ID.nl logo
Zo gebruik je twee besturingssystemen op één pc
© PXimport
Zekerheid & gemak

Zo gebruik je twee besturingssystemen op één pc

Je hebt al een aantal Windows-versies zien passeren en je bent dit besturingssysteem altijd trouw gebleven. Tegelijk groeit de nieuwsgierigheid naar die eeuwige rivaal Linux. Daar wil je best wel mee experimenteren, maar je vertrouwde Windows10-omgeving overboord gooien is voor jou geen optie. Dat hoeft ook niet, want Linux laat zich netjes naast Windows installeren op dezelfde pc, virtueel of fysiek.Zo gebruik je twee besturingssystemen op één pc.

Tip 01: Hypervisor

We gaan ervan uit dat je met Windows 10 werkt en dat dit ook je primaire OS moet blijven. Daarnaast wil je nu met een andere Windows-versie of met een Linux-distributie aan de slag. De veiligste manier om dat te doen is door het extra OS te virtualiseren. Het OS denkt dan dat het op de gewone manier op een machine is geïnstalleerd en dat het de pc voor zich alleen heeft. Het OS is echter door een zogenoemde hypervisor of virtuele machine manager (vmm) als het ware ingekapseld in een afgeschermde omgeving. Het OS blijft netjes binnen die gevirtualiseerde omgeving en komt in principe niet in het vaarwater van je normale, fysiek geïnstalleerde besturingssysteem. In dit artikel gaan we aan de slag met de gratis hosted hypervisor VirtualBox. Hosted betekent dat de hypervisor een reeds geïnstalleerd OS (host) nodig heeft om te kunnen functioneren. In ons en jouw geval is dat dus Windows 10. Overigens kan VirtualBox ook wel op andere platformen worden geïnstalleerd, met name macOS, Linux en Solaris. Je vindt VirtualBox hier, waar je op Downloads / Windows hosts klikt.

©PXimport

Tip 02: Iso’s

We gaan zo dadelijk aan de slag met VirtualBox maar laten we alvast het beoogde besturingssysteem in huis halen. Het maakt eigenlijk niet zoveel uit welke Linux-distributie je downloadt, maar wij nemen het populaire Ubuntu als voorbeeld. Je vindt het schijfkopiebestand met de extensie iso van Ubuntu Desktop LTS hier, een fikse download van haast 2 GB. Even googelen zet je ook snel op weg naar iso-bestanden van andere distributies, zoals Elementary of Linux Mint.

Wie het toch meer op andere Windows-versies in plaats van Linux heeft begrepen, kan de portable Microsoft Windows and Office ISO Download Tool ter hulp roepen. Open hier het tabblad Windows en selecteer de gewenste versie (7, 8.1 of 10), systeemtype (32 of 64 bit) en taal. Bevestig je keuzes en haal het iso-bestand op.

©PXimport

Tip 03: Virtuele machine

Zodra je VirtualBox hebt geïnstalleerd, bij voorkeur met alle voorgestelde onderdelen, kun je de tool opstarten, waarna je in de beheermodule belandt. Hier valt echter nog niets te beheren, aangezien je nog geen virtuele machine (vm) hebt gecreëerd. Druk daarom op de knop Nieuw en vul een geschikte naam in voor je vm, bijvoorbeeld Windows 7 of Ubuntu 18.04. Selecteer het correcte OS Type, zoals Microsoft Windows of Linux, en de juiste Versie, zoals Windows 7 (64-bit) of Ubuntu (64-bit). Bij Machine Folder geef je aan waar je vm mag terecht komen. Druk op Volgende en stel de gewenste hoeveelheid geheugen voor je vm in. Houd er wel rekening mee dat dit geheugen van je host-systeem zal afgaan zolang je vm actief is. Druk nogmaals op Volgende, laat Maak nieuwe virtuele harde schijf nu aan geselecteerd en bevestig met Aanmaken. Je mag het standaardtype (VDI) geselecteerd laten. Druk op Volgende en selecteer Dynamisch gealloceerd. Dat houdt in dat de grootte van je virtuele schijf – die je in het volgende venster gaat bepalen – pas wordt ingenomen als dat in de praktijk nodig blijkt. Voor Ubuntu kom je al weg met pakweg 10 GB en voor Windows is dat bij voorkeur minstens 20 GB. Rond af met Aanmaken: de vm duikt nu in je beheermodule op.

Op vergelijkbare manier kun je nu nog andere vm’s creëren.

©PXimport

Tip 04: Installatie OS

Je hebt nu wel al een virtuele schijf maar daar moet je natuurlijk nog een virtueel OS op installeren. Selecteer je vm en druk op de groene pijl Starten. In het dialoogvenster klik je op het pictogram Kies een virtuele optische schijfbestand en verwijs je naar het iso-bestand van het beoogde OS. Zodra je op Start drukt begint de virtuele installatie van het OS. Voor Ubuntu ziet die er normaliter als volgt uit. Allereerst kies je de gewenste taal (Nederlands) en druk je op de knop Ubuntu installeren. Duid je Toetsenbordindeling aan en druk op Verder, rechtsonder het venster. Krijg je deze knop niet te zien, houd dan de titelbalk aangeklikt en sleep het installatievenster wat naar links. Duid aan of je een Normale installatie - inclusief kantoorsuite, spelletjes en mediaspelers - of een Minimale installatie wenst. Bevestig weer met Verder. Laat met een gerust hart Wis schijf en installeer Ubuntu geselecteerd – het gaat immers om een installatie op een lege virtuele schijf – en bevestig je keuze met Installeer nu en met Verder. Kies de juiste tijdzone en vul een gebruikersnaam en wachtwoord in. Als je dat wenst kun je hier Automatisch aanmelden selecteren. Bevestig met Verder om de eigenlijke installatie te starten.

©PXimport

De installatie van een Linux-distributie is behoorlijk rechttoe rechtaan

-

Tip 05: Guest additions

Na afloop klik je op Nu herstarten en wat later op de Enter-toets. Als het goed is, kun je je even later bij Ubuntu aanmelden en verschijnt de desktop. Wil je met de muiscursor omschakelen tussen je Windows- en je Ubuntu-desktop dan moet je wellicht even de rechter Ctrl-toets indrukken. De kans is echter groot dat de resolutie van je Ubuntu-desktop nog niet helemaal goed staat. Dat kun je verhelpen door de zogenoemde guest additions te installeren. Open helemaal bovenaan Apparaten, kies Invoegen Guest Additions CD-image, bevestig met Run en vul je wachtwoord in. Na de installatie sluit je de vm af - dat kan via Bestand / Sluiten / de machine uitzetten - en start je die weer op. Dat ziet er vast al heel wat beter uit en het switchen tussen beide desktops met de muis gaat nu ook al een stuk vlotter.

©PXimport

Tip 06: Snapshots

We hebben hier niet de ruimte om alle opties en mogelijkheden van VirtualBox uit te spitten, maar willen je toch nog een paar nuttige weetjes meegeven. Wil je bijvoorbeeld een usb-stick onder je virtuele Ubuntu beschikbaar maken, selecteer dan bovenaan Apparaten /USB en klik op het juiste apparaat. Erg handig is ook dat je op elk moment een snapshot van je vm kunt maken: kies Machine / Maak Snapshot.

Om naar een eerder gemaakt snapshot terug te keren sluit je de vm af en klik je met rechts op de vm in de beheermodule. Open het menu Machine en kies Tools / Snapshots. Selecteer het gewenste snapshot in het rechterpaneel en klik op Restore.

Verder heb je al opgemerkt dat de optie Instellingen je toelaat heel wat onderdelen van je vm verder te configureren, zoals Systeem, Beeldscherm, Opslag, Netwerk, Gedeelde mappen, enzovoort. De meeste mogelijkheden komen pas beschikbaar als je vm is afgesloten.

©PXimport

Een virtuele installatie biedt handige systeemsnapshots aan

-

Tip 07: Back-up

Over naar ons tweede scenario: een fysieke installatie van Ubuntu op een andere schijfpartitie. Je zult merken: de voorbereidingen voor zo’n installatie zijn duidelijk uitgebreider dan voor een virtuele installatie. Hoewel er in principe geen gegevens verloren gaan tijdens zo’n zogenoemde dualboot-installatie raden we je toch stellig aan eerst een complete systeemback-up van je Windows te maken. Dat kan met een gratis tool als EASEUS Todo Backup Free. Een schijfimage maken doe je als volgt. Klik op Disk/Partition Backup, plaats een vinkje bij de juiste Hard disk, duid een geschikte doellocatie aan bij Destination en bevestig met Proceed. Via Tools / Create Emergency Disk kun je voor de zekerheid meteen ook in een opstartbaar herstelmedium aannmaken.

©PXimport

Tip 08: Snel opstarten

Windows 10 verdraagt best een tweede besturingssysteem op de schijf, maar er is wel een ingebouwde functie die voor problemen kan zorgen: Snel opstarten. Die zorgt er immers voor dat Windows bij het afsluiten in een soort slaapstand gaat en als je in deze toestand een Linux-installatie opstart kan dat tot bestandscorruptie binnen Windows leiden. Met het oog op je dualboot-installatie schakel je deze functie daarom beter uit. Druk op Windows-toets en tik configuratie in. Start Configuratiescherm en kies Systeem en beveiliging / Het gedrag van de aan/uit-knoppen wijzigen (bij Energiebeheer). Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn en haal het vinkje weg bij Snel opstarten inschakelen. Bevestig met Wijzigingen opslaan.

©PXimport

Tip 09: Partitieruimte

Aangezien je Ubuntu op een aparte partitie wilt installeren moet je er natuurlijk wel zeker van zijn dat er voldoende schijfruimte beschikbaar is. Neemt je Windows-partitie of je datapartitie echter de complete schijf in, dan zit er weinig anders op dan de nodige ruimte vrij te maken. Druk op Windows-toets+R en voer diskmgmt.msc uit: het venster van het Schijfbeheer maakt je meteen duidelijk of je nog over voldoende niet-toegewezen ruimte beschikt – pak hem beet: bijvoorbeeld minstens 20 GB. Desnoods verklein je een bestaande partitie. Daartoe klik je met de rechtermuisknop op die partitie in de grafische weergave en kies je Volume verkleinen. Geef aan met hoeveel MB je de partitie wilt verkleinen, bij voorkeur minimaal 20000, en bevestig met Verkleinen.

Mocht het je om een of andere reden niet lukken met deze tool: er zijn ook externe, gratis tools als EaseUS Partition Master Free waarmee je het alsnog kunt proberen.

©PXimport

Tip 10: Bootmodus

We hebben al enkele voorbereidingen getroffen voor ons dual boot-opzet, maar het lastigste onderdeel is wellicht de ‘bootmodus’. Dat vereist enige toelichting. Er zijn in feite twee bootmodi: enerzijds uefi en anderzijds de klassieke bios- of csm-modus (compatibility support module). De meeste pc’s van de laatste jaren zijn weliswaar uitgerust met een uefi-bios, maar dat betekent niet noodzakelijk dat Windows daadwerkelijk ook in uefi-modus opstart.

Gezien er problemen kunnen opduiken als je besturingssystemen in twee verschillende bootmodi installeert, check je dus het beste eerst even in welke modus je Windows is geïnstalleerd. Start Windows op, druk op Windows+R en voer msinfo32 uit. In het Systeemoverzicht staat ook het item BIOS-modus. Staat hier UEFI bij dan start Windows op in uefi-bootmodus. In het andere geval staat hier Verouderd of Legacy.

De uefi-bootmodus biedt enkele voordelen ten opzichte van de klassieke bios-modus: zo’n systeem start iets sneller op, je kunt van schijven groter dan 2 TB booten en er is in principe geen bootmanager nodig voor een dualboot-installatie (zie ook tekstkader: ‘Opstarten’). Blijkt Windows echter in klassieke bios-modus op te starten, dan heb je theoretisch twee uitwegen: een makkelijke (je installeert ook Ubuntu in die modus) en een lastige (je herinstalleert Windows compleet in uefi-modus).

©PXimport

Installeer je besturingssystemen bij voorkeur met dezelfde bootmodus

-

Tip 11: Secure boot

Jammer, maar helaas: zelfs wanneer je Windows in de ‘moderne’ uefi-modus opstart kan er nog een probleem opduiken. Een paar regels lager bij Systeemoverzicht zie je namelijk de Status beveiligd opstarten. Staat die niet ingesteld op Ingeschakeld dan is de functie secure boot in ingeschakeld in je uefi-bios. Dat hoeft zeker niet problematisch te zijn – zeker niet bij sommige oude Linux-versies - maar sommige uefi-bios-versies durven dan automatisch op een legacy/csm-modus over te schakelen wanneer je een nieuw OS installeert. Nou kun je secure boot in je uefi-bios op zich wel activeren maar dan zal je Windows niet meer willen doorstarten. Ga daarom na of je uefi-bios een optie biedt om zo’n automatische omschakeling eventueel tegen te gaan. Hoe dan ook is het aan te raden om de bootmodus van het nieuwe OS meteen na de installatie te controleren. In Linux (Ubuntu) kan dat als volgt: klik in de desktop op Show applications / Terminal en voer de opdracht efibootmgr uit, bevestigd met de Enter-toets. Desnoods installeer je dit pakket snel even met sudo apt install efibootmgr. Levert dit commando uefi-bootvariabelen op dan is het OS in uefi-modus opgestart. In het andere geval krijg je een foutmelding (‘…not supported…’) te zien.

©PXimport

Tip 12: Live usb-stick

Alle nodige voorbereidingen en controles zijn inmiddels uitgevoerd. Hoog tijd nu om je bootmedium te creëren, waarbij een usb-stick wellicht het handigst werkt. Voor een (her?)installatie van Windows 10 ga je bij voorkuer aan de slag met de gratis Media Creation Tool maar voor andere OS’en zoals Ubuntu kan dat met de gratis tool Rufus. Stop een usb-stick van minstens 4 GB in je pc, start Rufus op en verwijs naar de stick. Bij Opstartselectie kies je Schijf of ISO-image (selecteren) en via de knop SELECTEREN verwijs je naar het iso-beeldbestand van Ubuntu (zie tip 02). Wat de Partitie-indeling betreft selecteer je voor de uefi-bootmodus de optie GPT en het Doelsysteem stel je vervolgens in op UEFI (geen CSM). Opteer je noodgedwongen (?) toch voor de klassieke bios of uefi/csm-modus, kies dan respectievelijk voor MBR en BIOS (of UEFI-CSM). Geef een geschikt volumelabel op en laat het Bestandssysteem en de Clustergrootte ingesteld op de standaardwaarden. Start het proces met STARTEN en met OK (twee maal). Zodra de melding ‘Klaar’ verschijnt mag je de knop Sluiten indrukken.

©PXimport

Tip 13: Dual boot

Eindelijk is het zover: het bootmedium is klaar om Ubuntu op je systeem te zetten. Plug je live Ubuntu-stick in de pc en zorg ervoor dat het toestel van dit medium opstart. De installatieprocedure is grotendeels dezelfde als die van een virtuele installatie (zie tip 04), maar als het goed is stelt Ubuntu deze keer vast dat Windows 10 al op je pc staat en komt de keuze Installeer Ubuntu naast Windows 10 beschikbaar. Selecteer bij voorkeur deze optie, tenzij je goed bekend bent met typische Linux-partitionering. In dit laatste geval kun je Iets anders kiezen en creëer je zelf de benodigde partities zoals root (/), swap en home. Bevestig met Installeer nu en met Verder. Nadat je dan de tijdzone hebt ingesteld en een naam en wachtwoord hebt ingevoerd, kun je de eigenlijke installatie starten. Na een herstart kun je dan met Ubuntu aan de slag.

©PXimport

Opstarten

Je zult merken: na de dual boot-installatie met een Linux-distributie als Ubuntu neemt bootmanager Grub het roer over en laat je kiezen tussen Windows 10 en Ubuntu. Heb je voor een uefi-bootmodus gekozen dan kun je het OS echter ook onafhankelijk van Grub selecteren. Je roept via een bepaalde sneltoets dan het bios-bootselect-menu op (raadpleeg desnoods de systeemhandleiding) en je selecteert het gewenste OS. Als je dat verkiest kun je de Windows-installatie ook een hogere prioriteit geven in de bootsequentie van het systeem-bios. Deze methode blijkt trouwens wel vaker een uitweg te bieden om grote Windows-updates probleemloos te laten installeren. Grub Je zult ook gemerkt hebben dat Grub na een tiental seconden standaard doorstart met Ubuntu. Wil je die wachttijd verkorten of heb je liever dat Windows 10 het standaard-OS wordt dan kun je het bootmenu van Grub aanpassen. Dat kan weliswaar vanuit de terminal maar het is veel makkelijker vanuit de grafische interface van een tool als Grub Customizer. Je dient dit pakket dan wel eerst even in Ubuntu te installeren. Open een Terminal-venster en voer achtereenvolgens de volgende commando’s uit: sudo add-apt-repository ppa:danielrichter2007/grub-customizer sudo apt update sudo apt install grub-customizer Bevestig met J en na afloop vind je de tool terug in de Ubuntu-desktop, bij Show applications. Start het programma op en open het tabblad Lijstconfiguratie. Met behulp van de pijltoetsen verplaats je items naar onderen of boven. Op het tabblad Algemene instellingen pas je de wachttijden in seconden aan en bij Weergave-instellingen kun je niet alleen lettertype en -kleuren aanpassen, maar is het tevens mogelijk een eigen afbeelding te uploaden die als achtergrond voor het Grub-startmenu moet dienen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Zo stel je jouw ideale keuken samen
© Andy Dean Photography
Huis

Zo stel je jouw ideale keuken samen

Natuurlijk is het belangrijk hoe een keuken eruitziet, maar het draait vooral om hoe je hem gebruikt. Een goede keuken sluit aan op jouw manier van koken en leven, met een logische indeling en keuzes die het dagelijks gebruik makkelijker maken. In dit artikel laten we zien hoe je stap voor stap tot een ontwerp komt dat echt bij je past – van de eerste schetsen tot het kiezen van werkbladen, apparatuur en grepen.

Zelf je keuken samenstellen? Dit is belangrijk:
  • Beschikbare ruimte
  • Je keukengewoontes
  • Werkhoogte
  • Opbergruimte
  • Materialen
  • Stijl
  • Apparatuur

Begin bij de ruimte en je gewoontes

Voordat je nadenkt over frontjes en kleuren voor je nieuwe keuken, kijk je naar de ruimte die je hebt. Is het een dichte keuken of is hij open en loopt hij naadloos door in je woonkamer? Hoeveel wandlengte is beschikbaar? Waar zitten de ramen, deuren en aansluitpunten? Het helpt om de plattegrond van je keuken op schaal te tekenen. Nog beter: gebruik een digitale tool waarmee je je ontwerp meteen in 3D ziet (zie kader verderop).

Daarna kijk je naar je eigen kookgedrag. Sta je vaak uitgebreid te koken of wil je vooral snel en makkelijk eten kunnen maken? Heb je veel spullen die opgeborgen moeten worden of houd je het graag minimalistisch? De antwoorden op die vragen bepalen welke indeling het best werkt: een rechte wandopstelling, een hoek, een U-vorm of juist een kookeiland.

Let bij het indelen op de zogeheten werkdriehoek. Daarmee bedoelen we de afstand tussen kookplaat, spoelbak en koelkast. Die drie punten vormen samen het hart van je keuken. Hoe dichter deze drie bij elkaar liggen, hoe makkelijker en sneller je werkt. Je hoeft minder heen en weer te lopen en hebt alles onder handbereik.

De ideale werkhoogte

De ideale hoogte van een aanrecht hangt af van je lichaamslengte. Werk je te laag, dan moet je steeds voorover buigen. Werk je te hoog, dan gaan je schouders omhoog. Beide zijn vermoeiend. Daarom loont het om bij het samenstellen van je keuken stil te staan bij de juiste werkhoogte. Een handig uitgangspunt: als je rechtop staat met je armen gebogen in een hoek van 90 graden, dan ligt het werkblad ongeveer 10 tot 15 cm onder je ellebogen. Hieronder zie je een indicatie op basis van je lengte.

LichaamslengteAanbevolen werkbladhoogte
Tot 1,70 meter85 tot 90 cm
1,70 tot 1,90 meter90 tot 95 cm
Langer dan 1,90 meter95 tot 100 cm

Let op: dit zijn richtlijnen. De beste hoogte bepaal je uiteindelijk door zelf even te testen wat prettig voelt – bijvoorbeeld op een instelbaar werkblad of in een showroom met verschillende hoogtes.

Hoeveel opbergruimte heb je nodig?

Gebruik je vaak pannen of bakvormen, dan heb je meer aan een paar brede lades dan aan een kast met planken. Je ziet in één oogopslag wat waar ligt, en je hoeft niet op je knieën om achter in het kastje iets te zoeken. Dat werkt net wat makkelijker – zeker als je dagelijks kookt. Zorg ook dat je je spullen straks logisch kunt verdelen. Het is handig om keukengerei bij de kookplaat op te bergen, schoonmaakspullen onder de spoelbak, en om je voorraad in een hoge kast of ladeblok te bewaren.

Nog iets om bij je ontwerp rekening mee te houden: laat voldoende ruimte over om kastdeuren te openen zonder dat ze elkaar raken. Ook is het prettig om rond het fornuis en de spoelbak minstens 90 centimeter loopruimte te hebben.

©Phurichai

Materialen en stijl: meer dan alleen smaak

Frontjes bepalen in grote mate de uitstraling van je keuken, maar het materiaal zegt ook iets over onderhoud en levensduur. Een gelakte keuken ziet er strak uit, maar is gevoeliger voor krassen en vingerafdrukken. Hout voelt warm aan, maar vraagt meer onderhoud. Kunststof of melamine is onderhoudsvriendelijk en budgetvriendelijk, maar minder duurzaam op de lange termijn.

Voor het werkblad is het goed om verder te kijken dan alleen uiterlijk. Composiet is sterk en makkelijk schoon te houden. Keramiek kan tegen hitte, maar is gevoelig voor harde klappen. Marmer en graniet hebben een unieke uitstraling, maar vereisen regelmatig onderhoud. Houd bij je keuze rekening met hoe je de keuken gebruikt en hoeveel tijd je aan schoonmaak en onderhoud wilt besteden.

Ook de grepen spelen een rol. Een greeploze keuken oogt strak, maar kan onpraktisch zijn als je snel iets wilt pakken. Met zichtbare grepen maak je het jezelf makkelijker – en kies je meteen een detail dat stijl en karakter toevoegt.

©Анастасия Купавц

Apparaten kiezen die bij je passen

Een keuken zonder apparatuur bestaat niet, maar de vraag is welke apparaten je nodig hebt – en hoe je ze slim plaatst. Veel mensen kiezen tegenwoordig voor een inductiekookplaat. Die werkt snel, is energiezuinig en makkelijk schoon te maken. Let wel op de aansluiting: sommige modellen werken op een gewoon stopcontact, maar krachtigere platen hebben een aparte 3-fasengroep nodig in de meterkast.

Belangrijker dan het type is de vraag hoeveel kookzones je nodig hebt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk? Dan is een brede plaat met vijf of zelfs zes zones handig. Sta je meestal alleen eenpansgerechten te maken, dan volstaat een compactere uitvoering.

Bedenk of je een losse oven wilt, een combi-oven of een stoomoven. Denk na over het formaat en de plaatsing van je koelkast: vrijstaand of inbouw, met vriesvak of zonder. En vergeet de afzuiging niet. In een open keuken werkt een plafondunit of geïntegreerde afzuiging in het kookplaatblad vaak beter dan een klassieke afzuigkap aan de muur.

Bij de plaatsing geldt: apparaten die je vaak gebruikt, moeten makkelijk bereikbaar zijn. Een oven op ooghoogte voorkomt bukken. De vaatwasser naast de spoelbak scheelt heen en weer lopen. Kies je voor een Quooker of een losse kokendwaterkraan? Denk dan ook aan de benodigde ruimte voor het reservoir.

In beeld: ontwerp je keuken met een 3D-planner

Wil je al je ideeën meteen tot leven brengen? Gebruik dan een 3D-keukenplanner, zoals die van Bemmel & Kroon. Je tekent je eigen ruimte in, plaatst ramen en deuren en sleept vervolgens keukenelementen op hun plek. Frontjes, kleuren, apparaten en opstellingen kun je eindeloos combineren. Zo krijg je direct een realistisch beeld van je toekomstige keuken. Het fijne: je hoeft niet meteen naar de winkel, maar kunt thuis op je gemak proberen, aanpassen en verfijnen.

Van ontwerp naar uitvoering

Ben je tevreden met je ontwerp? Neem dan de tijd om alles nog één keer kritisch door te lopen. Kloppen de looproutes? Heb je voldoende werkruimte tussen kookplaat en spoelbak? Zit de oven op een prettige hoogte? Zijn alle opbergruimtes logisch ingedeeld? Kijk ook naar de plaats van je aansluitpunten: water, stroom en afzuiging moeten aansluiten op wat je hebt gepland.

Heb je je keuken in een 3D-tool ontworpen? Dan kun je die visualisatie gebruiken om een afspraak te maken met een adviseur of keukenwinkel. Samen kijk je dan of je ontwerp technisch haalbaar is en welke materialen en apparaten beschikbaar zijn. Pas als alles klopt – van de maatvoering tot de afwerking – is het tijd om je keuken echt te gaan bestellen.

▼ Volgende artikel
Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip
© Wesley Akkerman
Huis

Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip

Met een adviesprijs van 849 euro is de Nothing Phone (3) het duurste toestel dat dit jonge merk tot op heden heeft uitgebracht. Zelf presenteert Nothing dit model als een heus vlaggenschip, maar uit onze ervaring blijkt dat deze smartphone dat niveau niet helemaal haalt.

Goed
Conclusie

De Nothing Phone 3 valt op met zijn design en Glyph-systeem, maar laat het afweten op het gebied van prestaties, hitteontwikkeling en camera’s bij weinig licht. De software is strak en onderscheidend, maar voor 850 euro heeft de concurrentie simpelweg meer te bieden.

Plus- en minpunten
  • Uniek ontwerp met grappig Matrix-display
  • Nothing OS blijft een fantastische Android-schil
  • Fijn display met levendige kleuren
  • Veel beter camerasysteem
  • Redelijke batterijduur bij normaal gebruik
  • Rivalen doen het op belangrijke vlakken beter
  • Geen high-end processor
  • Behoorlijke warmteontwikkeling
  • Android 16 laat nog op zich wachten
  • Oledpaneel zonder LTPO
  • Maakt te veel compromissen voor een vlaggenschip

De Nothing Phone (3) voelt met zijn aluminium frame en matte afwerking degelijk aan, maar de glanzende transparante achterkant is wel besmettelijk voor vingerafdrukken. De telefoon heeft vier knoppen, inclusief de Essential Key van de Phone (3a) voor screenshots en spraaknotities. Qua ontwerp haal je de meest unieke smartphone van dit moment in huis. Nothing zet hoog in op esthetiek en verheft de doorgaans saaie achterkant tot een waar kunstwerk. Net als bij andere Nothing-toestellen is die tevens functioneel; zo is er onder meer een rode stip die oplicht zodra je gaat filmen.

De meest controversiële verandering is het verdwijnen van de kenmerkende Glyph-strips. Die zijn voor de gelegenheid vervangen door de Glyph Matrix, een klein monochroom schermpje rechtsboven op de achterzijde van het toestel. Dat matrixdisplay biedt meer functionaliteit dan de ledstrips op de voorgangers, zoals notificaties en spelletjes, maar mist de unieke uitstraling van de Glyphs op zijn voorganger. Vooralsnog zien we alleen potentie in dat extra schermpje. Ontwikkelaars moeten nog aan de bak met nuttige functies en games, want tot op heden is de functionaliteit dusdanig beperkt dat je het onderdeel alleen voor meldingen kunt gebruiken.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

De Essential Key zit onder de powerknop.

Op zich een prima scherm

Het scherm is redelijk op vlaggenschip-niveau. Het toestel heeft een oleddisplay van 6,67 inch met een hoge resolutie en een verversingssnelheid van 120 Hz. De (piek)helderheid is hoog genoeg voor gebruik in de zon, terwijl de kleurweergave zowel nauwkeurig als levendig is. Verder is er support voor HDR10+- en Ultra HDR-content. Helaas mist het scherm LTPO-technologie. Dat betekent dat de verversingssnelheid niet lager dan 30 Hz zakt bij statische content. In de praktijk kan dat de batterijduur negatief beïnvloeden.

De Nothing Phone 3 is de eerste telefoon die de Snapdragon 8s Gen 4-processor gebruikt. De chipset presteert vergelijkbaar met de Snapdragon 8 Gen 3, met lichte grafische verbeteringen en een hogere topsnelheid. Hoewel het toestel in dagelijks gebruik vlot aanvoelt en visueel intensieve games prima aankan, blijft de 8s Gen 4 in rauwe prestaties achter bij de nieuwste échte vlaggenschip-processors, zoals de Snapdragon 8 Elite. Potentiële kopers betwisten daarom of de Phone (3) 'flagship material' is of niet – maar bij normaal gebruik merk je geen vertragingen.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: het batterijniveau.

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: de tijd.

Warmteontwikkeling

Wat ook opvalt, is de warmteontwikkeling tijdens het gebruik. Het toestel kan namelijk flink opwarmen tijdens het uitvoeren van zwaardere taken, zoals bij het gamen. Dan kun je de telefoon bijna niet meer comfortabel vasthouden. Helaas een typisch Qualcomm-euvel dat we vaker tegenkomen. Verder is het zo dat de smartphone met een totaal vermogen van 5150 mAh qua accu ook wat achterloopt op zijn rivalen. Bij intensief gebruik moet je de telefoon soms eerder opladen dan je zou hopen. Bij normaal gebruik kom je er echter de dag wel mee door.

De Nothing Phone (3) draait op Nothing OS 3.5, gebaseerd op Android 15, en biedt een vloeiende, strakke interface met fijne, aanpasbare elementen en opvallende widgets. Net zoals op de Nothing Phone (3a) kom je ook hier de Essential Space tegen, een aparte sectie die screenshots opslaat en AI gebruikt om belangrijke informatie te extraheren en te organiseren, inclusief transcripties van spraakmemo's. Dat laatste gaat verrassend goed, met hier en daar een enkele typefout. Zo'n memo maak je snel aan door bijvoorbeeld de Essential Key ingedrukt te houden.

0,6x

1x

2x

Minder functies, maar wel uniek

Hoewel Nothing OS minder functies heeft dan sommige andere Android-skins, is het vrij van bloatware (erg belangrijk!) en legt het systeem de nadruk op een minimalistische, monochrome esthetiek. Dat maakt de software-omgeving daadwerkelijk anders dan je elders aantreft. Nothing belooft daarnaast vijf Android-upgrades en zeven jaar lang beveiligingspatches. Dat is een uitstekende score, meer dan gemiddeld, maar Nothing staat helaas niet bekend om de snelle uitrol van nieuwe softwareversies. Houd dus wat rekening met vertragingen op dat gebied.

Dat bewijst bijvoorbeeld de uitrol van Android 16. Die versie is reeds beschikbaar, maar de Nothing Phone 3 wordt geleverd met Android 15. Nu is het tegelijkertijd zo dat versie 16 echt nog maar net uit is, maar toch voelt dit aan als een gemiste kans. De upgrade moet echter voor het einde van het jaar verschijnen, dus daar kun je naar uitkijken. Verder heeft de nieuwe AI-zoekbalk nog een eigenaardigheid. Je kunt daarmee van alles opzoeken (apps, contacten, functies en meer), maar de Essential Space wordt daarin niet meegenomen.

3x

6x

6x

3x

Beste camera's tot nu toe, maar…

Verspreid over de achterkant tref je een veelzijdig camerasysteem aan. Dat bestaat uit drie sensoren van 50 megapixel: een hoofdcamera, een ultragroothoek- en een periscooplens. Daarmee zoom je tot 3x optisch in. Ook is er nog een selfiecamera van 50 megapixel. Alle camera's ondersteunen video-opnamen in 4K-kwaliteit bij 60 fps. Overdag leveren ze gedetailleerde foto's met levendige, accurate kleuren en een breed dynamisch bereik, hoewel er soms lichte oververzadiging optreedt en de sluitertijd wat beter kan.

De telelens presteert goed tot en met 6x inzoomen met behoud van helderheid en kleuren. Die lens is ook geschikt voor macro-opnames tot 10 centimeter. Over het algemeen vinden we dit de beste lenzen die Nothing tot nu toe aanbiedt, maar ook op dit vlak presteren concurrerende modellen beter. Vooral de Pixels en Galaxy's leveren betere kwaliteit bij weinig licht en snelle bewegingen. Nothings beeldverwerking zorgt gelukkig voor consistente kleuren over alle lenzen en voor goede diepte, maar de camera's kunnen dus nog verbetering gebruiken.

2x

1x

0,6x

Nothing Phone (3) kopen?

De Nothing Phone (3) streeft duidelijk naar onderscheid met zijn unieke ontwerp en het nieuwe Glyph Matrix-systeem, maar op cruciale punten blijft hij achter bij concurrenten in zijn prijsklasse. Hoewel de Snapdragon 8s Gen 4-processor echt wel vlot is voor dagelijks gebruik, blijft-ie op papier achter bij de concurrentie. Niet dat je al die snelheid per se nodig hebt (eerlijk is eerlijk: veel mobiele cpu's zijn echt overkill), maar die dingen gaan wel tellen als je een hogere prijs betaalt. Het helpt ook niet dat het toestel echt heet wordt onder hoge druk.

Ondanks een capabel camerasysteem presteert de Phone (3) onder uitdagende omstandigheden niet zo goed als je zou willen of verwachten. De batterijduur is adequaat, maar niet uitzonderlijk, en de usb-c-poort blijft steken op de oudere 2.0-standaard. Hoewel Nothing OS 3.5 een strakke en unieke software-ervaring biedt met langdurige updates, compenseren de software-extra's en het innovatieve Glyph-systeem de hardwarematige tekortkomingen niet voldoende om de Nothing Phone (3) een toptoestel te noemen, zeker niet gezien zijn prijskaartje van 850 euro.