ID.nl logo
Usb-hub kopen: Alles over hubs en docks
© PXimport
Zekerheid & gemak

Usb-hub kopen: Alles over hubs en docks

De woorden hub en dock worden nogal eens door elkaar gehaald. Logisch, want beide apparaten lijken behoorlijk op elkaar en overlappen elkaar ook vaak op het gebied van functionaliteit. Wil je een usb-hub kopen of een dock? Lees hier dan over de verschillen.

Over het algemeen wordt met een hub een soort verdeler bedoeld die je op een poort van je laptop of desktop-pc aansluit. Hubs zijn vrij kleine apparaatjes die slechts een paar honderd gram wegen. Stroom voor de randapparatuur die je op een hub aansluit haalt de hub vaak uit je computer.

Verreweg de meeste hubs sluit je aan op een usb-poort van een pc; vandaar dat het woord ‘hub’ vaak synoniem staat voor een usb-hub. De kabel aan de ene kant van de hub sluit je aan op een vrije usb-poort van de pc, aan de andere kant heb je meerdere usb-ingangen – vaak een stuk of vier.

Dat betekent overigens niet dat hubs alleen usb-poorten hebben; een hub kan ook dienen als een apparaat om digitale signalen te converteren. Er zijn hubs met ethernetaansluitingen of hubs die een ander type usb aanbieden dan de kabel die in de pc wordt gestoken.

Usb-a en usb-c

De meest simpele hub is een hub die een usb-a-signaal verdeelt naar drie of vier usb-a-signalen. Een usb-a-hub splitst je ene usb-a-poort op je computer in meerdere signalen, zodat je meerdere apparaten op je computer kunt aansluiten.

Er zijn een paar dingen waar je rekening mee moet houden als je een usb-hub koopt. Ten eerste moet je weten of je een gewone of een zogenaamde powered-hub nodig hebt. Als jeu in plaats van één apparaat opeens vier apparaten op één poort aansluit, is het logisch dat de batterij van je laptop eerder leeg raakt.

Verbruikt je randapparatuur veel stroom, dan is het slim om een powered usb-hub aan te schaffen. Deze steek je met een stekker in het stopcontact, zodat de aangesloten apparaten hun stroom uit het lichtnet halen in plaats van uit je laptop. Sommige usb-hubs hebben aan-uitschakelaars voor elke connector. Dat kan handig zijn als je de batterij van je laptop niet te veel wilt belasten.

Het tweede waar je aan moet denken, is wat voor type usb de hub aankan. Koop je een hub met usb2.0-aansluitingen terwijl je computer usb3.0-poorten heeft, dan kunnen de aangesloten apparaten niet op maximale snelheid functioneren. Dat is vooral belangrijk als je harde schijven of ssd’s op de hub aansluit. Je wilt immers niet dat de maximale lees- en schrijfsnelheid van de schijf wordt beperkt door een goedkope hub.

Inmiddels zijn er steeds meer laptops op de markt die een snelle usb-c-poort hebben. Wil je hier een hub op aansluiten, dan heb je uiteraard een usb-c-hub nodig. Vaak hebben deze usb-c-hubs ook usb-a-aansluitingen. Zo hoef je geen geld uit te geven aan aparte usb-a- naar usb-c-adapters.

Wat is een dock dan?

Als je je laptop zowel op het werk als thuis wilt gebruiken, dan ben je waarschijnlijk beter af met een dock. Het woord dock is een afkorting van dockingstation en is in de meeste gevallen iets groter, zwaarder en duurder dan een hub. Je moet een dockingstation zien als een apparaat dat van je laptop een desktop-pc kan maken.

Je hebt de mogelijkheid om meerdere beeldschermen op je laptop aan te sluiten, de stroomvoorziening van je laptop kan via het dock lopen en op het dock kun je weer talloze invoerapparaten, harde schijven en accessoires aansluiten.

Het voordeel van zo’n dock is dat je alle randapparatuur op het dock aangesloten laat. Zodra je thuis komt, hoef je alleen je laptop op het dock aan te sluiten en het voelt alsof je op een desktop-systeem werkt.

©PXimport

En hoe zit het dan met thunderbolt? Thunderbolt is een technologie die vooral wordt gebruikt door Apple-computers en media-gerelateerde randapparatuur. Toch vind je tegenwoordig ook vaak een thunderbolt3-poort op high-end Windows-laptops. Thunderbolt 3 is de laatste versie en kan overdrachtssnelheden tot wel 40 Gb/s halen. Ook kan thunderbolt 3 worden gebruikt om meerdere hd-beeldschermen aan te sturen.

Een thunderbolt-signaal wordt via een thunderbolt3-kabel overgebracht. De stekker aan beide uiteinden van de kabel is van het type usb-c. Dat maakt het geheel een beetje onduidelijk: een usb-c-poort moet thunderbolt3-ondersteuning bieden om thunderbolt3-apparatuur aan te kunnen sluiten.

Dat is in veel gevallen niet zo: bij een nieuwe Mac kun je er zeker van zijn dat de usb-c-poort ondersteuning biedt voor thunderbolt 3, bij een pc moet je even bij de specificaties controleren of er een symbool van een bliksemschicht bij de poort staat.

©PXimport

Usb-pd (power delivery)

De simpelste docks bieden ondersteuning voor verschillende signaaltypes. In de meeste gevallen zitten er op een normaal dock wel één of twee hdmi-poorten, een paar usb-poorten en een ethernetpoort. Een dock heeft altijd stroom nodig; niet alleen om zichzelf van stroom te voorzien, maar ook om bijvoorbeeld usb-randapparatuur te kunnen laten functioneren.

Wil je je laptop met het dock kunnen opladen, dan heb je een usb-c-dock nodig dat usb power delivery (usb pd) ondersteunt. Of een dock je laptop kan opladen, vindt je bij de specificaties.

Dan is het ook nog van belang hoeveel vermogen het dock naar je laptop kan sturen. Dit wordt in watt weergegeven. Als je laptop normaal gesproken een 80watt-oplader gebruikt en je dock maar 45 watt vermogen genereert, dan kan je batterij bij maximale belasting sneller leeglopen dan hij wordt opgeladen via het dock.

©PXimport

Monitor aansluiten

Tot slot. Ben je voor je werk veel afhankelijk van video of is het belangrijk dat je twee 4K-monitoren kunt aansturen, dan zijn de meeste simpele docks niet geschikt. Je moet specifiek op zoek naar een dockingstation dat dual-4K ondersteunt. Vaak is dat in de vorm van thunderbolt 3 overigens; hier moet je dus controleren dat je laptop thunderbolt 3 ondersteunt.

Er zijn ook docks die dual-4K aanbieden via standaard usb-c-poorten. Let op dat niet alle hubs de hoogste ververssnelheid van 60 Hz ondersteunen. Sommige hubs en docks ondersteunen wel 4K-monitoren, maar dan alleen op een lagere snelheid van 30 Hz.

Sommige docks hebben overigens ook nog oude vga- of dvi-aansluitingen. Dat kan handig zijn als je oudere monitoren op het dock wil aansluiten.

▼ Volgende artikel
Efficiënter klussen met een compressor
Huis

Efficiënter klussen met een compressor

Lang werden compressors vooral gebruikt in garages, de industrie en de bouw. Moderne compressors zijn echter zo compact en goedkoop geworden, waardoor ze prima inzetbaar zijn voor doe-het-zelvers en hobbyisten. Ben je een volbloed klusser, dan kom je al snel op een punt dat je tijdens het werk echt geniet van een compressor.

Een compressor is het pièce de résistance voor de klusser. Hierdoor beschik je over kracht om ontzettend lichte gereedschappen te gebruiken.

Ook interessant om te lezen: Keuzehulp: zo vind je jouw ideale powerstation

Perslucht

Een compressor is een apparaat dat perslucht produceert. Met die lucht onder druk kun je verschillende werkzaamheden uitvoeren, zoals banden oppompen, oppervlakken en objecten schoonblazen, voorwerpen zandstralen, verf spuiten, en spijkers en brads schieten. Brads zijn ultrafijne spijkertjes – een soort naaldspijkers – die je onder druk in het hout schiet en die je nauwelijks ziet zitten.

Als je dus een fietsband wilt opblazen en daarna de bekleding van een stoel wilt vastnieten, dan verwissel je gewoon het pneumatische gereedschap dat aangesloten is op dezelfde compressor. Dat verwisselen gaat trouwens ontzettend snel dankzij een speciale snelkoppeling. Een belangrijk voordeel van het werken met perslucht is dat al die gereedschappen licht van gewicht zijn terwijl ze toch een enorme kracht hebben.

©Adisorn

Drukvat

Een compressor zuigt lucht aan uit de omgeving, perst die samen en stuwt de samengeperste lucht via een luchtslang naar het aangesloten luchtgereedschap. De ketel of het drukvat van een compressor doet dienst als opslagplaats van lucht die zo goed als mogelijk op een constante druk wordt gehouden. Wanneer de druk door het gebruik daalt, zal de compressor aanslaan en nieuwe lucht aanzuigen en samenpersen. Hoe meer lucht er beschikbaar is, hoe langer het gereedschap kan worden gebruikt, maar ook hoe meer ruimte er nodig is om de lucht op te slaan. Een nadeel van een groot drukvat is dat het langer duurt voordat de luchtdruk opnieuw op bedrijfsniveau is. 

Oliegesmeerd of olievrij

Er zijn verschillende soorten compressors. Er zijn lichte draagbare en minicompressors, maar als doe-het-zelver koop je beter een stevig model dat voldoende druk kan produceren. Op die manier kom je later niet tot de vaststelling dat het toestel niet krachtig genoeg is voor het gereedschap dat je op het oog hebt.

Ruwweg verdeelt men compressors in oliegesmeerde en olievrije typen. Een oliegesmeerde uitvoering is over het algemeen stiller, maar vergt wel iets meer onderhoud. De oliegesmeerde compressor is goedkoper dan zijn olievrije tegenhanger, maar je moet er wel op letten dat je regelmatig het oliepeil checkt en de olie ververst. Een nadeel is dat je oliegesmeerde toestellen beter niet kunt inzetten als het kouder is dan 5°C. De olie kan door de kou verdikken, en dat is kwalijk voor een goede werking van het apparaat. 

©Natallia

Waar op letten?

Je hoeft niet per se naar een speciaalzaak te stappen om een compressor aan te schaffen. In elke doe-het-zelfzaak zie je verschillende modellen. Toch zijn er een paar zaken waar je op moet letten. Allereerst is er het aanzuigvermogen, dat aangeeft hoe snel het drukvat zich vult en hoe vlug de benodigde luchtdruk op peil is.

Heel belangrijk is het aantal bar. Dat is de kracht waarmee de lucht naar buiten wordt geblazen. Bij al het luchtgereedschap dat in de schappen ligt, lees je hoeveel bar het nodig heeft. Als je een spijkerpistool koopt dat 8 bar nodig heeft, moet de compressor deze druk dus wel kunnen produceren. De grootte van de tank bepaalt hoelang je de beschikking hebt over een constante druk. Hoe groter de tank, hoe langer je van dezelfde druk kunt genieten. Dat is vooral belangrijk voor wie verf gelijkmatig wil spuiten.

©navintar

Prijzen

Als je een compressor aanschaft, zitten daar meestal een paar tools bij waarmee je typische basisklussen met perslucht kunt uitvoeren. Anders moet je die hulpmiddelen afzonderlijk kopen. Een compressor voor de doe-het-zelver kost om en nabij de 150 euro. Een bandenpomp met spanningsmeter heb je voor 23 euro, een brad-tacker kost 90 euro, een blaaspistool 9 euro en een zandstraalpistool 35 euro.

Onderhoud

Zo'n compressor heeft nauwelijks onderhoud nodig. Het belangrijkste aandachtspunt is dat je het restvocht dat zich in de buffertank ophoopt af en toe laat weglopen via een aftapkraantje. Dat vocht komt vrij doordat de warme lucht in het apparaat afkoelt en er dus condens ontstaat. Door de hogere druk zal de temperatuur in de tank immers toenemen. Controleer zoals eerder gezegd ook het oliepeil bij oliegesmeerde uitvoeringen.

▼ Volgende artikel
Werp een blik terug in de tijd met Wayback Machine
© Stavros - stock.adobe.com
Huis

Werp een blik terug in de tijd met Wayback Machine

Heb je je ooit afgevraagd hoe een bepaalde website er vroeger uitzag? Dat kan via de Wayback Machine, eigendom van een non-profitorganisatie, die ondertussen meer dan 860 miljard webpagina’s heeft gearchiveerd.

In drie stappen laten we zien hoe je de Wayback Machine gebruikt om oude versies van websites te bekijken: • Zoek een website op de tijdlijn van de Wayback Machine op • Bekijk snapshots van specifieke dagen via de kalenderweergave • Bekijk gekoppelde inhoud van andere webpagina's

Geboeid door het verleden? Lees dan ook dit artikel: Van downloads tot diskettes: op deze plekken vind je oude software

Stap 1: De tijdlijn

Google heeft aangekondigd om de Wayback Machine in de resultaten van de eigen zoekmachine te integreren, maar op het moment van schrijven werkt dat nog niet. Dan maar op de normale manier.

Surf naar https://web.archive.org en voer het adres van de gezochte website in de zoekbalk in. Voor deze gelegenheid proberen we het met de oudste website van Nederland. Als we dit monument in de tijdmachine kunnen bekijken, dan moet dat ook lukken met de website van jouw voetbal- of schaakclub. Het is bijna niet te geloven, maar in 1992 bestonden er slechts drie websites in de hele wereld: die van het Zwitserse CERN, die van een lab in Stanford SLAC en die van het Nederlandse atoomonderzoeksinstituut NIKHEF. Typ dus www.nikhef.nl in het zoekvak. Bingo! The Internet Archive of de Wayback Machine vindt de website en toont in een tijdlijn het aantal opgeslagen archiefdata. Leuk als je de site van toen met die van nu vergelijkt.

Hoe hoger de zwarte staafjes, hoe meer archiefdata er beschikbaar zijn.

Stap 2: Snapshots

Dit archief verzamelt momentopnamen. Logisch dat er geen snapshot uit 1992 beschikbaar is, omdat de Wayback Machine toen nog niet bestond. Het eerste zwarte staafje zie je staan in 1997. Als je daarop klikt, komt er een kalender tevoorschijn waar het moment van de opname is gemarkeerd met een blauwe stip. In dit voorbeeld is dat 10 december 1997. Ga er met de muisaanwijzer overheen en dan lees je dat er van die dag meerdere snapshots beschikbaar zijn. Als een website meerdere keren op één dag is gearchiveerd, wordt de cirkel rond die dag iets groter. Klik op een van deze snapshots.

Een blauwe stip zegt dat er een snapshot bestaat van die dag.

Zelf ook terugkijken op je leven?

Houd dan vanaf nu een meerjarendagboek bij

Stap 3: Koppeling proberen

Wanneer je bij het zoeken in de WayBack Machine een foutmelding ontvangt dan is de site mogelijk ingesteld om de webcrawler van de Wayback Machine te negeren. Als alles goed gaat, opent de website in de tijdmachine. Afhankelijk van hoe de website is gearchiveerd, kun je mogelijk op links in de pagina klikken en de gekoppelde content bekijken. Bovenaan de website staat een minikalender waarmee je via de blauwe pijltjes naar de volgende of vorige gearchiveerde momentopname springt.

In het geval van de oudste Nederlandse site kun je wel alle links openen.