ID.nl logo
Wat is deepfake en hoe herken je nepvideo's?
© PXimport
Zekerheid & gemak

Wat is deepfake en hoe herken je nepvideo's?

Van foto’s is algemeen bekend dat ze eenvoudig te manipuleren zijn. Voor bewegend beeld was dat altijd lastiger. Toch is het dankzij deep learning, neurale netwerken en toenemende rekenkracht tegenwoordig relatief eenvoudig om iemands hoofd op een ander persoon te monteren, zelfs met beweging. Wat is deepfake en kunnen we videobeelden überhaupt nog wel vertrouwen?

Wellicht ken je de smartphone-apps FaceApp en FaceSwap wel. De eerste, die onder meer een oudere versie van een persoon kan genereren, was onlangs in het nieuws omdat het gezichtskenmerken op Russische servers zou opslaan. De tweede is een app waarmee je gezichten kunt wisselen – dus bijvoorbeeld dat van je buurman op dat van jou en andersom. Dat laatste kan ook al jaren met Snapchat, dat zich tevens heeft gespecialiseerd in allerlei andere effecten, zoals het opzetten van een hippe virtuele bril of de achtergrond die verandert in een tropisch eiland.

Processors zijn tegenwoordig zo krachtig dat vrijwel elke smartphone realtime dergelijke videobeelden kan genereren. Het effect is leuk en zo is het ook bedoeld. En hoewel het soms indrukwekkende resultaten biedt, is het meestal overduidelijk nep.

Bij deepfake-video’s is dat niet meer vanzelfsprekend het geval. Het resultaat ziet er akelig realistisch uit en is soms met het blote oog niet van echt te onderscheiden. In Hollywoodfilms wordt deze techniek al langer gebruikt, maar tot voor kort waren daar zeer dure en krachtige workstations voor nodig, evenals complexe software. Zo zagen we in Terminator Genisys een oude en nieuwe versie van Arnold Schwarzenegger (oftewel de T-800) tegen elkaar vechten. Een 67-jarige Arnold tegen de 37-jarige Arnold uit 1984 dus. Die laatste was natuurlijk niet echt, maar digitaal gerenderd op basis van de originele beelden uit de eerste Terminator-film. In de film Gemini Man zien we vrijwel exact dezelfde situatie: Will Smith loopt een jongere versie van zichzelf tegen het lijf die zijn vijand blijkt.

Digitaal spelen met leeftijden is echter een trend. Eerder zagen we ook al een 25 jaar jongere Samuel L. Jackson als ‘jonge’ Nick Fury in Captain Marvel, en in The Irishman kregen Al Pacino en Robert de Niro een digitale verjongingskuur omdat ze te oud waren voor hun rollen. Deze beelden werden gegenereerd met behulp deep learning, oftewel deepfake.

Het begrip deepfake is een samenvoeging van twee Engelse begrippen: deep learning en fake. Deep learning is onderdeel van machine learning, dat is gebaseerd op kunstmatige neurale netwerken. De werking van deze kunstmatige intelligentie (of AI: artificial intelligence) lijkt op de manier waarop onze eigen hersenen werken op basis van zenuwcellen oftewel neuronen. Deze AI kan zichzelf trainen aan de hand van data, waardoor de vaardigheden toenemen.

Die data kunnen bijvoorbeeld bestaan uit foto’s of video’s van een persoon, waarbij speciale software de gelaatskenmerken analyseert. Door die vanuit verschillende hoeken te analyseren ontstaat een 3D-model van het gezicht. Niet alleen van de positie van de ogen, neus en mond, maar ook die van andere kenmerken (inclusief de bijbehorende kleuren) zoals wenkbrauwen, haar en bijvoorbeeld littekens. Ook de manier van praten en bewegen wordt opgeslagen.

Als er genoeg bronmateriaal is geanalyseerd, kan er met behulp van CGI (computer-generated imagery) een 3D-computeranimatie worden gemaakt. In principe is het mogelijk een volledig 3D-model te construeren, eventueel inclusief bewegingen. Bij deepfake-video’s zien we vaak dat slechts een gedeelte van een persoon wordt vervangen, bijvoorbeeld alleen de gelaatstrekken van een hoofd zoals ogen, neus en mond.

Dat scheelt niet alleen kostbare rekenkracht, het is ook beduidend minder complex omdat bijvoorbeeld niet al het haar, het lichaam, de kleding en de achtergrond hoeven te worden vervangen. Een faceswap is tegenwoordig zo eenvoudig dat praktisch elke consumentencomputer het kan. Er bestaat zelfs kant-en-klare opensource-software voor.

Beroemdheden en porno

Eind 2017 dook de term deepfake voor het eerst op. Een Reddit-gebruiker genaamd ‘deepfakes’ plaatste video’s van beroemdheden op de site. Het ging alleen niet om echte video’s, maar nepbeelden. In de meer onschuldige beelden werd het gezicht van acteur Nicolas Cage gemonteerd op dat van andere acteurs in films waar hij niet in had gespeeld. Later verschenen er pornovideo’s waarin het hoofd van beroemde vrouwelijke sterren op dat van pornoactrices was gemonteerd. Door rekening te houden met het figuur en de kleur haar van beide actrices, was het resultaat vaak levensecht.

Het gevolg was dat de video’s zich snel over het internet verspreidden en onder meer op sites als Pornhub terechtkwamen. Dat leidde vervolgens tot serieuze reputatieschade voor de sterren – zij moesten zich verweren tegen nepvideo’s en startten talloze procedures om de beelden weer van websites af te krijgen. Het ging onder meer om Daisy Ridley, Emma Watson, Katy Perry, Taylor Swift en Scarlett Johansson. In augustus dit jaar overkwam voormalig NOS-nieuwslezeres Dionne Stax hetzelfde.

©PXimport

In juni dit jaar dook er zogenaamde DeepNude-software voor Windows en Linux op, zowel een gratis als een betaalde variant (50 dollar). Het laat zich raden wat de software deed: het stripte de kleding weg op basis van deep learning en genereerde met behulp van een uitgebreide dataset een bijpassend lichaam. De resultaten zagen er behoorlijk overtuigend uit, al werkte het ‘t best als de dame is kwestie al schaars gekleed was.

De makers kregen extreem veel kritiek te verduren omdat het vrouwen kwetsbaar maakt, bijvoorbeeld voor wraakporno. De verspreiding van DeepNude werd gestopt, maar inmiddels zijn er talloze soortgelijke programma’s die hetzelfde kunstje flikken.

Technische verbetering

Bij de eerste deepfake-video’s kon een oplettende kijker nog wel zien dat er iets niet klopte. Er waren glitches zichtbaar, bijvoorbeeld bij snelle bewegingen waarbij het 3D-model sneller of langzamer dat het echte hoofd bewoog en dus los in beeld stond. Ook waren er regelmatig foutjes te zien op het gebied van belichting en bij de overgang van het nep- naar het echte gezicht. En soms paste de gezichtskenmerken gewoon totaal niet bij de persoon waar deze op geprojecteerd werden.

Toch is er in korte tijd veel veranderd. Onder meer de Reddit-community hielp actief mee om onnauwkeurigheden in de deepfake-video’s weg te poetsen door de software-algoritmen te optimaliseren. Er werd zelfs software gedeeld waarmee een enkele foto al voldoende was voor een deepfake-video; dat was een kwestie van twee klikken, al zag het er wel minder overtuigend uit. Om de software te trainen werd deze ‘gevoed’ met foto’s en video’s van beroemdheden, waardoor meer ervaring kon worden opgedaan met verschillende gezichtskenmerken, maar ook expressies en bewegingen tijdens het praten.

Deepfake-video’s zijn daardoor steeds realistischer geworden en voor een leek bijna niet meer te herkennen, tenzij er bewust iets geks is gedaan – zoals het gezicht van een man op dat van een vrouw. Oneffenheden komen minder vaak voor, het werkt met verschillende huidskleuren en het is ook prima mogelijk om gezichtskenmerken naadloos te integreren op een doelpersoon met een baard of een andere haarkleur.

Nepvideo’s in de praktijk

Net als luchtige, satirische ‘nieuwsberichten’ zoals die van De Speld kun je met deepfake-video’s komische dingen doen, bijvoorbeeld in tv-programma’s en films, maar ook tijdens een speech op een bruiloft. In films is de techniek bovendien nuttig gebleken door niet alleen jongere of oudere versies van mensen te produceren, maar ook door overleden mensen weer tot leven te brengen.

Toch kun je er ook minder vrolijke dingen mee doen. In mei dit jaar werd een speech van democratisch leider Nancy Pelosi zo bewerkt dat het net leek alsof ze dronken was en lastig uit haar woorden kwam. De nepvideo werd daarna uitgezonden door Fox News, dat er vermoedelijk van uitging dat de video echt was. Ook Donald Trump retweette de video. Het probleem is dat opvallend nieuws zich razendsnel kan verspreiden, in tegenstelling tot rectificaties en factchecks.

In april 2018 werd een nepvideo gepubliceerd als waarschuwing van wat er mogelijk is met deepfake-technologie. Komiek Jordan Peele deed zich voor als Obama en deed uitspraken als ‘Trump is a total dipshit’, om er aan toe te voegen dat hij dat in het echt natuurlijk nooit zou zeggen, waarna Peele in een split screen verscheen. Door middel van lipsync bewoog Obama’s mond op exacte dezelfde manier als die van Peele, waardoor Obama dus zelf leek te spreken.

Om de beelden overtuigender te maken, maakte Obama tijdens het praten bewegingen met zijn hoofd en handen, en knipperde hij ook natuurlijk met z’n ogen. Een computer had 50 uur nodig om de video te perfectioneren met behulp van Adobe AfterEffects en FakeApp.

Spraaksynthese

Nepvideo’s van een bekend persoon zijn vaak te herkennen aan de spraak die niet helemaal overeenkomt met die van de geportretteerde. Bij een simpele deepfake-video, waar alleen de gezichtskenmerken van een ander over die van een bestaand persoon worden geprojecteerd, is de spraak nog steeds die van de oorspronkelijke persoon. Voor de oplettende luisteraar valt dat al snel op: er klopt iets niet. Wie dat wil perfectioneren kan drie dingen doen.

Optie 1: een stemacteur inhuren die de spraak van de bewuste persoon goed kan nadoen, zoals het eerdergenoemde voorbeeld met oud-president Obama. Optie 2: eerdere uitspraken van de bewuste persoon knippen, plakken en woorden ertussen plaatsen, al klinkt dat vaak erg nep. Optie 3: spraaksynthese gebruiken.

In 2016 demonstreerde Adobe de tool Voco Audio Manipulator. Spraakbewerking is tegenwoordig al erg geavanceerd en laat je eenvoudig woorden uit een zin knippen, maar spraaksynthese gaat nog een flinke stap verder. Je kunt een persoon namelijk woorden laten uitspreken die hij nog nooit eerder heeft gezegd. Net als bij deepfake-video’s moet de software eerst worden gevoed met spraakvoorbeelden, zoals audiofragmenten. Circa 10 tot 20 minuten aan spraak is al voldoende.

©PXimport

Wanneer het systeem weet hoe iemand bepaalde klanken uitspreekt, kunnen er nieuwe spraakelementen worden toegevoegd door deze domweg als tekst in te voeren. Op basis van de uitspraak van een combinatie van letters kan dat voor nieuwe woorden worden gebruikt. Ook de intonatie kan worden veranderd en het is zelfs mogelijk dat een ander persoon de woorden met een bepaalde intonatie of stemverheffing uitspreekt, waarna de software alles vervolgens omzet in de stem van de doelpersoon.

De demo’s die Adobe heeft vrijgegeven zijn indrukwekkend. Tegelijkertijd is het ook beangstigend, want je kunt mensen in feite alles laten zeggen. Dat kan worden misbruikt in rechtszaken, chantagemateriaal en propaganda.

Toekomst

Het blijft niet bij faceswaps en spraaksynthese, maar het is ook al mogelijk om een persoon bewegingen te laten maken met het hele lichaam. Ook daarvoor geldt weer dat er voldoende data beschikbaar moet zijn, waarbij het lichaam vanuit meerdere punten te zien is. Op basis van de beweging van een andere bron, zoals een danser of kungfu-expert, kan een persoon de bewegingen overnemen.

Het is elk geval duidelijk dat het aantal mogelijkheden om video’s te manipuleren in korte tijd enorm is gegroeid. Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat dit kan op basis van een aantal foto’s of korte video met enkel en alleen een app. Het gebruik ervan – of dat nu komisch bedoeld is of in de vorm van misbruik – is niet te voorkomen, dus we kunnen ons er maar beter van bewust zijn dat ook bewegend beeld niet altijd te vertrouwen is.

Tekst:Jeroen Horlings

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.

▼ Volgende artikel
Zo kies je de beste mobiele airco voor je slaapkamer of werkkamer
© Schizarty
Energie

Zo kies je de beste mobiele airco voor je slaapkamer of werkkamer

Als het buiten snikheet is, wil je dat het binnen juist lekker koel blijft. Een mobiele airco helpt daarbij, zeker in kleinere ruimtes zoals een slaap- of werkkamer. Maar hoe kies je het juiste model? 

In dit artikel lees je:
  • Waarom niet elke mobiele airco even handig is voor kleine ruimtes
  • Wat de voordelen zijn van een mobiele airco ten opzichte van een vaste airco in kleine ruimtes
  • Welke soorten mobiele airco's er zijn
  • Wat het juiste koelvermogen is voor een mobiele airco in een kleine ruimte
  • Hoe je een stille mobiele airco herkent
  • Hoe je een energiezuinige mobiele airco kiest

Bekijk ook ➡️ Waar voor je geld: 5 mobiele airco's voor op de slaapkamer

Let op: we hebben het in dit artikel uitsluitend over mobiele airco's en dus niet over vaste airco's. Vaste airco's bevestig je aan de muur, terwijl mobiele airco's verrijdbaar zijn.

Mobiele airco's zijn ideaal voor kleine ruimtes, omdat ze vaak compact zijn, over een lagere koelcapaciteit beschikken (wat in het geval van kleine ruimtes juist gunstig is – zo bespaar je energie en voorkom je dat het te koud wordt in een kleine ruimte ) en je ze makkelijk van de ene naar de andere ruimte verplaatst. Je kunt een mobiele airco bijvoorbeeld nachts in de slaapkamer zetten en overdag in je thuiskantoor; zo heb je altijd verkoeling bij de hand! Op die manier hoef je ook niet twee dure losse apparaten aan te schaffen voor beide ruimtes. Mobiele airco's hebben overigens wel een afvoer naar buiten nodig, dus het apparaat moet altijd bij een raam of deur geplaatst worden. 

Alle mobiele airco's zijn in principe in staat om een kleine ruimte te verkoelen – denk daarbij aan ruimtes tussen de 10 en 25 vierkante meter. Toch kun je beter niet zomaar de eerste de beste mobiele airco kopen: ze zijn vaak behoorlijk prijzig en het zou zonde zijn om veel geld uit te geven aan een model waarvan je de helft van de specificaties eigenlijk niet nodig hebt. Ook wil je van een mobiele airco niet te veel last hebben; je wilt immers ongestoord kunnen slapen of werken. Bij het kopen van een mobiele airco voor een kleine ruimte is het daarom goed om een aantal dingen te overwegen: het type mobiele airco, het koelvermogen, het geluidsniveau en het energieverbruik. 

Soorten mobiele airco's 

Er zijn grofweg twee soorten mobiele airco's: een monoblock en een splitsysteem. Het verschil zit vooral in de manier waarop ze de warme lucht afvoeren. Een splitsysteem bestaat uit een binnenunit en een buitenunit die met elkaar verbonden zijn; de warmte verdwijnt via de buitenunit. Bij een monoblock gebeurt alles in één kast, en voert het apparaat warme lucht af via een slang die je uit het raam of de balkondeur hangt.

Een monoblock is daardoor makkelijker te verplaatsen van de ene naar de andere ruimte. Ook de installatie is eenvoudiger: je hoeft geen buitenunit op te hangen of gaten in de muur te boren. Ze zijn meestal ook goedkoper. Wel maakt een monoblock airco meer geluid, omdat omdat het warmteafvoerproces door de luchtslang deels binnen plaatsvindt. Bij een splitsysteem staat het luidruchtigste deel buiten, waardoor het binnen stiller blijft.

©kucherav

Koelvermogen

Heb je eenmaal gekozen tussen een monoblock of splitsysteem, dan is het volgende punt van aandacht het koelvermogen. Het koelvermogen van een airco wordt aangegeven in BTU, oftewel British Thermal Unit. Voor kleinere ruimtes, denk aan een oppervlakte van zo'n 10 tot 25 vierkante meter, is een vermogen van 7.000 tot 9.000 BTU voldoende. Kijk hier goed naar, want een apparaat met een te hoog vermogen voor een kleine ruimte is zonde van de energie én het geld. Te weinig vermogen is uiteraard ook niet goed, want dit koelt niet voldoende. 

Geluidsniveau

Als je een mobiele airco in de slaap-, werk- of babykamer zet, wil je natuurlijk dat het apparaat niet te veel herrie maakt. Of liever nog: dat-ie compleet stil is. Het geluidsniveau van een mobiele airco is daarom een belangrijk punt om rekening mee te houden. De meeste mobiele airco's produceren maximaal 65 decibel aan geluid. 65 decibel is vergelijkbaar met een drukke winkelstraat of verkeer dat je op de achtergrond hoort. Wil je een echt stil apparaat, kies dan voor een model met een geluidsniveau onder de 55 decibel. Sommige airco's beschikken over een speciale nachtmodus die extra stil is. Monoblock airco's zijn zoals hierboven omschreven over het algemeen luider dan splitsystemen, maar er zijn ook genoeg monoblock modellen die wél over een laag geluidsniveau beschikken. Kwestie van even goed de specificaties bekijken en vergelijken.

©natatravel

Energieverbruik

Airco's staan erom bekend niet bepaald energiezuinig te zijn. Dat geldt zowel voor vaste airco's als voor mobiele airco's, en voor die laatste zelfs nog iets meer. Toch betekent dat niet automatisch dat je jaarlijks bakken met geld kwijt bent als je een mobiele airco in huis haalt. Als je een model kiest met een goed energielabel (A++ of hoger), hou je de energiekosten zo laag mogelijk. Maar een energielabel zegt niet altijd alles, dus vergelijk modellen ook op basis van het jaarverbruik. Voor mobiele airco's in kleine ruimtes wordt een jaarverbruik tussen de 200 tot 400 kWh beschouwd als redelijk zuinig.

Afvoerslang nodig

Voor je mobiele airco?