ID.nl logo
Zekerheid & gemak

TomTom anno 2019 nog even strijdbaar als altijd

De ‘TomTom’ stond ooit synoniem voor navigatiesysteem. Deze eer valt slechts een klein aantal andere merken ten deel, zoals Luxaflex, Kleenex en de iPad. Het eens zo machtige TomTom heeft nu veel last van gratis concurrentie en technologische ontwikkelingen die misschien wel iets té snel gaan. Hoe ziet men dat zelf?

Ergens naartoe rijden werd na de eeuwwisseling eindelijk mogelijk zónder grote papieren kaarten op schoot te houden. De bekende navigatiekastjes van TomTom gaven precies aan welke bochten je moest nemen en over hoeveel kilometer je de afslag moest hebben. Het bedrijf was lange tijd de absolute heerser op de markt van navigatie.

Zo’n tien jaar geleden begon het tij te keren voor het Amsterdamse bedrijf. Sindsdien is gratis navigatiesoftware zoals Google Maps steeds toegankelijker geworden, geholpen door snellere telefoons en grotere databundels. Desondanks houdt TomTom het hoofd koel. Het Amsterdamse bedrijf ziet een grote toekomst in zelfrijdende auto’s, maar ook onder de kopers van de traditionele kastjes is er nog veel te winnen.

Binnenkort bereikt TomTom een mijlpaal, vertelt Mike Schoofs aan PCM. Hij is ‘managing director of consumer’ bij TomTom en gaat over alles wat met zowel de losse kastjes als de apps te maken heeft. Die apps doen het goed; inmiddels komt twee derde van de consumentenomzet uit software. In tegenstelling tot wat je anno 2019 misschien zou denken, zijn de apparaatjes ook nog steeds ‘big business’: er gaan er dagelijks nog 5.000 van over de toonbank. “Binnenkort verkopen we ons 100 miljoenste kastje”, vertelt Schoofs.

TomTom is niet blind voor de markt. Het bedrijf ziet dat de verkoop van kant-en-klare navigatiekastjes langzaam afneemt, al ligt dat wel iets genuanceerder. “De vervangingsmarkt is vooral nog groot”, zegt Schoofs. “Mensen willen graag de nieuwste technologie hebben en zijn al snel gehecht aan de apparaten die ze kennen. Bovendien willen gebruikers zich geen zorgen maken over hun batterijduur of een specifieke houder in hun auto.”

Van navigatie naar informatie

Ook richt TomTom zich op nichemarkten. Sommige daarvan groeien zelfs nog. “Dat zijn speciale apparaten voor specifieke groepen. Die zijn geschikt voor bijvoorbeeld motorrijders, campergebruikers of vrachtwagenchauffeurs. In sommige gevallen gaat het om ‘dedicated’ kastjes, in andere juist om een tweede scherm dat gelinkt is aan een app.”

Die nichemarkt mag dan wel groeien, het is nog steeds maar een marginaal onderdeel van de winst van TomTom. Gelukkig zijn er meer opties om te groeien. Naast consumentenzaken richt het bedrijf zich ook op navigatiesystemen die in auto’s worden ingebouwd, en licenseert het kaarten in applicaties zoals Apple Maps en Uber. “Maar”, zegt Schoofs, “uiteindelijk levert dat allemaal dezelfde eindgebruikers op. Dat zijn mensen die TomTom gewend zijn en die die kwaliteit willen houden.”

©PXimport

Die mensen hebben allemaal hun eigen wensen, en om daaraan tegemoet te komen ziet TomTom een grote meerwaarde in dat magische cijfer, die 100 miljoen gebruikers. “Die leveren samen enorm veel data op, inzichten zoals wat de beste route of de huidige verkeersdoorstroom is”, zegt Schoofs.

Vroeger, zegt hij, was navigatie nog vrij simpel. Je was op locatie A, en je wilde naar B. Je kastje stuurde je daar dan heen. Maar tegenwoordig wil je als gebruiker veel méér dan alleen de juiste weg weten. Je wilt weten hoe druk het is op de weg, waar de flitsers staan, wat een leuke route is ... Nu zijn de locaties van benzinestations belangrijk, in de toekomst komen daar ook oplaadpunten voor elektrische auto’s bij. En, voegt Schoofs toe, iedereen heeft weer verschillende behoeftes. De forens wil vooral file-informatie, de vakantievierder wil de hotspots in de omgeving vinden. “Daar spelen we straks meer op in.”

Sociale aanbevelingen

Dat klinkt allemaal logisch, en inderdaad, de visie komt bekend voor. Toen TomTom nog alleenheerser was op navigatiegebied, was dat mede door de ‘POI’s’, de Points Of Interest die op kaarten te vinden waren. Wat is dan nu het grote verschil? “Vroeger gebeurde alles tijdens de reis”, legt Schoofs uit. “Straks gaan we meer naar wat er vóór en ná de reis gebeurt.” Dat betekent dat de forens al aan de keukentafel hoort hoe laat hij precies moet vertrekken om het verkeer voor te zijn, en dat de reiziger ‘inspiratie kan opdoen’ zodat hij restaurants of museums in de buurt kan vinden. Vooral dat laatste biedt mogelijkheden.

Navigatie moet persoonlijker worden, denkt Schoofs. TomTom werkt aan een sociaal platform voor en door de gebruikers. “Sociale aanbevelingen door andere gebruikers worden een belangrijk onderdeel voor ‘de TomTom-ervaring’. Al die miljoenen gebruikers kunnen elkaar inspireren.” Schoofs wil er niet te veel over uitwijden, maar zegt dat ‘deze zomer belangrijk wordt’.

Concurrentie

De grote vraag is of zulke plannen genoeg zijn om de concurrentie aan te gaan met gratis navigatie-apps. Google Maps hangt als een zwaard van Damocles boven TomTom, en niet alleen meer voor de doorsnee consument met een smartphone. Vorig jaar ging Renault-Nissan-Mitsubishi de samenwerking aan met Google. Maps werd in miljoenen auto’s geïmplementeerd, een markt waar TomTom tot dat moment juist veel kansen zag. Kan het bedrijf zich wel meten aan zo’n gigant?

Schoofs denkt van wel. Hij wijst wederom op de 100 miljoen gebruikers die TomTom binnenkort bereikt en de data die het daarmee binnenhaalt en omzet naar nuttige producten. Maar uitgerekend Google heeft die data ook. En Maps wordt ook nog eens door méér dan 100 miljoen mensen gebruikt.

Schoofs spreekt tegen dat TomTom geen echt techbedrijf is zoals Google dat wel is. “Wij waren bijvoorbeeld al heel vroeg met AI bezig, al vóór 2010. Toen berekenden we met IQ Routes de echte aankomsttijd van een reis, daar liepen we echt mee voorop. We zijn wel degelijk nog innovatief.”

©PXimport

De echte innovatie wordt pas in de toekomst belangrijk. Om volledig autonoom te kunnen rijden, hebben auto’s namelijk high-definition kaarten nodig. “Zulke kaarten moeten op minder dan tien centimeter nauwkeurig zijn”, zegt Schoofs. In zulke HD-maps ziet TomTom heil. Het bedrijf zet er hard op in; Schoofs zegt dat TomTom er ‘al ver mee is’. Tegelijkertijd is het heel moeilijk te zeggen wannéér die revolutie nu eens doorbreekt, en dat maakt het heel lastig voor TomTom. “We ontwikkelen voor de toekomst. Autonome auto’s zijn afhankelijk van veel factoren. Acceptatie, innovatie vanuit de sector, regelgeving ... Maar of ze er nu over drie, vijf of zelfs tien jaar zijn, we moeten daar klaar voor zijn.”

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips