ID.nl logo
Zo los je geheugenproblemen op
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Zo los je geheugenproblemen op

Je systeem doet raar, met crashes, bevriezingen of plotseling opnieuw opstarten. Lastig, vooral omdat de oorzaak vaak moeilijk te achterhalen is. Dat kan software zijn, zoals malware of een nukkige driver, maar net zo goed hardware, zoals een defecte schijf of het intern geheugen. In dit artikel focussen we op dit laatste. Welke symptomen, indicaties en geheugenfouten zijn er zoal, maar vooral: hoe spoor je het defecte geheugen op en hoe pak je het verder aan?

Wanneer een geheugenprobleem optreedt, kunnen de symptomen zeer divers zijn.

Naast inconsistente crashes van diverse programma’s kan zo’n defect er ook toe leiden dat Windows zomaar herstart of bevriest. Maar ook bestandscorruptie is mogelijk of het niet meer kunnen installeren van nieuwe programma’s. Of als het geluid niet meer werkt of je systeem plots erg traag reageert, zelfs als er nauwelijks applicaties draaien. Kortom, een veelheid aan mogelijke symptomen, wat het gericht zoeken naar de precieze oorzaak er bepaald niet makkelijker op maakt.

Duidelijke indicaties

Met wat geluk geeft het systeem zelf een aanwijzing dat het wellicht om een geheugenprobleem gaat, zoals wanneer de hoeveelheid ram niet langer correct wordt gerapporteerd in het bios, kort na het opstarten of vanuit het besturingssysteem. In Windows gebruik je het onderdeel Taakbeheer om deze informatie op te zoeken. Druk op Ctrl+Shift+Esc, ga naar Prestaties, open Geheugen en kijk rechtsboven de grafiek.

Check voor alle zekerheid ook het Meldingencentrum van Windows. Het valt niet uit te sluiten dat hier de melding verschijnt om Windows Geheugencontrole uit te voeren.

Bij het opstarten van de pc voert normaal gesproken ook het bios een snelle geheugencheck uit, wat bij problemen een aantal pieptonen geeft. Elke bios gebruikt daarvoor eigen codes. Bij Aware/Phoenix bijvoorbeeld is dat meestal één lange piep, bij AMI kunnen dat naargelang het geheugenprobleem verschillende codes zijn. Hier vind je een beperkt overzicht, maar raadpleeg tevens je systeemhandleiding.

©PXimport

Vage indicaties

Jammer genoeg zal een systeem een (geheugen)fout niet altijd correct diagnosticeren.

Toch zijn er bij ernstige problemen vaak andere indicaties die mogelijk helpen bij de probleemidentificatie. Ze zijn zeldzaam, maar ook in Windows 10 kunnen zogenoemde BSOD’s (Blue Screen of Death) voorkomen. Je krijgt dan de melding “Er is een probleem met deze computer en deze moet opnieuw worden opgestart”, samen met een bugcheck-code (met string en hex-code).

Er is een pagina op de Microsoft-site met een lange lijst van die codes, maar die maakt helaas duidelijk zelfs wanneer het woord memory in de string voorkomt, je geen garantie hebt dat het daadwerkelijk een geheugenprobleem is. Je kunt natuurlijk een zoekmachine raadplegen, maar er is nog een andere Microsoft-pagina die mogelijk enige houvast biedt.

Overigens maakt Windows bij een BSOD normaliter ook een geheugen-minidump. Die kun je eventueel na de herstart laten inlezen door het gratis tooltje BlueScreenView, die ook de bugcheck-code laat zien.

Verder doe je er goed aan de Windows-logboeken te raadplegen. Druk op Windows-toets+R, voer eventvwr.msc uit en open Windows-logboeken, met name het onderdeel Systeem en eventueel ook Toepassing. Sorteer de data volgens Datum en tijd en controleer op fouten rond het tijdstip van de symptomen. Ook hier helpt een gerichte zoektocht op internet je hopelijk verder.

©PXimport

Oorzaken

Stel dat je op basis van de symptomen of eventuele indicaties vermoedt dat het om een geheugenprobleem gaat, dan ben je er nog niet. Immers, je systeem bevat wellicht meerdere geheugenmodules en slechts een van die modules is onbetrouwbaar geworden. Daarbij is het nog de vraag om welk type fout het gaat (zie kader ‘Geheugenfouten’), terwijl dat de optimale testmethode kan bepalen.

Of misschien zijn de modules op zich wel in orde, maar is een geheugenslot defect geraakt. Het kan trouwens ook een ander probleem zijn waardoor het geheugen niet langer betrouwbaar functioneert. Zo kan het vooral bij laptops voorkomen dat de temperaturen te hoog oplopen, wat ook op de geheugenchips een impact kan hebben. En dan gaan we er nog van uit dat je systeem niet te agressief is overgeklokt, dat de geheugenchips in de aangewezen sleuven zijn geplaatst en optimaal op je moederbord zijn afgestemd. Bij singlechannel-geheugen bijvoorbeeld wordt slechts één kanaal tussen de geheugencontroller op de cpu en het geheugen ingezet, wat maakt dat de snelheid wordt gelimiteerd door de traagste geheugenmodule.

Geheugenfouten

Nagaan of geheugen helemaal betrouwbaar is en eventuele onvolkomenheden trefzeker vaststellen is geen eenvoudige opgave, vooral omdat er verschillende soorten fouten kunnen optreden, die in principe elk om een andere testmethode vragen. We sommen enkele van de meest voorkomende fouttypes op.

  • AF (Address decoder Fault): bij een poging om een specifiek bit te schrijven of te lezen wordt een verkeerde bit geadresseerd;
  • SAF (Stuck-At Fault): een bit geeft altijd de waarde 1 (SA1) of 0 (SA0) terug, zelfs als die wordt ingesteld op 0 of 1;
  • RDF (Read Disturb Fault): een geheugenbereik wordt bij een eenvoudige leesinstructie ongewild gewijzigd;
  • RF (Retention Fault): bits verliezen na enige tijd de ingestelde waarde;
  • CF (Coupling Fault): een aanpassing van één bit wijzigt ongewild ook een andere bit in dezelfde zin (of in omgekeerde zin: Inversion Coupling Fault ofwel CFin). Deze fouten zijn mogelijk te wijten aan een kortsluiting tussen twee cellen (Bridging Fault ofwel BF). Het mag duidelijk zijn dat een enkele test nooit alle fouttypes exact kan vaststellen. Eén voorbeeld slechts: een test waarbij alle bits op 1 worden ingesteld kan weliswaar een SA0-fout detecteren, maar geen SA1-fout. Precies daarom voorzien degelijke geheugencheckers in verschillende tests.

©PXimport

Probleemopsporing

Laten we er van uitgaan dat het inderdaad om een geheugenprobleem gaat. Nou kun je wel meteen geheugencheckers inzetten, maar vaak zijn zulke tests erg tijdrovend. Wij zouden eerst nakijken of de geheugenmodules nog wel stevig in de sleuven zitten. Zo hebben we het al bij meerdere systemen meegemaakt dat het bios ons op geheugenfouten attendeerde die werden opgelost na een ‘reseat’ van de geheugenmodules (lees: de modules even uit de sleuf halen en er weer stevig instoppen).

Voor je een arbeidsintensieve geheugenchecker inzet, kun je eventueel ook eerst een (snelle) benchmark uitvoeren, bij voorkeur een tool die de geheugenprestaties van je systeem afzet tegen vergelijkbare systemen (zie ook de database op www.memorybenchmark.net). Zo’n tool is bijvoorbeeld PassMark Performance Test, met onder meer een Advanced Memory Test (dertig dagen gratis proefversie).

Blijkt het geheugen opvallend traag, dan kan dat eventueel op gebrekkig geheugen wijzen. In dit geval is nader onderzoek met een geheugenchecker vereist. Laat je niet verleiden om hiervoor zogenoemde rambooster-software in te zetten, want zulke tools verkopen weinig meer dan gebakken lucht. Blijkt je geheugen daarentegen opvallend snel, dan is je systeem wellicht overgeklokt zonder voldoende rekening te houden met de aangewezen veiligheidsmarges (doorgaans is drie tot zes procent een aanvaardbare marge). Ook dit kan tot geheugenproblemen leiden.

©PXimport

Configuratie geheugencontrole

Lijkt een grondige geheugencontrole de enige oplossing en werk je met Windows, dan kun je eerst de ingebouwde Geheugencontrole opstarten. Druk Windows-toets+R in en tik mdsched.exe gevolgd door Enter, waarna je de pc meteen of op een later moment laat herstarten. Of je start de Windows-herstelomgeving op of je boot je pc vanaf een Windows-installatiemedium, waarna je bij Geavanceerde opties de Opdrachtprompt opent en het commando mdsched.exe uitvoert.

Na de herstart begint de tool aan een reeks standaardtests (drie basistests en vijf extra tests). Er is een nog uitgebreidere testreeks, maar we raden je aan met de standaardtests te beginnen. Levert dat niks op en ben je vrij zeker dat het aan het geheugen ligt, probeer het dan met de uitgebreidere versie.

Met F1 schakel je tussen de drie modi: Minimaal, Normaal en Extra. Via de tabtoets geef je aan of de geheugencache moet worden ingeschakeld, en zo ja bij welke tests. Met uitgeschakelde cache dwing je de processor alle data van de geheugenmodules zelf op te halen.

Standaard wordt elke test tweemaal uitgevoerd, maar dat kun je eventueel opvoeren tot vijftien keer. Afhankelijk van je systeem en de ingestelde parameters kan zo’n testreeks enkele minuten tot enkele uren duren. Met F10 pas je de ingestelde waarden toe en kan de controle beginnen.

©PXimport

Adrescodering

Wanneer een geheugenchecker fouten signaleert, vermeldt die het problematische geheugenadres zoals de geheugencontroller op de cpu dat doorgeeft. Zo’n adres laat zich helaas niet zonder meer linken aan een specifiek fysiek adres op een geheugenmodule. Immers, om (gelijktijdige) toegang tot het geheugen door de geheugencontroller te versnellen worden allerlei technieken ingezet waaronder ‘interleaving’ (op het niveau van geheugenkanalen, -banken en -rijen). Deze technieken zijn niet alleen zeer complex, bij sommige chipsets worden ze niet eens openbaar gemaakt. Dat maakt het haast onmogelijk een specifieke module aan te wijzen, tenzij de tool grondig kennis heeft van de gebruikte technieken bij de diverse chipsets en moederborden.

Analyse geheugencontrole

Tijdens de testrondes krijg je weliswaar al statusinformatie, maar je blijft natuurlijk niet voor je lol het scherm in de gaten houden. Na de tests herstart het systeem automatisch en krijg je alsnog een statusmelding na je aanmelding. Of je drukt op Windows-toets+R en je voert eventwr.msc uit. Open achtereenvolgens Windows-logboeken / Systeem en sorteer de gebeurtenissen volgens Gebeurtenis-id of Bron, waarbij je filtert op respectievelijk 1201 en MemoryDiagnostic-Results. In het onderste venster, bij het tabblad Algemeen zie je het resultaat.

Wie hier een duidelijke indicatie verwacht over welke geheugenmodule (of sleuf) problemen geeft, moeten we teleurstellen. In het kader ‘Adrescodering’ lees je waarom dat zo lastig te ontdekken is. Er zit dus weinig anders op dan door slimme eliminatie zelf uit te zoeken om welke module of sleuf het precies gaat (zie de paragraaf ‘Eliminatie’).

©PXimport

MemTest86

Kun of wil je Windows Geheugencontrole niet gebruiken of had je graag een tweede mening, dan vind je een uitstekend alternatief in MemTest86. Wij gaan met de gratis editie aan de slag. Zie hier voor een vergelijking met de betaalde versies. Let wel, v8-releases zijn alleen bedoeld voor uefi-machines; voor oudere legacy bios-toestellen heb je een v4-release nodig.

Je zult merken dat het gedownloade en uitgepakte zip-archief een img-bestand bevat. Dat is een schijfkopiebestand dat je eerst moet omzetten naar een opstartbaar medium, zoals een usb-stick. De benodigde tools hiervoor worden meegeleverd, samen met een uitgebreide handleiding in pdf.

Start imageUSB.exe met een dubbelklik. Stop een (lege) usb-stick in je pc en druk op de knop Refresh Drives. Plaats een vinkje bij de stick, kies Write image to USB drive (Step 2, indien nodig voer je eerst nog een herformattering uit) en verwijs bij Step 3 naar het juiste img-bestand. Bevestig met Write, met Yes en Ja. Start je pc van deze usb-stick op. Raadpleeg indien nodig je systeemhandleiding.

©PXimport

Configuratie MemTest86

Als het goed is, verschijnt een MemTest86-splashscreen en begint de tool even later aan de standaard geheugentests. Wil je zelf de configuratie aanpassen, druk dan snel op een toets. Via de Config-knop kun je vervolgens diverse parameters aanpassen. Via (T)est Selection geef je aan welke van de twaalf tests je wilt laten uitvoeren en hoeveel keer (standaard 4). Bij (A)ddress Range stel je het te testen adresbereik in en bij (C)PU Selection geef je aan of je daarbij één cpu of alle beschikbare cpu-kernen wilt aanspreken, en in welke volgorde. Je doet er goed aan het eerst met slechts één cpu te proberen. In hoofdstuk 2.5.4 van de handleiding kun je terecht voor meer informatie.

Selecteer (S)tart Test om de geheugencontrole te beginnen en houd er rekening mee dat die erg veel tijd in beslag kan nemen.

©PXimport

Analyse MemTest86

Tijdens het testen krijg je gelijk de teststatus te zien. Duiken er inderdaad fouten op, dan verschijnen die in de onderste schermhelft. Na afloop krijg je een rapportoverzicht en kun je dat in een html-bestand bewaren (bevestig met y) in de map \EFI\BOOT.

Veruit de meeste fouten hebben met het geheugen te maken, maar houd er rekening mee dat de tests impliciet ook cpu en caches (L1 en L2) checken. De ontwikkelaars van MemTest86 claimen dat zo’n 99,9% van de gerapporteerde fouten legitiem zijn en dus het best snel moeten worden aangepakt. Immers, vroeg of laat kan zo’n fout daadwerkelijk gevolgen hebben voor de werking van je systeem.

We gaan er even van uit dat de geheugentests inderdaad geheugenfouten hebben gevonden. Zoals gezegd komt het er dan vooral op aan via een vorm van eliminatie te onderzoeken of het om een geheugenmodule of -sleuf gaat, en welke precies. Dat lukt helaas niet als de geheugenmodules vast gesoldeerd blijken te zijn, wat steeds vaker voorkomt bij superslanke laptops.

©PXimport

Eliminatie

De eenvoudigste manier is om selectief modules uit je systeem te verwijderen en met slechts één module tegelijk te testen tot je de foute module(s) vindt. Om uit te sluiten dat het om een gebrekkige sleuf gaat, test je modules ook even in een andere sleuf. Bij sommige moederborden en geheugentypes, zoals in dualchannel-modus, kun je helaas niet zomaar modules verwijderen.

Er zit dan weinig anders op dan modules te roteren, waarbij je de rotatie beperkt tot twee modules tegelijk. Je zou bijvoorbeeld de module in sleuf 1 kunnen verplaatsen naar sleuf 3 en die uit sleuf 3 in sleuf 1 stoppen. Als je dezelfde test vervolgens opnieuw uitvoert en de falende bit of het geheugenadres blijkt gewijzigd, dan weet je dat het om een van de verplaatste modules gaat. Door moduleverplaatsingen slim te combineren, kom je uiteindelijk uit tot bij het gebrekkige exemplaar. De meeste moderne moederborden detecteren weliswaar automatisch de modules, maar sommige vereisen dat je eerst de sleuven met lage nummers opvult (zoals sleuf 0 of 1). Het kan ook uitmaken in welke sleuven je de modules met het meeste of minste geheugen plugt. Kortom, raadpleeg de handleiding bij je moederbord voor mogelijke locaties en combinaties.

Is het verwijderen of verplaatsen van modules geen optie, dan rest je alleen nog het vervangen van een module door een ander exemplaar. De gratis, portable tool RAMExpert geeft je de nodige informatie over de ingeplugde ram-modules.

Zorg dat je bij zo’n vervangoperatie niet statisch geladen bent en gebruik bijvoorbeeld een antistatisch polsbandje.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.