F 2.8 of F 4) om een mooie onscherpe achtergrond te creรซren.

Sluitertijd

Afhankelijk van het licht en of je wel of niet een statief gebruikt, kun je de sluitertijd variรซren. Voor scherpe foto's in weinig licht kun je voor een langere sluitertijd kiezen, maar je hebt dan wel een statief nodig om beweging te voorkomen. Als er wind is, kan een korte sluitertijd (bijv. 1/250 of sneller) handig zijn om bewegende bladeren scherp vast te leggen.

ISO

Probeer de iso-waarde zo laag mogelijk te houden (bijvoorbeeld ISO 100 of 200) om ruis in je foto's te vermijden. Bij weinig licht kun je de iso-waarde een beetje verhogen, maar vermijd te hoge waardes om beeldkwaliteit te behouden.

Herfst & licht

Herfstlicht heeft iets bijzonders. De zon staat laag en geeft het landschap vaak een zachte, warme gloed. Wil je dit licht optimaal benutten, dan zijn de eerste en laatste uren van de dag het meest geschikt. Tijdens het gouden uur โ€“ kort na zonsopkomst en vlak voor zonsondergang โ€“ worden de kleuren dieper en warmer, terwijl lange schaduwen en subtiele gelaagdheid je foto extra sfeer geven.

Midden op de dag ligt dat anders. Het felle, directe licht kan kleuren vlak maken en harde schaduwen veroorzaken. Fotografeer je toch op dit moment, zoek dan beschutte plekken of plaats jezelf zo dat de zon achter je valt, om hinderlijke reflecties te voorkomen.

Ook een grijze dag kan verrassend mooi uitpakken. Wolken werken als een natuurlijke diffuser die het licht gelijkmatig verspreidt. Hierdoor verdwijnen harde schaduwen en komen herfstkleuren juist zacht en vol verzadiging naar voren.

Lees ook: Zo fotografeer je de zonsondergang met je smartphone

๐Ÿ“ธ Zoom Academy Pro Dit artikel komt uit de online cursus Fotograferen in de Herfst van Zoom Academy Pro. Met ruim 90 interactieve cursussen en 100+ uur aan videomateriaal is dit hรฉt platform voor de gepassioneerde fotograaf. Of je nu een ambitieuze amateur bent, een starter, een professional of ergens daartussenin: met Zoom Academy Pro leer je beter fotograferen. Klik hier om naar Zoom Academy Pro te gaan.