ID.nl logo
Zo hack je de software in je hardware
© Reshift Digital
Huis

Zo hack je de software in je hardware

Bij hacken denken we vaak aan software die op een computer draait, maar er draait ook heel wat software in allerlei andere elektronische apparaten, zoals ESP8266- of ESP32-microcontrollerbordjes, een bluetooth-beacon of een Apple AirTag. Hoe haal je daar gevoelige informatie uit of pas je de werking van het apparaat aan?

Hardware-hacken is een heel breed domein en in deze ene masterclass kunnen we daar helemaal geen recht aan doen. Maar we tonen je enkele voorbeelden van wat er zoal mogelijk is. We hopen dat je daardoor geïnspireerd raakt om zelf op onderzoek uit te gaan.

Laten we beginnen met iets eenvoudigs. In PCM hebben we al vaak gewerkt met ESP8266- en ESP32-microcontrollerbordjes. Je schreef je code daarvoor, compileerde die en schreef die dan naar het ontwikkelbordje. Dat deed je bijvoorbeeld met:

- Arduino IDE;

- Arduino IoT Cloud;

- PlatformIO;

- ESPHome;

- esptool.

Wifi-wachtwoorden ontfutselen

Met een ESP8266 of ESP32 wil je bijna altijd met een wifi-netwerk verbinden. In je code geef je dus de SSID en het bijbehorende wachtwoord op van het gewenste wifi-netwerk. Dat wordt door esptool naar het flashgeheugen van je microcontroller geschreven. Vaak is dit gewoon onversleuteld, zodat iedereen met toegang tot de microcontroller je wifi-wachtwoord kan uitlezen. De ESP32 ondersteunt wel flash-encryptie met een sleutel die zich in de registers van de microcontroller bevindt. Maar dit wordt nog niet al te vaak gebruikt.

Je mag er dus van uitgaan dat heel wat ESP8266- en ESP32-bordjes, ook degene die jij in je huis hebt ingezet, je wifi-wachtwoord onversleuteld hebben opgeslagen. Iemand die een van je ontwikkelbordjes steelt, kan hier dus je wifi-wachtwoord uit ontfutselen en zo in je netwerk inbreken. Dit is ook iets om mee rekening te houden als je een defect ontwikkelbordje weggooit: hier kunnen nog allerlei gevoelige gegevens uitgehaald worden. Als je het flashgeheugen niet kunt overschrijven of vernietigen, dan zit er niet anders op dan het bordje bij je te houden tot je je wifi-wachtwoord hebt veranderd.

Flashgeheugen uitlezen

Het flashgeheugen van een ESP8266 of ESP32 uitlezen is even eenvoudig als er firmware naar schrijven. Dat doe je met het programma esptool. Als je de programmeertaal Python hebt geïnstalleerd en de bijbehorende pakketbeheerder pip, dan installeer je esptool eenvoudig met de opdracht:

pip3 install esptool

Sluit nu je ESP8266- of ESP32-ontwikkelbordje via een usb-kabel op je computer aan en identificeer de chip met:

esptool.py flash_id

Je krijgt dan iets te zien als:

esptool.py v3.1

Found 1 serial ports

Serial port /dev/ttyUSB0

Connecting....

Detecting chip type... ESP8266

Chip is ESP8266EX

Features: WiFi

Crystal is 26MHz

MAC: 2c:3a:e8:10:db:a3

Uploading stub...

Running stub...

Stub running...

Manufacturer: ef

Device: 4016

Detected flash size: 4MB

Hard resetting via RTS pin...

Je ziet dat het hier om een ESP8266EX gaat en dat die 4 MB flashgeheugen heeft. Dat laatste is belangrijk als je het hele flashgeheugen wilt uitlezen. Dat doe je nu met de volgende opdracht:

esptool.py read_flash 0x0 0x400000 esp8266.bin

Deze opdracht leest het flashgeheugen van adres 0 tot 0x400000 (hexadecimaal voor 4 MB) uit en slaat dit op in het bestand esp8266.bin.

©PXimport

Firmware analyseren

Je hebt nu een kopie van de firmware die op je ESP8266 draait en deze kun je verder op je computer analyseren. Als je op een Linux-computer werkt, is de tool strings meestal standaard geïnstalleerd (onderdeel van het pakket binutils): die toont je alle leesbare tekenreeksen in een binair bestand. In Windows maakt een gelijknamig en bijna identiek programmaonderdeel uit van Windows Sysinternals.

Je past het als volgt toe in een opdrachtvenster:

strings esp8266.bin

Toen we dit toepasten op ESPHome-firmware in onze ESP8266, vonden we onmiddellijk de SSID en wachtwoord van ons wifi-netwerk. Die kwamen zelfs bij herhaling voor in het bestand.

De opdracht strings is ook handig om te weten te komen met wat voor soort firmware je te maken hebt. Je ziet er snel functieaanroepen, versienummers en zelfs volledige html-code van een ingebouwde webinterface.

Via een entropiegrafiek krijg je een idee in welk deel van de firmware iets versleuteld is

-

Binwalk

Als je wat meer informatie te weten wilt komen over de structuur van het firmwarebestand, is het programma binwalk handig. Dit scant de inhoud van een firmwarebestand op bepaalde signatures, en zo kan het bestandssystemen of bestanden in de firmware detecteren en zelfs uitpakken.

Stel dat je binwalk uitvoert op een firmwarebestand en je krijgt het volgende te zien:

2837765 0x2B4D05 JPEG image data, EXIF standard

Dan weet je dat op adres 0x2B4D05 een jpeg-bestand start. Hoe haal je dit nu uit de firmware? Je kunt eenvoudig alle herkende bestandstypes extraheren met de opdracht:

binwalk -e firmware.bin

Je kunt het extraheren ook beperken tot een specifiek type data waarin je geïnteresseerd bent:

binwalk -D jpeg firmware.bin

Een andere nuttige functie van binwalk is de berekening van entropie (wanorde):

binwalk -E firmware.bin

Dit toont een grafiek met op de horizontale as de geheugenadressen en op de verticale as de entropie van 0 tot 1.

Entropie is een maat voor wanorde of willekeur. De geheugengebieden waar de entropie 0 is, zijn gebieden waar dezelfde byte (bijvoorbeeld 0x00 of 0xFF) herhaald wordt. Gebieden waar de entropie 1 is, bevatten volledig willekeurige bytes. Meestal is dat een teken dat deze gebieden versleuteld zijn. Licht de entropie dicht tegen 1 en schommelt die wat, dan is het gebied waarschijnlijk gecomprimeerd. En zie je dat een specifiek gebied een merkelijk lagere entropie heeft dan andere gebieden, dan weet je dat hierin veel herhaling voorkomt. De entropiegrafiek is dus een handige manier om te onderzoeken welke geheugengebieden in de firmware extra aandacht verdienen.

©PXimport

ImHex

Een grafisch programma om firmware te analyseren is ImHex, het is een hexeditor voor reverse-engineering. Het programma is te downloaden voor Windows, Linux en macOS. Open je firmwarebestand in ImHex en vink in het menu View de weergaven aan die je wilt zien.

Met Hex editor krijg je de data in het bestand te zien, met links de hexadecimale waardes van de bytes en rechts de overeenkomstige leesbare tekens die deze bytes als hun ASCII-code hebben. Met Strings kun je ImHex laten zoeken naar leesbare tekenreeksen van een opgegeven minimumlengte.

©PXimport

Chips identificeren

Niet alle elektronica heeft een eenvoudige seriële aansluiting via usb. Vaak moet je specifieke pinnen of testpunten op een printplaatje verbinden om het geheugen van de microcontroller uit te lezen. Als je geen technische documentatie over het product vindt, dien je eerst de chip te identificeren. Een vergrootglas of een digitale microscoop kan hierbij helpen. Zelf proberen we dit uit met een bluetooth-beacon dat we op AliExpress hadden gekocht.

Wanneer we de chip onder de microscoop leggen, zien we duidelijk dat het om een nRF51822 van Nordic Semiconductor gaat, een populaire ARM-chip met bluetooth-ondersteuning. Er lopen ook duidelijke sporen van de pinnetjes aan de zijkant van de chip naar een rij met testpunten. We willen vervolgens te weten komen waarvoor die testpunten dienen, en of ze ons kunnen helpen om het geheugen van de processor uit te lezen.

©PXimport

Testpunten identificeren

Om de pinnetjes van een microprocessor te identificeren, moeten we in de datasheet van de processor duiken. We zoeken in het InfoCenter van Nordic Semiconductor naar de product specification van de nRF51822. Op pagina 11 vinden we de pinnen van de QFN48-uitvoering van de nRF51822. De labels op de chip begint met QF, net zoals bij ons exemplaar.

Let op het zwarte bolletje in de linkerbovenhoek op de afbeelding met de pintoewijzing (zie boven/onder/plaatsaanduiding). Dit komt overeen met het bolletje op de chipbehuizing op je printplaatje. Oriënteer de chip hetzelfde. Je ziet dan in de afbeelding dat de pin rechtsonder in de onderste rij SWDCLK is en links ernaast SWDIO. Helemaal links zie je VSS, wat de negatieve spanning is (GND). In het rijtje pinnen links zie je twee keer VDD, de positieve spanning. Met deze vier pinnen weten we genoeg om verder te gaan. We hoeven alleen de sporen van die pinnen naar de overeenkomende testpunten te volgen. Voor SWDCLK en SWDIO is dat eenvoudig te zien: dat zijn de twee testpunten aan de rechterkant van de rij.

©PXimport

Serial Wire Debug (SWD)

De nRF51822 is een ARM Cortex-M0 32bit-processor, uitgerust met Serial Wire Debug (SWD). Dit is een debugpoort waarover kleinere ARM-processoren wel vaker beschikken. Ze bestaat uit twee pinnen (SWDIO en SWDCLK of ook wel SWCLK), en dan uiteraard nog een voedingspin en GND. Via SWDIO worden de data uitgewisseld, terwijl SWDCLK het kloksignaal vervoert.

Er is geen algemeen geldende standaardlay-out voor de SWD-pinnen, dus die zul je moeten uitzoeken. Op de meeste printplaatjes in commerciële producten zullen er geen labels bij de pinnen afgedrukt zijn. Zo ook bij het bluetooth-beacon dat we onderzochten. Maar als je de testpunten eenmaal geïdentificeerd hebt, is het een kwestie van een SWD-debugger op de correcte testpunten aan te sluiten.

Positieve en negatieve spanning identificeren

De SWDIO- en SWDCLK-testpunten hebben we al geïdentificeerd, terwijl VDD en GND moeilijker te identificeren zijn. Daarvoor heb je een multimeter nodig. Maar eerst moet je het printplaatje goed fixeren, zodat je er eenvoudig met meetpennen spanningen op kunt meten. Wij zijn zelf fan van de PCBite Kit van Sensepeek. Je plaatst twee of meer standaarden magnetisch op een metalen onderplaat, en bovenaan de standaarden klem je het printplaatje vast.

Plaats de batterij nu in het bluetooth-beacon. Het apparaatje start op en begint bluetooth-signalen uit te zenden. De SWD-testpunten hebben we al geïdentificeerd, dus nu is het enkel belangrijk om VDD en GND te vinden. Stel je multimeter in op een gelijkspanningsbereik rond 3 V, leg de zwarte meetpen van de multimeter op één testpunt en de rode op een ander testpunt. Zodra je een continue spanning van 3,3 V tussen beide punten meet, weet je dat het testpunt met de zwarte meetpen GND is en het testpunt met de rode meetpen VDD. Je hebt nu alle vier de benodigde testpunten geïdentificeerd.

©PXimport

SWD-debugger aansluiten

Om met deze testpunten te verbinden, heb je een SWD-debugger nodig. Wij gebruiken de Black Magic Probe, een JTAG- en SWD-debugger voor ARM Cortex-microcontrollers (Cortex-M en Cortex-A). In tegenstelling tot vele andere SWD-debuggers heb je hiervoor geen speciale software nodig, alleen gdb uit de GNU Arm Embedded Toolchain. Deze kun je op de website van ARM downloaden voor Windows, Linux en macOS.

Voor dit soort bewerkingen op printplaatjes met testpunten is de combinatie van de Black Magic Probe met de testnaalden van de PCBite Kit ideaal. Deze testprobes hebben een heel dunne naald die je op het kleinste testpunt laat rusten en die dan door het gewicht op de juiste plaats blijft liggen. De arm blijft magnetisch op de metalen onderplaat bevestigd. Aan de kop met de testnaald zijn twee pinnen te vinden waarop je jumperwires kunt aansluiten. De andere kant van de jumperwires sluit je aan op de overeenkomstige pinnen van het 7-pins JTAG-adapterbordje waarmee de Black Magic Probe wordt geleverd. Sluit SWDIO aan op TMS/SWDIO, SWDCLK op TCK/SWCLK, VSS op GND en VDD op VCC/tVref.

©PXimport

Continuïteit testen

Soms zijn er meerdere testpunten voor VDD of GND. Je kunt die eventueel nog identificeren door je multimeter in de continuïteitsstand te zetten en één meetpen op een bekend testpunt te zetten en met de andere meetpen onbekende testpunten aan te raken. Laat de multimeter een bliepje horen, dan weet je dat beide testpunten op dezelfde spanning staan omdat ze intern verbonden zijn. Wie weet vind je zo nog een handiger testpunt voor VDD of GND.

De Black Magic Probe en de PCBite Kit vormen de ideale combinatie

-

SWD in GDB

Sluit nu de usb-poort van de Black Magic Probe aan op je computer en kijk welke COM-poort (in Windows) of welk TTY-apparaat (in Linux of macOS) eraan wordt toegekend. De Black Magic Probe geeft zich uit voor twee seriële apparaten: een voor SWD en een voor UART. Start nu de ARM-versie van gdb en verbind met de gdb-server op de Black Magic Probe met de opdracht:

arm-none-eabi-gdb -ex "target extended-remote /dev/ttyACM0"

Gebruik het juiste apparaatbestand voor jouw situatie. Scan daarna in de debugger naar een SWD-apparaat:

monitor swdp_scan

Als je het volgende ziet in het opdrachtvenster, dan heb je geen correcte verbinding met een of meer van de testpunten:

Target voltage: 0.0V

SW-DP scan failed!

Kijk alles dan nog eens na. Mogelijk ligt een van de testnaalden net naast een testpunt.

Je zou iets moeten zien als:

Target voltage: 3.1V

Available Targets:

No. Att Driver

1 Nordic nRF51 M0

Verbind dan met doel 1:

attach 1

De waarschuwing die je dan krijgt, mag je negeren.

Firmware uitlezen via SWD

Je wilt nu de firmware uit het geheugen uitlezen en naar een bestand schrijven. In de productspecificatie van de nRF51822 vinden we dat het flashgeheugen van de microcontroller 256 of 128 KB groot is. Voor de nRF51822-QFAA is dat 256 KB. Dan lezen we de eerste 256 KB van het geheugen uit, omdat de code zich volgens de memory-map in de productspecificatie aan het begin bevindt:

dump binary memory nrf51822-beacon.bin 0x000000 0x040000

Als je een foutmelding krijgt dat je het geheugen niet kunt uitlezen, dan heeft de fabrikant de leesbeveiliging van de nRF51822 ingeschakeld. Er zijn manieren om dit te omzeilen en er bestaan tools die je daarmee helpen, maar dat zou te ver gaan in dit artikel. Zoek maar eens op nRF51822 Read Back Protection Configuration of RBPCONF.

Verlaat nu gdb met quit en bevestig dat je het doel wilt afkoppelen.

Firmware disassembleren met ImHex

Nu kun je het opgeslagen firmwarebestand weer openen met ImHex. In plaats van tekenreeksen te zoeken, gaan we nu de machinecode disassembleren. Kies daarvoor in het menu View de Disassembler View. Vul bij Code region het adresbereik in van 0 tot 3FFFF. Kies bij Settings als architectuur ARM32, Little Endian, Thumb mode en Cortex-M mode.

Klik op Disassemble, waarna je de firmware te zien krijgt als assembler, een min of meer leesbare vorm van machinecode. Je kunt hetzelfde overigens ook op de opdrachtregel doen met de opdracht arm-none-eabi-objdump uit de GNU Arm Embedded Toolchain:

arm-none-eabi-objdump -D -bbinary -marm nrf51822-beacon.bin -Mforce-thumb > nrf51822-beacon.s

Het resultaat vind je in het bestand nrf51822-beacon.s.

Een complete analyse van de code gaat te ver in dit artikel, maar in principe kun je hier nu ook code gaan aanpassen, het firmwarebestand opslaan en daarna de aangepaste firmware met de Black Magic Probe via SWD weer naar het flashgeheugen van de chip schrijven.

©PXimport

Een kleine puls schakelt de leesbeveiliging van de nRF52832 uit

-

Apple AirTags reverse-engineeren

Een groot deel van hardware-hacken bestaat uit het reverse-engineeren van de hardware en de firmware/software die erop draait. Een goed voorbeeld hiervan vind je op de webpagina Apple AirTag Reverse Engineering van Adam Catley. Hierop heeft de beveiligingsonderzoeker alle informatie verzameld die hij over de AirTag heeft gevonden, ook van andere onderzoekers.

Interessant aan de AirTag is dat Apple gebruikmaakt van de functie Access Port Protection (APPROTECT) van de nRF52832-chip, een geavanceerdere bescherming tegen het uitlezen van het interne flashgeheugen via de SWD-poort dan RBPCONF bij de nRF51822. Maar net zoals RBPCONF is ook APPROTECT niet onfeilbaar. Hacker LimitedResults vond in 2020 een manier om APPROTECT te omzeilen.

De truc zit erin om het hardware-initialisatieproces dat de bescherming van het flashgeheugen instelt, tijdens het opstarten uit te schakelen. Dat gebeurt door enkele condensatoren van het printplaatje te verwijderen en op het juiste moment een kleine puls aan te brengen op de juiste pin. Op die manier slaagde hacker Ghidra Ninja erin om het flashgeheugen van de AirTag volledig uit te lezen.

AirTag inbouwen

Adam Catley is nog verder gegaan en hij heeft een AirTag volledig gedemonteerd en in een afstandsbediening ingebouwd. Door de demontage van de behuizing krimpt de diameter van 32 mm tot 26 mm en de hoogte van 8 mm tot 3,3 mm, waardoor het in heel wat apparaten in te bouwen is.

In zijn afstandsbediening krijgt de AirTag stroom via de batterij van de afstandsbediening. De volledige functionaliteit van de AirTag blijft behouden en de ingebouwde microfoon werkt zelfs nog beter omdat de behuizing van de afstandsbediening als diafragma werkt.

©PXimport

BitLocker-decryptiesleutel uit TPM-chip halen

Onderzoekers van de Dolos Group slaagden er onlangs in om de BitLocker-decryptiesleutel uit een TPM-chip te halen van een versleutelde laptop. De onderzoekers merkten dat er geen pincode werd gevraagd, dus de communicatie met de TPM-chip afluisteren zou voldoende moeten zijn om de decryptiesleutel te onderscheppen. In de datasheet zagen de onderzoekers dat de TPM-chip via Serial Peripheral Interface (SPI) communiceerde.  Omdat de pinnetjes van de TPM-chip zelf te klein waren voor een stabiele verbinding, gingen ze op zoek naar andere SPI-chips in de buurt, omdat er vaak meerdere chips op dezelfde SPI-bus aangesloten zijn. Zo vonden ze een CMOS-chip in SOIC-8-formaat en op die grote pinnen konden ze eenvoudig hun logic analyzer aansluiten. Ze registreerden nu alle data die over de SPI-bus gingen tijdens het opstarten van de laptop en haalden de sleutel eruit met het script bitlocker-spi-toolkit.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.

▼ Volgende artikel
Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken
© ID.nl
Huis

Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken

Vroeg of laat moet je bepaalde informatie digitaal delen. Denk aan contracten, medische gegevens of vertrouwelijke rapporten. Dat is vaak ook precies het moment waarop het mis kan gaan. Eén foutieve klik en je bestand belandt in verkeerde handen. Gelukkig zijn er slimme en relatief eenvoudige manieren om het risico te beperken, zonder paranoïde toestanden.

Wat gaan we doen

In deze workshop leer je stap voor stap hoe je gevoelige informatie digitaal kunt delen zonder risico. We laten zien hoe je metadata verwijdert, bestanden versleutelt met 7-Zip en toegang beperkt via OneDrive. Ook ontdek je hoe je e-mails extra beveiligt met Outlook, Gmail of Proton Mail. Zo weet je precies welke methode het beste past bij jouw situatie en houd je vertrouwelijke documenten echt vertrouwelijk.

Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie terechtkomt bij onbevoegden, gebruik je bij voorkeur een combinatie van beveiligingsmaatregelen. Versleutel je bestanden vóór verzending, gebruik wachtwoorden of toegangsrechten en kies voor veilige overdrachtsdiensten in plaats van standaardmail. Beperk daarnaast de toegang tot enkel de juiste personen of groepen. Zo houd je je data echt privé, ook na verzending. 

Metadata verwijderen

Welke versie van Windows je ook gebruikt: als je gevoelige bestanden deelt, is het verstandig om eerst de metadata te wissen. Wanneer je een bestand aanmaakt, slaat het systeem automatisch extra gegevens op, zoals de naam van de auteur, de datum van de laatste wijziging, de computernaam en meer. Deze metadata kunnen onbedoeld gevoelige informatie prijsgeven.

Gelukkig kun je deze metadata in Windows Verkenner eenvoudig verwijderen. Navigeer naar het bestand dat je wilt delen. Klik er met de rechtermuisknop op en kies Eigenschappen. Of gebruik de toetscombinatie Alt+Enter. Ga naar het tabblad Details. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. Hier kun je ook de optie Maak een kopie waarbij alle mogelijke eigenschappen zijn verwijderd selecteren. Bevestig met OK. Hierdoor ontvang je een kopie van het bestand zonder de metadata.

Je kunt ook selectief de metadata selecteren die je wilt verwijderen.

➡️7-Zip

Installeren

Ben je van plan om een bestand via internet te versturen? Dan is versleuteling een slimme zet. Door een bestand te versleutelen, voorkom je dat onbevoegden toegang krijgen tot de inhoud, zelfs als ze dat per ongeluk in handen krijgen. Hoewel Windows 11 zelf versleutelingsopties biedt, zijn die alleen bedoeld voor lokale opslag en dus niet geschikt voor bestanden die je wilt delen. Gebruik daarom een externe tool zoals 7-Zip, een gratis, opensource-programma dat uitstekend werkt voor veilige compressie én encryptie.

7-Zip installeer je via de Opdrachtprompt: Open het Startmenu en zoek naar Opdrachtprompt. Klik met de rechtermuisknop op het resultaat en kies Als administrator uitvoeren. Typ de volgende opdracht en druk op Enter: winget install --id 7zip.7zip.

De tool wordt automatisch gedownload en geïnstalleerd. Zodra 7-Zip klaarstaat, kun je je bestand inpakken in een met een wachtwoord beveiligd archief (7z of zip) met sterke AES-256-encryptie. Op die manier kun je het bestand veilig versturen, bijvoorbeeld via e-mail of een cloudservice, mits je het wachtwoord apart en veilig deelt.

Installeer 7-Zip via de Opdrachtprompt.

Versleutelen

Om 7-Zip te starten, zoek je via Startmenu naar 7-Zip File Manager. Open de app en navigeer naar het bestand dat je wilt beveiligen. Selecteer dat en klik op de groene knop Toevoegen. Onderaan, in het gedeelte Versleuteling, vul je een wachtwoord in om het bestand te beveiligen. Typ het wachtwoord twee keer ter bevestiging.

Je kunt ervoor kiezen om het wachtwoord zichtbaar te maken, zodat je zeker weet dat je geen typfouten maakt. Daarnaast kun je ook de bestandsnaam versleutelen. Dat zorgt ervoor dat zelfs de naam van het bestand niet meer herkenbaar is, wat de inhoud extra goed afschermt voor nieuwsgierige ogen. Het resultaat is een versleuteld archiefbestand - een soort digitale container - dat alleen geopend kan worden met het ingestelde wachtwoord.

Standaard blijft het originele, niet-versleutelde bestand behouden. Wil je dat automatisch laten verwijderen? Vink dan in het venster Toevoegen aan archief de optie Bestanden na inpakken verwijderen aan. Zo blijft enkel de beveiligde versie over.

Voer een wachtwoord in om de container te beveiligen.

Uitpakken

Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof het bestand niet aan een programma is gekoppeld, maar 7-Zip herkent het formaat en pakt het zonder problemen uit. Houd er rekening mee dat de ontvanger ook over 7-Zip moet beschikken om het versleutelde archief te openen.

Deze opent het bestand in 7-Zip, selecteert het en klikt op de knop Uitpakken. Daarna vraagt 7-Zip waar het uitgepakte bestand moet worden opgeslagen en voert de ontvanger het juiste wachtwoord in. Stuur het wachtwoord nooit samen met het bestand. Verstuur het wachtwoord via sms, telefoon of een ander chatplatform.

Geef aan waar de container wordt uitgepakt en voer het wachtwoord in.

Versleutelen en splitsen

Wil je nog een extra beveiligingslaag toevoegen? Dan kun je het bestand niet alleen versleutelen met 7-Zip, maar ook opsplitsen in meerdere delen. Vervolgens kun je elk deel apart versturen, eventueel zelfs op verschillende momenten of via verschillende kanalen.

Open opnieuw 7-Zip en voeg het bestand toe dat je op deze manier wilt beveiligen. Stel een encryptiewachtwoord in en bevestig dat. In het veld Opsplitsen in volumes, bytes kies je de gewenste bestandsgrootte per deel. Dit is vooral handig voor grote bestanden. Stel dat het originele bestand 40 MB groot is. Als je 10 MB opgeeft, maakt 7-Zip er automatisch vier gelabelde delen van.

Voor maximale veiligheid kun je elk deel via een andere dienst of e-mailaccount verzenden. De ontvanger selecteert alle delen in 7-Zip (houd hiervoor de Ctrl-toets ingedrukt tijdens het aanklikken) en kiest daarna Uitpakken. Zodra het juiste wachtwoord wordt ingevoerd, worden de delen automatisch samengevoegd en ontsleuteld.

Op deze manier wordt het bestand opgesplitst in pakketten van maximaal 10 MB.

➡️OneDrive

Machtigingen

Met OneDrive stel je eenvoudig machtigingenin waarmee je bepaalt wie er toegang krijgt tot het bestand dat je eerder met 7-Zip hebt versleuteld. Het delen kun je op elk moment weer stopzetten. Open OneDrive via verkenner en navigeer naar de map waarin de versleutelde container staat. Klik met de rechtermuisknop op het bestand en kies voor Delen.

In het pop-upvenster voer je het e-mailadres in van de persoon met wie je het bestand wilt delen. Je kunt ook meerdere e-mailadressen of een mailgroep invoeren. Klik vervolgens op het potloodicoon om aan te geven of de ontvanger het bestand mag Bewerken of Alleen mag bekijken. Ben je klaar? Klik dan op Verzenden. De ontvanger krijgt een e-mail met een link om het bestand te downloaden.

Mag de ontvanger het bestand alleen lezen of mag hij het ook wijzigen?

➡️Outlook

E-mailversleuteling

Heb je een Microsoft 365-abonnement? Dan kun je gebruikmaken van de ingebouwde versleutelfunctie in Outlook om je e-mails en bijlagen extra te beveiligen.

Open de Outlook-app en klik op Nieuwe e-mail om een nieuw bericht op te stellen.Ga eventueel naar het tabblad Invoegen en kies Bestand bijvoegen.Selecteer via Op deze computer zoeken het gewenste bestand en klik op Openen.

Daarnaga je naar het tabblad Opties bovenaan het Lint.Klik op de knop Versleutelen. Je kunt hier ook kiezen uit verschillende beveiligingsniveaus.Maak je bericht af zoals gewoonlijk en klik op Verzenden.De e-mail wordt nu automatisch versleuteld verstuurd. De inhoud is onderweg beschermd en kan alleen worden geopend door de bedoelde ontvanger.

Gebruik de knop Versleutelen in het tabblad Opties.

Beveiligingsopties

Onder de knop Versleuteling zie je drie opties als je een Microsoft 365 Family- of Personal-abonnement gebruikt. De eerste optie is Niet doorsturen. Hierdoor blijft je bericht versleuteld binnen Microsoft 365 en kan de ontvanger het niet kopiëren of naar anderen doorsturen. Kies je Versleutelen, dan kunnen ontvangers met een Outlook.com- of Microsoft 365-account de bijlagen downloaden vanuit Outlook.com of de mobiele Outlook-app.

Wie een andere e-mailclient gebruikt, zoals Gmail, Thunderbird of Apple Mail, ontvangt een bericht dat er een Microsoft Office 365-versleutelde e-mail op hem wacht. Als de ontvanger op de link Bericht lezen klikt, dan schakelt hij naar het Microsoft 365 Portal voor berichtversleuteling en daar moet hij zich aanmelden met een eenmalige wachtwoordcode. Die code ontvangt hij in zijn e-mailclient en daarmee kan hij dan het bericht op de portal openen.

De derde optie is Geen machtiging ingesteld en daarmee verwijder je eerdere machtigingen. De versleutelfunctie in Outlook is ideaal voor wie snel en zonder technische omwegen gevoelige informatie wil delen binnen een professionele context. Je hoeft geen extra tools te installeren.

Gebruikt de ontvanger geen Outlook, dan wordt hij verwezen naar de Microsoft 365 Portal.

➡️Gmail

Vertrouwelijke modus

De extra beveiliging in Gmail heet Vertrouwelijke modus. Hiermee versleutel je je berichten, zodat alleen de bedoelde ontvanger ze kan lezen, zelfs als iemand anders toegang krijgt tot diens mailbox. Klik op Opstellen om een nieuw bericht te maken. Vul het e-mailadres van de ontvanger in, kies een onderwerp en typ je bericht. Voor je op Verzenden klikt, activeer je de extra beveiliging. Onderaan het berichtvenster zie je een aantal grijze knoppen. Helemaal rechts staat een pictogram van een slot met een wijzerplaat. Klik daarop om de Vertrouwelijke modus in te schakelen.


Gebruik je de mobiele app? Tik dan op de drie puntjes rechtsboven en kies daar het slotje. Ontvangers kunnen deze mail vervolgens niet doorsturen, kopiëren, afdrukken of downloaden. Er verschijnt ook een pop-upvenster waarin je de vervaltijd van het bericht instelt. Je kunt kiezen uit: 1 dag, 1 week, 1 maand, 3 maanden of 5 jaar. Na afloop van de gekozen periode verdwijnt het bericht automatisch uit de postbus.

Terwijl je de vervaltijd instelt, zie je ook de exacte einddatum.

Sms-beveiliging

In hetzelfde pop-upvenster kun je een extra beveiligingslaag toevoegen via de optie Toegangscode vereisen. Vink hier de optie Sms-toegangscode aan. De ontvanger kan het bericht dan pas lezen nadat hij of zij een code invoert die via sms op de mobiele telefoon wordt bezorgd. Hiermee voeg je een tweede beveiligingsfactor toe, wat het voor een indringer vrijwel onmogelijk maakt om toegang te krijgen. Die moet immers niet alleen de mailbox, maar ook de sms-berichten van de ontvanger onderscheppen. Dat is een bijzonder lastige combinatie.

Klik op Opslaan en vervolgens op Verzenden. Op dit moment kun je eventueel nog de vervaltijd van het bericht aanpassen. Dan verschijnt er nu een tweede pop-upvenster waarin je het telefoonnummer van de ontvanger moet invoeren. Klik opnieuw op Verzenden. De ontvanger krijgt vervolgens een e-mail met daarin een knop om het vertrouwelijke bericht in de browser te openen. Is sms-verificatie ingeschakeld? Dan ziet de ontvanger ter bevestiging de laatste twee cijfers van zijn of haar gsm-nummer. Na een klik op Send passcode wordt de toegangscode per sms verstuurd.

Voer het gsm-nummer in van de ontvanger.

Lees ook: 20 (écht) onmisbare tips voor Gmail

Documenten ondertekenen op je iPhone? Zo maak je een handtekening aan

View post on TikTok

➡️Proton Mail

Zwitserse veiligheid

De grote mailproviders maken er geen geheim van dat ze het e-mailverkeer scannen. Volgens eigen zeggen doen ze dat om hun dienstverlening te verbeteren. Daarbij richten ze zich vooral op de metadata van berichten: wie met wie communiceert, wanneer en hoe vaak. Ben je op je privacy gesteld, dan geeft dit idee een onbehaaglijk gevoel, zeker wanneer het om vertrouwelijke informatie gaat.

In dat geval kun je overstappen naar een ultraveilige aanbieder zoals Proton Mail (https://proton.me), een dienst die privacy centraal stelt. De servers staan in Zwitserland, waardoor de dienst onderworpen is aan een van de strengste privacywetgevingen ter wereld. Proton Mail werkt standaard met end-to-end-encryptie. Bij gewone e-mails is de verbinding tussen jou en de server meestal wel versleuteld met TLS (Transport Layer Security), maar de e-mail zelf wordt op de server in leesbare vorm opgeslagen.

End-to-end-encryptie (E2EE) bij e-mail betekent dat alleen de afzender en de beoogde ontvanger de inhoud van het bericht kunnen lezen. Zelfs de e-maildienst zelf kan niet zien wat er in de e-mail staat, omdat de versleuteling pas wordt verwijderd op het toestel van de ontvanger.

De gratis versie, Proton Free, biedt dezelfde sterke beveiliging als de betaalde formules, maar met enkele beperkingen. Je beschikt over één e-mailadres en 1 GB e-mailopslag. Daar staat tegenover dat je volledig reclamevrij werkt, niet gevolgd wordt en je berichten niet worden geanalyseerd of gelogd. Wie meer nodig heeft, kan upgraden naar een betaald abonnement, zoals Mail Plus (3,99 euro per maand bij jaarlijkse betaling).

Bij Proton Mail geniet je van end-to-end-versleuteling, wachtwoordbeveiliging en automatische verwijdering.


Zeg je Zwitsers en handig, dan zeg je …

Zakmessen!